Tour 2022: Voorbeschouwing favorieten bergklassement
foto: Cor Vos
vrijdag 1 juli 2022 om 07:00

Tour 2022: Voorbeschouwing favorieten bergklassement

Natuurlijk, geen trui is zo iconisch als het geel in de Tour. Maar als iets een beetje in de buurt komt, zijn het toch wel de bollen. De beste klimmer zijn, de koning van de bergen – is dat niet waar ieder jeugdrennertje van droomt? De meeste Tourrenners lijken dit verlangen te hebben verloren, maar een enkeling heeft het behouden, of voelt het na enkele côtes en cols opnieuw opborrelen. Hun strijd om de punten zal de koers ook dit jaar weer kleuren. WielerFlits blikt vooruit!

De nieuwe edtie van RIDE Magazine is nu verkrijgbaar! Onze nieuwe 188 pagina’s dikke voorjaars-editie staat vol met schitterende wielerverhalen over o.a. Mathieu van der Poel, Lotte Kopecky, Demi Vollering, Sepp Kuss en Matej Mohoric. Verzeker je van jouw exemplaar en bestel hem nu online voor slechts € 9,95. Wil je RIDE extra voordelig ontvangen? Neem dan nu een abonnement en ontvang 20% korting!

Historie

Zonder bergen geen Tour. Reeds de allereerste editie van de Ronde van Frankrijk in 1903 bevatte een heuse col: de Col de la République (1161m). Twee jaar later deed de wedstrijd voor het eerst de Vogezen aan, in 1910 volgden de Pyreneeën en de zomer daarna waren de Alpen aan de beurt. Toch duurde het nog tot 1933 voor er een officieel bergklassement kwam. Vanaf 1905 riep de organiserende krant, l’Auto, wel jaarlijks een meilleur grimpeur uit.

René Pottier (1905 en 1906), Ottavio Bottecchia (1924 en 1925) en Victor Fontan (1928 en 1929) kregen de titel van beste klimmer tweemaal. Opvallend aan Fontan is dat hij de Tour van 1929 niet uitreed. Tegenwoordig is het niet meer mogelijk, maar destijds kon je blijkbaar prima de prijs van beste klimmer pakken zonder Parijs te halen.

Nog interessanter is het verhaal achter Fontans opgave. Het begint ermee dat de Fransman in de zevende etappe naar Bordeaux het geel pakte. Maar niet als enige, want Fontan stond in exact dezelfde tijd als Nicolas Frantz en André Leducq, die óók beiden een gele trui kregen uitgereikt! Het is de enige keer in de Tourgeschiedenis dat dit gebeurde.

Frank Vandenbroucke in Parijs-Nice 1998 op de Col de la République, de eerste Tourcol – foto: Cor Vos

Fiets op de rug
Nadat de Belg Gaston Rebry de leiding overnam in de achtste etappe, heroverde Fontan het geel in rit negen. Nu hoefde hij de eer met niemand te delen. Met le maillot jaune om zijn schouders begon Fontan aan etappe tien, die vanwege de enorme afstand in alle vroegte startte. Voor zonsopgang werden de renners op gang geschoten voor een rit van 323 kilometer. Na nog geen zeven daarvan sloeg het noodlot echter al toe voor Fontan. Hij kwam ten val, brak zijn voorvork en bleef moederziel alleen achter, terwijl de karavaan voort denderde. In de oertijd wachtte de Tour echt nog op niemand.

Fontan ging te voet verder. Eenmaal in het eerstvolgende Pyreneeëndorpje beland, begon hij wanhopig op elke deur te bonken. Misschien was er een vroege vogel – het was nog altijd midden in de nacht – die een stalen ros klaar had staan voor een gestrande renner. En inderdaad, iemand was zo vriendelijk om Fontan een fiets te geven, waarna hij zijn weg kon vervolgen. Maar dat ging niet gemakkelijk. In die tijd was er namelijk een regel die voorschreef dat je de etappe moest eindigen met de fiets waarop je de rit begon. Aldus droeg Fontan de kapotte fiets op zijn rug mee.*

Een tijdje ging dat nog wel, maar uiteindelijk werd het Fontan toch teveel. Hij zag het kansloze van zijn missie in en gaf er de brui aan*. Via de radio kon het Franse volk zijn gesnik horen, zoals ze later ook het verdriet van bijvoorbeeld René Vietto en Thibaut Pinot mee zouden kunnen beleven. Fontan past dus perfect in het rijtje tragische helden uit Frankrijk.

