Voorbeschouwing: Giro Rosa 2019
Annemiek van Vleuten wil haar titel verdedigen - foto: Cor Vos
vrijdag 5 juli 2019 om 07:30

Voorbeschouwing: Giro Rosa 2019

Ah, juli… De maand waarin de beruchte Tourpoule steevast het belangrijkste gesprek bij de koffieautomaat is. Het is de maand van transistorradio’s, bocht zeven en renners die zich traag een weg banen tussen oneindige zonnebloemvelden. Maar we mogen naast al het Tourgeweld niet vergeten dat er nog een gigantisch grote koers op het programma staat. De beste vrouwen ter wereld strijden namelijk om eeuwige glorie in de dertigste editie van de Giro Rosa, de enige grote ronde op de vrouwenkalender. Volgt Annemiek van Vleuten zichzelf op of houdt iemand haar van titelprolongatie? WielerFlits blikt uitgebreid vooruit.

Historie

Weet u wat de Women’s Challenge en de Tour de France féminin gemeen hebben? Inderdaad: het zijn grote meerdaagse vrouwenkoersen met een rijke geschiedenis. Het enige probleem met deze wedstrijden? Ze zijn in het verleden achtergebleven. De eerstgenoemde wedstrijd bijvoorbeeld. De Women’s Challenge werd in 1984 voor het eerst georganiseerd in de staat Idaho. Grote namen als Jeannie Longo, Clara Hughes Judith Arndt staan op de erelijst, maar de koers wordt al lang niet meer georganiseerd.

Op het hoogtepunt van de Amerikaanse koers kon er zeventien dagen worden gekoerst. En er was zelfs een editie waarin er 125.000 dollar aan prijzengeld werd uitgekeerd. Ter vergelijking: in de Giro Rosa is dit jaar €50.560 te verdienen, hetgeen overigens bijna 13.000 euro meer is dan vorig jaar. Maar helaas, het feest kon niet blijven duren. In 2002 werd de stekker uit de Women’s Challenge getrokken en langzaam maar zeker lijkt de koers in de leegte van de vergetelheid te verdwijnen.

Datzelfde geldt voor de Tour de France voor vrouwen. Ook deze koers werd voor het eerst gehouden in 1984, en jawel, ze werd georganiseerd door de Société du Tour de France. Een lang leven was deze wedstrijd echter niet beschoren. De Tourorganisatie gaf er al vrij vlot de brui aan en ook de meerdaagses die we kunnen beschouwen als opvolgers staan niet meer op de kalender. De fameuze surplace tussen Leontien van Moorsel en ‘hartsvriendin’ Jeannie Longo op Alpe d’Huez staat in het collectieve wielergeheugen gegrift, maar weet u dat Mieke Havik er in 1984 vandoor ging met het puntenklassement? En weet u dat niet Marianne Vos maar Connie Meijer de eerste Nederlandse vrouw was die op de Champs-Élysées wist te winnen?

Heden ten dage zijn vrouwen wel welkom in de Tour, maar of La Course nu alles is? Het is een uiterst vermakelijk bijnummer dankzij de inzet van de vrouwen, maar toch, het is een bijnummer. Een meerdaagse wedstrijd voor vrouwen die nog het meest wegheeft van de Ronde van Frankrijk is de Tour Cycliste Féminin International de l’Ardèche, maar deze zevendaagse valt toch ook moeilijk te omschrijven als een grote ronde. De koers is ieder jaar weer onmeuning zwaar, maar aan echte grandeur ontbreekt het en het is maar de vroeg of dat in de toekomst komt.

De Giro Rosa wordt heden ten dage beschouwd als enige echte grote ronde in het vrouwenwielrennen. The Women’s Tour heeft het qua organisatie misschien beter voor elkaar, maar toch zullen er niet veel zijn die deze zesdaagse als echte grote ronde zien ondanks dat het een grootse ronde is. Bij de Emakumeen Bira – die mogelijk niet meer terugkeert op de kalender – is het eigenlijk hetzelfde verhaal. De Giro Rosa heeft wat dat betreft het alleenrecht. Tenminste, nog wel.

In 2021 doet bijvoorbeeld de ‘Battle of North‘ haar intrede. Voor deze nieuwe, Scandinavische wedstrijd bundelen de Deense wielerbond en de Women’s WorldTour-organisaties van de Ladies Tour of Norway en Vårgårda de krachten om een tiendaagse te organiseren. En het is ook interessant wat een Colorado Classic in de toekomst zal doen. Blijft de koers, die vorig jaar besloot de mannenwedstrijd te schrappen om vol in te zetten op de vrouwen, een vierdaagse of komen er nog dagen bij? En het is ook een goede vraag wat hoe de Giro Rosa zich gaat ontwikkelen. Want ontwikkeling zal nodig zijn om de koers relevant en geliefd te houden.

