Voorbeschouwing: Giro Next Gen U23 – De beste opleidingsploegen tegen elkaar en de terugkeer van Gianni Savio?
Eindwinnaar Leo Hayter schreeuwt het uit - foto: Cor Vos
Youri IJnsen
zaterdag 10 juni 2023 om 07:00

Voorbeschouwing: Giro Next Gen U23 – De beste opleidingsploegen tegen elkaar en de terugkeer van Gianni Savio?

De Giro d’Italia U23 is de grootste en belangrijkste beloftenkoers voor merkenteams. Met oud-winnaars als Juan Ayuso, Tom Pidcock, Aleksandr Vlasov en Pavel Sivakov weet je dat wanneer je deze koers wint, dat je ook bij de profs hoge ogen kunt gooien. Kijk daarom tussen zondag 11 juni en zondag 18 juni uit naar de sterren van morgen Dit keer voor het eerst georganiseerd door RCS Sport, de organisatie die ook de grote Giro in haar portefeuille heeft. WielerFlits blikt vooruit!

Historie

De Ronde van Italië voor beloften is toe aan haar 45ste editie. In 1970 was het Giancarlo Bellini die de Baby Giro – zoals de rittenkoers vroeger heette – voor het eerst won. De reden dat deze rittenkoers zo bekend is, komt door het simpele feit dat al op jonge leeftijd enkele toppers hier wisten te winnen. Een kleine greep: Francesco Moser, Giovanni Battaglin, Claudio Corti, Piotr Ugrumov, Dmitri Konychev, Wladimir Belli, Francesco Casagrande, Marco Pantani, Gilberto Simoni, Leonardo Piepoli, Danilo Di Luca en Tadej Valjavec. Op z’n minst kleurrijke renners te noemen, die ook naam en faam bij de profs maakten.

Na 2004 kwam de klad erin. Meerdere keren ging deze rittenkoers niet door. Vanaf 2008 leek er weer een beetje lijn in te komen, maar na eindoverwinningen van Cayetano José Sarmiento, voormalig wonderkind Carlos Betancur, Mattia Cattaneo en Joe Dombrowski (die won voor Fabio Aru), verdween de GiroBio van de kalender. Gelukkig keerde deze loodzware etappekoers voor beloften in 2017 terug, toen toptalent Pavel Sivakov de Australiërs Lucas Hamilton en Jai Hindley het nakijken gaf. Het jaar erna werd afgesloten met een innovatieve tijdrit, waarbij de favorieten de tijdrit begonnen met hun voorsprong in het klassement.

Het eindpodium van de Baby Giro in 2018: João Almeida, winnaar Aleksandr Vlasov en Robbert Stannard – foto: IsolaPress

Normaliter starten renners om de minuut of om de twee minuten, maar dat was in die bewuste tijdrit niet het geval. Daardoor konden João Almeida en Robert Stannard in de slottijdrit nog van plek zes en zeven naar het podium klimmen. Aleksander Vlasov hield echter zijn roze leiderstrui vast. Dat het niet altijd rozegeur en maneschijn is, bleek in 2019. Toen heersten de Colombianen, die eerste, tweede, derde en zevende werden. Maar de doorbraak bij de profs van eindwinnaar Andrés Camilo Ardila, Einer Augusto Rubio, Juan Diego Alba en Jesús David Peña laat nog altijd op zich wachten, al is die laatste nog jong.

De editie van 2020 was dan weer speciaal omdat het een van de eerste beloftenkoersen tijdens de coronapandemie was. Het was ook de eerste keer dat Tom Pidcock dermate veel indruk maakte in een wegkoers, dat hij vanaf dat moment alleen maar kon doorstoten tot de absolute wereldtop. En zo geschiedde. De kleine Brit won dat jaar met groot vertoon van macht, door onder meer drie bergetappes te winnen. Nog een opvallend feit: sinds 2017 zijn alle renners die hier in de top-10 eindigden van het eindklassement, vroeger of later uitgegroeid tot profrenner. In tussen zijn er ook alweer een paar prof-af, maar we geven het toch maar mee.

