“Voorbereiding van Mathieu van der Poel op de klassiekers is ruk”
foto: Cor Vos
Kerckhoffs Raymond
vrijdag 18 maart 2022 om 07:00

“Voorbereiding van Mathieu van der Poel op de klassiekers is ruk”

Special Het was één van die ongeschreven wielerwetten in het peloton: zonder Parijs-Nice of Tirreno-Adriatico in de benen ben je in het klassieke voorjaar vrijwel kansloos. Dat zou betekenen dat de vooruitzichten voor Mathieu van der Poel niet rooskleurig zijn. Na een lange periode van blessureleed aan zijn onderrug begint hij zijn seizoen 2022 mogelijk zaterdag al in Milaan-San Remo en rijdt hij vervolgens volgende week van 22 tot en met 26 maart in de wielerweek Coppi e Bartali. Maar krijgt hij zo voldoende wedstrijdkilometers in de benen om het straks op te nemen tegen Wout van Aert & co?

De nieuwe edtie van RIDE Magazine is nu verkrijgbaar! Onze nieuwe 188 pagina’s dikke voorjaars-editie staat vol met schitterende wielerverhalen over o.a. Mathieu van der Poel, Lotte Kopecky, Demi Vollering, Sepp Kuss en Matej Mohoric. Verzeker je van jouw exemplaar en bestel hem nu online voor slechts € 9,95. Wil je RIDE extra voordelig ontvangen? Neem dan nu een abonnement en ontvang 20% korting!

Verre van ideaal
“Het niet rijden van Parijs-Nice of Tirreno-Adriatico is niet het grote probleem, de reden waarom hij geen van beide rittenkoersen heeft gereden is hét probleem”, stelt Erik Dekker, die in 2001 tweede in de Ronde van Vlaanderen werd nadat hij eerder de Tirreno had gereden. “Laten we eerlijk zijn, de voorbereiding van Mathieu op dit voorjaar is ‘ruk’. Dit is verre van ideaal.”

“Voor het eerst in zijn carrière heeft Mathieu een lange break gehad, die helemaal in het teken van het herstel in zijn onderrug stond”, vervolgt Dekker. “Tot dusver ging hij altijd vanuit een topniveau een rustperiode in. Nu moest hij noodgedwongen zijn cross-seizoen afbreken en heeft hij sinds oktober nooit meer zijn topniveau gehaald.”

Erik Dekker – foto: Cor Vos

Trainingskamp
Steven de Jongh, ploegleider bij Trek-Segafredo, stelt duidelijk dat je tegenwoordig met een heel goed trainingskamp meteen competitief kunt zijn: “Zeker met het talent van Mathieu van der Poel. Ik denk niet dat hij Parijs-Nice of de Tirreno straks in zijn benen mist.”

Marc Sergeant, voormalig teammanager van Lotto Soudal, gelooft allang niet meer in die oude wielerwet: “Als renner was ik al overtuigd dat je Parijs-Nice of de Tirreno niet nodig hebt. Bij Hitachi wist ik in 1988 mijn ploegleider zo ver te krijgen dat ik een jaar geen van beide rittenkoersen hoefde te rijden. Ik mocht in die periode een intensief trainingsblok doen. Dat werkte ideaal, want ik heb nooit eerder zo’n goede benen in Milaan-San Remo gehad. Helaas werd ik door een valpartij vlak voor me op de Poggio opgehouden. Maar ik reed dat jaar wel een sterk voorjaar.”

Sergeant wijst ook naar vorig jaar. Caleb Ewan stapte in 2021 na drie dagen uit de Tirreno en reed een fantastische Milaan-San Remo. “Je zag dat Mathieu van der Poel en Wout van Aert in die Tirreno vrijwel iedere dag tot het uiterste gingen. Ik denk dat die inspanningen hen later in het voorjaar hebben opgespeeld. Ook de huidige aanpak van Van Aert, om nu in Parijs-Nice op de zaterdag een zogenaamde rustdag te nemen, acht ik veel verstandiger.”

Marc Sergeant – foto: Cor Vos

Wielerwetten
Erik Dekker benadrukt dat het voor MVDP opnieuw een strijd tegen de klok is geworden om nog fit te geraken voor het klassieke seizoen. “Eenzelfde strijd die hij vorig najaar ook al streed om het WK op de weg in Vlaanderen en Parijs-Roubaix te halen. Het WK kwam toen nog iets te vroeg, maar op de kasseien van ‘Le Nord’ zagen we hem alweer voor de overwinning strijden. Wat dat betreft is Mathieu een bijzondere.”

“Natuurlijk, de wielerwetten zeggen dat je Parijs-Nice of de Tirreno in de benen moet hebben om in de monumenten mee te strijden voor de podiumplaatsen”, vervolgt Dekker. “Maar het wielrennen evolueert zich ook zodanig dat sommige wetten niet meer gelden. Sommige renners strijden meteen in hun eerste de beste wedstrijd na een hoogtestage mee voor de zege, zoals Wout van Aert dit jaar Omloop Het Nieuwsblad won. En hoe Mathieu vorig jaar een rit in de Tirreno na een solo van 50 kilometer en dit jaar Tadej Pogacar de Strade Bianche na een gelijkwaardige solo won, dat past ook in geen enkele wielerwet.”

“Ik vind het verstandig dat zijn ploeg hem nog de Coppi e Bartali laat rijden” geeft De Jongh aan. “Dan heb je toch vijf koersdagen extra in de benen. Dat is toch heel anders dan wanneer je gelijk in België in een van die semi-klassiekers van start gaat. In een rittenkoers wordt veel voorspelbaarder gekoerst, waardoor je goed je competitiekilometers in de benen kunt krijgen. In een klassieker weet je nooit wat er gebeurt.”

Steven de Jongh – foto: Cor Vos

De oude Mathieu
Dekker gaat Mathieu van der Poel zeker nog niet afschrijven voor de komende klassiekers. “Hij blijft een speciale. Maar ik denk dat het voor hem al een overwinning is wanneer hij in april weer goed op de fiets zit en vooral van zijn blessure aan zijn onderrug is verlost, zodat hij op de lange termijn weer voor alle grote zeges kan meedoen.”

“Niet het missen van Parijs-Nice of Tirreno kan Van der Poel opspelen, maar dat hij tot eind maart nog helemaal niet heeft gekoerst”, stipt Sergeant nog aan. “Ik heb geen zicht op de blessure van Mathieu. Ik hoop dat hij weer honderd procent topfit is en geen hinder meer van zijn rug ondervindt. Dan gaat hij meespelen voor de zeges in de klassiekers. Tijdens trainingen rij je echter niet geregeld 200, laat staan 250 kilometer voluit, terwijl je in de monumenten pas in het laatste koersuur echt gaat voelen of het helemaal goed zit met de rug. Ik hoop echt dat we dit voorjaar alweer de oude Mathieu gaan zien, want met zijn koerswijze is hij een meerwaarde in elke klassieker. Je wilt hem toch het gevecht zien aangaan met Wout van Aert en Tadej Pogacar. Dat zijn de duels die de wielersport aantrekkelijk maken.”

Wedstrijdprogramma

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.