Het verhaal van de Giro Rosa begint in 1988, 64 jaar nadat Alfonsina Strada geschiedenis schreef door de Giro d’Italia voor mannen te betwisten. Maria Canins zou de eerste naam op de erelijst worden. Het is een naam die de gemiddelde wielerliefhebber vermoedelijk nog veel zegt, maar op haar palmares staan verder ook twee eindzeges in de Ronde van Frankrijk. Ja, met de Vliegende Huisvrouw kreeg de organisatie gelijk een grote winnares.

Voor Canins en de vier vrouwen die na haar wisten te winnen zat er slechts een eindzege in. Daarvoor zijn simpele, sportieve redenen, maar niet in het geval van Michela Fanini. Zij timmerde al heel wat jaren aan de weg toen ze in 1994 drie etappes in de Ronde van Frankrijk en de eindzege in de ronde van haar land opeiste. Een carrière met nog grotere triomfen leek in het verschiet te liggen, maar een fataal auto-ongeluk stak daar een stokje voor.

Fabiana Luperini was de eerste vrouw die erin slaagde zichzelf op te volgen in de rittenkoers. Vanaf 1995 tot en met 1998 wist zij steevast de roze trui te veroveren. In 2008 zou ze hier nog een vijfde eindzege aan toevoegen. Daarmee staat ze soeverein bovenaan in de ranglijst aller tijden. Nicole Brändli en Marianne Vos komen met drie eindoverwinningen nog het dichtst in de buurt, maar het zal aan andere rensters zijn om Luperini van de troon te stoten.

Tot aan het huidige decennium werd de Giro Rosa nog nooit gewonnen door Nederlandse of Amerikaanse rensters, maar sinds 2010 verdelen de landen de buit. Vos heeft er zoals gezegd drie gewonnen, terwijl zowel Mara Abbott als Anna van der Breggen twee keer op de erelijst staan. Annemiek van Vleuten was vorig jaar een klasse apart in de rittenkoers.

Tijdens de Giro mocht Vos al 21 keer de zoete smaak van de etappeoverwinning proeven, een record – foto: Cor Vos

Laatste tien winnaressen Giro Rosa
2018: flag-nl Annemiek van Vleuten
2017: flag-nl Anna van der Breggen
2016: flag-us Megan Guarnier
2015: flag-nl Anna van der Breggen
2014: flag-nl Marianne Vos
2013: flag-us Mara Abbott
2012: flag-nl Marianne Vos
2011: flag-nl Marianne Vos
2010: flag-us Mara Abbott
2009: flag-de Claudia Häusler


Vorig jaar

In 2016 liet Annemiek van Vleuten in Brazilië aan de gehele wereld zien dat ze als de beste kon klimmen. Sterker nog: tijdens de Olympische wegrit reed ze bergop iedereen uit het wiel. Goed, u weet dat die wedstrijd niet afliep zoals ze graag wenste, maar vanaf die dag was het wel duidelijk dat Vleuty ook heel hard omhoog kan rijden. In 2017 had ze de Giro Rosa wellicht al kunnen winnen, maar in een waaieretappe verspeelde ze haar kansen. Gevolg? Een derde plaats in het eindklassement en veel sportieve revanchegevoelens.

Toen ze vorig jaar de Giro Rosa betwistte verdeelde en heerste ze. De ronde kwam op gang met een ploegentijdrit (nipte zege voor Team Sunweb) en drie achtereenvolgende, misschien niet bijster beklijvende sprintetappes (welke wedstrijd in juli heeft daar ook alweer nog meer last van?). Kirsten Wild won een etappe en Jolien D’Hoore behaalde zelfs twee dagsuccessen, maar in het restant van de ronde kregen die rensters geen kans meer. Vanaf dag de vijfde etappe begon de weg namelijk serieus omhoog te lopen.

In de zesde rit pakte Mitchelton-Scott het roze over van Team Sunweb, al was het in Gerola Alta nog Amanda Spratt die de leiderstrui kreeg omgehangen. Maar in de loodzware klimtijdrit op dag zeven nam Van Vleuten op magistrale wijze de macht over. In goed vijftien kilometer bergop reed ze Ashleigh Moolman-Pasio – toch bepaald geen pannenkoek – op tweeënhalve minuut. En ook in de rest van de ronde liet de Wageningse weinig heel van de concurrentie in de Giro Rosa. Ze won de laatste twee etappes, waaronder de koninginnenrit met aankomst op de mythische Monte Zoncolan. Missie geslaagd. En hoe.