Pidcock was koning, keizer en admiraal in de Giro U23 2020 – foto: IsolaPress

Laatste tien winnaars flag-it Giro d’Italia U23
2022: flag-gb Leo Hayter
2021: flag-es Juan Ayuso
2020: flag-gb Tom Pidcock
2019: flag-co Andrés Camilo Ardila
2018: Aleksandr Vlasov
2017: Pavel Sivakov

2012: flag-us Joe Dombrowski
2011: flag-it Mattia Cattaneo
2010: flag-co Carlos Betancur
2009: flag-co Cayetano José Sarmiento


Vorige editie

Afgelopen jaar begon de Giro voor beloften met een vlakke rit in lijn. Sprinttalent Alberto Bruttomesso ging er toen met de zege vandoor, door de maat te nemen van Casper van Uden. Een dag later stond dan weer een lastige, heuvelachtige etappe op het programma. Zo’n negentig renners leken het te gaan uitmaken in een sprint met elkaar, maar dat was buiten Leo Hayter gerekend. De Brit had ’s winters nog twijfels gehad of hij door moest gaan met wielrennen en plots was zijn move de winnende in de tweede etappe. Hij veroverde daardoor ook de roze trui.

Leo Hayter won meteen de tweede etappe – foto: IsolaPress

Een dag later stond de eerste bergetappe op het programma en daar werd meteen duidelijk welke renners over de beste benen beschikten. Dat bleek de rozetruidrager zelf, het jongere broertje van Ethan Hayter. Hij reed meer dan vijf minuten weg bij zijn concurrenten, waarmee de Giro eigenlijk meteen in een beslissende plooi viel. Een dag later werd een lastige sprint vervolgens gewonnen door de Canadees Riley Pickrell, waarna de vijfde etappe ten prooi viel aan de Belgische vluchter Gil Gelders. Daarna stond de volgende bergrit op het programma, aankomst op Colle Fauniera.

Daar toonde Lennert Van Eetvelt zich de beste en verloor Hayter meer dan twee minuten, maar zijn voorsprong was nog altijd geruststellend. De slotrit was er eentje voor de puncheurs en daar won toptalent Romain Grégoire nadat hij eerder al tweede en derde werd in andere etappes. Hij won daardoor wel het puntenklassement. Diens ploegmaat en eveneens toptalent Lenny Martinez won het berg- en jongerenklassement (voor eerstejaars beloften, geboortejaar 2003). De kleine Fransman werd derde in het eindklassement. Van Eetvelt eindigde tussen hem en Hayter in.

flag-it Giro d’Italia U23 2022 – Eindklassement
1. flag-gb Leo Hayter (Hagens Berman Axeon) in 24u21m52
2. flag-be Lennert Van Eetvelt (Lotto Soudal U23) +2m12s
3. flag-fr Lenny Martinez (Groupama-FDJ U23) +4m55s
4. flag-be William junior Lecerf (Lotto Soudal U23) +6m21s
5. flag-nz Reuben Thompson (Groupama-FDJ U23) +7m06s
28. flag-nl Niek Voogt (WPGA) +31m23s
Volledige uitslag

Het eindpodium – foto: IsolaPress


Parcours

Er wacht de beloften in het noorden van Italië andermaal een loodzwaar parcours. Een tijdrit, meerdere heuvelachtige etappes en een aankomst bovenop de Stelvio: alles zet erin. Het recept brengt alleen de allerbeste renner in koers naar voren. Ontdek snel hoe dat parcours eruitziet.

Zondag 11 juni, eerste etappe (individuele tijdri)t: Agliè – Agliè (9,4 km)

De Giro trapt zondags af met een individuele tijdrit van een kleine negen en een halve kilometer. De start is in Agliè, waarna de renners in een kleine en vlakke ronde over vrijwel uitsluitend kaarsrechte wegen aan het zuiden van het dorpje Agliè weer terug rijden naar diezelfde plaats. De finish loopt vervolgens iets op (4 à 5%), maar voor aspirant-profs moet dat geen probleem zijn.

