Vincent Baestaens was in september en oktober de slimste van de klas
foto: Cor Vos
Niels Bastiaens
zaterdag 30 oktober 2021 om 09:00

Vincent Baestaens was in september en oktober de slimste van de klas

Interview Het plannetje van Vincent Baestaens (32) heeft gewerkt. En dat is dan nog een understatement. Dankzij een sterke Amerikaanse trip – met vijf zeges op drie weken tijd – prijkt hij momenteel als zesde op de UCI-veldritranking. “Vanaf nu is het vooral consolideren, en hopen dat ik het hele seizoen op die eerste twee startrijen kan blijven staan”, vertelt de renner van Deschacht-Hens-Maes aan WielerFlits.

Toen bekend werd dat de UCI-ranking voorafgaand aan dit veldritseizoen zou worden gereset – en alleen de punten van het WK in Oostende zouden meetellen – was het voor veel landgenoten even alle hens aan dek. Wie toch nog iets van zijn seizoen zou willen maken, moest creatief uit de hoek komen. Want een slechte ranking, en bijhorende startpositie, is een ramp in de cross.

Dankzij een vroegtijdige trip naar de Verenigde Staten kwam Baestaens, die op de koop toe ook nog eens zijn beste wereldbekerresultaten ooit behaalde (zevende in Waterloo en tiende in Iowa), terug naar huis met een buit van 470 UCI-punten. Ter vergelijking: de winnaar van een wereldbekermanche mag ‘amper’ 200 punten op zijn conto schrijven.

“Maar zet mij nu niet bij de zes beste crossers van de wereld”, aldus de Tremelonaar. “Ik besef goed dat de ranking vertekend is na de vele crossen in de VS. Als ik alles in Europa had gereden, dan had ik nooit zo hoog gestaan. Ik zit al lang genoeg in het wereldje om mijn plaats te kennen, en die is in het beste geval plek negen of tien. Ik sta misschien een beetje boven mijn niveau genoteerd, wat vooral aantoont dat ik een goede zet heb gedaan.”

Wat was het plan, toen je naar de VS trok? Alle focus op de UCI-punten?
“De oorspronkelijke bedoeling was om twee weken te gaan en terug naar huis te vliegen, want de WB-selectie zou ik nog niet kunnen halen. De UCI-punten waren na de reset belangrijk geworden, en ik had echt geen zin om elk weekend naar Frankrijk, Tsjechië of Zwitserland te moeten reizen. Dat zijn veel te veel verplaatsingen. Dus ik dacht: in de VS heb je elk weekend een C1- en C2-cross, en ik moet er maar één grote verplaatsing voor maken. Ideaal. Maar na twee weekends stond ik plots bij de acht beste Belgen op de UCI-ranking, en mocht ik die wereldbekers ook rijden. Een leuke verrassing, moet ik zeggen.”

Dat was een scenario dat je zelf totaal niet had zien aankomen?
“Nee, mijn ticket naar huis was zelfs al geboekt voor maandag 4 oktober. Oké, ik had misschien wel op deze situatie kunnen anticiperen, maar je verwacht ook niet dat je daar in de VS alles gaat winnen. Ik weet uit ervaring: een cross winnen in het buitenland is lang niet altijd zo gemakkelijk als het lijkt (lacht). Ik klop daar bijvoorbeeld elke keer Gage Hecht, die in Waterloo ook gewoon achtste wordt.”

foto: Cor Vos

Kan je eens schetsen hoe belangrijk die UCI-punten en de plaats op de UCI-ranking voor jou zijn? Gaat het dan alleen om de startpositie?
“Nu wel, maar vorig jaar bijvoorbeeld werden ook uw startgelden aan de hand van die ranking berekend. Die regel is intussen geschrapt. Het gaat dus vooral om de startvolgorde, ja. Maar ik kan je garanderen: als je als crosser niet Tom Pidcock, Wout van Aert of Mathieu van der Poel heet – al mag iemand als Eli Iserbyt daar intussen ook bijstaan – probeer dan maar eens om je vanop startrij vier of vijf in de wedstrijd te knokken. Dat gaat gewoon niet. Je moet rapper rijden dan de eersten, maar dat bekoop je àltijd in ronde twee, drie of vier.”

Dan is het nu aangenamer crossen voor jou?
“Zéker. Dat werd in Zonhoven heel duidelijk. Ik wilde daar supergraag mijn resultaten van in Amerika voortzetten. Maar door een beetje te euforisch te zijn in de beginfase, ben ik op een counter gelopen. In het begin was het voor mij normaal gewoon volgen, maar nu zit je meteen op een deftige plaats in het veld. Dat is aanpassen. Ik mag mij er niet aan laten vangen, om dan toch met de allerbeste renners mee proberen te gaan, want dat heeft geen zin.”

