Voorbeschouwing: Faun Drôme Classic 2022
foto: Cor Vos
zondag 27 februari 2022 om 13:30

Voorbeschouwing: Faun Drôme Classic 2022

In het weekend van 26 en 27 februari zijn de ogen van de wielerwereld voornamelijk gericht op België, waar de Omloop en Kuurne-Brussel-Kuurne het Vlaamse voorjaar openen, maar ook elders is het koers. In Zuid-Frankrijk staat namelijk eveneens een heerlijk tweeluik op het programma. Zaterdag wordt de Faun Ardèche Classic verreden, zondag is het tijd voor de Faun Drôme Classic. In de laatstgenoemde wedstrijd gaan we opzoek naar een opvolger van Andrea Bagioli. WielerFlits blikt vooruit!

Historie

De Faun Drôme Classic is een relatief jonge wedstrijd. De openingseditie stond gepland voor 23 februari 2013, maar door hevige sneeuwval kon er die dag niet gekoerst worden. Zodoende kregen we pas in 2014 een eerste winnaar. De talentvolle Romain Bardet, die een jaar eerder al vijftiende was geworden bij zijn debuut in de Tour de France, reed in de finale weg uit een groep van twaalf en kwam solo de eerste zegeruikers in de Drôme Classic ophalen.

Na Bardet volgden met Samuel Dumoulin (2015), Lilian Calmejane (2018) en Alexis Vuillermoz (2019) nog drie thuisrijders die de eendagskoers op hun palmares bij konden schrijven. In 2016 was de Tsjech Petr Vakoč de eerste buitenlander die wist te winnen. Later, in 2020 en 2021, volgden met Simon Clarke en Andrea Bagioli nog twee klinkende, internationale namen.

Lilian Calmejane mocht in de editie van 2018 juichen – foto: Cor Vos

Wie goed heeft opgelet, merkt dat we één winnaar, die van 2017, nog niet hebben genoemd. De triomfator van dat jaar mogen we echter zeker niet vergeten in onze bespreking, want het is misschien wel de meest interessante titelhouder van allemaal: Sébastien Delfosse. Ondanks zijn ietwat geringe bekendheid, eindigde deze Belg driemaal bij de eerste drie in de Drôme Classic. Tweede in 2014, derde in 2015, winst in 2017. Hij is dankzij dit rijtje recordhouder wat het aantal podiumplaatsen betreft. Reden voor WielerFlits om eens contact op te nemen met de wielerpensionado.

De Drôme Classic heeft duidelijk een plekje in het hart van Delfosse. De inmiddels 39-jarige ex-renner is enthousiast als we hem benaderen en vertelt uitgebreid over zijn ervaringen. In het Frans, want de Waal spreekt naar eigen zeggen “geen woord” Nederlands.

“Het is moeilijk uit te leggen waarom de koers zo goed bij me paste”, antwoordt hij, wanneer we hem vragen waarom hij keer op keer goed presteerde in deze koers. Uiteindelijk weet hij zijn indrukwekkende track record echter behoorlijk adequaat te verklaren. “Ik was altijd sterk in deze tijd van het jaar en het parcours beviel me goed. Franse races vind ik daarnaast speciaal, dat was in mijn voordeel. Bovendien lag het niveau hoog, waardoor de concurrentie zelden aandacht aan mij schonk”, legt de voormalig coureur van onder meer Landbouwkrediet en de voorgangers van Bingoal Pauwels Sauces WB uit.

Van 2007 tot en met 2012 was Delfosse in dienst van Landbouwkrediet – foto: Cor Vos

De eerste pogingen
Dat de Drôme Classic Delfosse op zijn lijf geschreven was, bleek gelijk bij zijn eerste deelname in 2014. Negen seconden nadat de ontsnapte Bardet over de streep kwam, sprintte hij in een select gezelschap naar de tweede plaats. Net niet. Een jaar later werd hij derde, maar was hij er feitelijk nog dichter bij. Slechts zeven seconden scheidden hem die dag van Samuel Dumoulin, die de zege binnenhengelde. Het sterkte Delfosse in de overtuiging dat hij de wedstrijd ooit zou kunnen winnen.

