Voorbeschouwing: Brussels Cycling Classic 2021
foto: Cor Vos
zaterdag 28 augustus 2021 om 08:00

Voorbeschouwing: Brussels Cycling Classic 2021

De Brussels Cycling Classic (UCI 1.Pro) heeft dit najaar een nieuwigheidje in petto: de Muur van Geraardsbergen en de Bosberg geven deze doorgaans nogal saaie sprinterskoers meer cachet. Kunnen de sprinters op zaterdag 28 augustus alsnog overleven of krijgen we een open koers? WielerFlits blikt vooruit.

Historie

Deze najaarsklassieker kent vooral onder de naam Parijs-Brussel een behoorlijk lange historie. ‘De Klassieker der Twee Hoofdsteden’ werd in 1893 (zelfs nog drie jaar voor de eerste Parijs-Roubaix) voor het eerst verreden.

De uitgevers van het Parijse wielerblad La Bicyclette namen het initiatief om een prestigieuze najaarswedstrijd te organiseren tussen de Franse en de Belgische hoofdstad. André Henry, een metselaar uit het Belgische Verviers, werd de eerste winnaar. Het zou tot 1906 duren voordat er een tweede editie kwam. In de beginjaren bedroeg de afstand liefst vierhonderd kilometer, in de loop der jaren is dat afgebouwd tot ongeveer de helft. Voor de Eerste Wereldoorlog domineerden de Fransen, met Octave Lapize en Lucien Petit-Breton op kop.

Daarna namen de Belgen de regie over. Alle grote namen uit de Belgische wielersport prijken op het palmares, zoals Rik van Steenbergen, Rik van Looy, Eddy Merckx, Roger De Vlaeminck, Freddy Maertens en Tom Boonen.

Tom Boonen won de laatste Parijs-Brussel – foto: Cor Vos

In de eenentwintigste eeuw verloor deze klassieker echter aan status en kwam het in het continentale circuit terecht. Ook het parcours werd – onder meer door de kortere afstand – minder lastig, waardoor deze wedstrijd de status van spurtersklassieker kreeg. Robbie McEwen zette zich in die periode maar liefst vijfmaal op de erelijst, tot op heden nog steeds een record.

In 2013 besloot de organisatie nogmaals om het roer helemaal om te gooien. De start lag voortaan niet meer in de buurt van Parijs, maar – evenals de aankomst – in de Belgische hoofdstad Brussel. Het betrof meteen een volledig Belgische wedstrijd, waarop de naam op de schop moest. De Brussels Cycling Classic was geboren, en kreeg met André Greipel meteen een mooie naam op de erelijst. Later zouden ook onder anderen Tom Boonen en Caleb Ewan zich bij dat lijstje voegen.

Laatste tien winnaars Brussels Cycling Classic
2011: flag-ru Denis Galimzyanov
2012: flag-be Tom Boonen
2013: flag-de André Greipel
2014: flag-de André Greipel
2015: flag-nl Dylan Groenewegen
2016: flag-be Tom Boonen
2017: flag-fr Arnaud Démare
2018: flag-de Pascal Ackermann
2019: flag-au Caleb Ewan
2020: flag-be Tim Merlier


Vorig jaar

Zoals het een echte sprinterskoers betaamt, mochten zes vroege vluchters zonder al te grote problemen vertrekken. De namen: Jan-Willem van Schip (BEAT Cycling Club), Julien Duval (AG2R La Mondiale), Jasha Sütterlin (Team Sunweb), Loïc Vliegen (Circus-Wanty Gobert), Cedric Beullens (Sport Vlaanderen-Baloise) en Julien Van den Brande (Tarteletto-Isorex). De maximale voorgift van de zes was vier minuten.

Naarmate de heuvelzone op vijftig kilometer van de finish naderde, nam BORA-hansgrohe het initiatief in het peloton. In regenachtige omstandigheden opende klimmer Pieter Serry de finale, maar hij kwam niet weg. Dat lukte Pim Ligthart, Cyril Lemoine, Emmanuel Morin, Tom Wirtgen en Alex Mengoulas wel. Zij gingen in de achtervolging op de koplopers, maar werden op de Bruine Put gegrepen. Op 21 kilometer van de meet was er zelfs een algemene hergroepering.

Merlier was vorig jaar duidelijk de rapste – foto: Cor Vos

Een massasprint leek onvermijdbaar, maar niet volgens Jasper Philipsen. De Limburger, toch een van de kanshebbers in een sprint, koos voor de aanval in een kletsnatte slotfase. Philipsen kreeg Aimé De Gendt en Ilan Van Wilder met zich mee, wat Alpecin-Fenix tot achtervolgen dwong. Een wolkbreuk boven Brussel maakte de finale er niet makkelijker op voor de renners. Van een geoliede sprintvoorbereiding was dan ook geen sprake.

Toch probeerden de nodige teams hun sprinters in ideale positie af te zetten van voren. Deceuninck-Quick-Step trok de sprint aan voor Davide Ballerini, waarna Arkéa-Samsic op kwam zetten in dienst van Nacer Bouhanni. De Fransman zag echter Belgisch kampioen Tim Merlier langszij komen in de laatste rechte lijn. De Alpecin-Fenix-kopman kwam als eerste over de meet.

