Wielerbond UCI doet momenteel onderzoek naar de banden tussen de Sloveense wielersport en dopingzaak Operation Aderlass. Spil in het onderzoek zou Milan Eržen zijn, sleutelfiguur binnen WorldTour-ploeg Bahrain Merida. Dat meldt Cyclingnews.

De UCI bevestigt aan Cyclingnews dat sinds 2015 nauwlettend de activiteiten worden gevolgd van diverse Slovenen, onder wie renners, ondersteunend personeel en stafleden. Onderzocht wordt of zij een rol hebben in een aantal verschillende onderzoeken – nog voordat er sprake was van Operation Aderlass.

Op basis van een profiel dat recent is opgesteld door de Italiaanse krant Corriere della Sera wordt Eržen ook wel beschouwd als de leider van het Sloveense wielrennen. Cyclingnews benaderde Bahrain Merida voor een reactie van de Sloveen, die antwoordde via de ploeg met: “Alle opschudding rond mijn betrokkenheid bij Aderlass is absoluut onjuist en ongegrond.”

Grondlegger van Bahrain Merida
Ex-wielrenner Eržen is een van de grondleggers van Bahrain Merida; de Sloveen bracht het Bahrain-project aan tafel met Lampre-Merida, de voorloper van de ploeg. Hij is goed bevriend met prins Nasser bin Hamad Al Khalifa sinds zij elkaar kennen uit de paardensport. Ook leidde Eržen jarenlang de Sloveense Continentale ploeg Adria Mobil.

Volgens Corriere della Sera hielp de Sloveen zijn landgenoten Primož Roglič en Matej Mohorič in de wielersport, net als alle Sloveense renners bij Bahrain Merida: naast Mohorič ook Jan Tratnik, Luka Pibernik, Domen Novak, Kristijan Koren en Grega Bole. Vrijwel alle Sloveense wielerprofs zouden banden met hem hebben of hebben gehad.

Sinds dopingzaak Operation Aderlass is de sfeer omgeslagen in de Sloveense wielersport. De UCI schorste Borut Bozic en Kristijan Koren, die Eržen had ontdekt, getraind en gestald bij Bahrain Merida. Ook Kristijan Đurasek werd aan de kant gezet; de Kroaat werkte samen met Eržen in hun gezamenlijke tijd bij Adria Mobil.