In 2016 moest en zou het gebeuren. “De Drôme Classic was dat jaar mijn grote doel”, vertelt Delfosse. Hij deed er alles aan om in topconditie aan de start te staan en bereidde zich minutieus voor op het seizoen. Iets te minutieus, zo bleek. In zijn poging om gewicht te verliezen, werd hij ziek – net in het weekend van de koers waar hij zijn zinnen op had gezet. Op zaterdag stond hij nog aan het vertrek van de Classic Sud Ardèche, maar na een DNF gaf hij noodgedwongen verstek voor de Drôme Classic. “De teleurstelling was enorm.”

Het jaar erna was Delfosse er weer bij, maar met twijfels. Hoewel hij had geleerd van zijn eerdere fouten en het in de winter anders had aangepakt, ontstonden er voorafgaande aan ‘zijn’ koers vragen. “In de openingswedstrijden voelde ik de druk en kon ik het niet waarmaken. Sterker nog, ik kon de grupetto amper bijhouden: de benen draaiden vierkant en ik begon te twijfelen”, kijkt hij terug op onder andere de Tour du Haut-Var, die in het weekend voor de Drôme Classic werd verreden.

Kort dag om alles nog om te keren. In de dagen erna, tijdens de midweekse Tour de La Provence, gebeurde echter precies dit. In de schaduw van zijn “fenomenale” ploeggenoot Justin Jules, die de stress van het kopmanschap bij hem wegnam, hervond Delfosse de vorm en – belangrijker nog – het vertrouwen. “Ik wist dat mijn werk zijn vruchten begon af te werpen.”

In 2016, het jaar van de teleurstelling, reed Delfosse in het karakteristieke rood-geel van Wallonie-Bruxelles – foto: Cor Vos

“De grootste overwinning uit mijn carrière”
Nadat de Tour de La Provence op donderdag was geëindigd, nam Delfosse twee dagen rust. In samenspraak met ploegleider Olivier Kaisen werd besloten om ’s zaterdags de Classic Sud Ardèche over te slaan: alle ballen gingen op zondag. Die dag staat nog steeds in zijn geheugen gegrift. “Ik herinner me elk moment”, vertelt Delfosse vijf jaar na dato. Vooral het teamwork zal hij nooit vergeten. “Op de ochtend van de race legde ik mijn ploeggenoten direct uit dat het mijn bedoeling was om de wedstrijd te winnen. Iedereen reed voor me, ik hoefde de hele koers niets te doen. Ze wisten dat ik het kon en dat gaf me nog meer vertrouwen. De samenwerking was optimaal.”

Uiteindelijk bereikte een uitgedunde groep van circa dertig renners de voet van de Côte de Livron. Op deze nauwelijks vijfhonderd meter lange, maar erg steile helling zou de beslissing gaan vallen. De top lag immers op slechts twaalfhonderd meter van de streep. Delfosse had tot dan toe een onopvallende wedstrijd gereden en zat, ondanks het werk van zijn ploeggenoten, te ver bij het opdraaien van de klim. “Meestal rijd ik nadrukkelijk van voren, maar nu verraste ik iedereen door pas in de laatste kilometers op te duiken. Toen ik te ver zat op de Côte de Livron, hield ik mijn hoofd koel en gaf ik alles.”

Op de televisiebeelden is de indrukwekkende explosie van Delfosse goed te zien. Van achteruit springt hij naar de gedemarreerde Jan Bakelants toe, waarna hij zijn landgenoot direct laat staan. Hij komt daarop als eerste boven. Arthur Vichot – in de Franse tricolore – en de taaie Bakelants zitten hem echter op de hielen. “Eenmaal op de top, wist ik dat het op de moraal aankwam”, geeft Delfosse zijn gedachtegang van dat moment weer.

