Voorbeschouwing: GP Monseré 2021
foto: Cor Vos
zondag 7 maart 2021 om 12:00

Voorbeschouwing: GP Monseré 2021

In de schaduw van Parijs-Nice en de Strade Bianche, staat dit weekend ook de Grote Prijs Monseré op de wielerkalender. Een eerbetoon aan de wereldkampioen van 1970, waarin dit jaar vijf WorldTour-ploegen en acht ProTeams strijden om de opvolger van Fabio Jakobsen te worden. Die laatste stond lang op de voorlopige startlijst, maar hoopt nu dat ploeggenoot Mark Cavendish zijn eer hooghoudt in deze sprinterskoers. WielerFlits blikt vooruit.

Historie

De Grote Prijs Monseré is een relatief jonge koers, die in juli 2012 voor het eerst op de wielerkalender stond. De wedstrijd geldt als een eerbetoon aan ex-wielrenner Jean-Pierre Monseré, een toptalent uit Roeselare dat veel te vroeg het leven liet. Monseré werd eind 1969 op 21-jarige leeftijd prof en kroonde zich amper enkele weken later al tot winnaar van de Ronde van Lombardije.

Toen hij een jaar later in het Britse Leicester ook nog eens de regenboogtrui om zijn schouders mocht hijsen, leek niets een fantastische carrière in de weg te kunnen staan, ware het niet dat hij in 1971 om het leven kwam tijdens een kermiskoers in het Antwerpse Retie. Monseré knalde er frontaal op een stilstaande wagen en overleed onmiddellijk. In Roeselare werd hij nooit vergeten.

De eerste vijf edities van de Grote Prijs Monseré waren kermiskoersen die alleen erkend werden door de Belgische wielerbond en niet door de UCI. Vanaf 2017 gooide de organisatie het over een andere boeg en verkreeg het een 1.1-statuut. Dit kwam het deelnemersveld, dat voordien nog gekleurd werd door namen als Jürgen Roelandts, Stijn Devolder, Sep Vanmarcke en Lars Boom, in eerste instantie niet ten goede. Tijdens de twee eerstvolgende edities kwamen er namelijk geen WorldTour-ploegen aan de start.

Jürgen Roelandts won de GP Monseré als kermiskoers in 2015 – foto: Cor Vos

Vandaar de keuze om de wedstrijd vanaf 2019 niet meer in juli maar in maart te organiseren en zich bovendien aan te sluiten bij de Bingoal Cycling Cup. Echter werd die eerste editie van de GP Monseré ‘new style’ er voor de organisatie eentje om snel te vergeten. Door hevige rukwinden moesten Rino Vandromme en zijn team de wedstrijd annuleren.

“Het is met pijn in het hart, maar we konden niet anders. Ik hoor van de politie al dat vlaggen en masten wegwaaien. Een groepje renners heeft verkend en die lagen in de gracht. Het risico is te groot. We kunnen de veiligheid van de renners niet garanderen”, reageerde een aangeslagen Vandromme destijds aan onze microfoon.

Een jaar later bleef de GP Monseré als een van de enige Vlaamse voorjaarskoersen nog gespaard door de coronapandemie. Door de afgelasting van Tirreno-Adriatico, kwamen er zelfs nog extra WorldTour-ploegen aankloppen en kon de organisatie haar deelnemersveld nog wat extra opsmukken. Fabio Jakobsen kroonde zich tot winnaar.

Laatste tien winnaars GP Monseré
2012: flag-be Frederic Amorison (kermiskoers)
2013: flag-be Tom Van Asbroeck (kermiskoers)
2014: flag-be Guillaume Van Keirsbulck (kermiskoers)
2015: flag-be Jürgen Roelandts (kermiskoers)
2016: flag-nl Lars Boom (kermiskoers)
2017: flag-be Laurens Sweeck
2018: flag-nl André Looij
2019: Geen koers wegens rukwinden
2020: flag-nl Fabio Jakobsen


Vorig jaar

Grimmige weersomstandigheden vorig jaar in Roeselare. Met de wind en regenachtige omstandigheden in het achterhoofd, klonk bij de start bij quasi alle renners eenzelfde signaal: verwacht je maar aan een open koers met misschien zelfs al de beslissing in het eerste wedstrijdkwart.

Schijn bedroog: zonder veel weerstand van de rest van het peloton, konden Lionel Taminiaux (Bingoal-Wallonie Bruxelles) en Justin Wolf (Bike Aid) een kloofje van een halve minuut versieren. Niet veel later voegde Jens van den Dool (Metec-TKH) zich bij deze Belgisch-Duitse entente. De vroege vlucht van de dag was geboren.

