Voorbeschouwing: Giro d’Italia U23 2021
foto: IsolaPress
Youri IJnsen
donderdag 3 juni 2021 om 14:00

Voorbeschouwing: Giro d’Italia U23 2021

Eigenlijk is de Giro Ciclistico d’Italia U23 dit jaar helemaal geen beloftenkoers. Omdat corona vorig jaar voor veel laatstejaars U23-renners roet in het eten strooide, besloot de organisatie voor één keer als 2.2-koers door te gaan. In de reglementen is echter wel opgenomen dat renners niet eerder geboren mogen zijn dan 1 januari 1998. Een nobele daad en daardoor een nog sterker deelnemersveld. Donderdag 3 juni trapt de koers af voor tien etappes. WielerFlits blikt vooruit!

Historie

De Ronde van Italië voor beloften is toe aan haar 44steeditie. In 1970 was het Giancarlo Bellini die de Baby Giro – zoals de rittenkoers vroeger heette – voor het eerst won. De reden dat deze rittenkoers zo bekend is, komt door het simpele feit dat al op jonge leeftijd enkele toppers hier wisten te winnen.

Een kleine greep: Francesco Moser, Giovanni Battaglin, Claudio Corti, Piotr Ugrumov, Dmitri Konychev, Wladimir Belli, Francesco Casagrande, Marco Pantani, Gilberto Simoni, Leonardo Piepoli, Danilo Di Luca en Tadej Valjavec. Op z’n minst kleurrijke renners te noemen, die ook naam en faam bij de profs maakten.

Na 2004 kwam de klad erin. Meerdere keren ging deze rittenkoers niet door. Vanaf 2008 leek er weer een beetje lijn in te komen, maar na eindoverwinningen van Cayetano José Sarmiento, voormalig wonderkind Carlos Betancur, Mattia Cattaneo en Joe Dombrowski (die won voor Fabio Aru), verdween de GiroBio van de kalender.

Gelukkig keerde deze loodzware etappekoers voor beloften in 2017 terug, toen toptalent Pavel Sivakov de Australiërs Lucas Hamilton en Jai Hindley het nakijken gaf. Van de zeventien hoogst genoteerde renners in het eindklassement van 2019, zijn er intussen dertien beroepsrenner.

Het eindpodium van de Baby Giro in 2018: João Almeida, winnaar Aleksandr Vlasov en Robbert Stannard – foto: IsolaPress

Laatste tien winnaars flag-it Giro d’Italia U23
2020: flag-gb Tom Pidcock
2019: flag-co Andrés Camilo Ardila
2018: flag-ru Aleksandr Vlasov
2017: flag-ru Pavel Sivakov
2012: flag-us Joe Dombrowski
2011: flag-it Mattia Cattaneo
2010: flag-co Carlos Betancur
2009: flag-co José Cayetano Sarmiento
2006: flag-it Dario Cataldo
2004: flag-it Marco Marzano


Vorig jaar

De Giro d’Italia U23 was in 2020 een van de weinige koersen voor beloften die doorgingen op de door corona geplaagde kalender. De editie betrof acht etappes, waarvan de eerste gewonnen werd door de Spaanse klimmer Alejandro Ropero. Na een heuvelachtige etappe was hij de snelste in een groepje met zeven.

De tweede rit werd vervolgens beslist in een massasprint. Daarin zegevierde Luca Colnaghi, die een dag later dankbaar meesprong in een late aanval. De Italiaan won opnieuw – dit keer in een groepje met vijf met twee latere podiumklanten – en pakte en passant de leiderstrui over. De euforie bleek van korte duur.

In etappe vier lag namelijk de eerste aankomst bergop. Daar bewees Tom Pidcock dat zijn zege bovenop La Planche des Belles Filles een jaar eerder in de Tour Alsace geen toevalstreffer was. Vervolgens hadden we opnieuw te maken met twee massasprints, gewonnen door respectievelijk Jonathan Milan en Jordi Meeus.