Als een bezetene gooit hij zich in de afdaling en snijdt hij de scherpe bochten in finishplaats Livron aan. Zodoende houdt hij Vichot, die met een ultieme jump nog heel dichtbij komt, ternauwernood af. Delfosse juicht aanvankelijk voorzichtig – uit angst dat zijn belager hem in de laatste meters nog voorbijsteekt -, maar eenmaal voorbij de lijn volgt de vreugdekreet. “Het was de grootste overwinning uit mijn carrière.”

Ondanks dit ultieme hoogtepunt, heeft Delfosse niet enkel goede herinneringen aan 2017. Het was een dubbel jaar. Een valpartij in het naseizoen betekende namelijk het begin van het einde voor zijn leven als profwielrenner. “Ik had drie breuken aan mijn arm en hand”, benoemt hij het letsel als gevolg van zijn schuiver. “Ik sloeg stappen over in mijn revalidatie en dat kwam me duur te staan. Er kwamen diverse complicaties en ik kreeg algodystrofie (een onvoorspelbare reactie van zenuwen en bloedvaten op een verwonding, red.). Ik begon het seizoen zonder training en mijn hand deed nog steeds pijn.”

Delfosse negeerde zijn klachten en probeerde in 2018 zo snel mogelijk weer in vorm te komen. “Als je een professionele sporter bent, weet je dat het ingewikkeld is om een contract te ondertekenen. Ik had nog geen verbintenis voor het volgende jaar, dus jaagde ik het hele seizoen mijn vorm na. Ik had beter naar mijn vrouw moeten luisteren”, verzucht hij lachend. Had hij de raad van zijn echtgenote inderdaad opgevolgd, dan had hij wellicht nog langer door kunnen gaan als wielrenner. Nu zat het avontuur er eind 2018 op. “Te vroeg”, vindt hij nog steeds.

Het leven na de koers
Na zijn afscheid als topsporter moest Delfosse op zoek naar een andere baan. “Het was eigenlijk de bedoeling dat ik als timmerman zou gaan werken, maar met mijn hand was dat onmogelijk”, legt hij uit. Daarom besloot hij zich om te laten scholen, tot fietsenmaker. Hij volgde een opleiding fietsmechanica en ging begin 2019 aan de slag bij Decathlon Verviers. Voor datzelfde bedrijf is hij inmiddels ook ambassadeur op het gebied van wegwielrennen, veldrijden en triatlon.

Delfosse blijkt op meer manieren verbonden gebleven aan de sport. Zijn twee zoontjes doen aan BMX-racen en zelf fietst hij ook nog regelmatig, “maar op een ander niveau dan voorheen.” Hij heeft nu andere prioriteiten. Soms is dat lastig, geeft hij toe: hij mist het competitiegevoel van vroeger. Wrok over het voortijdige einde van zijn carrière is er echter niet: “Ik ben blij dat ik mijn droom heb verwezenlijkt en meerdere keren mijn armen in de lucht heb mogen steken.”

Elk jaar in februari, als de Drôme Classic zich weer aandient, wordt Delfosse via sociale media geattendeerd op een van die gelegenheden waarbij hij mocht juichen. Hij kijkt dan altijd even de video van de finale terug. “Ik zal daar nooit genoeg van krijgen. Het is een geweldige herinnering.”

Laatste acht winnaars Faun Drôme Classic
2021: flag-it Andrea Bagioli
2020: flag-au Simon Clarke
2019: flag-fr Alexis Vuillermoz
2018: flag-fr Lilian Calmejane
2017: flag-be Sébastien Delfosse
2016: flag-cz Petr Vakoč
2015: flag-fr Samuel Dumoulin
2014: flag-fr Romain Bardet
2013: Afgelast vanwege sneeuwval


Vorig jaar

Vorig jaar, toen de Faun Drôme Classic nog door het leven ging als Royal Bernard Drôme Classic, werd de koers gekleurd door vier koplopers. Mathijs Paasschens (Bingoal-WB) zorgde voor de Nederlandse inbreng vooraan, waar hij samen reed met Yoann Paillot (St. Michel-Auber 93), Samuel Leroux (Xelliss-Roubaix Lille Métropole) en Reto Müller (Swiss Racing Academy). Zij kregen maximaal negen minuten van het peloton, waar EF Education-Nippo, Qhubeka ASSOS en Alpecin-Fenix achtervolgden.

