Vlad Van Mechelen, de 17-jarige junior die nu al wordt gevolgd door Groupama-FDJ
Foto: Groupama-FDJ
Niels Bastiaens
maandag 21 maart 2022 om 07:45

Vlad Van Mechelen, de 17-jarige junior die nu al wordt gevolgd door Groupama-FDJ

Special Als er één Belgische junior is die u dit jaar in de gaten moet houden, laat het dan Vlad Van Mechelen zijn. De renner uit Bertem, vorig jaar achtste op het WK voor junioren, beschikt ontegensprekelijk over veel talent, wordt nu al gevolgd door Groupama-FDJ en komt bovendien voort uit een echte wielerfamilie. Hoog tijd voor een kennismaking.

Het is niet altijd gemakkelijk om Belgiës meest beloftevolle junior te zijn. De 17-jarige Van Mechelen is sinds een paar weken aan zijn tweede seizoen bij de U19’s bezig, en daarin doet hij het verre van slecht. Maar wanneer we hem na Nokere Koerse (twaalfde) spreken, klinken er toch wat frustraties. “Duidelijk dat iedereen mijn naam nu kent, want ik word enorm geviseerd. Als je dan op een vlakker parcours zoals dat van Nokere komt, dan weet je dat de sterkste niet noodzakelijk wint. Op een bepaald moment rijden er zes renners weg. Die pakken een minuut, maar niemand doet iets. Ik heb talloze pogingen gedaan om de renners die mee voorin zaten te motiveren om samen te achtervolgen, maar niemand wilde de koers precies winnen.”

“Wat je dan kan doen, is blijven afwachten, op twee of drie minuten binnenkomen en dan de sprint voor plek zeven winnen. Maar dat zag ik niet zitten. Ik geraakte, zonder lastige klimmetjes, ook niet weg. Dus vond ik er niets beter op dan in de laatste dertig kilometer maar zelf achter de leiders te gaan rijden, met de rest achter mijn rug. We komen nog bijna op het wiel, maar toen was ik leeg en kreeg ik enorme krampen. Ik moet nu toch eens gaan bekijken of ik mijn tactiek kan herzien en hoe ik die situaties kan omzeilen…”

Bovenstaand stukje typeert de winnaarsmentaliteit bij Van Mechelen, die in zowat elke jeugdcategorie kwam, zag en overwon. “Ik heb nooit anders geweten. Overal waar ik startte, deed ik mee voor de overwinning. Weet je dan meteen dat je talent hebt? Dat is nog wat te vroeg om in te schatten, op die jonge leeftijd. Maar ik win ook niet voor niets, want waarom winnen andere jongens dan veel minder? En ook… Het is niet dat ik een enorm biologisch voordeel had, door bijvoorbeeld al 1m80 te zijn bij de 14-jarigen. Dan zal talent er voor iets tussen zitten, zeker?”

Familieploeg
Van Mechelen, lid van een echte wielerfamilie, begon al op jonge leeftijd met wielrennen. “Op mijn vijfde reed ik al dikke bandenraces in Nederland, en vanaf het in België toegelaten was, ben ik op mijn achtste bij de miniemen gaan koersen. Ik heb eerst voetbal, zwemmen en atletiek geprobeerd, maar dat vond ik nooit super leuk. Mijn pa heeft mij dan een koersfietsje gekocht en mij zo laten proeven van het wielrennen. Niet dat hij mij in de koers heeft gepusht, maar het was zeker een bonus dat hij er veel van afwist.”

Het is ook papa Francis Van Mechelen, zelf ex-renner, die samen met zijn Litouwse vrouw Erika Askileviciute het Cannibal jeugdteam uit de grond stampte. Na een carrière als de frontman en -vrouw van de Vlaamse popgroep Dynamite, dat een hitje scoorde met de Pizzadans, stortten de twee zich vol op de koers. “Mijn pa is sportdirecteur, mijn ma is president van de ploeg. Toen ik tien jaar was reden ik en mijn zus Gloria (die sinds dit jaar voor het UCI-team Lviv Cycling Team koerst, red.) al in een truitje met Cannibal Team rond, toen nog zonder sponsors.”

“Dankzij de connecties van mijn ouders met de Baltische Staten, waren er een aantal jongens die we kenden vanuit die regio, die naar ons kwamen om in België bij de aspiranten te koersen. We hebben die dan ook een pakje met ‘Cannibal Team’ gegeven, en dan is het idee ontstaan: waarom geen echte club beginnen?”