Wel belooft de aankomst in ieder geval prachtig te zijn. De laatste honderden meters lopen door de kasteeltuin van het imposante Castello Ducale di Agliè, waar op de binnenplaats de krijtlijn is getrokken. We noteren alvast met potlood de Belgische tijdritspecialisten Alec Segaert en Jonathan Vervenne.

Afstand: 9,4 kilometer
Hoogtemeters: 50
Start: flag-it 12.50 uur
Finish: flag-it 16.00 uur

Maandag 12 juni, tweede etappe: San Francesco al Campo – Cheerasco (150 km)

De tweede etappe is meteen een verraderlijke. De start is in San Francesco al Campo, net ten noorden van Turijn. Die stad zullen ze aan de oostkant voorbij rijden in de richting van finishplaats Cherasco. In het laatste anderhalf uur van de wedstrijd doemen er een aantal heuveltjes op en zijn ook de eerste bergpunten te verdienen.

Vervolgens zet het peloton koers naar een lokaal circuit, die ze na de afdaling van het laatste gecategoriseerde klimmetje bereiken. De ronde is een kleine twintig kilometer lang en die doen ze anderhalf keer. Er ligt nog een tussensprint en in de laatste twee kilometer zit nog een klimmetje van 1,6 kilometer (met twee haarspeldbochten) aan ruim 5,5%. Halverwege het klimmetje zit een piek van 11%.

De laatste vierhonderd meter zijn vlak, maar op zo’n 150 meter van de streep zit nog een haakse bocht. Daardoor verlies je vrijwel al je snelheid als je niet bij de eersten in het peloton zit. Wellicht dat Luke Lamperti dit aankan en anders een sterke sprinter als Anders Foldager, maar normaal gezien noteren we Francesco Busatto of Davide De Pretto.

Afstand: 151 kilometer
Hoogtemeters: 1550
Start: flag-it 12.15 uur
Finish: flag-it tussen 15.50 uur en 16.12 uur

Dinsdag 13 juni, derde etappe: Priocca – Magenta (141 km)

Er is voor ieder type renner wat wils deze Giro. In de derde etappe komen namelijk de sprinters aan hun trekken. Er is na 55 kilometer wel een heel kort klimmetje, waar ook punten voor het bergklassement te behalen zijn. Verder is deze rit – die in noordoostelijke richting meandert van Priocca naar Magenta – volledig vlak.

De tussensprint op 25 kilometer voor het einde is een opwarmertje voor de gegarandeerde massasprint die we daarna krijgen. Daar ligt in de slotkilometer nog een haakse bocht, waardoor positionering uitermate belangrijk zal zijn. Wie klopt Luke Lamperti of Davide Persico?

Afstand: 141 kilometer
Hoogtemeters: 500
Start: flag-it 12.35 uur
Finish: flag-it tussen 15.49 uur en 16.07 uur

Woensdag 14 juni, vierde etappe: Morbegno – Passo dello Stelvio (119 km)

Een tijdrit, een etappe met een klassiekerprofiel en een massasprint hebben we reeds gehad. Op dag vier komen de echte klimmers aan de beurt. Organisator RCS heeft een relatief korte rit uitgetekend van 119 kilometer. Daarin zijn wel liefst 3000 hoogtemeters opgenomen. Een verschrikking voor iedere sprinter in deze ronde. Deze etappe spreekt tot de verbeelding.

Dat komt met name omdat de finish is getrokken op een hoogte van 2758 meter boven zeeniveau. Doorgewinterde wielerfans weten dat dit maar één ding kan betekenen: een aankomst op de mythische Stelvio. Wie zich vervolgens het iconische beeld van de haarspeldbochten die je kunt zien vanaf de top memoreert, komt bedrogen uit. Dat is de Prato-zijde, maar de beloften rijden vanuit Bormio omhoog.

Behoudens de tussensprint (na 42 kilometer) in Teglio, is de Stelvio-pas ook de enige hindernis van de dag. De favorieten voor de eindzege zullen na deze rit bekend zijn en de sterkste renners in koers kunnen met minuten smijten. Een scenario zoals vorig jaar waar de eindwinnaar al halverwege de ronde bekend is, behoort zeker tot de mogelijkheden. Vrees vooral voor de Colombianen Santiago Umbo, Germán Dario Gómez, Edgar Andres Pinzon en Europeanen Johannes Staune-Mittet, António Morgado en Lukas Nerurkar.

