Voorbeschouwing: GP Monseré 2022
foto: Cor Vos
zondag 6 maart 2022 om 08:00

Voorbeschouwing: GP Monseré 2022

In de schaduw van Parijs-Nice en de Strade Bianche, staat dit weekend in eigen land ook de Grote Prijs Jean-Pierre Monseré op de kalender. Een eerbetoon aan de wereldkampioen van 1970, waarin dit jaar zes WorldTeams en zeven ProTeams strijden om de opvolger van Tim Merlier te worden. WielerFlits blikt vooruit.

Exterioo Cycling Cup

Historie

De Grote Prijs Monseré is een relatief jonge koers, die in juli 2012 voor het eerst op de wielerkalender stond. De wedstrijd geldt als een eerbetoon aan ex-wielrenner Jean-Pierre Monseré, een toptalent uit Roeselare dat veel te vroeg het leven liet. Monseré werd eind 1969 op 21-jarige leeftijd prof en kroonde zich amper enkele weken later al tot winnaar van de Ronde van Lombardije.

Een jaar later mocht hij in het Britse Leicester ook nog eens de regenboogtrui om zijn schouders hijsen. Niets leek een fantastische carrière in de weg te kunnen staan, ware het niet dat hij in 1971 om het leven kwam tijdens een kermiskoers in het Antwerpse Retie. Monseré knalde er frontaal op een stilstaande wagen en overleed onmiddellijk. In Roeselare werd hij nooit vergeten.

De eerste vijf edities van de Grote Prijs Monseré waren kermiskoersen die alleen erkend werden door de Belgische wielerbond en niet door de UCI. Vanaf 2017 gooide de organisatie het over een andere boeg en verkreeg het een 1.1-statuut. Dit kwam het deelnemersveld, dat voordien nog gekleurd werd door namen als Jürgen Roelandts, Stijn Devolder, Sep Vanmarcke en Lars Boom, in eerste instantie niet ten goede. Tijdens de twee eerstvolgende edities kwamen er namelijk geen WorldTour-ploegen aan de start.

Jürgen Roelandts won de GP Monseré als kermiskoers in 2015 – foto: Cor Vos

Vandaar de keuze om de eendagswedstrijd vanaf 2019 niet meer in juli, maar in maart te organiseren, en bovendien aan te sluiten bij de Cycling Cup van Nick Nuyens. Echter werd die eerste editie van de GP Monseré ‘new style’ er voor de organisatie eentje om snel te vergeten. Door hevige rukwinden moesten Rino Vandromme en zijn team de wedstrijd annuleren.

“Het is met pijn in het hart, maar we konden niet anders. Ik hoor van de politie al dat vlaggen en masten wegwaaien. Een groepje renners heeft verkend en die lagen in de gracht. Het risico is te groot. We kunnen de veiligheid van de renners niet garanderen”, reageerde een aangeslagen Vandromme destijds aan onze microfoon.

Een jaar later bleef de GP Monseré als een van de enige Vlaamse voorjaarskoersen nog gespaard door de coronapandemie. Door de afgelasting van Tirreno-Adriatico, kwamen er zelfs nog extra WorldTour-ploegen aankloppen en kon de organisatie haar deelnemersveld nog wat extra opsmukken. Fabio Jakobsen kroonde zich tot winnaar.

Laatste tien winnaars GP Monseré
2012: flag-be Frederic Amorison (kermiskoers)
2013: flag-be Tom Van Asbroeck (kermiskoers)
2014: flag-be Guillaume Van Keirsbulck (kermiskoers)
2015: flag-be Jürgen Roelandts (kermiskoers)
2016: flag-nl Lars Boom (kermiskoers)
2017: flag-be Laurens Sweeck
2018: flag-nl André Looij
2019: Niet verreden wegens rukwinden
2020: flag-nl Fabio Jakobsen
2021: flag-be Tim Merlier


Vorig jaar

Negen renners kleurden vorig jaar de koers: Clément Carisey (Delko), Syver Waersted (Uno-X), Stefano Museeuw (BEAT Cycling), Daniel Tullett (Canyon dhb), Jeroen Eyskens (EvoPro Racing), Lewis Askey (Groupama-FDJ U23), Rick Ottema (Metec-Solarwatt), Stan Van Tricht (SEG Racing Academy) en Jon Knolle (SKS Sauerland NRW).