Top-5 Giro Rosa 2018
1. flag-nl Annemiek van Vleuten (Mitchelton-Scott) in 25u50m22s
2. flag-za Ashleigh Moolman-Pasio (Cervélo-Bigla) op 4m12s
3. flag-au Amanda Spratt Naam (Mitchelton-Scott) op 6m30s
4. flag-nl Lucinda Brand (Team Sunweb) op 7m36
5. flag-us Megan Guarnier (Boels-Dolmans) op 9m20s


Parcours

Net als vorig jaar blijft het internationale vrouwenpeloton in het noorden van de laars. Startplaats Cassano Spinola is meteen het meest zuidelijke punt van de route, het is ook de enige etappe die ten zuiden van de Povlakte wordt afgewerkt. Biljartvlakke ritten staan er dit jaar niet op het programma, wat het er voor de sprinters allemaal niet eenvoudiger op maakt. In totaal leggen de rensters in tien dagen 920,4 kilometer af.

Vrijdag 5 juli, etappe 1: Cassano Spinola – Castellania (18 km)

De voorbije twee jaar begon de Giro Rosa met een ploegentijdrit en dit jaar is dat niet anders. Maar waar de chronoproef voor teams de afgelopen jaren vlak was is dit nu allerminst het geval. Liefst twee pittige hellingen van vijf kilometer krijgen de rensters op dag een voor de kiezen. En zeker in een ploegentijdrit kan dat voor ferme verschillen zorgen. Goed om te weten is dat de tijd van de vierde renster telt. Dit zal er zeker voor zorgen dat enkele teams niet voluit kunnen gaan.

Finishen doen we in Castellania, een gehucht van net niets niks. En toch is het een bedevaartsoord voor wielerliefhebbers. Dat heeft het dorpje volledig te danken aan Fausto Coppi. Honderd jaar geleden werd de campionissimo in Castellania geboren. De eindstreep ligt na precies 18 kilometer aan het graf van de wielerlegende en diens broer Serse Coppi. De verwachting is dat er hier direct grote verschillen ontstaan tussen de klassementsrensters.

Start: 14.30 uur
Finish: 16.15 uur

Zaterdag 6 juli, etappe 2: Viù – Viù (78,3 km)

Ook in de eerste rit-in-lijn wordt het peloton niet gespaard. Vanuit de start in Viù gaat het na een paar kilometer al serieus bergop. De Colle del Lys gaat heel wat rensters al in verlegenheid brengen. Na een technische afdaling komen de rensters uit op de Povlakte, waar de rust even kan wederkeren. Maar zodra Lanzo Torinese wordt bereikt gaat het weer bergop lopen. De loop van de Stura di Viù wordt gevolgd, waardoor het in de slotfase nooit gigantisch steil wordt, maar de spanning kan de laatste 15 kilometer nooit van de benen.

Start: 12.15 uur
Finish: 14.09-14.21 uur

Zondag 7 juli, etappe 3: Sagliano Micca – Piedicavallo (104,1 km)

Op dag drie zien we de eerste aankomst bergop. Na zeventig relatief eenvoudige kilometerstussen startplaats Sagliano Micca en het meer van Viverone gaat het de laatste dertig kilometer bijna alleen maar bergop. In Biella – waar het al een behoorlijke tijd bergop loopt – begint de legendarische klim naar Oropa, maar in plaats daarvan wordt koers gezet richting Piedicavallo.

Het is een geleidelijke, maar desondanks geniepige beklimming naar de meet. Het is een mooie opmaat naar dat wat nog moet komen. Iemand met een splijtende demarrage kan op weg naar Piedicavallo zeker al voor verschillen zorgen. In de ultieme finale duiken de rensters het dorpje in, de laatste honderden meters zijn smal en vinden plaats op kinderkopjes. Handige informatie voor een eventuele sprint om de etappezege en de bonificaties.

Start: 12.15 uur
Finish: 14.43-14.58 uur

Maandag 8 juli, etappe 4: Lissone – Carate Brianza (101,1 km)

Etappe vier is de eenvoudigste van de hele ronde, al is dit vermoedelijk nog steeds geen rit die zich laat vergelijken met een vlak snoozefestijn in de Ronde van Frankrijk. Het lijkt voor de klassementsrensters op het eerste oog een dag van relatieve rust te worden, al moet je in een koers als de Giro Rosa altijd bij de les zijn. Na de start in Lissone wordt er een golvend ommetje gemaakt richting het meer van Pusiano, dat in de buurt van het Comomeer ligt.

Vervolgens zetten de renners koers richting Carate Brianza. De finishplaats wordt na zeventig kilometer al eens door het peloton aangedaan, maar voor er mag worden afgesprint wacht er nog een lus van een kilometer of dertig. Hierin is een kort klimmetje naar Besana in Brianza het voornaamste obstakel, maar of dat voor de grootste verschillen gaat zorgen? Kirsten Wild kan dit prima aan, net als veel van haar collega-sprintsters.