Afstand: 119 kilometer
Hoogtemeters: 3000
Start: flag-it 12.05 uur
Finish: flag-it tussen 15.43 uur en 16.13 uur

Donderdag 15 juni, vijfde etappe: Cesano Maderno – Manerba del Garda (159 km)

De klassementsrenners die een klap hebben gekregen op de Stelvio, krijgen maar weinig tijd om hun wonden te likken. Dat duurt welgeteld 84 kilometer in deze vijfde etappe. Daarna volgt namelijk een profiel dat een beetje lijkt op de Ronde van Lombardije. Voor klassementsrenners zijn dat de meest verschikkelijke dagen op de fiets.

Je kunt in zo’n etappe namelijk niet veel tijd winnen, maar wel veel tijd verliezen. Renners kunnen namelijk voor een plek in de top-10 beginnen te rijden, waarna je een sneeuwbaleffect hebt: de nummer zeven valt aan, de nummer zes reageert. Daarna komt de nummer vijf uit zijn kot, totdat ook de roze trui in actie moet komen.

Deze etappe lijkt daarom ook geschikt voor de meer klimmende types onder de klassiekerrenners. Dit zou weleens de dag kunnen zijn dat Green Project-Bardiani-CSF Faizanè toeslaat. Zij hebben met Alessio Martinelli, Giulio Pellizzari en ook Alessandro Pinarello meerdere kandidaten die hier ritwinst kunnen boeken. De finish is oplopend met een piek van 12% tussen een kilometer en 500 meter voor het einde. Bovenop kijk je uit over het Garda-meer.

Afstand: 159 kilometer
Hoogtemeters: 1750
Start: flag-it 11.55 uur
Finish: flag-it tussen 15.46 uur en 16.10 uur

Vrijdag 16 juni, zesde etappe: Pergine Valsugana – Povegliano (165 km)

Vrijwel vanuit het vertrek is het in de zesde rit klimmen geblazen. Er liggen bovenop de Valico Della Fricca ook bergpunten, dus renners met ambities voor dat klassement zullen zich hier ongetwijfeld roeren. De kans bestaat ook dat er een sterke kopgroep wegrijdt, die best een eind kunnen komen als ze elkaar weten te vinden.

Toch is het voornaamste scenario in deze etappe opnieuw een massasprint. Daarvoor zullen de teams van de overgebleven sprinters wel moeten werken, want de klassementsploegen zullen wellicht een snipperdag nemen aangezien er zaterdag nog een loodzware rit volgt. De tussensprint in Poggiana is bekend terrein voor de meeste beloften. Daar vindt in augustus altijd de U23-eendagskoers Gran Premio Sportivi di Poggiana-Trofeo Bonin Co plaats.

Nadien is het nog zo’n anderhalf uur tot de finish in Povegliano, waar opnieuw een haakse bocht ligt op 200 meter voor het einde. Wie daar niet bij de eerste tien zit, is gezien voor de dagzege. Sowieso is het plaatselijke rondje rondom de finishplaats vrij bochtig, waarbij eventuele vluchters eigenlijk nooit in het zicht van het peloton rijden. Dat is voor aanvallers een voordeel.

Afstand: 165 kilometer
Hoogtemeters: 800
Start: flag-it 11.50 uur
Finish: flag-it tussen 15.44 uur en 16.08 uur

Zaterdag 17 juni, zevende etappe: Possagno – Pian del Cansiglio (176 km)

In de voorlaatste rit moeten de klassementsrenners nog één keer alles geven. Volgens organisator RCS Sport is niet de etappe met de Stelvio de koninginnenrit, maar is het deze naar Pian del Cansiglio. Ergens ook logisch, want het is in deze 176 kilometer lange etappe nergens vlak, ondanks dat we niet boven de 1054 meter boven zeeniveau uitkomen.