De drie kregen na een plaspauze in het peloton alle ruimte om zich te tonen aan het West-Vlaamse publiek. Er moesten tien rondjes van 18,9 kilometer door Roeselare en Hooglede-Gits afgelegd worden en dus had dat publiek alle ruimte om het drietal te bewonderen. De voorsprong liep maximaal op tot vier en een halve minuut.

Jakobsen was een tweetal van Circus-Wanty Gobert te snel af – Foto: Cor Vos

Opvallend: na één wedstrijdkwart viel Taminiaux – eerder die week nochtans elfde in Le Samyn – terug. De Waal liet zich, ofwel noodgedwongen, ofwel omwille van ploegorders, weer inrekenen, waardoor Wolf en Van den Dool op elkaar aangewezen waren.

Pas in de laatste veertig kilometer ging het tempo helemaal omhoog in het peloton. Dat verplichtte Wolf om het gaspedaal nu volledig in te drukken en zo Van den Dool overboord te kieperen. Eerst de mannen van Deceuninck-Quick-Step en later ook die van BORA-hansgrohe probeerden gebruik te maken van het spel met de wind om het peloton in waaiers te trekken. Zo was alles op twintig kilometer van het einde weer te herdoen.

Opvallend genoeg probeerde aan het slot niemand nog iets te forceren. Deceuninck-Quick-Step verzorgde een perfecte lead out voor kopman Fabio Jakobsen, die een tweetal van Circus-Wanty Gobert makkelijk afhield.

Uitslag GP Monseré 2020
1. flag-nl Fabio Jakobsen (Deceuninck-Quick Step)
2. flag-be Timothy Dupont (Circus-Wanty Gobert)
3. flag-be Alfdan De Decker (Circus-Wanty Gobert)
4. flag-it Luca Mozzato (B&B Hotels-Vital Concept)
5. flag-fr Thomas Boudat (Arkéa-Samsic)


Parcours

De GP Monseré houdt het qua parcours dit jaar heel simpel: een aanloop van 7 kilometer en vervolgens 10 keer een 19,4 kilometer lange, vlakke plaatselijke ronde tussen Hooglede, Gits en Roeselare, goed voor een totaal van 201 kilometer. De passage langs het Heuvelland met onder andere de Kemmelberg ging eerder al op de schop.

De motivatie van de organisatie om voor deze compacte plaatselijke omloop te kiezen is nochtans niet corona-gerelateerd. Natuurlijk is deze omloop gemakkelijker af te sluiten om het grote publiek weg te houden, maar KWC De Mandelzonen wil vooral meer dan ooit inzetten op de veiligheid van de renners, volgers en toeschouwers in de Grote Prijs Jean-Pierre Monseré. Het uittekenen van een plaatselijke omloop is daarom een concrete stap naar een ‘veiliger’ wielrennen, zo staat er te lezen op de website van de organisatie.

Een aanpassing die wél met de coronacrisis te maken heeft, is de verplaatsing van de start. Die vinden we niet meer terug in het centrum van Hooglede, maar wel in domein De Vossenberg, dat gemakkelijker af te sluiten is voor publiek en bovendien meer ruimte biedt.

Verder vinden we op de lokale omloop twee hindernissen. Hoogledeberg loopt telkens zeshonderd meter op aan 3,2 procent. Kort daarna volgt de Gitsberg, een kasseihelling die ons sinds het Belgisch kampioenschap van 2011 in het geheugen gegrift staat. Philippe Gilbert knalde er op de vierhonderd meter kasseien (met een gemiddelde stijging van 3,2 %, maximaal 5,8 %) Tom Boonen uit het wiel en vloog richting driekleur. Deze twee hellingen liggen telkens op respectievelijk 13,2 en 7,1 kilometer van de aankomstpassage.

Die aankomst zal ter hoogte van de CM in de Beversesteenweg in Roeselare liggen en zal afgesloten zijn voor publiek. Op iets minder dan een kilometer van de streep passeren de renners nog een rotonde, daarna gaat het in een rechte lijn richting aankomst.

Zondag 7 maart 2021: Hooglede – Roeselare (202 km)
Start: 10.25 uur
Finish: tussen 15.04 en 15.40 uur


Favorieten

De concurrentie met Parijs-Nice en de Strade Bianche is niet min, maar toch kan de organisatie rekenen op vijf WorldTour-ploegen. Met Deceuninck-Quick-Step, Lotto Soudal en Intermarché-Wanty-Gobert zijn uiteraard de drie Belgische formaties van het hoogste niveau present, net als het Zuid-Afrikaanse Qhubeka ASSOS en het Franse Cofidis. Verder prijken er acht ProTeams en twaalf continentale formaties op de deelnemerslijst.