Net niet op het EK voor Van Mechelen – foto: Cor Vos

Een achttal jaar later is het Cannibal team een allegaartje van nationaliteiten, van Litouwen tot Finland en zelfs de Verenigde Staten. “We zoeken talenten over heel de wereld, meestal jongens die niet de beste kansen of de juiste financiële achtergrond hebben om te koersen. Het speciale is dat de ploeg, nu Gloria weg is, nog maar één categorie volgt: allemaal jongens van 2004, zoals ik. De ploeg schuift telkens mee op en zo blijven we voor langere tijd werken met de jongens die destijds naar België zijn overgekomen om te beginnen koersen. Hopelijk gaan er veel van die jongens over naar de grotere belofteploegen, dan kan je stellen dat ons project geslaagd is.”

Groupama-FDJ
Van Mechelen zou weleens een van die jongeren kunnen zijn. Wie het uitslagenrijtje van zijn eerste jaar als junior erbij neemt, stoot al snel op een knappe derde plaats in de koninginnenrit van de hoog aangeschreven Vredeskoers en een vierde op het EK en Parijs Roubaix. Op het WK in eigen land werd het plaats acht. “We reden dan ook nog eens in een heel sterke lichting, met de Noorse beer Per Strand Hagenes als exponent”, lacht Van Mechelen.

Het leverde hem wel interesse van een tal van profploegen op. Groupama-FDJ was het meest concreet. “Ze hebben geen eigen jeugdploeg, maar boden mij wel ondersteuning aan. Concreet mag ik mee op een vijftal trainingskampen over het seizoen heen, krijg ik materiaal van hen en word ik al gevolgd door de trainers van de ploeg. Ze doen dat bij meerdere jongens waar ze potentieel in zien en die ze mogelijks volgend jaar in hun U23-ploeg willen. Op die manier leren we elkaar al beter kennen. Maar of ik effectief bij FDJ terechtkom? Geen idee, ik heb nog andere opties ook.”

Van Mechelen blijft rustig onder alle aandacht, en beseft al te goed dat niet iedereen die op 17-jarige leeftijd schittert, ook met zekerheid een mooie profcarrière tegemoet gaat. Neem de podia van het WK voor junioren van de afgelopen decennia er maar eens bij… “Ik ben daar volgens mij één van de meest nuchtere jongens in. Als mijn middelbaar is afgerond, ga ik rustig kijken: hoe sta ik ervoor in de koers? Is dat op een aanvaardbaar niveau, dan wil ik kijken hoe ver ik daarin kan komen. Dan wil ik daar ook vol voor leven, maar niet ten koste van alles…”

“Kijk, ik weet ook dat, mocht ik ooit prof worden, ik mezelf wat tijd moet geven om te groeien. Maar stel, ik ben vijf jaar prof en ik zie dat ik geen topper kan worden, ik rij aan een normaal loon, moet veel trainen, et cetera…. Dan weet ik niet of ik nog tien jaar extra kan afzien om een topper uit de wind te zetten. Het leven is niet alleen koers voor mij. Het moet wel de moeite waard zijn, vind ik. Maar goed, ik praat nu wel over de profs, maar word ik dat ooit? Zorgen voor morgen.”

Geen haast
Van Mechelen heeft dan ook geen haast om snel de stap naar de hoofdcategorie te zetten. Iets wat landgenoten Remco Evenepoel en Cian Uijtdebroeks, maar ook Amerikaan Quinn Simmons al op 18-jarige leeftijd deden. “Ik heb tijd genoeg, ik ben amper 17 jaar. Volgens mij zijn het ook alleen bepaalde types die zo vroeg die stap kunnen zetten. Eerder klimmers, bij hen kan je het potentieel al op jongere leeftijd meten, dankzij wattagetesten in laboratoria. Bij het type renner dat ik ben, komt er op iets latere leeftijd nog wel wat bij. Het is dan voor profploegen moeilijk om te zien: wordt hij een toprenner of niet? Dan gaan ze niet meteen met vette contracten smijten.”

Als wat voor type renner ziet de junior zichzelf dan? “Op deze leeftijd kan je nog pelotonsprints winnen, maar tegelijk het klassement in de Vredeskoers. Bij de profs is het meer gespecialiseerd. Als ik mezelf nu moet inschatten, denk ik eerder aan de klassiekers. Maar ik kan ook goed een heuvel over, waardoor ik makkelijker een sprint in een kleine groep win. Daarom ben ik ook fan van Wout van Aert, een Belg om trots op te zijn. Vroeger was ik eerder een Tom Boonen-fanboy, ik had zelfs een pakje van Quick-Step. Maar laat me nu zelf maar eens kijken hoever ik kom.”

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.