Uitslag Brussels Cycling Classic 2020
1. flag-be Tim Merlier (Alpecin-Fenix)
2. flag-it Davide Ballerini (Deceuninck-Quick Step)
3. flag-fr Nacer Bouhanni (Arkea-Samsic)
4. flag-be Florian Vermeersch (Lotto Soudal)
5. flag-be Jasper Philipsen (UAE Emirates)


Parcours

De Brussels Cycling Classic pakt dit jaar weer uit met een grondige herschikking van het parcours. Een uitstap naar Geraardsbergen voor een dubbele passage met de Muur en de Bosberg moet deze, vaak redelijk saaie, sprinterskoers een groter spektakelgehalte geven.

Na de officieuze start, die naar goede gewoonte nog altijd in het Brusselse Jubelpark wordt gegeven, trekken de renners meteen een aantal keer de taalgrens over. Eerst klinkt het officiële startschot in het Vlaams-Brabantse Tervuren, om vervolgens richting de provincies Waals-Brabant en Henegouwen te trekken. Zo krijgt ook de Leeuw van Waterloo weer zijn passage mee.

Hellingen als de Rue de Croiseau of het Hellend Vlak van Ronquières zijn slechts opwarmertjes voor de finale, die een goede 112 kilometer voor het einde in het Geraardbergse begint met de oplopende Zavelstraat. Vervolgens ligt er tweemaal een lusje met drie lastige kuitenbijters te wachten.

Het pronkstuk is natuurlijk de Muur van Geraardsbergen, die vanaf de Vesten voor de volle 1.075 meter aan 9,2% zal moeten beklommen worden. De Muur heeft door zijn verleden in de Ronde van Vlaanderen en de jaarlijkse aankomst in de Benelux Tour maar weinig geheimen voor de renners. Dat geldt ook voor de daaropvolgende Bosberg (980 meter aan 5,8%). Die wordt nooit echt steil, maar de slecht bollende kasseien zorgen voor voldoende lastigheid. De allerlaatste passages van de Muur en Bosberg liggen op 56 en 52 kilometer van de aankomst.

Ook in deze lus te vinden: de allicht minder bekende Congoberg. De helling is 1.150 meter lang aan een stijgingspercentage van 5,4%. Mocht het veld op de kasseien van koningskoppel Muur-Bosberg nog niet volledig uit elkaar geranseld zijn, dan kan deze trainingsklim van Sport Vlaanderen-Baloise-renner Arne Marit allicht soelaas brengen. Hierna zijn de hindernissen bijna op, want in de laatste 45 kilometer volgen alleen nog de kasseien van de Brabantsebaan en Rosweg (elk 2.200 meter) en de lastige Heiligekruiswegstraat. Daarna resten er 14 kilometer.

Ook de aankomst heeft een facelift ondergaan. Zoek niet meer, zoals vorig jaar en in 2013 en 2014, naar de oplopende en bochtige aankomst op het Belgiëplein. Wel zal de beslissing weer op de traditionele Houba de Strooperlaan, waar Caleb Ewan in 2019 voor het laatst won, vallen. De laatste bocht is te vinden op meer dan een kilometer van de aankomst.

Zaterdag 28 augustus, Brussel – Brussel (205 km)
Start: 10.10 uur
Finish: tussen 15.06 en 15.34 uur


Favorieten

“De opvolger van Tim Merlier voorspellen wordt dit jaar extra moeilijk, aangezien het parcours een stevige facelift ondergaat”, klinkt het in een persbericht van de organisatie. Wij doen toch een poging. De passages van de Muur en de Bosberg zullen ervoor zorgen dat een uitgedunde groep richting Brussel rijdt, maar we gaan er vanuit dat enkele sterke snelle mannen kunnen overleven.

Van Poppel was de beste in Zottegem – foto: Glenn Coessens

Danny van Poppel bijvoorbeeld. De kopman van Intermarché-Wanty-Gobert is aan een sterk najaar bezig, na een tegenvallende Tour. Met name in uitputtingsslagen, zoals de regenachtige Egmont Cycling Race, komt de Nederlander vaak bovendrijven. Ook in Gent-Wevelgem zagen we hem dit jaar sterk voor de dag komen, wat bevestigt dat hij baat heeft bij een harde wedstrijd. Ze zullen trouwens vooral bij BORA-hansgrohe blij zijn om te zien wat Van Poppel nog allemaal in zijn mars heeft, want vanaf volgend jaar zal hij in Duitse loondienst koersen. Eerst nog een afscheidscadeau?

UAE Emirates kan op meerdere paarden wedden. Fernando Gaviria, sinds de Ronde van Polen eindelijk van die vervelende nul overwinningen verlost, is de man met de grootste kansen. In de Giro was het met momenten ongelooflijk om te zien hoe sterk de Colombiaan bergop reed en zo extra kansen voor zichzelf creëerde, maar in de sprint liet hij het nadien wel regelmatig afweten. Allicht dat hij in Polen vertrouwen heeft getankt. Anders is er ook nog een alternatief plan met Marc Hirschi en hardrijders als Brandon McNulty en Mikkel Bjerg.