In het peloton namen Deceuninck-Quick-Step, Alpecin-Fenix en Bingoal Pauwels Sauces WB hun verantwoordelijkheid op. De Belgische teams vertrouwden op hun sprinters, respectievelijk Mark Cavendish, Tim Merlier (de week voordien nog winnaar in Le Samyn) en Timothy Dupont. Het parcours bestond namelijk uit tien lokale rondes van 19,4 kilometer rond Hooglede, Gits en Roeselare, met daarin de Hoogledeberg en de Gitsberg.

Twee rondes voor het einde was het verschil tussen de negen koplopers en het peloton vijftig seconden. De trein van Deceuninck-Quick-Step nam op dat moment het initiatief. Door de nervositeit waren er ook wat valpartijen, maar zonder grote namen. Ondertussen was er ook wat onenigheid in de kopgroep: Askey ontsnapte en kreeg Van Tricht, Carisey en Knolle met zich mee.

Mark Cavendish reed hier vorig jaar zijn eerste mooie uitslag – foto: Cor Vos

Op de voorlaatste passage van de Gitsberg was de situatie goed te overzien. De jonge Askey bleef als enige vluchter over, maar werd op de hielen gezeten door het peloton. Op dertien kilometer van de aankomst was zijn liedje uitgezongen en was het wachten op de Gitsberg, de laatste kasseistrook van de dag. Daarop achtte Amaury Capiot zijn moment gekomen om het peloton proberen te verrassen. De renner van Arkéa-Samsic pakte vijf seconden, maar op de brede banen richting Roeselare wist de trein van Uno-X Capiot snel weer in te rekenen.

In de sprintvoorbereiding koos Cavendish slim het wiel van Merlier, al was het erg chaotisch. Merlier profiteerde daardoor optimaal van een stil moment op 250 meter van de finish; met indrukwekkende pedaalslagen sloeg hij direct een gat met de rest. Mark Cavendish wist daarachter nog wel tweede te worden. Timothy Dupont strandde op de derde plaats.

Uitslag GP Monseré 2021
1. flag-be Tim Merlier (Alpecin-Fenix)
2. flag-gb Mark Cavendish (Deceuninck-Quick Step)
3. flag-be Timothy Dupont (Bingoal Pauwels Sauces WB)
4. flag-fr Pierre Barbier (Delko)
5. flag-fr Riccardo Minali (Intermarché-Wanty-Gobert)


Parcours

De GP Monseré was de voorbije jaren te voorspelbaar geworden, en daar wil de organisatie dit jaar iets aan doen. Start en aankomst blijven respectievelijk in Hooglede-Gits en Roeselare liggen, maar daartussen worden er enkele pittige stroken in het parcours gestoken.

Waar het in 2021 nog ging over een lokaal rondje van 19 kilometer dat tien keer moest worden afgelegd, kiest men nu voor een forse uitbreiding. De renners rijden nu vier grotere rondes van 53,5 kilometer. Ze blijven zo niet meer alleen in Roeselare en Hooglede-Gits, maar zoeken ook enkele passages in Kortemark, Koekelare, Ichtegem, Torhout en Lichtervelde op. Alles samen brengt dat het traject op 203,2 kilometer.

De hindernissen? Die beginnen al na een zestal kilometer in het rondje met de Hoogledeberg, een helling die ook de voorbije edities in het traject was opgenomen. De klim loopt zeshonderd meter op aan 3,2 procent. Twaalf kilometer later doemt met de Ruidenbergstraat (1 kilometer aan 2,1%, max. 5,7%) wél een nieuwe hindernis op, snel gevolgd door de eveneens nieuwe Lookhuisstraat (1,2 km aan 1,5%, max. 4,6%). Die laatste is bovendien met kasseien betegeld.