In 2016 verliet Pinot ziek de Tour, daags nadat hij zijn bollentrui was verloren aan Thomas De Gendt – foto: Cor Vos

Vicente Trueba
Maar goed, we dwalen af. Terug naar de bergklassement, terug naar het officiële bergklassement. Dat werd dus in 1933 geïntroduceerd. Nu was het de Tourorganisatie zelf die een winnaar aanwees, op basis van een puntensysteem. De eerste winnaar van deze bergprijs was Vicente Trueba, ‘De Vlo van Torrelavega’. In de jaren voor de Tweede Wereldoorlog werden onder andere de eerdergenoemde Vietto, Gino Bartali en Félicien Vervaecke (2x) eveneens nog bergkoning. Bartali was in 1948 opnieuw de beste.

Nadien wonnen ook renners als Fausto Coppi, Charly Gaul en de onlangs overleden Julio Jiménez het nevenklassement. Federico Bahamontes deed dat tussen 1954 en 1964 liefst zesmaal en daarmee was de Adelaar van Toledo jarenlang alleen recordhouder. Geen van de tot nog toe genoemde namen droeg overigens ooit de bergtrui, want die deed pas in 1975 zijn intrede. Toen deze er eenmaal was, ging het wel direct om de inmiddels legendarische bolletjestrui. De sponsor van het tricot, Chocolat Poulain, verkocht chocoladerepen die een wit wikkel met rode bollen hadden.

Lucien Van Impe mocht deze bollentrui talloze keren ophalen. Hij kwam in 1983 op gelijke hoogte met Bahamontes, met zes overwinningen. Van Impe en Bahamontes stonden lange tijd bovenaan het lijstje veelwinnaars, tot Richard Virenque in de jaren negentig en in de jaren na de eeuwwisseling de bolletjestrui zeven keer mee naar huis nam. Het record van de Franse renner is tot op heden niet geëvenaard. Sindsdien werden alleen Michael Rasmussen en de nog actieve Rafał Majka en Tadej Pogačar nieuwe meervoudige winnaars.

Recordhouder Virenque – foto: Cor Vos

De laatste jaren
De laatste jaren luisterden de winnaars naar de namen Samuel Sánchez, Thomas Voeckler, Nairo Quintana, Rafał Majka, Chris Froome, die datzelfde jaar ook het geel veroverde, nog eens Majka, Warren Barguil, Julian Alaphilippe, Romain Bardet en Tadej Pogačar, die dezelfde ‘dubbel’ als Froome in 2015 realiseerde. In 2021 herhaalde de Sloveen dat kunstje. Anno 2021 wacht Nederland al 32 jaar op een opvolger van Gert-Jan Theunisse, die in 1989 voor de tweede (en laatste) Nederlandse bollentrui na Steven Rooks zorgde.

1.* Om een drama als dat van Fontan in de toekomst te voorkomen, werd de regel in 1930 geschrapt.
2. * Er zijn bronnen die zeggen dat hij de etappe nog wel heeft uitgereden en pas nadien afstapte.

Laatste tien winnaars bergklassement Tour de France
2021: flag-si Tadej Pogačar
2020: flag-si Tadej Pogačar
2019: flag-fr Romain Bardet
2018: flag-fr Julian Alaphilippe
2017: flag-fr Warren Barguil
2016: flag-pl Rafał Majka
2015: flag-gb Chris Froome
2014: flag-pl Rafał Majka
2013: flag-co Nairo Quintana
2012: flag-fr Thomas Voeckler


Vorig jaar

Nederland kreeg vorig jaar bijna een opvolger van Gert-Jan Theunisse. Tweeëndertig jaar nadat de Blonde Engel de bolletjestrui naar Parijs bracht, fietste ook Wout Poels over de Champs-Élysées met de bollen om zijn schouders. Er was alleen één probleem: Poels stond niet eerste in het bergklassement. De Limburger droeg de bergtrui enkel omdat de rechtmatige eigenaar, Tadej Pogačar, ook al aan de leiding ging in het algemeen klassement. De Sloveen reed dus al in het geel.