De beginfase kent meteen al het nodige reliëf, waardoor een sterke vlucht zal vertrekken. Na de tussensprint in Vittorio Veneto beginnen de beklimmingen elkaar in hoog tempo op te volgen. In een tijdsbestek van honderd kilometer, krijgen de renners vier gecategoriseerde beklimmingen voor hun kiezen, met nog het nodige klim- en daalwerk daar tussenin.

De beklimmingen waarop ook bergpunten te verdienen zijn, zijn achtereenvolgens de Passo San Boldo (6km aan 7,1%), Piano Nevegal (6,5km aan 8,6%), de tweetrapsraket Pieve d’Alpago (4km aan 6,8%)-Malga Cate (6,5km aan 7,8%) en de Campon (10,1km aan 6,4%). De laatste drie zijn allemaal van de eerste categorie.

In totaal heeft deze etappe meer hoogtemeters dan de Stelvio-rit, al is deze natuurlijk ook wel 57 kilometer langer. Desalniettemin hoopt de organisatie op vuurwerk. Klassementsrenners met een ruime achterstand (of die niet konden volgen op de hoogte van de Stelvio), kunnen hier alsnog met minuten smijten en het hele klassement op z’n kop zetten.

Afstand: 176 kilometer
Hoogtemeters: 3800
Start: flag-it 10.45 uur
Finish: flag-it tussen 15.44 uur en 16.08 uur

Zondag 18 juni, achtste etappe: Tavagnacco – Trieste (135 km)

De verschillende klassementen zullen op de slotdag waarschijnlijk al in een definitieve plooi liggen. Toch liggen er tussen Tavagnacco en Trieste nog een tussensprint in Monfalcone (na 105 kilometer) en zijn er bergpunten te verdienen op de Monte San Michele (na 89 kilometer). Maar wie denkt dat het aan de sprinters is, zit mis.

Nu is dat scenario wel mogelijk, hoor. Maar na een loodzware week is het de vraag welke sprinters er überhaupt nog over zijn én welke van hen dan nog de benen hebben om hier voor te gaan. Na de tussen sprint loopt het wegdenk namelijk omhoog tot negen kilometer voor de streep.

Daarna volgt een afdaling, voordat we in Trieste zijn. In de havenstad tegen de Kroatische grens finisht de eerste Giro Next Gen op de boulevard. De renners kunnen in de laatste dertig kilometer al genieten van het uitzicht op de Middellandse Zee, terwijl ze langzaam al bedenken met wat voor salto ze straks een welverdiende verfrissende duik in het zoute water nemen.

Afstand: 135 kilometer
Hoogtemeters: 600
Start: flag-it 12.40 uur
Finish: flag-it tussen 15.51 uur en 16.09 uur


Favorieten

Zoals geschreven in de voorbeschouwing op de Vredeskoers, is het best jammer dat die koers eindigt in het weekend waarin de Giro d’Italia voor beloften begint. In beide gevallen moeten renners keuzes maken, als hun commerciële ploeg ook uitkomt in de Giro Next Gen. Toch rijden vrijwel alle grote commerciële opleidingsploegen deze wedstrijd. En dat belooft een spannende, omdat er niet perse een supertalent onder de klimmers is in deze generatie renners die nog geen prof zijn. Wij proberen de favorieten en outsiders zo goed mogelijk in kaart te brengen.

Santiago Umba – foto: Cor Vos

Een absolute topfavoriet aanwijzen is moeilijk. Toch lijkt die opnieuw uit Colombiaanse hoek te komen. GW Shimano-Sidermec doet mee, een Colombiaans Continental-team aan wie de flamboyante teammanager Gianni Savio zich heeft verbonden. Zij brengen Santiago Umba aan het vertrek, die in 2021 en 2022 prof was bij Androni Giocattoli-ploeg van Savio. Voor insiders kwam het 2021-seizoen van Umba als een verrassing, die zich omturnde van sprinter tot klimmer. Hij werd dat jaar onder meer derde in de Tour de Savoie-Mont Blanc en vierde in de Tour Alsace. Vorige maand werd Umba dan weer vijfde in de Colombiaanse Ronde van de Toekomst.

