Vijf conclusies na het klassieke voorjaar van 2025
Het is weer voorbij gevlogen: het is alsof de klassiekerperiode van 2025 gisteren nog begon met Omloop het Nieuwsblad op 1 maart. Maar we zijn toch echt negen weken verder en dus kunnen we na Luik-Bastenaken-Luik de balans opmaken van dit voorjaar. WielerFlits zet de belangrijkste conclusies op een rij. Wie heeft er het meeste huiswerk bijgekregen voor komend jaar?
Tadej Pogačar zet nieuwe standaard voor Mathieu van der Poel
We hebben te maken met een uitzonderlijke generatie wielrenners. Zowel Tadej Pogačar als Mathieu van der Poel slaagde erin om dit seizoen voor het derde jaar op rij minstens twee monumenten te winnen. Voor dit klassieke voorjaar was enkel ooit Eddy Merckx daarin geslaagd, de grootste wielrenner aller tijden. Ook de afgelopen twee jaar demonstreerde de Sloveense wereldkampioen zijn heerschappij. Het moedigde MVDP aan om de afgelopen winter nog harder te trainen dan ooit. Hij zei zelf dat hij op 110% moest zijn om Pogačar te kunnen kloppen.
Dat was met name gericht op de Ronde van Vlaanderen. Door ziekte in de week voorafgaand zullen we nooit weten of een fitte Van der Poel zijn Sloveense uitdager had kunnen volgen op de laatste keer Oude Kwaremont. Maar het niveau wat de kopman van UAE Emirates XRG dit gehele voorjaar heeft getoond – van Strade Bianche tot en met Luik-Bastenaken-Luik – resulteert erin dat Van der Poel komende winter zichzelf nóg meer uit elkaar moet trekken om partij te bieden in Vlaanderen – om maar te zwijgen over een eventuele Amstel Gold Race en Luik – tegen Pogačar in 2026. Enig ‘voordeel’ voor de Alpecin-Deceuninck-kopman: mits de Sloveen opnieuw alles rijdt.
Visma | Lease a Bike verliest aansluiting met andere topteams
Tot Dwars Door Vlaanderen 2024 ging het – in het klassieke voorjaar op kasseien – al ruim een jaar enkel over Visma, Visma en nog eens Visma. In 2023 won de Nederlandse ploeg alle Belgische klassiekers tot de Ronde van Vlaanderen en in 2024 lukt dat behoudens de E3 Saxo Classic en Gent-Wevelgem ook. Aan die dominante rol kwam dit voorjaar een einde. Sterker nog: de geelzwarten wonnen geen enkele voorjaarsklassieker, tenzij je de zege van Matthew Brennan in de GP de Denain daaronder schaart. De ploeg zal daardoor terug moeten naar de tekentafel met het oog op 2026.
Maar heeft Visma | Lease a Bike dan een slecht voorjaar gereden? Nee, dat zou te hard zijn. Tiesj Benoot reed met name na de hoogtestage van begin maart – zoals altijd – op een hoog niveau met een aantal mooie uitslagen. En ook Wout van Aerts streak van Dwars Door Vlaanderen tot en met de Amstel Gold Race mocht er zijn: 2-4-4-2-4. Het zegt ook genoeg dat de Belg weer terug in de top-5 van de individuele UCI Ranking staat. Hij kwam dit voorjaar weliswaar net dat procentje te kort ten opzichte van de allerbesten, maar moest ook zijn angst na zijn zware valpartijen overwinnen. En Olav Kooij leverde de twee keer dat het moest, voor zijn sleutelbeenbreuk in Gent-Wevelgem.
Het enige probleem voor de ploeg is wel dat we Dylan van Baarle (bijna 33 jaar) – die zijn sleutelbeen brak in de Tour Down Under – amper hebben gezien dit voorjaar. En dat Christophe Laporte (33 jaar in december) door een virus tot op heden nog geen koersdag reed in 2025. Ook Matteo Jorgenson kwam minder voor de dag na Parijs-Nice dan een jaar eerder. Tel daarbovenop dat van de jonkies enkel Brennan en misschien Ben Tulett in de heuvelklassiekers een stap hebben gezet en dan moet je vaststellen dat Visma | Lease a Bike de aansluiting aan het verliezen is.
Andere sterke collectieven vinden antwoord op imposante individuën
UAE Emirates XRG en Alpecin-Deceuninck zijn de grote winnaars van dit voorjaar. Pogačar en Van der Poel wonnen immers elk twee Monumenten voor hun team. Maar ook Lidl-Trek heeft het uitstekend gedaan en staat daar net een trede onder. Met de Bredene Koksijde Classic (Edward Theuns), Gent-Wevelgem (Mads Pedersen) en Amstel Gold Race (Mattias Skjelmose) wonnen ze dit voorjaar liefst drie grote wedstrijden. Vooral in de breedte reden ze sterk, met ook ereplaatsen voor Jasper Stuyven, Jonathan Milan, Giulio Ciccone en de zich razendsnel ontwikkelde Thibau Nys. En dan misten ze nog aanwinst Søren Kragh Andersen door een goedaardig gezwel in zijn balzak.
Ook EF Education-EasyPost verdient hier een vermelding. Zij haalden immers ook tien top 10-noteringen in acht voorjaarsklassiekers. Dat deden ze met zes renners, waarvan Neilson Powless’ zege in Dwars Door Vlaanderen de meest memorabele is. Maar het was vooral Ben Healy die een stap zette. De Ier werd vierde in Strade Bianche, tiende in de Amstel, vijfde in de Waalse Pijl en derde in Luik-Bastenaken-Luik. Opvallend dat het de twee Amerikaanse teams zijn, want dat werd van Red Bull-BORA-hansgrohe verwacht. Deze ploeg stelde echter onwijs teleur. Ziekte en een valpartij zaten Maxim Van Gils dwars, de rest ‘was nog niet op elkaar ingespeeld’, aldus de Duitsers.
Tot slot ook nog een pluim voor Uno-X Mobility en Soudal-Quick-Step. Het Noorse ProTeam haalde dit voorjaar in zes grote klassiekers de top-8 met vijf verschillende renners. De zege van Søren Wærenskjold in Omloop Het Nieuwsblad is zelfs de grootste voor de ploeg ooit. En waar de Belgische ploeg de laatste jaren forse kritiek kreeg in het klassieke voorjaar, hebben ze het nu eigenlijk heel goed gedaan. Veelbelovende resultaten van Paul Magnier en Luke Lamperti werden afgetopt met overwinningen in de Scheldeprijs (Tim Merlier) en Brabantse Pijl (Remco Evenepoel).