Start: 12.15 uur
Finish: 14.34-14.33 uur

Dinsdag 9 juli, etappe 5: Ponte in Valtellina – Lago di Cancano (100.7 km)

De etappe waar iedereen reikhalzend had deze moeten zijn. Echter, de legendarische Gaviapas is helaas uit het parcours gehaald, waardoor de finale er nu iets anders uitziet. Dat wil overigens niet zeggen dat het een eenvoudig ritje is, want het gekozen alternatief is nog altijd best pittig.

In het begin van de etappe wordt er vanuit Ponte in Valtellina direct koers gezet richting Aprica. Deze klim van tweede categorie zal vermoedelijk nog niet beslissend zijn, maar het kaf kan al wel een eerste maal van het koren worden gescheiden. Na een afdaling komen de rensters aan in Tirano. Vanaf hier is de opdracht simpel: volg de loop van de Adda-rivier tot vlak voor Bormio en bedwing daarna de Passo Torri di Fraele.

Deze slotklim – beroemd om haar vele haarspeldbochten – is 7,3 kilometer lang en kent een gemiddeld stijgingspercentage van 8,3%. Nee, ze is niet even hoog, lastig en aansprekend als de Gaviapas, maar de beklimming zal er nog altijd voor zorgen dat de beste rensters boven komen drijven. Als de top is bereikt is het nog twee kilometer koersen naar de finish aan het meer van Cancano.

Start: 11.40 uur
Finish: 14.33-14.55 uur

Woensdag 10 juli, etappe 6: Chiuro – Teglio (12,1 km TT)

Verschillen zijn een dag eerder al op de Passo Torri di Fraele gemaakt, maar ook in de tijdrit gaat er weer met tijd worden gesmeten. De individuele chronoproef is niet zo’n zware klimtijdrit als vorig jaar, waardoor iedereen voor een tijdritfiets zal opteren op het 12 kilometer lange parcours. Kan Annemiek van Vleuten hier opnieuw een mokerslag uitdelen? Zij zal in ieder geval smullen van zo’n tijdrit.

Start: 11.00 uur
Finish: 14.30 uur

Donderdag 11 juli, etappe 7: Cornedo Vicentino – San Giorgio di Perlena, 128.3 km (78,3 km)

Een niet te onderschatten tussendoortje waarin je als klassementsrenster voor lelijke verrassingen kunt komen te staan. Vorig jaar won Marianne Vos in dit gebied met dank aan een magistrale afdaling, maar ditmaal gaat het bergop tot aan de meet. Een opwarmronde rondom startplaats Cornedo Vicentino wordt na een kilometer of dertig gevolgd door de eerste beklimming van de dag. Na de Monte di Malo krijgen de rensters de kans om alvast de slotklim te verkennen.

Vervolgens staat er twee keer de pittige Rosina op het programma. Op deze beklimming passeren de rensters langs de Chiesetta della Madonna del Ciclista, een modern kerkje dat voor wielerliefhebbers verplichte kost is. Tijd om even binnen te stappen hebben de rensters echter niet. Misschien kunnen ze net een blik werpen op het monument ter ere van de succesvolle Italiaanse renner en ploegleider Alfredo Martini, maar dat is het dan ook.

Tussen de Rosina en de slotklim zit nog een gemeen obstakel, de Muro della Tisa. Het is op het eerste gezicht een klimmetje van niks, maar als je weet dat het een smalle, korte, steile helling is die bezaaid ligt met kinderkopjes wordt het al interessanter. Het kan zomaar een punt zijn waarop een van de favorieten zich laat verrassen. Op de slotklim zal het opnieuw volle bak gaan. Ook al is deze beklimming op zichzelf misschien niet zwaar genoeg om voor heel grote verschillen te zorgen, dankzij de opeenvolging van hellingen zal ook dit een zeer pittige etappe blijken te zijn..

Start: 12.10 uur
Finish: 15.16-15.36 uur

Vrijdag 12 juli, etappe 8: Vittorio Veneto – Maniago (133,3 km)

In de langste etappe van de ronde moet er opnieuw worden geklommen. De Forcella di Pala Barzana zat twee jaar geleden ook in het parcours van de Giro Rosa, en ook nu kan de pas een belangrijk punt zijn. Op de flanken van de klim kan al oorlog worden gemaakt, net als in de lastige, zeer bochtige afdaling die daarop volgt. De Clauzetto, de tweede klim van de dag, is iets minder lastig, maar een renster alleen kan hier natuurlijk veel tijd verliezen.

Na de afzink is het nog een kilometer of dertig fietsen naar Maniago, de plek waar vorig jaar de wereldkampioenschappen para-cycling werden georganiseerd. Een sprint met een groep vluchters behoort hier tot de mogelijkheden, maar de vrouwen voor het klassement aangevuld met rensters die zijn kunnen terugkeren kunnen het ook onder elkaar uitvechten. Het is maar net hoe de koers verloopt.

