UCI eist gelijk prijzengeld in de cross. “Kost ons €43.000 extra”
©Photopress.be
vrijdag 9 november 2018 om 17:27

UCI eist gelijk prijzengeld in de cross. “Kost ons €43.000 extra”

De UCI heeft een aantal reglementswijzigingen bekendgemaakt richting het veldritseizoen 2019-2020. Een van de meest opmerkelijke veranderingen is dat de wielerunie de organisatoren van de regelmatigheidscriteria verplicht de top drie van de mannen en de vrouwen in hun eindklassement gelijk prijzengeld uit te betalen. “Dat kost ons 43.000 euro extra”, klinkt het bij de DVV Trofee. De Superprestige moet nog dieper in de geldbuidel tasten.

Gelijkheid tussen mannen en vrouwen, dat is het ultieme doel van de internationale wielerunie. Nadat in de Wereldbeker al een tijdje werk wordt gemaakt van gelijk prijzengeld, wil de UCI dat nu ook in de regelmatigheidscriteria. Zegt het nieuwe reglement voor het veldritseizoen 2019-2020: “Minstens drie renners/rensters in het eindklassement van een regelmatigheidscriterium moeten een geldprijs ontvangen. Bovendien moet dit prijzengeld voor mannen én vrouwen gelijk zijn.”

En dat is vandaag absoluut niet het geval. In de DVV Verzekeringen Trofee krijgt de eindwinnaar bij de mannen 30.000 euro, de nummer twee 20.000 en de nummer drie mag op de avond van de uitreiking met een cheque van 15.000 euro naar huis. Bij de vrouwen is dat respectievelijk 10.000, 7.000 en 5.000 euro.

DVV 43.000 euro extra, Superprestige 46.500 euro extra
“De rekening is snel gemaakt”, beseft Erwin Vervecken van de DVV Trofee. 65.000 tegenover 22.000. Concreet betekent dit dat ons dat 43.000 euro extra zal kosten. Is dat haalbaar? We hebben het er nog niet uitgebreid over gehad, maar ik denk het wel. Het wordt uiteraard een zware kost, zeker als je weet dat de voorbije jaren de prijzen van de vergunningen ook al zwaar de hoogte zijn ingejaagd.”

“Maar dit zat er aan te komen, natuurlijk. Ook in de Wereldbeker wordt het prijzengeld van de dames stapsgewijs opgetrokken. Wat fantastisch nieuws is voor de dames, natuurlijk. De vraag is echter of dat ook de internationalisering ten goede gaat komen. Ik vraag me hardop af of de buitenlandse WB-organisatoren het aankunnen om hun prijzengeld zo te zien stijgen?”

Zal dit de DVV Trofee 43.000 euro extra kosten, dan wordt dat voor de Telenet Superprestige nog meer. De top drie bij de heren incasseren op het jaarlijks slotgala respectievelijk 30.000, 20.000 en 14.000 euro, tegenover 10.000, 5.000 en 2.500 euro voor de dames. 64.000 versus 17.500 dus. Dat maakt dat de Superprestige maar liefst een verschil van 46.500 euro moet zien te overbruggen.

Minder U23-wedstrijden
Een andere belangrijke wijziging is dat alleen nog regelmatigheidscriteria aparte beloftencrossen mogen organiseren. Laat de Superprestige dit nu net afgeschaft hebben, wat betekent dat volgend seizoen alleen nog de Wereldbeker en de DVV Trofee aparte U23-wedstrijden op het programma zullen hebben. De andere beloftenwedstrijden (Brico Crossen, Overijse, etc…) verdwijnen, zodat de 18- tot 22-jarigen tussen de profs van start moeten.

Ook nieuw wordt het puntensysteem voor de UCI-ranking. Op kampioenschappen en Cat.1-wedstrijden zullen meer punten te verdienen zijn. De exacte verdeling daarvan zal pas in juni 2019 bekendgemaakt worden.

Het complete lijstje met reglementswijzigingen vindt u hier terug…

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.