In het slotweekend liet Pidcock er vervolgens geen gras over groeien. Het Britse toptalent won beide bergritten met aankomst bergop, waaronder eentje met de Mortirolo erin. Henri Vandenabeele werd op een tweede plek de grote verrassing, de sterk rijdende Kevin Colleoni werd na hem derde.

Pidcock was koning, keizer en admiraal in de Giro U23 – foto: IsolaPress

flag-it Giro Cyclistico d’Italia U23 2020 – eindklassement
1. flag-gb Tom Pidcock (Trinity Racing) in 26u22m53s
2. flag-be Henri Vandenabeele (Lotto Soudal U23) +2m25s
3. flag-it Kevin Colleoni (Biesse Arvedi) + 5m54s
4. flag-it Giovanni Aleotti (CT Friuli ASD) + 6m34s
5. flag-it Filippo Conca (Biesse Arvedi) +7m52s
6. flag-ch Yannis Voisard (Swiss Racing Academy) +10m46s
7. flag-es Alejandro Ropero (Kometa-Xstra) +10m59s
8. flag-es Jokin Murguialday (Caja Rural-Seguros RGA U23) +11m23s
9. flag-dk Asbjørn Hellemose (VC Mendrisio) +11m25s
10. flag-it Edoardo Zambanini (Zalf Euromobil Désirée Fior) +13m12s
62. flag-nl Daan Hoole (SEG Racing Academy) +1u11m36s
Volledig eindklassement


Parcours

De organisatie van deze 44ste Baby Giro heeft uitgepakt met een prachtig en veelzijdig parcours. Verdeeld over tien etappes malen de renners komende week in Italië 1323,9 kilometer af, met daarin 18450 hoogtemeters verwerkt. De sprinters komen er met slechts twee of drie kansen bekaaid vanaf, terwijl de klimmers zich in ieder geval mogen verheugen op drie aankomsten bergop.

Verder zijn er een drietal heuvelachtige etappes. Typisch van die ritten waarin het beloftenpeloton van start tot finish oorlog maakt. Je kunt daar de Giro niet winnen, maar absoluut wel verliezen. Een lange individuele tijdrit maakt de route compleet.

Donderdag 3 juni, etappe 1: Cesenatico – Riccione (144,5 km)

Deze Ronde van Italië voor beloften – laten we de wedstrijd zo voor het gemak maar blijven noemen – begint met een vlakke etappe. Met 1200 hoogtemeters en twee klimmetjes van de derde categorie, is het geen uitgemaakte zaak dat de pure sprinters hier wel aan de zege mogen denken.

Er zijn echter ook een heel aantal rappe mannen die juist gebaat zijn bij een lastige finale. Denk bijvoorbeeld aan Jarrad Drizners of Laurence Pithie, maar ook aan diens ploeggenoot en man in vorm Marijn van den Berg en – eveneens in vorm – Stan Van Tricht. Nadat de renners de grens met San Marino passeren, ligt de streep aan een boulevard.

Hoogtemeters: 1200
Start: flag-it 12.35 uur
Finish: flag-it rond 16.00 uur


Vrijdag 4 juni, etappe 2: Riccione – Imola (138,3 km)

Op papier lijkt de tweede rit niet heel veel lastiger dan de eerste. Hij is slechts een paar kilometer korter en de hoogtemeters zijn nagenoeg hetzelfde. Maar schijn bedriegt. Het venijn zit hem vooral in de start, want deze etappe finisht op het WK-parcours van Imola.

Met twee steile beklimmingen (weliswaar van de derde categorie) over slecht asfalt in de laatste 23 kilometer, gaan de sprinters hier waarschijnlijk niet overleven. De Cima Gallisterna ligt op tien kilometer van de streep. Op die heuvel reed Julian Alaphilippe vorig jaar iedereen uit het wiel om naar de regenboogtrui toe te rijden. Welke belofte doet hem dat hier na?