Start: 12.05 uur
Finish: 15.31-15.53uur

Zaterdag 13 juli, etappe 9: Gemona del Friuli – Chiusaforte/Malga Montasio (125,5 km)

Een etappe die net zo goed in de Vuelta a España had kunnen zitten: het is eerst een hele tijd vlak, maar in de laatste kilometers moet er een berg worden geknald. Vanuit Gemona trekt het peloton eerst naar het zuiden om wat vlakke kilometers te maken. Wanneer de rensters uiteindelijk koers zetten richting het noordoosten wordt het serieus, met name als Chiusaforte wordt binnengereden. De slotklim begint daar immers officieel.

De eerste elf kilometer zijn ook voor de Jolien D’Hoores van deze wereld nog wel te doen, maar daarna begint de ellende. Een korte, steile strook van 14 procent wordt gevolgd door een wat makkelijker gedeelte waarin het gemiddelde stijgingspercentage nog altijd richting de acht procent gaat. De kans is aanwezig dat op een kilometer of vier voor de finish de definitieve belissing valt; daar ligt namelijk het lastigste stuk van de klim met een gemiddelde van bijna dertien procent over anderhalve kilometer met een maximaal stijgingspercentage van 20 procent. Na dit zware stuk vlakt de klim weer wat af richting de finish, maar veel gelegenheid om eventueel opgelopen schade te herstellen zal er niet zijn. Op de top zou duidelijk moeten zijn wie de Giro Rosa dit jaar op haar naam schrijft.

Start: 12.15 uur
Finish: 15.25-15.49 uur

Zondag 14 juli, etappe 10: San Vito Al Tagliamento – Udine (120 km)

Wie denkt dat de laatste etappe van de Giro Rosa een soort Champs-Élyzemelrit is waarin de champagneglazen onderweg al kunnen klinken komt bedrogen uit. Opportunisten kunnen in de eerste honderd kilometer proberen alvast wat voorsprong te nemen op het peloton. De klim naar Moruzzo is geen klim waarop de klassementsrensters het moeilijk horen te krijgen, maar ze kan wel flink zeer doen.

De laatste kilometers van de Giro Rosa vinden plaats in Udine, een stad op ongeveer een half uurtje tuffen van de Sloveense grens. Een van de toeristische troeven van de stad is het Castello di Udine, en laat dat nu net de plek zjn waar de ronde haar besluit kent. En laat dat nu net de plek zijn waar de winnares zal worden gehuldigd.

Om bij het kasteel te komen zullen de rensters eerst op hoge snelheid door de stad moeten denderen. Via de Porta Manin duikt het peloton (of wat daar nog van over is) de historische binnenstad in. Op het Pizza della Libertà wordt rechtsaf geslagen, waarna onder een nieuwe poort wordt gereden. De met steentjes geplaveide, pittige oplopende weg richting het kasteel is een aankomst die speciaal lijkt neergelegd voor Marianne Vos.

Start: 12.10 uur
Finish: 15.00-15.17 uur


Favorieten

Titelverdedigster Annemiek van Vleuten is ook dit jaar de te kloppen vrouw. Zowel bergop als tegen de klok steekt ze er simpelweg bovenuit. Dat weten concurrenten ook: “Ze is gewoon onverslaanbaar op beklimmingen van meer dan tien kilometer. Ze weet bovendien hoe ze zich moet voorbereiden op een koers als de Giro Rosa”, zegt Katarzyna Niewiadoma over de 36-jarige. Normaliter zal het dus zeer lastig worden om Van Vleuten te kloppen.

Maar we moeten niet doen alsof de eindzege al binnen is. Tien dagen moeten Van Vleuten en haar ploeggenotes maximaal gefocust zijn. Niet alleen valpartijen en materiaalpech kunnen zomaar het einde betekenen van haar winstkansen, maar ze moet ook bedacht zijn op een combine van andere favorieten. Het ziet er op televisie soms allemaal rustig uit, maar reken maar dat de opluchting groot zal zijn als de eindzege wordt binnengehaald. Aan haar ploeg zal het vermoedelijk niet liggen: met twee andere topklimsters en drie krachtpatsers moet Mitchelton-Scott in staat worden geacht de wedstrijd onder controle te kunnen houden.