Timothy Dupont was Pierre Barbier te snel af in Bessèges – foto: Cor Vos

In deze favorietensectie gaan we, gezien de aard van het parcours, in de eerste plaats op zoek naar de mannen met een sprintje in de benen. Timothy Dupont is een van de weinige snelle jongens die dit jaar al een streepje achter zijn naam heeft staan.

De 33-jarige Dupont koos na drie jaar vechten om het sprintkopmanschap voor de rust en zekerheid bij het Bingoal-WB van Christophe Brandt. Een overstap die hem geen windeieren heeft gelegd, want Dupont liet in Bessèges mannen als Giacomo Nizzolo, Christophe Laporte en Nacer Bouhanni achter zich. Dat smaakt naar meer. Bovendien was hij hier vorig jaar al runner-up.

Vinden we ook terug in de top 5 van vorig jaar: Thomas Boudat, de ex-pistier van Arkéa-Samsic. Boudat is zo’n jongen die eigenlijk het best rendeert na een zwaardere koers. Zo was hij eerder in deze Bingoal Cycling Cup al succesvol in het Circuit de Wallonie. Vermoedelijk wordt het bikkelen om het sprintkopmanschap met Amaury Capiot, eveneens in goeden doen. Maar als we er de uitslag van de GP La Marseillaise bijnemen, de enige sprintconfrontatie dit seizoen waar beiden present waren, dan valt op dat Capiot zich daar opofferde voor de Fransman. Die moest vervolgens alleen de duimen leggen voor Aurélien Paret-Peintre.

Gerben Thijssen legde in de Vuelta zijn basis voor 2021 – Foto: Cor Vos

Lotto Soudal heeft met Gerben Thijssen en Jasper De Buyst twee interessante troeven op de startlijst staan. Thijssen, die in de winter van 2019 zwaar ten val kwam tijdens de Zesdaagse van Gent en een lange revalidatie achter de rug heeft, ontpopte zich tot een van de najaarsrevelaties van 2020. Als je op een haar na Sam Bennett van ritwinst in de Vuelta kan houden, dan ligt je pure snelheid gewoon bijzonder hoog.

De Buyst is ook niet traag, maar focust zich de voorbije jaren toch vooral op de lead-outs van Caleb Ewan en zet ook in het klassieke werk stapje bij stapje vooruit. Helpt hij hier de 22-jarige Limburger aan winst?

Deceuninck-Quick-Step mag je in geen enkele wedstrijd uitvlakken, maar met Mark Cavendish beschikt het hier toch over een twijfelachtige kopman. Cavendish, met zijn dertig ritzeges in de Tour allicht de beste sprinter aller tijden, doet eigenlijk al sinds 2017 niet meer mee voor de grote prijzen en won in 2018 voor het laatst een koers. Maar bij zijn favoriete ploeg, de blauwe brigade van Patrick Lefevere, lijkt de Brit toch weer herop te leven. Ploegmaat Tim Declercq voorspelde zelfs dat Cavendish dit jaar zeker een koers wint. Laten we daar dan in de GP Monseré mee beginnen.

Vindt Cavendish zijn gouden benen terug bij Deceuninck-Quick Step? – foto: Cor Vos

Pierre Barbier is dan weer de nieuwe troef van het Franse ProTeam Delko. Verwar hem vooral niet met Rudy Barbier, de Parijs-Bourges-laureaat die bij Israel Start-Up Nation al enkele jaren ervaring op WorldTour-niveau heeft. Pierre (23) is zijn vijf jaar jongere broer, die bij de overwinning van Dupont in Bessèges de knappe runner-up was. Ook tijdens het verhakkelde coronanajaar van 2020 reed Barbier een aantal sterke sprints, en vergeet ook niet dat hij hier in 2018 al een keer tweede was na André Looij. Zeker iemand om in de gaten te houden dus, al beschikt Delko ook over de Roemeen Eduard-Michael Grosu.

Consternatie was er een tijdje, want Roy Jans ontbrak tot diep in de januarimaand op de UCI-site in de selectie van Alpecin-Fenix. “In augustus kreeg ik de toezegging dat ik kon blijven, waarop ik voor één jaar heb bijgetekend. Ik weet dat er veel is gespeculeerd over mijn toekomst, maar voor mezelf was het kristalhelder: ik ben altijd lid gebleven van het ProTeam”, zei Jans daar eerder over.