De eerste week, de week van Ide Schelling
Op het eindpodium werd de allerlaatste bolletjestrui dus uitgereikt aan Pogacar. De allereerste ging, drie weken eerder, naar Ide Schelling. De Hagenees had voor de openingsrit van Brest naar Landerneau al aangekondigd dat hij de bergtrui wilde pakken, en hij flikte het. Nadat hij op de eerste twee klimmetjes wat punten had laten liggen, verraste hij zijn medevluchters op de Côte de Stang Ar Garront door van achteruit weg te kletsen. Vervolgens begon hij aan een solootje en pakte hij ook de punten op de volgende helling. Dat was genoeg om na afloop het podium op te mogen – voor de bergtrui én de strijdlust.

Op dag twee ging Schelling er opnieuw vol voor. Op de eerste helling kreeg hij nog klop van zijn directe concurrent Anthony Perez, die daardoor op gelijke hoogte kwam qua aantal punten, maar bij de tweede bergsprint nam de Nederland revanche. Hij versloeg op zijn beurt de Fransman en was daar zichtbaar blij mee.

Ide Schelling stal de show in de eerste Tourweek – foto: Cor Vos

Toch zou Schelling zijn bolletjestrui (in theorie) niet behouden: door zijn tweevoudige exploot op Mûr-de-Bretagne kwam Mathieu van der Poel op gelijke hoogte. Omdat MVDP twee keer als eerste was bovengekomen op een beklimming van derde categorie, terwijl Schelling enkel toppen van klimmen van vierde categorie als eerste gerond had, was eerstgenoemde de officiële leider. Maar Van der Poel veroverde die dag ook het geel en dus mocht Schelling de bollen daags nadien alsnog dragen.

Wout Poels staat er goed voor
Door in de derde etappe opnieuw een puntje te sprokkelen, stond Schelling na drie dagen ook weer echt aan de leiding in het bergklassement. Dat duurde tot rit zeven, toen Matej Mohorič naar een straffe zege soleerde in Le Creusot. En passant pakte hij ook nog de bolletjestrui mee. De dag erop, toen de koers de Alpen introk, zette Wout Poels de boel weer recht voor Nederland. Onderweg naar Le Grand-Bornand reed hij lange tijd in de vuurlinie en verzamelde hij genoeg punten om de koppositie over te nemen.

Voor even dan. Na de tweede Alpenetappe, die naar Tignes, veranderde de bergtrui alweer van eigenaar. Quintana was de nieuwe leider. Hij zou de bolletjestrui vijf dagen dragen, totdat Michael Woods hem onttroonde. Dat gebeurde in de door Bauke Mollema gewonnen veertiende etappe. In de vijftiende rit, die naar Andorra la Vella, kwam Poels dan plots weer voorbij. De Nederlander pikte vervolgens hier en daar een puntje mee, en mocht als nummer een beginnen aan de laatste bergetappe naar Luz Ardiden.

Uiteindelijk zouden beide truien voor Pogačar zijn – foto: Cor Vos

Daar liep het fout voor Poels. Pogačar, die daags voordien de zege had gepakt op de Col du Portet, was nu de beste op Luz Ardiden. Op zowel de Col du Portet als Luz Ardiden waren dubbele punten te verdienen en de Sloveen harkte dus een hele sloot binnen. Genoeg om Poels voorbij te steken in ieder geval. Zonder het systeem van dubbele punten op enkele beklimmingen van buitencategorie was dit niet het geval geweest en had Nederland een opvolger gekregen van Gert-Jan Theunisse. Nu volgde Pogačar zichzelf op.

Eindklassement bergklassement Tour de France 2021
1. flag-si Tadej Pogačar (UAE Emirates) met 108 punten
2. flag-nl Wout Poels (Bahrain Victorious) met 88 punten
3. flag-dk Jonas Vingegaard (Jumbo-Visma) met 82 punten
4. flag-be Wout van Aert (Jumbo-Visma) met 68 punten
5. flag-co Nairo Quintana (Arkéa Samsic) met 68 punten


Puntentelling

Het bergklassement wordt bepaald door alle punten die zijn behaald op beklimmingen, bij elkaar op te tellen. Alle beklimmingen zijn ingedeeld in vijf categorieën, variërend van buitencategorie (zwaar) tot vierde categorie (licht). Op de zware beklimmingen zijn meer punten te verdienen dan op de lichte.

