Viktor Verschaeve staat voor comeback in mei: “Maar twijfel blijft”
Interview Viktor Verschaeve wacht nog altijd op zijn profdebuut. De 22-jarige klimmer ging midden december onder het mes voor een noodzakelijke operatie aan de liesslagader, maar pas nu kan hij stilaan weer aan competitie beginnen denken. Begin mei zou het zo ver zijn.
De lichamelijke kwaaltjes zijn voor Verschaeve allesbehalve nieuw. Al een dikke twee seizoenen is de Antwerpenaar op de sukkel, maar in tussentijd sleepte hij toch maar mooi een etappewinst in de sterk bezette Tour de Savoie et Mont Blanc en een tweede plaats in Luik-Bastenaken-Luik voor beloften in de wacht. Het overtuigde Lotto Soudal om het klimtalent uit de stal van Kurt Van de Wouwer een profcontract aan te bieden, maar in tussentijd ging het lichamelijk steeds meer bergaf.
“Bij zware inspanningen voelde ik dat mijn linkerbeen veel sneller verzuurde dan mijn rechterbeen”, vertelt Verschaeve ons. “Een vernauwing van een liesslagader bleek uiteindelijk de boosdoener. Daardoor werd de bloedtoevoer afgeremd, met die snelle verzuring tot gevolg. Een operatie was de enige oplossing als ik mijn carrière niet in het gedrang wilde brengen.”
Na de operatie stond Verschaeve liefst acht weken aan de kant, om vervolgens rustig de trainingen te hervatten. En dat ging niet zonder slag of stoot. “Het is een complex probleem. Na pakweg een knieoperatie weet je dat het euvel verholpen is, maar bij mijn probleem moet je alles met meer nuance zien. Mensen vragen mij soms: is uw probleem nu opgelost? Zo simpel is het niet. Het is een kwestie van kleine stapjes te zetten en een goede balans te zoeken.”
Wat verhindert je op dit moment nog om voluit te kunnen trainen?
“Ik heb dat linkerbeen zo lang anders belast dat mijn rechterbeen veel beter getraind is. Dat zorgt voor een onevenwicht als ik stevig doorfiets. Ik moet mijn linkerbeen eigenlijk extra laten afzien om dat onevenwicht te verhelpen. Als ik rechts te veel bijduw, dan wordt dat been alsmaar sterker en dan wordt de disbalans tussen beide benen alleen nog groter. Daardoor is het soms moeilijk om intensief te trainen, want mijn linkerbeen moet nog sterker worden en verzuurt nog altijd sneller. Hier op Tenerife werk ik eraan.”
Niet weten hoe je blessure evolueert, dat moet mentaal niet gemakkelijk zijn.
“Klopt, die onzekerheid is misschien nog wel het lastigste. Verzuurt mijn been echt door de ongetraindheid, zoals de dokters zeggen? Of zit er écht geen progressie in en is de operatie totaal mislukt? Je wordt hypersensitief op dat linkerbeen. Eerst is er natuurlijk dat probleem dat al twee jaar aansleept, dan de operatie en het herstel. Altijd maar de focus op dat been. Je kunt dat niet meer vergeten. Als je nog maar een tinteling voelt, denk je al van: oei, zie je wel, het is niet in orde hé. Er zijn constant twijfels of het wel echt de goede kant opgaat.
Soms denk ik: ik ben gelukkig nog jong. Als het niet goedkomt met mijn been, dan heb ik nog tijd genoeg in mijn leven om iets helemaal anders te gaan doen dan fietsen. Maar ik mag eigenlijk niet zo redeneren. Ik ben nu zo ver gekomen en ik moet er volledig voor gaan, maar de lichamelijke problemen maken het me niet gemakkelijk.”
Wanneer ga je voor jezelf die rust terugvinden?
“Ik ga pas het gevoel hebben dat het verhaal is afgesloten als ik eens een dikke prijs rijd. Maar eerst is het aftellen naar begin juni. Dan heb ik terug een afspraak bij de dokter om alles nog eens te laten controleren. Volgens de dokters kan die controle niet vroeger dan zes maanden na de operatie, omdat je dan nog zo ongetraind bent dat ze daar weinig uit kunnen opmaken. Voor mij wordt die afspraak wel cruciaal. Het zal mentaal veel rust brengen als er gezegd wordt: wij zien niets meer op de scans. Dan weet je met zekerheid dat het ooit in orde zal komen.”
Maar toch hervat je volgende maand al de competitie. Waarom?
“De dokters zeiden dat competitie niet per se slecht is. Het zal niet goed aanvoelen, maar als het onevenwicht in mijn benen wat meer hersteld is door de zware trainingen van de komende weken, dan is het belangrijk om uw spieren ook te stimuleren door in het rood te gaan.”
“Daarom had ik gedacht aan de Vierdaagse van Duinkerke. Veel vlakke ritten, een rittenkoers waar veel renners weer de conditie beginnen opbouwen. Maar die gaat nu niet door. Veel andere niet-WorldTour-koersen zijn er niet, behalve misschien het Circuit de Wallonie. Maar verwacht sowieso niet dat ik in het eerste deel van het seizoen nog een goede conditie te pakken zal krijgen. Ik hoop in het tweede deel van het seizoen het gevoel te krijgen dat alles achter de rug is en ik twee sterke benen heb. Misschien dat ik dan nog iets kan tonen in de Vuelta.”
Slotvraagje: hoe komt het dat uw probleem zo lang onder de radar gebleven is?
“Ik heb het gevoel dat het liesslagaderprobleem in België niet goed gekend is. Ik heb veel onderzoeken ondergaan, maar er werd niks gevonden. In Nederland en Frankrijk is dat anders. In het Nederlands ziekenhuis waar ik behandeld ben, hoorde ik dat één op vijf wielrenners hier ooit mee te maken krijgt. Hallicunante cijfers. Sam Oomen, Steven Kruijswijk, Annemiek van Vleuten hebben het allemaal meegemaakt, maar hier weten we er niks over. Gelukkig hebben ze mij wat gerust kunnen stellen als ik een berichtje stuurde. Met hen is het uiteindelijk ook goed gekomen.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.