Wie houdt Van Vleuten van een tweede eindzege af? – foto: Cor Vos

Vorig jaar had Mitchelton-Scott twee vrouwen op het podium en de kans is aanwezig dat dat dit jaar ook weer het geval zal zijn. Amanda Spratt zou de Giro Rosa namelijk eveneens kunnen winnen. Bergop is ze misschien een maatje kleiner dan haar 36-jarige ploeggenote, en in de tijdrit zijn dat meerdere maatjes, maar ze zou er wellicht ook van kunnen profiteren. Zelf wegrijden als de andere favorieten naar Van Vleuten kijken. O ja, ze heeft ook de statistieken mee…

Spratt en Van Vleuten zijn een gevaarlijk duo, maar de ploeg heeft nog een topklimster in de gelederen. Haar naam? Lucy Kennedy. Als zij er bergop een lap op geeft zijn er niet veel rensters die kunnen volgen. Haar rol lijkt duidelijk: het betere sloopwerk verzorgen, maar als beide kopvrouwen om wat voor reden dan ook uitvallen kan ze de meubelen nog redden. De eindzege? Dat wordt een lastig karwei, maar een ritzege is goed mogelijk.

Kennedy is een van de beste klimsters van het peloton – foto: Cor Vos

Het moge duidelijk zijn: de Mitchelton-Scott is de ploeg om deze week te verslaan. Maar de concurrentie is ook niet gering. Met Anna van der Breggen staat bijvoorbeeld ook een tweevoudig winnares van de Giro Rosa aan de start. Ze won ‘m zowel in 2015 als 2017, en in de afgelopen periode bereidde ze zich vooral in Amerika voor op de wielerzomer. Net voor de hoogtestage betwistte Van der Breggen de Ronde van Californië, en die mocht ze voor de tweede keer in haar carrière op haar palmares bijschrijven.

Een derde Giro Rosa? Dat zit er dit jaar eveneens in. De Olympisch kampioene heeft net als Van Vleuten alles in huis om de ronde te winnen. Klimmen kan ze, en u weet dat ook haar tijdritkwaliteiten prima zijn. Daarnaast kan ze rekenen op een goede ploeg die ook in de ploegentijdrit de schade beperkt zou moeten kunnen houden. Moeten we nog meer uitleg geven? Precies. Schrijf AvdB maar op.

Van der Breggen kan haar derde Giro Rosa winnen – foto: Cor Vos

Is Van der Breggen de enige klassementstroef van Boels-Dolmans tijdens de Giro Rosa? Welnee. Katie Hall is namelijk ook iemand om op te letten. Zij heeft een paar stelten die haar enkele jaren ver brengen op beklimmingen. In Californië reed ze samen met haar Van der Breggen de concurrentie aan flarden op Mount Baldy, toch een serieuze klim. Wielrennen in de Giro Rosa draait niet alleen om hard fietsen, het draait ook zeker om positionering, vechtlust en behendigheid. Hall is minder gewend aan de meer Europese manier van koersen, maar in haar eerste seizoen voor een Europese ploeg laat ze al wel zien ook op dit gebied progressie te boeken. Daarom mogen we Hall beschouwen een serieuze dark horse. Als zij het bergop op haar heupen krijgt…

Katie Hall – foto: Cor Vos

Tot zover de twee grootste machtsblokken. Maar daarmee zijn we er nog niet. We hebben namelijk nog een aardige reeks favorieten voor u in de aanbieding. Een van hen is Ashleigh Moolman-Pasio. Vorig jaar presteerde ze wat Dimension Data al enige jaren ambieert: zij werd de eerste Afrikaanse coureur op het podium van een grote ronde. Dit jaar wil de van Cervélo-Bigla naar CCC-Liv verhuiste renster wederom een gooi doen naar het podium. En als het even kan wil ze ‘m winnen.

Voorlopig is het wel zo dat dit nog niet het meest geslaagde seizoen is voor de 33-jarige Zuid-Afrikaanse. Ze is al een paar keer stevig tegen het asfalt gekwakt – voor het laatst in de Women’s Tour – en het is vooral de rug die haar dit jaar parten speelt. Desondanks is de derde plaats in het eindklassement van de Ronde van Californië wel een teken dat ze het klimmen nog altijd niet is verleerd. Hoewel haar voorbereiding zeker niet zo ideaal is verlopen als bij de meeste andere rensters met klassementsambities moeten we haar zeker beschouwen als een serieuze podiumkandidaat.

En mocht dat niet lukken, dan heeft CCC-Liv altijd nog Marianne Vos om voor dagsuccessen te zorgen. De aankomst van de slotrit lijkt bijvoorbeeld een typische aankomst waarop Vos de tegenstand op enkele fietslengtes kan sprinten.

foto: Cor Vos

Wie voorafgaand aan de editie van vorig jaar had gezegd dat Lucinda Brand ook een podiumkandidaat zou zijn zou door de meesten voor gek zijn verklaard. Maar toch was dit precies wat Brand en haar entourage zich in het hoofd hadden gehaald. En ze kregen gelijk. De Rotterdamse werd vierde in het klassement en het verschil met eindwinnares Annemiek van Vleuten was nog altijd aanzienlijk, maar ze liet wel zien dat ze een flinke ontwikkeling heeft doorgemaakt.