Mads Pedersen en Ben Healy – foto’s: Cor Vos
Remco Evenepoel kan dankzij blessure succesvoller zijn
De laatste jaren heeft Remco Evenepoel bewezen er meteen te staan als hij terugkeert in competitie na een blessure. Dit voorjaar was het niet anders. Maar het duurde nu wel pas tot de Brabantse Pijl op 18 april en die schouder was toen misschien ook nog niet helemaal optimaal. Maar hij koerste wel met goesting en frivoliteit rond in die koers en de Amstel Gold Race twee dagen later. Hij had het koersen namelijk gemist. Misschien betaalde hij voor die inspanningen wel de prijs in de (met regen doordrenkte) Waalse Pijl en Luik-Bastenaken-Luik in de week erna.
Laat dat een terugslag zijn van de terugkeer in competitie. Maar laat het ook een belangrijke les zijn. Nochtans reed Evenepoel de laatste paar voorseizoenen altijd drie tot vier rittenkoersen in het voorjaar, omdat hij zich met name richtte op het rondewerk. Mocht hij zich ook de komende jaren blijven toeleggen op de Tour de France, dan kan Soudal-Quick-Step er wellicht voor kiezen om Evenepoel slechts een paar eendagskoersen te laten doen in het voorjaar, naar het succesvolle recept van Mathieu van der Poel. Dan zijn er in veel klassiekers mogelijkheden, bewijst Pogačar.

foto: Cor Vos
Puck Pieterse en Demi Vollering hebben dit voorjaar veel leergeld betaald
Bij de vrouwen was er dit jaar veel meer diversiteit. Van de vijftien voornaamste klassiekers in het voorjaar vanaf Omloop Het Nieuwsblad tot Luik-Bastenaken-Luik, kregen we tien verschillende winnaressen. Maar had die uitkomst anders kunnen zijn? Toptalente Puck Pieterse smeet bijna het gehele voorjaar druistig met haar krachten. In alle elf haar wedstrijden eindigde ze bij de eerste tien. Ze won de Waalse Pijl en werd tweede in Luik-Bastenaken-Luik, net de twee wedstrijden waarin ze juist het meest berekenend reed. Dat is haar voornaamste les dit voorjaar.
Demi Vollering zal met gemengde gevoelens terugkijken op dit voorjaar. Ze won weliswaar Strade Bianche en ze was de sterkste vrouw in koers in Omloop Het Nieuwsblad, maar verder was het ‘em nét niet. In Milaan-San Remo kan zij minder goed het verschil maken en in de Ardennen waren er gewoonweg één of twee beter. Maar had die uitkomst óók anders kunnen zijn? Vollering ging eind maart namelijk op hoogtestage, waardoor ze de Vlaamse klassiekers gek genoeg oversloeg. Terwijl zij in de Ronde van Vlaanderen normaal altijd goed uit de voeten moet kunnen.
De vraag is dan ook of ze volgend jaar dezelfde keuze maakt. Wellicht heeft die hoogtestage ook haar kansen in de Amstel, Waalse Pijl en Luik gehypothekeerd. Nu kan die keuze in de komende Vuelta a España nog prima uitpakken. Maar als ze volgend jaar weer een beter voorjaar wil draaien, zal ze die hoogtestage op een andere plek in het jaar moeten plannen. Want ook Vollering zal gezien hebben dat haar oude ploeg SD Worx-Protime ondanks haar vertrek én dat van Marlen Reusser en Niamh Fisher-Black, er gewoon weer stond dankzij Lotte Kopecky en Lorena Wiebes.

Vollering en Pieterse – foto: Cor Vos
Om te reageren moet je ingelogd zijn.