Hoogtemeters: 1300
Start: flag-it 12.10 uur
Finish: flag-it rond 15.30 uur


Zaterdag 5 juni, etappe 3: Cesenatico – Cesenatico (132,5 km)

De derde etappe is een typische beloftenrit. De start is in kustplaats Cesenatico en na het uitrijden van deze stad trekken de renners landinwaarts voor de nodige hoogtemeters. In een tijdsbestek van 55 kilometer liggen in het midden van de etappe beklimmingen van de derde (twee), tweede en eerste categorie.

Een prachtig speelveld voor de mannen in vorm om oorlog te maken. Na de top van de Brabotto (eerste categorie, top op veertig kilometer van de streep) gaat het in grotendeels dalende lijn naar de laatste vijftien kilometer. Daarna is het vlak tot aan de finish, op een brede baan. Een klein groepje zal hier strijden om winst.

Hoogtemeters:2000
Start: flag-it 11.50 uur
Finish: flag-it rond 15.30 uur


Zondag 6 juni, etappe 4: Sorbolo Mezzani – Guastalle (25,4 km, ITT)

Terug van weggeweest in de Giro U23: een individuele tijdrit. De laatste keer dat-ie erin zat, was in 2018. Toen was het een tijdrit waarin de renners starten op de werkelijke tijdsverschillen van elkaar. Aleksandr Vlasov won destijds, voor João Almeida en Robbert Stannard. Toen zaten er de nodige hoogtemeters in, nu is het volledig vlak aan 25,4 kilometer. Er zitten maar vier echte bochten in het traject, een echt parcours voor de powerhouses dus. Denk dan vooral aan jongens als Nederlandse beloftekampioen Daan Hoole, Ben Healy en Gérman Dario Gómez.

Hoogtemeters: 50
Start eerste renner: flag-it 12.30 uur
Finish laatste renner: flag-it rond 15.30 uur


Maandag 7 juni, etappe 5: Fanano – Sestola (142 km)

Ook de vijfde etappe is er eentje waarin we een felle strijd voor het klassement zullen zien. In de heuveletappe naar Sestola staan er drie langere beklimming van de tweede en eerste categorie (van die laatste zijn er twee) op de rol. De eerste top van de eerste categorie ligt op 13 kilometer voor het einde, gevolgd door een snelle afdaling.

Daarna volgen nog de steile flanken van de Colle Passerino, met haar top op 2,5 kilometer voor de streep in Sestola. Dat is overigens een bekende aankomst. In de echte Giro pakte Joe Dombrowski daar dit jaar de vierde rit. Hier deden ze Sestola in 2018 ook aan: toen won Markus Wildauer solo.

Hoogtemeters: 2500
Start: flag-it 10.40 uur|
Finish: flag-it rond 14.30 uur


Dinsdag 8 juni, etappe 6: Bonferraro di Sorgà – San Pellegrino Terme (176 km)

Op dinsdag 8 juni staat de langste etappe van deze Giro op het programma. Vluchters met snode plannen ruiken hun kans. De rit is tot zo’n 145 kilometer nagenoeg helemaal vlak. Daarna volgt de beklimming van de Selvino (tweede categorie), de enige berg van de dag. De top van deze helling ligt op net geen twintig kilometer van de streep in San Pellegrino Terme.

Het is een moeilijk te voorspellen rit. Vroege en late vluchters maken hier kans op winst, de klassementsrenners kunnen elkaar bestoken in de finale, maar ook sterke sprinters zouden hier kunnen overleven. Dan dan bijvoorbeeld aan Marius Mayrhofer.

Hoogtemeters: 1700
Start: flag-it 12.15 uur
Finish: flag-it rond 16.30 uur


Woensdag 8 juni, etappe 7: Sondrio – Lago di Campo Moro (119,4 km)

De zevende etappe van deze Giro kunnen we gerust omdopen tot koninginnenrit. Met twee beklimmingen van de tweede categorie en aankomst op Lago di Campo Moro (de enige klim van buitencategorie deze ronde), krijgt het eindklassement hier aan het eind van de dag een blauwdruk.

De klim naar Campo Moro is een verschrikking. Tijdens de Giro Rosa van 2018 werd er een klimtijdrit georganiseerd op de flanken van deze beklimming. Annemiek van Vleuten legde er de basis voor haar eindoverwinning later die week. Nummer twee Ashleigh Moolman eindige op bijna twee en een halve minuut.