Ook Brand heeft de afgelopen periode op hoogte doorgebracht. Op de koers die komt heeft ze zichzelf beter voorbereid dan ooit. Brengt haar dat naar het podium? Dat zal geen gemakkelijke klus worden. Desondanks heeft ze een goede ploeg voor de lastige openingsploegentijdrit, waardoor ze al heel wat concurrenten op achterstand zou kunnen zetten. Als ze in het hooggebergte vervolgens de schade kan beperken en in de individuele tijdrit nog eens kan toeslaan zal ze niet ver van het podium verwijderd zijn.

Lucinda Brand (links) voert Team Sunweb aan – foto: Cor Vos

Lucinda Brand begint aan haar tiende Giro Rosa, voor een jongere Nederlandse wordt het haar eerste deelname aan de roze ronde. Demi Vollering is bezig aan een krankjorum goed eerste jaar bij een UCI-ploeg, maar de Zuid-Hollandse wil zich ook in de Giro Rosa bewijzen. Nee, ze zal waarschijnlijk de koers niet gaan winnen, maar Vollering mag zeker ambities koesteren. Met haar kwaliteiten zou een ritzege zeker in het vooruitzicht kunnen liggen.

Een goede eindklassering behoort eveneens tot de mogelijkheden voor een van de beste daalsters van het peloton. Daarvoor zal het afwachten zijn hoe ze de meerdaagse verteert en hoe ze het op de grote beklimmingen doet. Vollering heeft in ieder geval weinig aan het toeval overgelaten. Ook haar voorbereiding op de Giro Rosa mogen we omschrijven als ‘grondig’. Maakt dat haar tot een gedoodverfde favoriet op de eindzege? Nog niet, maar als er een renster dit jaar keer op keer heeft weten te verrassen is het Vollering wel. Een plek bij de eerste tien in de eindrangschikking klinkt daarom zo gek nog niet, ook al gaat dit tegen best een aantal wielerwetten in.

Vollering droomt stiekem al langer van de Giro Rosa – foto: Cor Vos

Alejandro Valverde sloot de afgelopen jaren een klassement in de Tour niet uit, maar dit jaar lijkt hij tot het besef te zijn gekomen dat hij de grootste wielerronde ter wereld niet zal winnen. Voor Katarzyna Niewiadomalijkt hetzelfde te gelden. “Mij is altijd verteld dat ik iemand ben die de Giro Rosa zou kunnen winnen, maar daar ben ik nog niet klaar voor”, zegt ze voorafgaand aan de Giro Rosa in gesprek met Cyclingnews.

“Om een koers als deze te kunnen winnen moet ik mijn hele programma omgooien; een wedstrijd als de Women’s Tour zou ik dan niet meer kunnen rijden. Misschien dat ik me in de toekomst enkel focus op de het klassement, nu ga ik de Giro in met een etappezege als voornaamste doel.” Als we de Poolse op haar woord mogen geloven gaat ze zich niet mengen in de strijd om de eindzege. Dus wellicht is het beter om een andere toprenster in dit lijstje op te nemen?

Onlangs was Niewiadoma nog succesvol in de Women’s Tour – foto: Cor Vos

Misschien heeft Elisa Longo Borghini meer fiducie in een goed klassement. De Italiaanse wordt door haar ploeg Trek-Segafredo in ieder geval naar voren geschoven als dame voor het klassement. En dat is gezien haar recente prestaties niet onterecht. In de Women’s Tour behoorde ze bij de beste rensters in de wedstrijd en in de Emakumeen Bira was ze de allerbeste. Ze won daar het klassement door in de zwaarste etappe bergop weg te rijden van al haar concurrenten.

In de ploegentijdrit moet de blauw-witte brigade in ieder geval al van voren kunnen eindigen, waarmee een gunstige uitgangspositie wordt gecreëerd. Daarna wordt het voor Longo Borghini zaak om uit te kijken naar etappes waarin zij het verschil kan maken. De etappe naar San Giorgio di Perlena zou haar bijvoorbeeld goed moeten liggen. In het hooggebergte en in de tijdrit moet ze de schade zien te beperken. Als ze daarin slaagt kan ze een eind komen.

Borghini bij Trek-Segafredo weer helemaal terug aan de top – foto: Cor Vos

Cecilie Uttrup Ludwig – de Deense die volgens de overlevering als kind in een ketel energiedrank is gevallen – is ook van de partij. Zij heeft zich de afgelopen periode redelijk koest gehouden wat koersen betreft (al won ze nog wel de Grote Prijs van Plumelec), maar in plaats daarvan heeft ze zich teruggetrokken in de Zwitserse Alpen om zich daar voor te bereiden op de Giro Rosa.