Zeven kilometer voor het einde wacht ten slotte ook nog de Gitsberg, een kasseihelling die ons sinds het Belgisch kampioenschap van 2011 in het geheugen gegrift staat. Philippe Gilbert knalde er op de vierhonderd meter kasseien (met een gemiddelde stijging van 3,2%, maximaal 5,8%) Tom Boonen uit het wiel en vloog richting driekleur.

De moeilijkheid van dit nieuwe traject zit hem overigens niet alleen in de nieuwe hellingen en kasseistroken. Grote en kleinere wegen wisselen elkaar voortdurend af en open velden geven de wind vrij spel, stelt de organisatie op haar website. Vooral op de wegen richting Ichtegem zou dit het geval zijn.

De aankomst ligt zoals steeds ter hoogte van de Trax op de Beversesteenweg in Roeselare. Op iets minder dan een kilometer van de streep passeren de renners nog een rotonde, daarna gaat het in een rechte lijn richting aankomst.

Zondag 7 maart 2021: Hooglede – Roeselare (203,2 km)
Start: 10.20 uur
Finish: tussen 14.39 en 15.17 uur


Favorieten

De concurrentie met Parijs-Nice en de Strade Bianche is niet min, maar toch kan de organisatie van de Grote Prijs Jean-Pierre Monseré rekenen op zes WorldTour-ploegen. Met Quick-Step-Alpha Vinyl, Lotto Soudal en Intermarché-Wanty-Gobert zijn (uiteraard) de drie Belgische formaties van het hoogste niveau present, net als Team DSM, UAE Emirates en Cofidis. Verder prijken er zeven ProTeams en twaalf continentale formaties op de deelnemerslijst.

Hoe ver staat Arnaud De Lie al? – foto: Cor Vos

Ondanks de extra hellingen en de uitbreiding van de lokale omloop, is een groepssprint nog steeds het meest realistische scenario. Veel ploegen sturen dan ook hun snelle mannen naar de start in Hooglede. Te beginnen met Lotto Soudal, dat rekent op Arnaud De Lie. De 19-jarige Waal heeft de stap naar de profs alvast goed verteerd. Het begon in februari met een verrassende sprintzege in de Trofeo Palma, maar wat hij afgelopen week in Le Samyn toonde was zo mogelijk nog straffer. Na een lastige koers moest De Lie in de pelotonsprint voor plek negen enkel Rasmus Tiller laten voorgaan.

Ook in de Lotto Soudal-opstelling: Florian Vermeersch. Ook de runner-up van Parijs-Roubaix heeft een stevig sprintje in de benen, maar kan ook als lead-out uit de voeten. Dat laatste bewees hij door Caleb Ewan perfect af te zetten in de Tour du Haut Var. Gezien zijn attractieve koersstijl, zou Vermeersch ook de man kunnen zijn die de wedstrijd openbreekt. Ten slotte beschikt Lotto Soudal ook over man in vorm Cedric Beullens en de altijd sterke Jasper De Buyst.

Bij dat andere Belgische WorldTeam, Quick-Step-Alpha Vinyl, kijken we uit naar Stan Van Tricht. De man uit Boutersem rendeert nog altijd het beste na een zware koers, of bij een sprint op een licht oplopende aankomst. Maar dat hij ook op West-Vlaamse wegen uit de voeten kan, bewees hij vorig jaar al tijdens Gullegem Koerse. Als stagiair in de ploeg van Patrick Lefevere, boekte hij meteen zijn eerste zege in de kleuren van The Wolfpack. In 2022 gaat de ontdekkingstocht verder voor Van Tricht, die in de Ronde van Oman al een pelotonsprint won voor de elfde plaats.

Stan Van Tricht geniet van zijn eerste maanden bij The Wolfpack – foto: Cor Vos

Intermarché-Wanty-Gobert zet daar Gerben Thijssen tegenover. Thijssen kennen we nog van zijn tweede plaats na Pascal Ackermann in de negende Vueta-etappe van 2020. Vorig jaar werd een jaar van stagnatie, maar in de laatste maand van het seizoen kwam Thijssen er alsnog door. Nu hij weg is bij Lotto Soudal, kan hij in een nieuwe omgeving zichzelf allicht heruitvinden. En anders zullen Tom Devriendt en Boy van Poppel ook wel interesse hebben in een mooie uitslag.