De 30-jarige vriend van Ceylin del Carmen Alvarado is in dit soort koersen altijd gevaarlijk met zijn rappe benen. Zo heeft hij bijvoorbeeld toch maar mooi de Sluitingsprijs Putte-Kappellen op zijn erelijst staan. Benieuwd of de Limburger die hier nog eens kan aandikken.

Waar is Roy Jans nog toe in staat? – Foto: Cor Vos

De drie WorldTour-formaties die we nu nog niet hebben besproken in deze voorbeschouwing zijn Qhubeka ASSOS, Cofidis en Intermarché-Wanty-Gobert. Nochtans vinden we met respectievelijk Reinardt Janse van Rensburg en Carlos Barbero, Simone Consonni en Attilio Viviani, en Baptiste Planckaert en Riccardo Minali ook een aantal snelle jongens bij die teams terug.

Zij kunnen wat dit, en eigenlijk ook vorig seizoen betreft, niet al te veel adelbrieven meer voorleggen, maar in het najaar gingen dan ook vooral koersen van het hoogste niveau door. Niet gemakkelijk om je daar dan tussen te gooien als je niet dé grote sprinter bent. We gaan er vanuit dat deze jongens hun snelle benen nog niet verloren zijn en hier in Roeselare gewoon weer meedoen voor de hoogste schavotjes.

Bij Uno-X valt Kristoffer Halvorsen op. Halvorsen maakte naam als de beloftewereldkampioen van Qatar in 2016, maar zijn talent is er in twee jaar Team Sky en een half seizoen EF Pro Cycling eigenlijk nooit ten volle uitgekomen. Tijd om terug te keren naar een vertrouwde omgeving, moet Halvorsen gedacht hebben. Niet bij Joker-Icopal, waar de Noor doorbrak, wél bij de concullega’s van Uno-X vindt hij nu de Noorse rust terug. Benieuwd of Halvorsen daar zijn vleugels van weleer terug kan uitslaan. Anders staat Rasmus Tiller, de runner up van de GP Samyn, wel te popelen om de sprint te doen.

Kristoffer Halvorsen is ex-wereldkampioen bij de beloften – foto: Cor Vos

Tot slot zijn er kansen voor Alfdan De Decker (Tarteletto-Isorex) en Luca Mozzato (B&B Hotels), de nummers drie en vier van vorig jaar. Mozzato werkte een bijzonder constant najaar af, terwijl De Decker het op een iets lastiger terrein vaak moeilijk heeft. De Wommelgemnaam moet het hebben van zijn pure snelheid, en laat de GP Monseré daar nu juist een ideaal terrein voor bieden.

Andere namen die kunnen bikkelen voor de ereplaatsen: Jordi Warlop en Arne Marit (Sport Vlaanderen-Baloise), Chris Lawless (Total Direct Energie), het 18-jarige Deense talent Tobias Lund Andresen (Development Team DSM), Michael Van Staeyen (EvoPro Racing), Raim Ärm (Groupama-FDJ U23) en West-Vlaming Emiel Vermeulen (Xelliss-Roubaix Lille Métropole).

Update 11.00 uur: Alpecin-Fenix heeft haar definitieve selectie voor de GP Monseré gelost. Daarbij een opvallende naam: Tim Merlier. De voormalige Belgische kampioen bewees afgelopen week in de GP Samyn nog maar eens dat hij over een stevig paar sprintersbenen beschikt, misschien de snelste van België. We hebben dus in één klap een nieuwe topfavoriet.


Favorieten volgens WielerFlits
**** Tim Merlier
*** Timothy Dupont en Gerben Thijssen
** Mark Cavendish, Pierre Barbier en Thomas Boudat
* Reinardt Janse van Rensburg, Simone Consonni, Kristoffer Halvorsen en Luca Mozzato

Website organisatie
Deelnemerslijst (ProCyclingStats)


Weer en TV

Voor een afgelasting door rukwinden, zoals twee jaar geleden, moet de organisatie zondag alvast niet vrezen. Meteovista voorspelt een windkracht van maximaal tien kilometer per uur en een heerlijk lentezonnetje. De temperaturen kunnen oplopen tot maximaal zeven graden Celsius.

Wat de tv-uitzending betreft: Sporza en Eurosport zullen net als bij elke andere manche van de Bingoal Cycling Cup de volledige finale uitzenden. Beide zenders zijn vanaf 13.35 uur van de partij.


RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.