Veertig kilometer voor het einde was het verschil onder de twee minuten gezakt. Groupama-FDJ nam daar op de Col de la Grande Limite (3,8 km aan 6,6%) het initiatief in het peloton, terwijl Paillot zich de beste klimmer van de vluchters toonde. Op dat moment stonden de Côte des Roberts (1,6 km aan 8,0%), de Côte de Grane (1,7 km aan 5,5%), de Mur d’Allex (0,7 km aan 6%) en de Côte de la Callandre (1,3 km aan 5,8%) nog op de renners te wachten.

Mathijs Paasschens voert de kopgroep aan – foto: Cor Vos

Op de Côte des Roberts plaatste David Gaudu een demarrage, maar hij kon het verschil niet maken. Dries Devenyns kon dat wel. De Belg ontsnapte op 25 kilometer van de streep uit een uitgedund peloton, maar kon niet wegblijven. Deceuninck-Quick-Step was van plan om het een harde koers te maken, want kort na het terughalen van Devenyns was het Rémi Cavagna die demarreerde. De Franse hardrijder hield stand op de Mur d’Allex, maar werd even later toch ingerekend.

Een flinke groep ging zo de laatste tien kilometer in. Op de laatste niet-gecategoriseerde heuvel probeerde Astana-Premier Tech de koers hard te maken, maar de enige die solo weg wist te rijden was Andrea Bagioli (Deceuninck-Quick-Step). De jonge Italiaan sloeg direct een gat van tien seconden en hield die voorsprong vast in de laatste dalende kilometers richting finishplaats Eurre.

Andrea Bagioli met de prijs – foto: Cor Vos

Uitslag Drôme Classic 2021
1. flag-it Andrea Bagioli (Deceuninck-Quick-Step)
2. flag-za Daryl Impey (Israel Start-Up Nation) op 11s
3. flag-dk Mikkel Frølich Honoré (Deceuninck-Quick-Step) op 11s
4. flag-fr Julien Simon (Total Direct Energie) op 11s
5. flag-au Simon Clarke (Qhubeka ASSOS) op 11s


Parcours

Ten opzichte van vorig jaar, zijn er de nodige veranderingen doorgevoerd in het parcours van de Faun Drôme Classic. Allereerst zijn de start en finish verplaatst van Eurre naar het iets noordelijker gelegen Étoile-sur-Rhône. Daarnaast is de wedstrijd nu bijna twintig kilometer langer dan in 2021 en ligt de aankomst ditmaal na een helling: de Côte Chaude.

Aan het karakteristiek van de koers is, op de diepe finale na, echter weinig veranderd. Nog steeds krijgen de coureurs de nodige heuvels voorgeschoteld in het departement Drôme. Dat begint na twintig kilometer voorzichtig, als de niet al te lastige Mur d’Eurre bedwongen moet worden. Daarna volgen de Mur d’Allex (0,7 km aan 6%), de Plateau de Soulier en voor een eerste maal de Côte Chaude. Deze lus met vier hellingen wordt tweeëneenhalve keer gereden. Nadat de Mur d’Eurre en de Mur d’Allex voor een derde keer beklommen zijn, staan er 130 dertig kilometer op de teller en kan de finale beginnen.