Waar de kleine Colombiaan (voor nu) prof-af is, neemt hij het op tegen een toekomst prof. Johannes Staune-Mittet rijdt de komende jaren voor het WorldTeam van Jumbo-Visma. Vorig jaar maakte de 21-jarige Noor van het Nederlandse opleidingsteam grote indruk in de zwaarste U23-rittenkoersen op de kalender én tussen de profs. Hij won de Ronde de l’Isard, werd tweede in de Ronde van de Toekomst en vijfde in de Sazka Tour tussen de profs. Ook dit seizoen gaat het vooralsnog crescendo. “Voor mij gaat het alleen om winnen”, vertelt hij in gesprek met WielerFlits. Met toptalent Per Strand Hagenes, Loe van Belle en reserve Menno Huising is hij sterk omringd.

Ook talentenfabriek Hagens Berman Axeon is weer van de partij in Italië. Zij brengen toptalent António Morgado aan het vertrek. De 19-jarige besnorde Portugees is een van de namen om naar uit te kijken voor de toekomst. Bij de junioren was hij vorig jaar al outstanding, met een eindzege in de hoog aangeschreven Giro Della Lunigiana en tweede plekken in Nations Cup-wedstrijden Trophée Centre Morbihan en de Vredeskoers. Bij de beloften won hij meteen de Tour of Rhodos en werd hij vierde in het Circuit des Ardennes. Hij was ook de beste man in koers tijdens de Orlen GP, maar pech in de vierde etappe maakte hem kansloos voor de eindzege.

Waar ploegen als UAE Emirates en INEOS Grenadiers jagen op Morgado, heeft ook Lukas Nerurkar over interesse niet te klagen. De 19-jarige Britse klimmer komt uit het mountainbiken en had vorig jaar nodig om zich aan te passen aan het niveau. Afgelopen winter zette hij een grote stap en dat kwam meteen tot uiting in O Gran Camiño. Daar werd de klimmer van Trinity Racing zesde in het eindklassement (gewonnen door Jonas Vingegaard). Vorige week won hij nog een rit in de GP Orlen en was hij op weg naar het podium, maar kreeg hij in de slotrit een inzinking. Leuk detail: zijn vader Richard Nerurkar werd vijfde op de olympische marathon in Atlanta (1996).

Nerurkar won de witte jongerentrui in O Gran Camiño – foto: Cor Vos

Een van de revelaties van de Ronde van Italië voor beloften van vorig jaar, was zonder twijfel William junior Lecerf. De inmiddels 20-jarige Belg werd vrijwel uit het niets vierde in het eindklassement. Op persoonlijk vlak raakte hij daarna in onmin met zijn ploeg Lotto Soudal U23. In de nazomer vertolkte hij vervolgens een belangrijke rol voor de eindzege van Cian Uijtdebroeks in de Ronde van de Toekomst, maar dat deed hij al op een fiets van zijn nieuwe ploeg: Soudal-Quick-Step U23. Namens zijn nieuwe ploeg kwam Lecerf eind februari een seconde tekort voor de eindzege in de Tour du Rwanda. Dat werd hij vorige maand ook in de Ardense Pijl.

We zien in Italië ook de opleidingsploeg van Tudor terug. De Zwitserse ploeg brengt hier Hannes Wilksch aan het vertrek, die na drie jaar Team DSM overstapte naar het team van Fabian Cancellara. De 21-jarige Duitser werd vorig jaar zevende in deze Giro en later ook in de Tour de l’Avenir. Wilksch heeft zijn strepen verdiend. Zijn vorm lijkt in ieder geval ook op orde, gezien zijn derde plaats in de Orlen GP van vorige week. De Duitser vormt een gevaarlijk duo met de twee jaar jongere Mathys Rondel. De 19-jarige Fransman werd achtste in de Orlen GP, maar Rondel werd vorig jaar als eerstejaarsbelofte toch ook al zevende in de altijd lastige Ronde de l’Isard.

