Hoewel de mannen en vrouwen over dezelfde onverharde wegen rijden in Strade Bianche, is er nog altijd een aanzienlijk verschil in prijzengeld. Terwijl de winnaar bij de mannen 16.000 euro opstrijkt, gaat de winnares bij de vrouwen met stukken minder naar huis: 2256 euro. De prijzenpot voor de vrouwenkoers is eenvierde van het totale prijzengeld bij de mannen.

“Het klopt dat er nog altijd een groot verschil zit in het prijzengeld van Strade Bianche, maar het is al stukken beter dan het was. We verdubbelden het prijzengeld voor vrouwen dit jaar met het bedrag dat de UCI ook had aangegeven”, vertelt organisator Mauro Vegni aan Cyclingnews. “We hebben ook de vergoedingen die we de vrouwenteams betalen aanzienlijk verhoogd. Deze stijgen jaarlijks tot 2021 als ze op hetzelfde niveau zijn van de procontinentale teams bij de mannen.”

Zorgvuldige planning en duidelijke strategie
Vegni werkt met kleine budgetten bij de organisatie van kleinere koersen in het portfolio van RCS Sport, waarbij hun nogal eens inkomsten uit de Giro d’Italia gebruikt om tekorten elders op te vullen. Geleidelijk aan waardeerde hij de status van de Giro d’Italia en Strade Bianche op door hard werken en toepassing van de juiste kennis. Hij gelooft dat vrouwenwielrennen dezelfde ontwikkeling nodig heeft, voordat het prijzengeld gelijk kan worden getrokken.

“Het is juist om gelijk prijzengeld te hebben als het vrouwenwielrennen net zoveel oplevert, dezelfde commerciële waarde heeft, dezelfde televisierechten. Het vrouwenwielrennen is gegroeid sinds de tijd dat ik de Primavera Rosa (Milaan-San Remo voor vrouwen, red) organiseerde, maar helaas is de vrouwensport veel kleiner dan de toch al kleine mannensport”, stelt Vegni, die er geen voorstander van lijkt om de mannenkoersen te korten ten faveure van de vrouwen.

Hij gelooft dat het vrouwenwielrennen zich verder kan ontwikkelen met een zorgvuldige planning en een duidelijke strategie. Daarbij doet hij ook een oproep aan de UCI, die meer moet doen om het naar een hoger plan te brengen. “We kunnen slechts hopen op een goede structurele groei. De meeste vrouwenteams worden gesponsord door merken uit de sport of kleinere bedrijven, maar het potentieel voor echte vrouwenmerken is enorm. Maar ik zie het nu nog niet gebeuren.”

Prioriteiten stellen
Vegni: “We kunnen allemaal wel meer doen en proberen te doen wat commercieel mogelijk is, maar het moet prioriteit worden voor iedereen. Niet slechts af en toe voor de bühne. We hebben tijd en een plan nodig, want anders zie ik de ontwikkeling echt niet gebeuren. Ik vind dat iedereen moet samenwerken voor het bredere welzijn van de sport, voor zowel de mannen als de vrouwen. Maar dat gebeurt niet als de ene partij bepaalt en de andere daaronder lijdt. Dat zal nooit werken.”