In Belgische wedstrijden nooit te vergeten: de troepen van Deceuninck-Quick Step. We hebben een beetje twijfels bij kopman Álvaro José Hodeg, die als winnaar van de Grote Prijs Marcel Kint in vorm is, maar mogelijk toch wat inhoud mist. Bij de formatie van Lefevere zal desondanks hij plan-A zijn, maar een heel betrouwbare optie zien we niet in hem. Stan Van Tricht wordt sterker met de kilometer als er wat heuveltjes op de omloop liggen en mogen we dus ook niet vergeten. De 21-jarige stagiair kwam in de Tour de l’Avenir van vorige week al een keer dichtbij de ritzege.

Voert Evenepoel nog eens een stunt op? – foto: Cor Vos

Remco Evenepoel is de aanvaller van dienst bij deze formatie. De winnaar van de Ronde van Denemarken durft van ver gaan en is dus niet vies van een solo. Allicht dat Victor Campenaerts dan probeert aan te pikken, al liep dat in het verleden niet altijd goed af. In de Baloise Belgium Tour in 2019 ging de Antwerpenaar tegen de vlakte in een bocht toen hij het wiel van Evenepoel probeerde te houden. En dit jaar kreeg hij krampen in eenzelfde situatie. Hopelijk vergaat het de aanvaller deze week beter. Anders zal de Qhubeka-NextHash-ploeg rekenen op Max Walscheid.

Ook Tosh Van der Sande is niet vies van een ontsnapping, en evenmin van een zware koers. De kersverse aanwinst van Jumbo-Visma van 2022 blinkt de afgelopen weken uit op Scandinavische grond. In de rondes van Denemarken en Noorwegen deed de Vlaamse Spanjaard bijna elke dag mee voor de dagzege, en hij heeft de capaciteiten om dat in Brussel over te doen. Van der Sande vertelde ons dit voorjaar dat hij zich graag meer in het Vlaamse werk wil specialiseren en dan is deze koers de ideale opwarmer. Al hebben ze bij Lotto Soudal ook nog ene Philippe Gilbert.

Het enige van de zes WorldTeams dat we dan nog niet vernoemd hebben, is Cofidis. Maar daar vinden we met de beste wil van de wereld geen kandidaat-winnaar. Op naar de ProTeams dan maar, want bij die ploegen rijden er nog een aantal interessante, vaak Belgische sprinters rond.

Merlier won Le Samyn, en kan dus wel wat lastigheid aan – foto: Cor Vos

Om te beginnen natuurlijk titelverdediger Tim Merlier bij Alpecin-Fenix. Het is moeilijk in te schatten hoe Merlier de hellingenpassages in en rond Geraardsbergen zal overleven. Maar als we kijken naar Le Samyn of Dwars door Vlaanderen van dit jaar, ook geen gemakkelijke wedstrijden met de nodige hellingen en kasseienpassages, dan is de conclusie dat ook dit parcours binnen zijn mogelijkheden ligt. Het is simpel: als Merlier overleeft, is hij in de sprint allicht de snelste.

Het is uitkijken naar Milan Menten (Bingoal Pauwels Sauces WB) en Amaury Capiot (Arkéa-Samsic). Allebei niet de allersnelsten, maar wel verdomd sterke coureurs. Beide Limburgers waren de afgelopen weken goed voor talloze ereplaatsen, en hier vinden ze een terrein waar ze allebei zouden kunnen uitblinken. Wordt het een harde koers, dan zijn ze misschien de enige snelle jongens die kunnen overleven. En dan kan natuurlijk alles…

Ook Niccolò Bonifazio, glansrijk winnaar van de GP Jef Scherens, is altijd een gevaarlijke klant. En Arne Marit (Sport Vlaanderen-Baloise) zal gelukkig zijn, want hij rijdt in Vollezele langs zijn eigen trainingsklim, de Congoberg. Andere outsiders: het duo Piotr Havik-Jules Hesters bij BEAT, Kuurne-revelatie Erik Resell (Uno-X) en de Australiër Jazzard Drizners van Axeon Hagens Berman.


Favorieten volgens WielerFlits
**** Tim Merlier
*** Fernando Gaviria, Danny van Poppel
** Álvaro José Hodeg, Tosh Van der Sande, Milan Menten
* Remco Evenepoel, Victor Campenaerts, Amaury Capiot, Niccolò Bonifazio

Website organisatie
Deelnemerslijst (ProCyclingStats)


Weer en TV

Meteovista voorspelt zaterdag geen al te best weer. In totaal zou er zo’n 2,9 mm aan regenbuien kunnen vallen in het Brusselse, er is althans 70 procent kans op neerslag. Verder blaast de wind aan een kracht van drie Beaufort uit het noorden en wordt de maximale temperatuur op 19 graden Celsius geschat.

Sporza op Eén is er vanaf 13.30 uur bij voor een live-uitzending, voorafgaand aan de uitzending van de Vuelta. Eurosport brengt de wedstrijd alleen via de Eurosport Player, ook vanaf 13.30 uur.


RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.