Hoogtemeters: 3100
Start: flag-it 12.40 uur
Finish: flag-it rond 16.30 uur


Donderdag 10 juni, etappe 8: Aprica – Andalo (115,5 km)

Ook tijdens de achtste etappe moeten de klassementsrenners hun borst natmaken. Vanuit het vertrek beginnen ze meteen aan de beklimming van de Passo del Tonale van eerste categorie. Hier zullen alleen de beste klimmers bovenkomen. De vraag is dan of zij elkaar vinden in de afzink en de vallei richting de voet van de slotklim naar Andalo.

Ook deze berg is van de eerste categorie, maar op papier is ze wel eenvoudiger dan de Tonale. Als er renners van de tweede lijn weten terug te keren in het tussenstuk tussen de top van de Tonale en de slotklim, zouden we richting de aankomst weleens een koers in een koers kunnen hebben.

Hoogtemeters: 2300
Start: flag-it 12.40 uur
Finish: flag-it rond 16.00 uur


Vrijdag 11 juni, etappe 9: Cavalese – Nevegal (167,1 km)

Voor de klassementsrenners wacht er nog één afspraak om het verschil te maken. Dat is de negende etappe naar Nevegal. Onderweg liggen drie beklimmingen van de eerste categorie en eentje van de derde categorie. Vanuit de start is het meteen klimmen geblazen naar de top van de Passo Valles, met 2031 meer boven zeeniveau de hoogste bergtop in deze ronde.

Daarna volgt een lange afdaling richting Nevegal, de klim van eerste categorie die de renners in de finale twee keer doen. Ze weten dus wat ze te wachten staat. Opvallend ook aan deze etappe, is dat ze net zo veel hoogtemeters als de koninginnenrit heeft. Spektakel op komst!

Hoogtemeters: 3100
Start: flag-it 12.50 uur
Finish: flag-it rond 16.00 uur


Zaterdag 12 juni, etappe 10: San Vito al Tagliamento – Castelfranco Veneto (162,7 km)

Voor de klassementsrenners is de slotrit een ode aan zijn leiderstrui. Wie het roze kleinood na de negende etappe draagt, mag zich opmaken voor een koninklijke, vlakke rit naar Castelfranco Veneto. Onderweg liggen nog twee klimmetjes van de derde categorie, waaronder de Muro di Ca’ del Poggio. Op die helling vond in 2018 de eerder aangehaalde eindstrijd plaats.

Ondanks een aantal hoogtemeters in het midden van de etappe, lijkt de afsluitende etappe rijp voor een massasprint. De enige vraag is welke pure spurters de bergen overleefd hebben en welke ploeg het heft in handen neemt voor een sprintkans.

Hoogtemeters:1200
Start:flag-it 12.20 uur
Finish:flag-it rond 16.00 uur


Favorieten

Zoek niet naar het Development Team van Jumbo-Visma op de startlijst. De Nederlandse opleidingsploeg is er in Italië niet bij. Desondanks blijft er een heel deftig deelnemersveld over, met vrijwel alle grote namen uit het U23-circuit aan de start. Ondanks dat de Vredeskoers (UCI Nations Cup) tegelijkertijd start met deze BabyGiro, kiezen de meeste jonge renners en masse voor de Italiaanse rittenkoers. Samen met de Tour de l’Avenir vormt deze grote ronde voor de U23-coureurs de belangrijkste afspraak voor klassementsrenners op de U23 UCI-kalender. Wie stapt in de schoenen van de heerser van 2020, Tom Pidcock?

