Van Eetvelt maakt zich geen illusies voor UAE Tour: “Terwijl iedereen kapot gaat, lacht Pogacar ermee”
Het grote wielerpubliek maakte vorig seizoen in de UAE Tour echt kennis met Lennert Van Eetvelt. De renner van Lotto reed in de slotetappe met aankomst op Jebel Hafeet naar de rit- en eindzege. We zijn nu een jaar verder en de 23-jarige coureur begint maandag als titelverdediger aan een nieuwe editie van de UAE Tour. Hij zal nu echter wel moeten afrekenen met niemand minder dan Tadej Pogacar.
De Sloveense wereldkampioen – die in 2021 en 2022 al de beste was in de thuiskoers van zijn werkgever UAE Emirates XRG – is de gedoodverfde favoriet voor de eindzege. Dat weet ook Van Eetvelt maar al te goed. “Telkens je tegen hem (doelt op Pogacar, red.) koerst, wordt er zó hard gereden”, blikt hij in een interview met Het Nieuwsblad vooruit op de komende koersweek.
“Ik heb hem één keer zelfs luid horen lachen. In die gravelklassieker in Spanje, Jaén. Meteen op de eerste gravelstrook liet hij zijn ploeg doortrekken. Tien minuten lang, superhard. Vooraan bleef er hooguit twintig, dertig man over. Daarna was hij dus gewoon aan het lachen tegen zijn ploegmaats. Dat ze het hem wel heel makkelijk aan het maken waren en dat hij daar al zeker was van de winst.”
“Pas op: toen was het nog 120 kilometer. Maar niet veel later reed hij inderdaad gewoon op zijn eentje weg. En zo gaat het eigenlijk elke keer. Er wordt keihard gereden, iedereen gaat stilaan kapot, en hij zit gewoon in een zetel en lacht ermee”, schetst Van Eetvelt.
“Je ziet de moraal bij iedereen zo zakken wanneer hij start”
“Meestal zie ik alleen maar zijn gat. Op een gegeven ogenblik vertrekt hij en dan is het boeken toe. Het is heel raar koersen als hij erbij is. Tom Pidcock heeft dat vorig jaar na Strade Bianche goed verwoord: hij had de hele dag het gevoel in de gruppetto te zitten. Met Pogacar erbij heb je als renner altijd de indruk dat je niet goed bezig bent. Je koerst wel, maar meer voor het plezier dan om te winnen. De eerste plaats is toch al weg. Je ziet de moraal bij iedereen zo zakken wanneer hij start.”
Van Eetvelt blaast dan ook niet te hoog van de toren, al wil hij zich niet op voorhand neerleggen bij de suprematie van Pogacar. “Ik zal heel blij zijn mocht ik tweede kunnen worden. Nu, je weet het nooit. Hij kan ook eens een mindere dag hebben of nog niet op topniveau zijn. Al betwijfel ik dat sterk. Soit: ik ga ervoor en wil proberen te koersen alsof hij er niet is.”

Om te reageren moet je ingelogd zijn.