Elk jaar komt er kritiek op het financiële plaatje. Collega’s van jou stellen dat zo‘n trip naar de VS verlieslatend is. Die van jou is blijkbaar winstgevend…
“Niet verlieslatend is beter omschreven dan winstgevend. Ik heb bijvoorbeeld de verplaatsing naar Fayetteville niet gemaakt, toch vooral om de kosten te drukken. Als ik alles nu uittel: de reis heeft me rond de 8.500 euro gekost. Ik denk dat ik ook zoiets verdiend heb. Weinig tot geen financiële meerwaarde dus, maar wel veel UCI-punten.”

“Als ik na die twee weken gewoon naar huis was gegaan, dan had ik waarschijnlijk wel winst gemaakt. Maar door die wereldbekers eraan te breien, is het duurder geworden. Zeker omdat je naar een andere staat moest vliegen. Gelukkig kon mijn vader (mecanicien ter plekke) met de camper reizen, anders waren de kosten nog verder opgelopen.”

Dat je familie hebt wonen in de Verenigde Staten, zal je ook wel geen windeieren hebben gelegd…
“Dat klopt. Daardoor heb ik altijd in een gastgezin kunnen verblijven, en ook een week bij mijn tante. Dus tussen de crossen in hoefde ik nooit een hotel te betalen. Dat is ook een kost die kan oplopen. Ik denk dat het 140 à 150 euro per nacht geweest was zonder ontbijt. Reken dat maar eens uit voor een periode van een maand tijd. Ik besef: dat is een voordeel dat ik heb ten opzichte van collega’s. Als je met topploegen naar daar gaat, dan is een gastgezin niet haalbaar. Ik heb het geluk dat ik er al vaker ben geweest en daardoor mensen ken die me graag willen helpen.”

foto: Cor Vos

Was dit nu een eenmalige actie op zoek naar UCI-punten, of heb je nog plannen om dit seizoen je ranking te behouden met andere buitenlandse tripjes?
“Op dit moment niet. Het is druk genoeg, met zowel de Belgische Superprestige- en X2O-crossen als de wereldbekers. Ik hoop mij, vooral dankzij wereldbekerpunten, te kunnen handhaven bij de eerste zestien op de UCI-ranking – en dus de eerste twee startrijen. Ik denk dat, als ik daar kan blijven staan, ik altijd een voordeel zal hebben ten opzichte van de rest.”

Je VS-trip was dus de perfecte zet. Want eens je die goede ranking te pakken hebt, ga je die – dankzij de goede startpositie – ook minder snel verliezen.
“Klopt volledig. Ik denk dat ik nu een beetje kan consolideren, qua UCI-punten. En als je toch uit de eerste twee startrijen dreigt te vallen, kan je opnieuw anticiperen met een buitenlandse trip. Maar dat staat voorlopig niet op de planning. Dankzij mijn goede ranking heb ik ook wat meer rust in mijn hoofd. Als je zo goed voorin staat, kan je meer focus leggen op goede trainingen en af en toe eens een weekend overslaan, wat extra goede resultaten alleen maar in de hand werkt.”

Wat een luxe. En dat terwijl het vorige winter niet zo goed ging. Je sukkelde lang met kniepijn.
“Klopt. In Gavere ben ik hard gevallen op mijn knie. Ik had op dat moment moeten beslissen om te stoppen, want het was toch wel ernstig. Maar ik had toen juist Sven Vanthourenhout gehoord, en die vertelde me dat ik er nogal goed voorstond richting het WK in Oostende. En dat heeft mij te euforisch gemaakt. Ik wilde dat WK in eigen land rijden, maar door te blijven rondrijden met die blessure, haalde ik niet meer het niveau van voor de val. Na het seizoen liet ik mij dan opereren, waardoor ik weer vijf weken stillag. Daardoor was de voorbereiding toch weer verstoord.”

Gelukkig krijg je dit jaar een herkansing… met een WK in de Verenigde Staten, die jou meestal gunstig gezind zijn.
(lacht) “Inderdaad. Ik heb sinds dit jaar een nieuwe trainer, Michel Geerinck, en die vroeg mij onlangs: wat is nu eigenlijk nog uw echte doel in uw carrière? En dan moest ik meteen aan die WK-selectie denken. Een WK bij de elite meemaken en dat ook echt verdienen, dat is de droom. Ik weet dat het een heel moeilijk verhaal zal zijn, maar je moet toch blijven hopen. Van Wout van Aert lees ik wisselende signalen, dus dat zou al een plaats zijn die vrijkomt (lacht). Maar het zal vooral aan mezelf liggen. Ik zal een héél goede kerstperiode moeten rijden om te slagen.”

Hoe Baestaens aan zijn hoge UCI-ranking komt

flag-us Rochester (C1): flag-nr1 – 80 punten
flag-us Rochester (C2): flag-nr1 – 40 punten
flag-us Baltimore (C1): flag-nr1 – 80 punten
flag-us Baltimore (C2): flag-nr1 – 40 punten
flag-us Waterloo (WB): 7e – 90 punten
flag-us Iowa (C1): flag-nr1 – 80 punten
flag-us Iowa (WB): 10e – 60 punten

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.