De kans is best groot dat we de eerste Spaanse eindwinnaar ooit krijgen in de Giro d’Italia U23. Juan Ayuso rijdt namelijk alles en iedereen op een hoop in het Italiaanse beloftencircuit, wereldwijd bekend om het hoge niveau in deze koersen. Het 18-jarige toptalent van Colpack-Ballan maakt op 1 augustus de overstap naar UAE-Emirates. Ayuso won dit jaar al twee UCI U23-koersen (Trofeo PIVA en Giro del Belvedère) en twee ritten en het eindklassement in de Italiaanse nationale rittenkoers Giro di Romagna. Ayuso is explosief en mag nu ook zijn grote talent tentoonspreiden op de langere beklimmingen. Aanschouw…

De grote uitdager van Ayuso komt uit Zuid-Amerika. Colombia Tierra de Atletas-GW Bicic brengt namelijk Jesus David Peña aan het vertrek. De 21-jarige klimmer kende in 2020 een moeilijk jaar, maar hij lijkt weer helemaal terug. Vorige maand won hij twee etappes en het eindklassement in de Ronde van Colombia U23, zeg maar de Ronde van de Toekomst van dat land. Dat deed Peña overigens ook in 2019 en ook in dat jaar reed hij deze BabyGiro. De pocketklimmer werd toen zevende in het eindklassement. Dat resultaat zal hij maar wat graag willen verbeteren. Gezien de laatste jaren zou eindwinst er dan goed in kunnen zitten.

Anthon Charmig – foto: Cor Vos

Een van de renners die dankbaar gebruikmaakt van de mogelijkheid om als eerstejaars eliterenner in deze verkapte beloftenkoers te starten, is Anthon Charmig. De 23-jarige Deen rijdt bij de opleidingsploeg van Uno-X. De laatste jaren koerste hij vooral in eigen land, maar dit jaar maakt de renner van Uno-X Dare bergop indruk. In de Ronde van Turkije eindigde hij tussen de profs bijvoorbeeld als zesde in het eindklassement. In de Alpes Isère Tour was afgelopen maand dan alleen Sjoerd Bax hem te snel af in het eindklassement. Gezien Charmig het meest rijp is van de topfavorieten, kan hij dat fysieke voordeel uitbuiten.

Net als Peña, kende ook Sean Quinn een lastig 2020. Hij kon zijn resultaten uit het seizoen ervoor namelijk niet bevestigen, al mocht hij aan het einde van het seizoen wel stagelopen bij Deceuninck-Quick-Step. De 21-jarige Amerikaan van Hagens Berman Axeon werd toen als eerstejaars belofte zesde in het eindklassement van deze Giro d’Italia. Vorig jaar moest hij genoegen nemen met een zeventiende plek en dus zal hij op wraak zinnen. Onder leiding van Koos Moerenhout is Quinn bezig aan een sterk seizoen. In Portugal won hij de UCI 1.2-koers Classica da Arrabida en in de Volta ao Algarve kroon hij zich tot beste jongere.

Na zijn verrassende tweede plaats van vorig jaar, trok Henri Vandenabeele daarna door naar de Ronde de l’Isard om nog eens als tweede te eindigen. Afgelopen winter stapte de 21-jarige Belg over van Lotto Soudal U23 naar DSM Development. Maar in het shirt van de Duitse formatie heeft de jonge klimmer tot op heden geen indruk weten te maken. Of er een nieuwe podiumplaats voor Vandenabeele inzit, valt dus te bezien. Hij kan in ieder geval rekenen op zijn jonge Italiaanse ploeggenoot Marco Garofoli. De 18-jarige renner werd vijfde in Strade Bianche U23 en eindigde in de Giro di Romagna net buiten de top-10 (elfde).

Henri Vandenabeele – Cor Vos © 2021

Uno-X Dare heeft op papier misschien wel de sterkste selectie op papier. Zij kunnen het de Colombiaane pocketklimmers heel erg lastig maken. Naast Charmig beschikken de geel-roodhemden namelijk ook over de klimmende tweelingsbroers Tobias Halland en Anders Halland Johannessen. De laatste werd onlangs negende in het eindklassement van de Ronde van Turkije en besloot de Alpes Isère Tour als tiende. Zijn tweelingbroertje verzamelde de laatste jaren vooral DNS’jes en DNF’jes, maar ook hij toonde dit jaar al zijn klimmersbenen. In de tweede etappe van de Tour of the Alps hield hij zich staande tussen de profs.