In tegenstelling tot vorig jaar, zijn er ditmaal géén beklimmingen waar dubbele punten te pakken zijn. Zoals we net hebben gezien, kan dit van grote invloed zijn op de uiteindelijke einduitslag. Vorig jaar won Pogačar de bergtrui vooral dankzij zijn zeges op de Col du Portet en Luz Ardiden, waar dubbele punten te rapen waren. Hij pakte in slechts twee beklimmingen 80 van zijn in totaal 108 punten. Vooral de vroege aanvallers zullen voordeel hebben van deze verandering.

Pogacar wint op Luz Ardiden – foto: Cor Vos

In het geval van gelijke punten wordt de renner met de meeste eerste plaatsen op beklimmingen of aankomsten bergop van buitencategorie tot de winnaar uitgeroepen. Als de stand dan nog steeds gelijk is, wordt het aantal eerste plaatsen op beklimmingen of aankomsten bergop van eerste categorie opgeteld. Daarna wordt het aantal eerste plaatsen op beklimmingen van tweede, derde en vierde categorie bekeken. In het uiterste geval is de positie in het algemeen klassement doorslaggevend.

Alleen renners die uitrijden, worden opgenomen in het klassement. Als een renner buiten tijd over de streep komt maar van de wedstrijdjury in koers mag blijven, dan verliest hij wel al zijn punten in het bergklassement.

Tot slot, de opbrengsten. Wat verdient de winnaar van het bergklassement, naast eeuwige roem? Allereerst spekt hij de ploegpot met 107.250,- euro. Daarnaast ontvangt hij – ook niet onbelangrijk dit jaar – 120 UCI-punten. De nummers twee en drie krijgen respectievelijk 50 en 25 punten.

flag-fr Klim van buitencategorie: eerste 8 renners
20 – 15 – 12 – 10 – 8 – 6 – 4 – 2 punten

flag-fr Klim van 1e categorie: eerste 6 renners
10 – 8 – 6 – 4 – 2 – 1 punt

flag-fr Klim van 2e categorie: eerste 4 renners
5 – 3 – 2 – 1 punt

flag-fr Klim van 3e categorie: eerste 2 renners
2 – 1 punt

flag-fr Klim van 4e categorie: eerste renner
1 punt


Favorieten

Niet veel renners spreken voor de Ronde van Frankrijk uit dat ze een doel van de bergtrui maken. Thibaut Pinot heeft dat wel gedaan. Nu is dat niet direct een garantie voor succes – dat zou wel heel gemakkelijk zijn – maar Pinot maakt om verschillende redenen wel een goede kans. Allereerst steekt hij in uitstekende vorm. Nadat hij in april al succesvol was in de Tour of the Alps, won hij onlangs een bergetappe in de Ronde van Zwitserland. Onderweg naar Malbun sprong hij mee met de kopgroep en versloeg hij al zijn medevluchters. Een betere generale repetitie voor de Tour had de Fransman zich niet kunnen wensen.

Ritwinst voor Pinot in Zwitserland – foto: Cor Vos

Wat ook in de kaart van Pinot speelt, is dat de puntentelling is aangepast. Omdat er geen dubbele punten meer te verdienen zijn op bepaalde cols (vaak waren dit aankomsten bergop), maken de aanvallers nu meer kans om het bergklassement te winnen. En Pinot is tegenwoordig zo’n aanvaller. Romain Bardet reed de afgelopen Giro d’Italia in een andere rol, als klassementskopman, en deed dat verre van onaardig. Tot hij in de dertiende etappe moest hij opgeven vanwege maagproblemen. Deze Ronde van Frankrijk is hij er echter weer bij en gaat hij voor dagsucces.

Lukt hem dat, dan zal ook het bergklassement een doel kunnen worden. Wie in de bergen meedoet voor ritzeges, komt namelijk automatisch hoog in de rangschikking. Bardet heeft vervolgens de kwaliteiten om zijn tegenstanders de baas te zijn. Zelfs in de voor de Fransman tegenvallende Tour van 2019 stond hij met de bolletjestrui op het eindpodium in Parijs. Nu is Bardet in betere doen, getuige zijn eindwinst in de Tour of the Alps en zijn sterke begin van de Giro. Na zijn opgave in die laatste ronde, kwam hij niet meer in actie. Het is dus nog wel even afwachten hoe hij het doet met enkel trainingskilometers in de benen.