Ook het vermelden waard: de nummers één en twee van de vorige editie zijn er niét bij. Tim Merlier en Mark Cavendish vechten hun spannende sprintduels ditmaal uit op de wegen van Tirreno-Adriatico, waardoor ze bij Alpecin-Fenix geen uitgesproken kopman lijken te hebben. Er is wel Italiaan Jakub Mareczko, de snelle man die in Antalya alvast zijn eerste seizoenszege boekte. Mareczko mist echter de inhoud om te overleven bij een zware koers. Voormalig Belgisch kampioen Dries De Bondt en Guillaume Van Keirsbulck, ooit winnaar in het naburige Lichtervelde, staan in dat geval klaar om het stokje over te nemen.

Bij Sport Vlaanderen-Baloise is het dan weer uitkijken naar Arne Marit. De sympathieke Vollezelenaar pakte aan het einde van vorig seizoen uit met een rist topuitslagen, met zijn overwinning in de GP du Morbihan – in de sprint tegen Elia Viviani en Bryan Coquard – als absolute hoogtepunt. Vooralsnog is het in 2022 alleen maar pech wat de klok slaat voor Marit, die afgelopen dinsdag ook graag had meegesprint. Blijft hij deze keer wel uit de miserie? Dan hoort hij bij de snelsten van het pak.

Hofstetter is sterk aan het seizoen begonnen – foto: Cor Vos

De man in vorm is echter ontegensprekelijk Hugo Hofstetter. Een pure sprinter zal Hofstetter nooit worden, maar zijn snelle benen leverden hem afgelopen week wel een sterke tweede plek in Le Samyn en een derde in Kuurne-Brussel-Kuurne op. De Fransman van Arkea-Samsic ontpopt zich steeds meer als een specialist in wedstrijden van het tweede niveau, en speelt op die manier een belangrijke rol voor zijn Franse ploeg. Hofstetter bezorgt Arkea-Samsic namelijk de broodnodige UCI-punten, die hen richting de WorldTour moeten helpen.

Bij Cofidis en UAE Emirates vinden we met de Pool Szymon Sajnok en Ryan Gibbons minder grote namen. Al is de Zuid-Afrikaan, overigens ook de nummer twee in de Trofeo Alcudia, altijd wel goed voor een ereplaats. Verder is het bij een sprint oppassen voor jongens als Pierre Barbier (B&B Hotels-KTM), Chris Lawless en Dries Van Gestel (TotalEnergies), Timothy Dupont en Stanislaw Aniolkowski (Bingoal Pauwels Sauces WB) en Rait Arm (opleidingsploeg Groupama-FDJ). De 21-jarige Søren Wærenskjold vertegenwoordigt de troepen van het altijd attractieve Uno-X, en toonde in de Tour de l’Avenir van vorig jaar dat hij bij een sprint niet kansloos is.


Favorieten volgens WielerFlits
**** Arnaud De Lie
*** Hugo Hofstetter, Stan Van Tricht
** Arne Marit, Ryan Gibbons, Gerben Thijssen
* Søren Wærenskjold, Florian Vermeersch, Jakub Mareczko, Dries De Bondt

Website organisatie
Deelnemerslijst (ProCyclingStats)


Weer en TV

Voor een afgelasting, zoals twee jaar geleden, moet de organisatie zondag alvast niet vrezen. Meteovista voorspelt wel stevig windje uit het noordoosten, aan een kracht van vier Beaufort. De temperaturen kunnen oplopen tot maximaal zes graden Celsius, maar de lentezon is wel present.

Wat de tv-uitzending betreft: Sporza en Eurosport zullen net als bij elke andere manche van de Exterioo Cycling Cup de volledige finale uitzenden. Beide zenders zijn vanaf 13.30 uur van de partij.


RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.