Hannes Wilksch op het jongste WK – foto: Cor Vos

Het Colombiaanse GW Shimano-Sidermec komt met een sterk blok naar hier. Of ze net als de nationale selectie in 2019 een 1-2-3’tje kunnen bewerkstelligen, lijkt lastig. Maar met Umba en Germán Dario Gómez hebben ze wel twee klanten voor het eindklassement. Toch plaatsen we onze vraagtekens bij de 22-jarige Gómez. In Zuid-Amerika rijdt hij sterke resultaten; zo won hij eind april de zevendaagse Vuelta de la Juventud, de Colombiaanse Ronde van de Toekomst. Vorig jaar toonde hij zich in enkele Italiaanse U23-rittenkoersen, maar in de zwaardere rittenkoersen (deze Giro, de Ronde van de Aosta-vallei en de Tour de l’Avenir) was hij brandhout.

Ook Trinity Racing heeft een tweede pion voor de eindzege aan boord. We hebben het dan over Finlay Pickering. De 20-jarige Britse pocketklimmer mocht in januari nog mee met Jumbo-Visma op trainingskamp en dat wil toch wat zeggen. Heel gek is het overigens niet, want Pickering won vorig jaar de Tour Alsace na een overtuigende overwinning op La Planche des Belles Filles. Twee weken geleden deed hij ook goed mee in de Alpes Isère Tour, een lastige Franse klimkoers. De vraag is alleen wel of Trinity probeert om zowel Nerurkar en Pickering hoog in het klassement te houden, of dat ze toch kiezen om een van de twee te laten werken voor de best geplaatste. 

Tijmen Graat – foto: Cor Vos

Ook bij Jumbo-Visma kunnen we die vraag stellen. Zij hebben met Tijmen Graat namelijk nog iemand in de gelederen die bij een vrijgeleide best een heel eind kan komen in het eindklassement. De 20-jarige Nederlander uit Boxmeer maakte vorig jaar als eerstejaars al een goede indruk, met een dertiende plaats in de Oberösterreich Rundfahrt en een vijftiende plek in de Tour Alsace. In de Ronde de l’Isard was hij in de bergrit naar Goulier Neige dan weer van goudwaarde voor Archie Ryan en Staune-Mittet, die één en twee werden. Dit jaar won Graat vervolgens een rit en het eindklassement in de Istrian Spring Trophy en de GP Palio del Recioto.

Opvallend dit jaar aan de Giro Next Gen is dat er met Green Project-Bardiani-CSF Faizanè een profploeg aan de start staat. Dat is voor het eerst. Het team van de broers Bruno en Roberto Riverberi hebben binnen hun structuur een aparte tak voor beloften ingericht. Daarmee willen ze de volgende generatie Italiaanse profs opleiden voor zichzelf. Zij komen met een sterke ploeg, maar hebben niet perse een op en top ronderenner in de gelederen. Toch moeten we de profervaring niet onderschatten. Alessio Martinelli (22) is hun beste troef voor een mooie eindnotering, al moet hij zich nog wel bewijzen in het hooggebergte. Is hij de nel van dit stel?

Alessio Martinelli – foto: Cor Vos

Outsiders

Voor een mooie top 10-notering zijn er ook een aantal outsiders die we willen belichten. Denk bijvoorbeeld aan Martinelli’s ploeggenoot Giulio Pellizzari (19). De jongeling maakte indruk in een ontsnapping in de Tour of the Alps en hij werd vijftiende in de Orlen GP. Hij heeft zonder meer de toekomst en het is interessant om te zien hoe hij zich staande houdt. Wat betreft de Italianen is het wel echt zoeken. Wat dat betreft is het kijken naar Edoardo Sandri (21) van de opleidingsploeg van Q36.5 en Davide Toneatti (22) van Astana Qazaqstan Development. Bij Friuli ASD is het opletten voor Roman Ermakov (18). Hij was sterk bij de junioren vorig jaar.