Bardet hoorde bergop bij de besten in de Giro – foto: Cor Vos

Tadej Pogačar doet dat niet. De tweevoudig Tourwinnaar won onlangs zijn thuiswedstrijd, de Ronde van Slovenië. Hij is dus klaar voor zijn derde Tourzege, maar zou en passant ook weleens de bollen mee kunnen pakken. Dat deed hij de afgelopen twee jaar immers ook. Zoals gezegd, is de puntentelling wel veranderd, wat nadelig is voor de Sloveen. Maar ondertussen zijn er nog wel genoeg aankomsten bergop waar Pogačar toe kan slaan. En wie weet grist hij ook op eerdere cols nog wat punten mee, want vies van een vroege aanval is hij niet. We weten allemaal wat hij vorig jaar in de rit naar Le-Grand Bornand deed.

In het algemeen klassement moet Pogačar vooral zien af te rekenen met Primož Roglič, in het bergklassement kan hij ook weleens last krijgen van zijn landgenoot. Net als Pogačar, heeft Roglič een sterk eindschot, waarmee hij de nodige punten kan pakken op de aankomsten boven. Zowel in de Tour de France als de Vuelta a España resulteerde dat al eens in een derde plaats in de nevenrangschikking.

Jonas Vingegaard vond zichzelf in de Ronde van Frankrijk van vorig jaar terug op die plek, wat de prijs voor beste klimmer betreft. Met zijn vorm van het Critérium du Dauphiné, waar hij in de slotrit de betere was van zijn ploeggenoot Roglič, moet er nu nog meer inzitten voor de Deen. Ook al zal hij, net als Pogačar en Roglič, vooral bezig zijn met het geel.

Pogačar, Roglič en Vingegaard in de Ronde van het Baskenland van 2021 – foto: Cor Vos

Ook Nairo Quintana heeft zijn zinnen op het algemeen klassement gezet, maar de kans dat hij meedoet om de echte topposities lijkt klein. Mocht het volledig mislopen, dan kan het bergklassement een nieuw doel worden voor de Colombiaan. Zo ging het vorig jaar ook. Enkele dagen droeg hij de bollen, maar na een matige slotweek moest hij genoegen nemen met plek vijf. Dit voorjaar liet Quintana vlagen van zijn oude klasse zien, maar in La Route d’Occitanie kwam hij niet verder dan een zevende plaats in het algemeen klassement. Er zal dus nog een stapje bij moeten, wil hij net als in 2013 de bergtrui binnenhengelen.

Binnen zijn ploeg kan hij weleens concurrentie krijgen van Warren Barguil. De Sprinkhaan van Hennebont is bezig aan een ijzersterk seizoen. Op alle terreinen toont de Fransman zich, die in het verleden dit klassement al eens won en een tweede plaats bemachtigde. Met de goede benen waarover Barguil beschikt zal hij vooral etappes najagen. Is dat een keertje een in de bergen te finishen, dan kun je er vergif op innemen dat de aanvalslustige Fransman zich ook op de bolletjestrui richt.

In La Route d’Occitanie kon Quintana op het beslissende moment niet mee met Carlos Rodríguez en Michael Woods. Die laatste won de desbetreffende etappe (de derde naar het skioord Les Angles) en trok zodoende ook het algemeen klassement naar zich toe. In de Tour de France gaat de Canadees voor dagsucces, maar als hij er eenmaal goed voorstaat in het bergklassement, zal hij punten willen blijven sprokkelen. Met zijn straffe punch beschikt hij over een gevaarlijk wapen. Vorig jaar stond hij na de Pyreneeën, toen alle bergen achter de rug waren, vierde in het bergklassement, maar gaf hij voor de negentiende rit op. Met het oog op de Olympische Spelen wilde hij zo snel mogelijk van enkele valpartijen herstellen.