Deze finale wordt ingeluid door de Col du Devès (4,2 km aan 4,5%). Vervolgens wacht het dak van de wedstrijd: de 515 meter hoge Col de la Grande Limite (3,9 km aan 6,6%). Hierna volgt een serie heuvels met Côte des Roberts (1,6 km aan 8,0%), de Côte de Grane (1,7 km aan 5,5%) en voor een laatste keer de Mur d’Allex en de Plateau de Soulier. Na de top van deze laatste heuvel is het nog minder dan tien kilometer tot de finish in Étoile-sur-Rhône.

In dat historische, Provençaalse stadje ligt de streep in de Rue de la Côte Chaude. De laatste tweehonderd meter zijn nagenoeg vlak, maar daarvoor is het een kilometer klimmen aan een kleine vijf procent. Het is afwachten welke rol deze helling zal krijgen. Een solist die zegeviert, een klein groepje dat strijdt om de bloemen, een uitgedund peloton dat bergop sprint om de overwinning – op dit parcours zijn de mogelijkheden talrijk.

Zondag 27 februari, Faun Drôme Classic (1.Pro): Étoile-sur-Rhône – Étoile-sur-Rhône (191,5 km)
Start: 11.00 uur
Finish: tussen 15.44 en 16.13 uur


Favorieten

De Faun Drôme Classic kan rekenen op een fraai deelnemersveld. Naast vijf continentale formaties en zes ProTeams, zullen er namelijk ook de nodige WorldTeams meedoen. Elf in totaal, om precies te zijn. Enkele van die ploegen verschijnen bovendien aan de start met zeer sterke selecties. Jumbo-Visma is daarvan misschien wel het beste voorbeeld: onder anderen Sepp Kuss, Steven Kruijswijk, Jonas Vingegaard en Primož Roglič staan aan het vertrek. Zij zullen de daags ervoor, in de Faun Ardèche Classic, hun seizoensdebuut maken.

Als het een zware koers wordt, moet Roglič zeker een rol van betekenis kunnen spelen op de slothelling in Étoile-sur-Rhône. Natuurlijk is het zijn eerste wedstrijdweekend van 2021, maar de Sloveen heeft doorgaans maar weinig koersritme nodig om er te staan. Mocht Roglič toch nog even op gang moeten komen, dan kan Tobias Foss misschien zijn kans grijpen. De Noor is goed uit de winter gekomen, zo bleek in de Volta ao Algarve. Hij toonde zich vrijwel elke dag van voren.

Primož Roglič en Jonas Vingegaard beginnen hun seizoen in Zuid-Frankrijk – foto: Cor Vos

De grootste favorieten rijden evenwel niet bij Jumbo-Visma, maar bij een ander topteam: Quick-Step-Alpha Vinyl. Ondanks het openingsweekend in het thuisland, trekt de Belgische ploeg met een paar grote namen naar de Drôme. Daarbij uiteraard Andrea Bagioli, die zijn titel komt verdedigen. De 22-jarige Italiaan lijkt er klaar voor te zijn. Hij viel op de eerste dag van de Saudi Tour (en van zijn wielerjaar), maar wist daarna toch nog een tweede plaats in de tweede rit uit de brand te slepen. Gaat het rugnummer 1 hem vleugels geven?

Ondanks dat rugnummer, zal Bagioli niet de onbetwiste kopman zijn bij Quick-Step. Julian Alaphilippe zal ook zijn kans willen gaan. De wereldkampioen gaf voorafgaand aan de Tour de La Provence aan dat er nog wel wat werk aan de winkel was, maar in het eindklassement van diezelfde ronde werd hij wel doodleuk tweede. Met de vorm van Alaphilippe is dus niet zoveel mis. Bovendien zou het parcours hem moeten liggen, al valt dat niet echt te staven met zijn eerdere resultaten: 62e (2014), DNF (2015), 17e (2020).