Groupama-FDJ U23 was hier vorig jaar nog een van de te kloppen ploegen. Ze waren doorheen het jaar zeer succesvol en dat leverde liefst acht van hun renners een profcontract op. Pickering en Joe Pidcock verlieten daar bovenop het team, waardoor de Fransen moeten bouwen aan een heel nieuwe ploeg. Bij hen is het wachten op het doorstoten van Trym Brennsæter (20) en uitkijken naar Brieuc Rolland (19). De jonge Fransman werd vorige maand zesde in de Alpes Isère Tour. GW Shimano-Sidermec heeft ook nog Edgar Andrés Pinzon in de gelederen. Hij werd vorig jaar achtste in de Giro di Sicilia tussen de profs, maar zijn bevestiging bleef daarna wel uit.

Max van der Meulen – foto: Cor Vos

Tot slot nog aandacht voor twee renners. De eerste is Mats Wenzel van Leopard TOGT. De 20-jarige Luxemburg reed vorig jaar een verdienstelijke Ronde van de Toekomst (negentiende) en was onlangs nog bij de pinken in de Orlen GP, waar hij als twaalfde eindigde. Wie weet dat hij in een langere koers nu nog wel beter tot zijn recht komt. En dan is er nog Max van der Meulen, die zichzelf wil ontwikkelen tot klassementsrenner. De 19-jarige Nederlander van Team DSM heeft het lastig in zijn eerste jaar als belofte, maar hij was vorig jaar bij de junioren outstanding. Als hij dat niveau opnieuw kan benaderen, dan ligt er voor hem een mooie Italiaanse week in het verschiet.

Sprinters en rittenkapers

Ook voor de sprinters is de Giro Next Gen een prestigieuze wedstrijd. De te kloppen sprinter in deze ronde is Luke Lamperti. De 20-jarige Amerikaans van Trinity Racing sprintte dit seizoen al naar zeven UCI-zeges en kan ook rekenen op heel veel interesse uit de WorldTour. Zijn grootste uitdagers zijn Davide Persico (22) van Colpack-Ballan en Alberto Bruttomesso (19) van Friuli ASD. Die laatste won vorig jaar al een rit en tekende reeds een driejarig profcontract bij Bahrain Victorious. Anders sterke snelle mannen zijn Anders Foldager, Roel van Sintmaartensdijk, Noah Hobbs, Kasper Andersen, Tim Torn Teutenberg, Tijl De Decker en Gianluca Pollevliet.

Alec Segaert – foto: Cor Vos

Naast de sprints, liggen er ook de nodige kansen voor klassiekerspecialisten en aanvallers. Denk dan vooral aan mannen als Jordan Labrosse (AG2R Citroën U23), Giacomo Villa (Biesse-Carrera), Francesco Busatto (Circus-RuEz-Technord), Vlad Van Mechelen (Team DSM U23), Thibaud Gruel (Groupama-FDJ U23), Darren Rafferty, Jan Christen (beiden Hagens Berman Axeon), Per Strand Hagenes (Jumbo-Visma U23), Alec Segaert (Lotto Dstny U23), Joshua Gudnitz, Tobias Svarre (beiden ColoQuick), Davide De Pretto (Zalf Euromobil Désirée Fior), Alexander Hajek, Marco Schrettl (beiden Tirol-KTM) en Gil Gelders (Soudal-Quick-Step).

Favorieten volgens WielerFlits
**** Santiago Umba
*** Johannes Staune-Mitte, António Morgado
** Lukas Nerurkar, Hannes Wilksch, William junior Lecerf
* Germán Dario Gómez, Finlay Pickering, Tijmen Graat, Alessio Martinelli

Website organisatie
Deelnemerslijst (ProCyclingStats)


Weer & tv

Er wacht de beloften in Noord-Italië een enorm warme week. De temperaturen schommelen overdag tussen de 24 en 27 graden Celsius, al zal de temperatuur op de bergtoppen en de hoger gelegen heuvels (beduidend) lager liggen. Het waait wel amper, maar wel zal er af en toe een regenbui neerdalen op de renners.

De koers is dagelijks in samenvatting van liefst 1 uur te zien bij GCN en ook op de kanalen van RCS Sport is de Giro Next Gen te volgen. op tv te zien in België en Nederland. Bespreek het verloop van de etappes ook in het Wielercafé van WielerFlits.


RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.