De extraverte renster lijkt een van de coureurs te zijn die na de Olympische Spelen van Tokio de scepter zullen gaan zwaaien in het vrouwenpeloton, maar ook daarvoor kan ze al zeer goede uitslagen noteren. Haar doel is nu om beter te doen dan haar zesde plaats van vorig jaar. Dit lijkt zeker tot de mogelijkheden van Uttrup Ludwig te behoren, ook al is de concurrentie sterk toegenomen. De ploeg van de Deense groeibriljant is onervaren, maar heeft onmiskenbaar potentie. Elizabeth Banks en Leah Thomas zijn sterke all-rounders, terwijl Nikola Nosková een zeker reputatie heeft als het bergop gaat.

Ludwig is de onbetwiste kopvrouw van Bigla – foto: Cor Vos

In aanloop naar de Tour moesten er diverse grote namen vroegtijdig forfait geven, maar ook bij de vrouwen moeten enkele kanshebbers op een goed klassement in de grootste rittenkoers van het jaar vanaf de zijkant toekijken. Zo moet Movistar Mavi Garcia missen. Deze 35-jarige Spaanse was op dit parcours zonder meer een kandidaat voor de top vijf geweest, maar een onlangs tijdens een trainingsrit opgelopen sleutelbeenbreuk verhindert deelname voor Garcia. Movistar heeft echter nog een andere troef in handen: Eider Merino.

Vorig jaar mocht Movistar de Giro Rosa aanvankelijk niet rijden, maar doordat Hitec in geldnood verkeerde werd de blauwe armada toch opgeroepen voor de tiendaagse. En Merino greep die kans met beide handen aan. Het kleine verdergewicht baarde vooral opzien met haar vierde plaats op de Monte Zoncolan en ze eindigde als achtste in de algemene rangschikking. Merino zal dit jaar vooral uitkijken naar de etappe met finish op Passo Torri di Fraele. De rit met aankomst op Malga Montasio zou haar eveneens moeten liggen. In de rest van de week moet ze zoveel mogelijk de schade zien te beperken om tot een goed eindklassement te komen.

Eider Merino is met haar 40 kilo een van de lichtste rensters deze Giro – foto: Cor Vos

Ziezo, we hebben nu tien namen genoemd; de favorietenlijst is gevuld. Zijn dat alle rensters die kans maken op een goede eindklassering? Nee. Er zijn nog een paar outsiders die daar ook zeker aanspraak op mogen maken. Een andere Spaanse kanshebster op een dichte ereklassering is Ane Santesteban. Namens WNT-ROTOR lijkt zij de belangrijkste gegadigde op een goed klassement, al mogen we in die formatie ook de pientere pocketklimster Erica Magnaldi niet uitvlakken.

Magnaldi is een van de Italiaanse dames die het Longo Borghini lastig zou kunnen maken in de strijd om de trui voor de beste Italiaanse renster. Ook Tatiana Guderzo (BePink), Alice Maria Arzuffi (Valcar-Cylance), Sofia Bertizzolo (Virtu) en met name Soraya Paladin (Alé Cipollini) zouden aan het einde van de ronde met de blauwe trui kunnen pronken. Verdere grote en kleine outsiders? Denk aan de Noorse Katrine Aalerud (Virtu), de Israelische Omer Shapira (Canyon-SRAM), de Australische Shara Gillow (FDJ-Nouvelle Aquitaine-Futuroscope). Ook haar jonge Franse ploeggenote Evita Muzic en de Amerikaanse Tayler Wiles (Trek-Segafredo) zijn namen die te binnen schieten. Julie Van De Velde (Lotto Soudal) is tot slot de Belgische hoop op een goed klassement.

Ane Santesteban mogen we samen met andere rensters beschouwen als outsider – foto: Cor Vos

Favorieten volgens WielerFlits
**** Annemiek van Vleuten
*** Anna van der Breggen, Amanda Spratt
** Katie Hall, Ashleigh Moolman-Pasio, Lucinda Brand
* Eider Merino, Demi Vollering, Cecilie Uttrup Ludwig, Elisa Longo Borghini

Website organisatie
Deelnemerslijst


TV

Nee, ook dit jaar zal de Giro Rosa niet live te zien zijn. Wel zijn er diverse mogelijkheden om na de finish beelden van de wedstrijd mee te pakken. Zo werken Trek en Voxwomen bijvoorbeeld samen om elke dag een samenvatting van een uur te maken. Deze zal elke dag om 18.30 uur te zien zijn. Eerder is het ook al mogelijk om beelden te zien via PMG Sport. Deze uitzendtijden verschillen echter per dag, dus daarvoor is het handig om ofwel het YouTube-kanaal of de Facebook-pagina nauwlettend in het oog te houden. Op Nederlandse en Belgische televisiezenders hoeven geen uitzendingen van een uur te worden verwacht: een korte samenvatting of een vermelding in een sportprogramma lijkt het maximaal haalbare.


RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.