Julian Alaphilippe stond in de Tour de La Provence direct op het podium – foto: Cor Vos

Quick-Step-Alpha Vinyl heeft, naast Bagioli en Alaphilippe, nog twee ijzers in het vuur: Mauri Vansevenant en Mauro Schmid. Laatstgenoemde werd uiteindelijk tiende in de Tour of Oman, maar de manier waarop hij rondreed op dag vier was ronduit indrukwekkend. In een poging Anthon Charmig onder druk te zetten, reed de Zwitser vrijwel de hele dag in de vuurlinie, waarna hij ook nog als tweede eindigde. Diezelfde Charmig doet zondag trouwens ook mee. Gezien zijn overwinning op een punchaankomst in Oman, moet ook de Deen van Uno-X nog eens onafhankelijk genoemd worden.

Terug naar de sterke blokken: UAE Emirates. Een van de kopmannen van deze formatie is Diego Ulissi, die zonder uitschieter, maar toch meer dan behoorlijk aan het seizoen begonnen is. De Italiaan reed (inclusief eindklassementen) al vijf keer top-10. Dat deed hij voornamelijk in de Ster van Bèsseges, die hij als zesde afsloot. Ondertussen had zijn teammaat Brandon McNulty zijn eerste zege van 2022 al binnen. Hij won gelijk zijn eerste koers, de Trofeo Calvia op Mallorca. Dat deed hij met een solo, maar de Amerikaan – die ook nog tweede werd in de Volta ao Algarve – heeft meerdere wapens in huis. Wordt het een sprint met een select gezelschap op de Côte Chaude, dan moet hij niet uitgevlakt worden.

Brandon McNulty mocht op zijn eerste koersdag van 2022 gelijk juichen – foto: Cor Vos

Ook de Franse Pro- en WorldTeams komen op volle oorlogssterkte naar de Drôme. Neem AG2R Citroën, dat met verschillende outsiders aan het vertrek staat. Met oud-winnaar Lilian Calmejane, Dorian Godon, Nans Peters en Benoît Cosnefroy kunnen ze verschillende kaarten spelen. Cosnefroy, die het seizoen begon met een vijfde plaats in de GP Marseillaise, zou normaal gesproken het voornaamste speerpunt zijn, maar in de Ruta del Sol behaalde hij niet zijn gebruikelijke niveau. Wellicht heeft hij toch nog wat last van de coronabesmetting die hij eind januari opliep.

Guillaume Martin, de kopman bij Cofidis, heeft momenteel nergens last van. De filosoof, die onlangs een nieuw (nog niet in het Nederlands vertaald) boek uitbracht, reed in de Tour des Alpes Maritimes et du Var naar een knappe derde plek in het eindklassement. Bovendien werd hij in de lastige slotrit tweede, achter een ongenaakbare Nairo Quintana. De Colombiaan zelf ontbreekt dit weekend. Dat betekent dat Warren Barguil de kar zal moeten trekken bij Arkéa-Samsic. Tenzij Nacer Bouhanni weet te overleven, wat op een goede dag en in een matte editie zeker niet uitgesloten is.

Guillaume Martin liet zich in het vroege voorjaar al veelvuldig zien – foto: Cor Vos

Groupama-FDJ, waar Quentin Pacher prijs zal proberen te rijden, moet het noodgedwongen doen met een jonge selectie. Aanvankelijk zou de ploeg Thibaut Pinot en Valentin Madouas afvaardigen, maar de twee kopmannen zijn er uiteindelijk toch niet bij. Eerstgenoemde neemt een weekend vrij nadat hij de Strade Bianche aan zijn programma heeft toegevoegd, laatstgenoemde testte positief op corona. Voor Madouas is dit een aderlating, want hij is geknipt voor deze wedstrijd.

Mathieu Burgaudeau (TotalEnergies), die de goede lijn van vorig najaar aan het doorzetten is in het prille voorjaar, moet op dit parcours ook goed uit de voeten moet kunnen. De 23-jarige Fransman zal er vast bij zijn in de finale. Net als zijn Spaanse ploeggenoot Cristián Rodríguez trouwens, die knap tweede werd in de Ruta del Sol. Pierre Latour – vierde in de Ster van Bèsseges, vijfde in de Tour de La Provence – lijkt echter de belangrijkste troef van dit team. Bij B&B Hotels-KTM – om het rondje Franse ploegen af te ronden – kan Franck Bonnamour wellicht verrassen.