Het is op de startlijst zoeken naar pareltjes binnen de clubteams. We hebben er eentje gevonden bij V.C. Mendrisio uit Zwitserland, voor wie Asbjørn Hellemose uitkomt. De 22-jarige Scandinaviër verhuisde op eigen houtje in 2019 van thuisland Denemarken naar Italië, in Verona om precies te zijn. Hellemose ontwikkelde zich daarna gestaag. Hij zette tot op heden prima resultaten neer in het Italiaanse circuit. Met zijn lange lijf is hij niet meteen het ideale kilmmerstype, maar hij redt zich bergop prima. Wat heet: vorig jaar reed Hellemose zich in het slotweekend de top-10 van het eindklassement van deze ronde binnen.

Met Swiss Racing Academy staat er nog een tweede Zwitserse formatie aan het vertrek, al behelst het nu een Continental-team. De Nieuw-Zeelandse klimmer Andrew Bidwell laten ze thuis, maar met Yannis Voisard kan die ploeg terugvallen op een degelijke kopman. De 22-jarige Zwitserse klimmer was een van de revelaties van 2020. Hij werd vorige jaar zesde in het eindklassement van deze Giro. In de Ronde de l’Isard – de enige andere rittenkoers die voor beloften doorging – bezorgde Voisard zijn ploeg ook nog een elfde plak. De jonge Zwitser zal zich dus ook nu willen laten zien, om te bewijzen dat hij geen eendagsvlieg is.

Anders Halland Johannessen tijdens de Tour of Turkey – foto: Uno-X/Mario Stiehl

De BabyGiro is de Colombianen goed gezind de laatste tien jaar. Het toppunt was de editie van 2019, waar ze alle podiumplaatsten bezetten. Naast Peña hebben ze nu ook meerdere paarden om op te wedden. Wat te denken van Didier Merchan (21)? Vorig jaar werd hij zevende in de voorlaatste rit van deze Giro, maar vooral op zijn eigen continent maakte hij indruk. In december eindigde hij nog als derde in de Clásico RCN, achter ex-profs José Hernández en Oscar Sevilla. Hij werd in april dan weer tweede in de Ronde van Colombia U23, achter Peña. Pas ook op voor de derde, gevaarlijke Colombiaan: Germán Dario Gómez.

De Italianen komen voor het eindklassement amper in aanmerking. Heel simpel gezegd: dit type renner hebben ze op dit moment niet voor handen. En als er al eentje zou kunnen meespelen om eindwinst, rijdt-ie in een team van buiten Italië. Marco Frigo verdedigt namelijk de kleuren van het Nederlandse SEG Racing Academy. De 21-jarige Italiaan kan bergop lang mee, getuige ook zijn veertiende plek in de Ronde de l’Isard van vorig jaar. Hij won daarnaast de virtuele rittenkoers van zijn ploeg SEG Racing Academy, met daarin onder andere de beklimming naar de Mont Ventoux. Brengt Frigo de tifosi in vervoering?

Naast deze tien namen, zijn er nog een heel aantal renners die als outsiders ver zouden kunnen komen. Wat dat betreft moet je met een schuin oog naar Groupama-FDJ U23. Zij brengen de Nieuw-Zeelandse klimmer Reuben Thompson en de Zwitserse mountainbiker Alexandre Balmer aan het vertrek. Qhubeka U23 start hier met de nummer elf van vorig jaar, de Eritreeër Henok Muulubrhan. Vanuit Italiaanse perspectief is het uitkijken naar de prachtige tenues van Zalf-Euromobil-Désirée Fior, met daarin getooid man in vorm Edoardo Zambanini. Hij eindigde vorig jaar als tiende in het eindklassement van deze rittenkoers.

