Wie dit weekend zowel in het West-Vlaamse Kortrijk als het Tsjechische Tábor wilt crossen wacht een flinke logistieke uitdaging. De Belgische toppers bij de mannen hebben een plekje in een privévlucht om zich te verplaatsen. Voor Wout van Aert en co. is het de enige manier om aan beide wedstrijden deel te nemen, zegt bondscoach Sven Vanthourenhout.

Tussen Kortrijk en Tábor is het zo’n duizend kilometer rijden: dit is dan ook de reden waarom een hoop crossers moeten passen voor de zaterdagcross. Wout van Aert, Eli Iserbyt, Toon Aert, Laurens Sweeck, Michael Vanthourenhout, Quinten Hermans en Daan Soete kunnen beide wedstrijden wel betwisten. Zij hebben samen met de Sven Vanthourenhoutnamelijk een plekje in een privévlucht van Wevelgem naar Praag. Kosten van deze vlucht? Duizend euro.

“Het is de enige handige manier om in Tsjechië te geraken”, zegt de bondscoach in Het Laatste Nieuws. “Door corona zijn er geen geschikte lijnvluchten – die zouden ook niet coronaproof zijn. Alle renners die aan boord gaan, zijn getest. Ook aan de crew is gevraagd om zich te laten testen.”

Voor alle duidelijkheid: de bond organiseert deze vlucht niet, de bond betaalt ook niet, het initiatief komt in eerste instantie van de renners zelf. Eli Iserbyt was de voortrekker. Als bondscoach wilde ik wel mee helpen organiseren, zodat het voor de renners wat makkelijker gaat. Ik heb ook transport van Praag naar Tábor en een hotel geregeld.”

Cant
Sanne Cant zou net als haar mannelijke collega’s graag beide wedstrijden rijden, maar voor haar was er geen plaats meer op de vlucht. “Ik zoek naar een oplossing voor haar. Ik probeer een groter privévliegtuig te regelen met een paar extra zitjes, zodat zij ook mee kan.”