Verrassen deed ook Maxim Van Gils, in de Saudi Tour. De jonge Belg won in die koers een rit en het eindklassement. Inmiddels zal er echter op de renner van Lotto Soudal gelet werden, mede doordat de man in vorm Tim Wellens niet van de partij is. De runner-up van de Tour du Haut-Var zal op zaterdag Omloop Het Nieuwsblad rijden. Andreas Kron en Steff Cras zijn er wel bij in Frankrijk en kunnen mogelijk als bliksemafleiders fungeren voor Van Gils.

Bij Intermarché-Wanty-Gobert kan ook op meerdere paarden gewed worden. Naast Lorenzo Rota, die het na een zware koers af zou kunnen maken, heeft de Belgische formatie ook Biniam Girmay. De Eritreeër won op Mallorca de Trofeo Alcúdia-Port d’Alcúdia in een pure massasprint, maar hij heeft al bewezen meer aan te kunnen. De aankomst op de Côte Chaude moet geen probleem voor hem zijn.

Kan Biniam Girmay zijn tweede seizoenszege binnenhengelen? – foto: Cor Vos

Lennard Kämna zal niet wachten tot de Côte Chaude. De Duitser – die door fysieke problemen een tijdlang van de radar verdween, maar inmiddels helemaal terug is – heeft patent op solo-ontsnappingen. In deze wedstrijd kan die kwaliteit prima van pas komen, zoals Bagioli vorig jaar liet zien. Bij BORA-hansgrohe is het daarnaast uitkijken naar Cian Uijtdebroeks en Wilco Kelderman. De Nederlandse inbreng in deze koers bestaat, naast de reeds genoemde namen, uit Gijs Leemreize (Jumbo-Visma), Mathijs Paasschens (Bingoal Pauwels Sauces WB), Sjoerd Bax (Alpecin-Fenix), Elmar Reinders en Martijn Budding (beiden Riwal).

Bij Riwal rijden, naast Reinders en Budding, overigens nog enkele verre outsiders. Vooral Mathias Bregnhøj en Emil Vinjebo verdienen een vermelding. Terwijl Bregnhøj tiende werd in de tweede etappe van de Tour du Haut-Var, heeft Vinjebo zich al bewezen in de Drôme Classic: de oud-renner van Qhubeka-NextHash, die afgelopen winter noodgedwongen twee stappen terugzette, werd hier in 2019 al vierde.

Jason Tennon (St Michel Auber93) is een andere renner van het Continentale niveau die een vermelding verdient. Tot slot, is er bij WorldTour-formatie Trek-Segafredo nog het duo Gianluca Brambilla en Julien Bernard. Brambilla keert terug in koers, Bernard reed een sterke Volta ao Algarve.

Update: Tobias Foss stond aanvankelijk op de deelnemerslijst, maar zal toch niet aan de start verschijnen van de Faun Drôme Classic. 


Favorieten volgens WielerFlits
**** Julian Alaphilippe
*** Primož Roglič, Andrea Bagioli
** Biniam Girmay, Brandon McNulty, Maxim Van Gils
* Guillaume Martin, Lennard Kämna, Diego Ulissi, Pierre Latour

Website organisatie
Deelnemerslijst (ProCyclingStats)


Weer en TV

Het wordt zondag prima koersweer in Zuid-Frankrijk. ’s Ochtends kan het nog een beetje frisjes aanvoelen, maar later op de dag wordt het met twaalf graden niet onaangenaam. Bovendien schijnt de zon volop. Vanuit noordoostelijke richting waait een matige wind.

De Faun Drôme Classic is live te volgen via de Eurosport Player. Vanaf 13.00 uur zullen er via dit online kanaal beelden te zien zijn van de wedstrijd.


RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.