Marco Frigo op het Tom Dumoulin Bike Park – foto: George Deswijzen

Daarnaast staan er nog een aantal interessante namen op de deelnemerslijst, zoals de tweelingzonen (18) van Aleksandr Vinokourov: Alexandre en Nicolas. Datzelfde geldt voor de Colombiaanse parel Yesid Pira. De 21-jarige klimmer won onlangs een bergetappe in de Ronde van Colombia en eindigde er uit het niets op de vijfde plaats in het eindklassement. Tot voor kort was Pira nog bezorger bij een plaatselijk restaurant in Colombia. Hij ontdekte de racefiets en bleek een waar klimtalent. Hij start hier in het shirt van Caja Rural-Seguros RGA U23. Ook zijn ploeggenoot Richard Huera uit Ecuador gaat goed bergop.

Lotto Soudal U23 hoopt op een mooie verrassing van Luca Van Boven, terwijl Kometa U23 datzelfde doet met Alex Martin. Namens Gazprom-RusVelo U23 komt Andrei Stepanov hier aan de start, die op een goede dag ook gevaarlijk kan zijn voor het eindklassement. De grootste dark horse is echter Thomas Gloag van Trinity Racing. De 19-jarige Brit profileerde zich in het slotweekend van vorig jaar tot meesterknecht van Pidcock, als enige ploeggenoot die nog in koers was. Met een vierde plaats en zevende plek in die laatste twee bergetappes, verzekerde Gloag zich van de veertiende plaats in het eindklassement. Kan hij dat opnieuw?


Sprinters

Er zijn dus niet heel veel kansen voor de sprinters deze ronde. Maar in die ritten kunnen we wel de usual suspects verwachten. Op papier is Michele Gazzoli (Colpack-Ballan) de snelste van dit jaar, maar qua uitslagen doet Cristian Rocchetta (General Store-F.ulli Curia-Essegibi) het beter. Bij Groupama-FDJ kunnen ze terugvallen op twee rappe mannen, die bovendien allebei in vorm zijn. Dat zijn Marijn van den Berg en Laurence Pithie. Beiden kunnen een koers ook afmaken na een wat zwaardere rit. Dat geldt overigens ook voor Jarrad Drizners van Hagens Berman Axeon en voor Stan Van Tricht van SEG Racing Academy.

Marijn van den Berg boerde onlangs goed in de Orlen Nations Cup – foto: Cor Vos

Hebben we dan alle snelheidsduivels al gehad? Nee. In de sprints kun je ook deze namen van voren in de daguitslag terug zien komen: Luca Coati (Qhubeka), Brandon Rojas (Colombia Tierra de Atletas-GW Bicic), Marius Mayrhofer (DSM Development), Ben Turner (Trinity), Andoni López de Abetxuka (Caja Rural-Seguros RGA U23), Arnaud De Lie (Lotto Soudal U23), Gabriele Benedetti, Federico Guzzo, Alex Tolio (alle drie Zalf-Euromobil-Désirée Fior), Riccardo Bobbo (Work Service Dynatek Vega) en Luca Colnaghi (Zalf Euromobil Désirée Fior). Laatstgenoemde sprintte vorig jaar nog naar twee ritzeges, stond op het punt een profcontract bij Intermarché-Wanty Gobert te tekenen, maar raakte toen verzeild in een dopingzaak. Hij bleek onschuldig en zal dus zinnen op wraak. Al bij al genoeg kanshebbers!

Luca Colnaghi won vorig jaar twee etappes – foto: Giro d’Italia U23 2020


Favorieten volgens WielerFlits
**** Juan Ayuso
*** Jesús David Peña, Anthon Charmig
** Sean Quinn, Henri Vandenabbeele, Anders Halland Johannessen
* Asbjørn Hellemose, Yannis Voisard, Didier Merchand, Marco Frigo

Website organisatie
Deelnemerslijst (FirstCycling)


Weer & TV

Het kwik stijgt de komende anderhalve week tot ver boven de 25 graden Celsius. Er staat amper wind, maar van zondag tot en met maandag voorspellen de weerstations wel de nodige regenval in het gebied waar de Giro doorheen kruist. De liefhebbers van deze koers kunnen helaas geen livebeelden bekijken in Nederland; de RAI zendt de koers wel uit in Italië. Ook kun je het wedstrijdverloop bespreken in de traditionele Volg Hiers van WielerFlits.

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.