Woods wist dit jaar ook al een rit in de Gran Camiño te winnen – foto: Cor Vos

Net voordat Woods La Route d’Occitanie op zijn naam schreef, mocht ook Ruben Guerreiro juichen. De Portugees triomfeerde bovenop de mythische Mont Ventoux, in de Mont Ventoux Dénivelé Challenge. Dat deed hij door ploeggenoot Esteban Chaves af te houden. Het duo van EF Education-EasyPost was ook al goed op dreef in het Critérium du Dauphiné, waar ze zevende (Chaves) en negende (Guerreiro) werden. In de laatste etappe, een bergrit naar Plateau de Salaison, eindigden ze achter Vingegaard, Roglič en Ben O’Connor op de plaatsen vier en vijf.

Met de conditie van beide heren zit het dus wel snor. Als we op het Critérium du Dauphiné afgaan, zullen ze zich in eerste instantie echter wel op het algemeen klassement focussen. Dat geldt vooral voor Chaves. Om die reden heeft Guerreiro, de winnaar van het bergklassement van de Giro van 2020, een streepje voor. Maar de bollen zouden de immer goedlachse Chaves ook fantastisch staan.

Bouchard won in 2021 het bergklassement in de Giro – foto: Cor Vos

Wie uiteindelijk meestrijdt om het bergklassement in een grote ronde, blijft dus altijd moeilijk te voorspellen. Maar niet als Geoffrey Bouchard meedoet. De Franse laatbloeier – hij werd pas vier jaar geleden op zijn 26ste prof – is een goede klimmer. In rittenkoersen van een week kan hij daardoor vaak een korter klassement rijden, maar in grote rondes kiest hij altijd zijn ritten uit. Een etappe wist hij nooit te winnen, maar hij won in twee van zijn vier grote rondes wel het bergklassement. In de Tour debuteert hij en moet-ie kopman Ben O’Connor ondersteunen.

In de top-vijf van de Mont Ventoux Dénivelé Challenge vinden we nog twee kanshebbers voor de bollen terug. Michael Storer werd derde, Guillaume Martin vijfde. Zowel Storer (2021) als Martin (2020) won al eens het bergklassement van de Ronde van Spanje. Wat eerstgenoemde precies van plan is in deze Tour – gaat hij voor een klassement, knecht hij voor David Gaudu of jaagt hij op ritzeges? – is nog niet helemaal duidelijk, maar Martin zal hoe dan ook weer veel in de aanval te zien zijn. Grote kans dat hij zich daarmee in de strijd om de bollen zal mengen.

Guerreiro kan een gevaarlijke klant worden – foto: Cor Vos

Wanneer we dezelfde voorbeschouwing zouden moeten maken voor de Giro’Italia, dan zou Giulio Ciccone blind vier sterren krijgen. De geraffineerde Italiaanse klimmer wist dat klassement namelijk in 2019 al eens te winnen, terwijl hij tijdens de afgelopen editie tweede werd achter Koen Bouwman. Ook in 2018 mengde de renner van Trek-Segafredo zich in die strijd om de blauwe trui en dus weet hij heel goed wat er nodig is om dit karwei af te maken.

Tot slot, nog enkele andere outsiders: Martins ploeggenoot Simon Geschke (indrukwekkend in de Ronde van Romandië), Julian Alaphilippe (winnaar in 2018, maar geen koersritme), Pierre Rolland (bergkoning in de laatste Dauphiné), Bauke Mollema (mengt zich regelmatig in de strijd en heeft op het NK tijdrijden een bak moraal getankt), Lennard Kämna (toonde in de Giro maar weer eens zijn klasse) en Dylan Teuns (won al twee bergetappes in de Tour).

Omdat de klassementsrenners ook niet kansloos zijn voor het bergklassement – verre van zelfs -, dienen ook Aleksandr Vlasov, Adam Yates, Geraint Thomas, Daniel Felipe Martínez, Ben O’Connor en Enric Mas nog even genoemd te worden.


Favorieten volgens WielerFlits:

Tour 2022: Deelnemers


Overige voorbeschouwingen

Tour 2022: Voorbeschouwing favorieten puntenklassement
Tour 2022: Voorbeschouwing favorieten bergklassement
Tour 2022: Voorbeschouwing favorieten jongerenklassement
Tour 2022: Voorbeschouwing op het parcours

WielerFlits komt tijdens de Tour de France dagelijks met een voorbeschouwing op de 21 etappes. In die vooruitblik wordt het parcours extra geduid en wijzen we, zoals jullie van ons gewend zijn, tien favorieten voor de dagzege aan.

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.