Voorbeschouwing: Luik-Bastenaken-Luik 2021
foto: Cor Vos
Koen Middendorp
zondag 25 april 2021 om 07:30

Voorbeschouwing: Luik-Bastenaken-Luik 2021

In het klassieke voorjaar zijn weer tal van heldenverhalen geschreven en aankomende zondag zijn we toe aan het laatste hoofdstuk. De klassiekerspecialisten kruisen in Luik-Bastenaken-Luik nog een laatste keer de degens. Wie schrijft de oudste monumentale eendagskoers op zijn naam? We leggen de favorieten langs de meetlat!

Een helletocht. We ontkomen niet aan een dergelijke kwalificatie, als we terugdenken aan Luik-Bastenaken-Luik van 1980. In het grauwe stadscentrum van Luik verzamelen 174 renners zich voor misschien wel de meest heroïsche uitgave van de Waalse klassieker. Bibberend en klappertandend staan de coureurs aan de start. Hinault, Kuiper, Saronni… Ze doen er alles aan om maar een beetje warm te blijven. Zo koud is het die dag in Luik en zijn omliggende dorpen en steden.

De weersomstandigheden nodigen uit om met een kop chocolademelk voor de open haard te zitten. Maar toch niet om 244 kilometer te koersen over gevreesde beklimmingen als de Stockeu, Haute-Levée en de Redoute? En toch trekken de renners zich in de ochtend van zondag 20 april op gang voor een barre editie van La Doyenne. Sneeuw, ijzel, mist en slagregen. Al na twaalf kilometer besluiten de eerste onderkoelde renners uit koers te stappen.

Hinault trotseert de sneeuw – foto: Cor Vos

Ruim voor Bastenaken houden ook favorieten als Giuseppe Saronni en Michel Pollentier het voor bekeken. Als we de verhalen mogen geloven, moeten renners met hun polsen remmen, aangezien hun vingers volledig bevroren zijn door de kou. Van de 174 renners die vertrekken uit Luik, bereiken slechts 21 renners voor een tweede keer de Waalse industriestad. Niemand denkt ook maar aan aanvallen in deze omstandigheden, met uitzondering van Rudy Pevenage.

De Belg van IJsboerke-Warncke besloot in Houffalize weg te rijden uit de eerste groep en trotseert de winterse omstandigheden aanvankelijk erg goed. Op de Stockeu, een van de zwaarste beklimmingen op het parcours, is zijn voorsprong gegroeid naar de twee minuten. In de achtervolgende groep is men eigenlijk helemaal niet bezig met de koers. Het is een kwestie van overleven in neige-Bastogne-neige, alluderend op de vele sneeuwstormen.

Vanuit het vertrek in Luik vielen de witte vlokken die de renners tot op het bot verkleumden, reeds zo dik, dat vijftig man het na een uur koers voor gezien hield. Sommigen maakten rechtsomkeert, anderen zochten beschutting in de huizen en cafés langs de route – Het Vrije Volk (1980)

De Fransman komt binnen na een epische tocht – foto: Cor Vos

Maar dan, op de flanken van Stockeu, volgt een versnelling van Bernard Hinault. De Fransman heeft het koud en wil eigenlijk zo snel mogelijk naar huis en besluit dan maar om de achtervolging in te zetten op de dappere Pevenage. Het is het begin van een indrukwekkende solo van de Franse kampioen. In een vloek en een zucht dicht Hinault het gat met Pevenage en de kopman van Renault-Gitane laat de arme Belg op de Haute-Levée zonder blikken of blozen ter plaatse.

Hinault is vanaf dat moment alleen en kijkt niet meer achterom. De regerende Tourwinnaar moet nog meer dan zeventig kilometer afleggen, maar is niet meer te stoppen en breidt zijn voorsprong op de eerste achtervolger, Hennie Kuiper, uit tot meer dan negen minuten. Op de Boulevard de la Sauvenière, waar een verkleumde Hinault wordt onthaald als winnaar, zijn de verschillen enorm. De nummer laatst, Jostein Wilmann, komt 27 minuten later over de streep.

Drie maanden na zijn heroïsche tweede triomf in Luik zijn de wijs- en middelvingers van Hinault hersteld van de kou.


Historie

Het is een van die vele verhalen uit meer dan honderd jaar Luik-Bastenaken-Luik: de sneeuweditie van Bernard Hinault in 1980. Voor de eerste uitgave van de klassieker moeten we terug naar 1892. Geen enkele andere monumentale klassieker kan bogen op een dergelijke rijke traditie. De eerste editie van Parijs-Roubaix werd ‘pas’ in 1896 voor het eerst gehouden en voor de Ronde van Lombardije (1905), Milaan-San Remo (1907) en de Ronde van Vlaanderen (1913) was het nog wat langer wachten.

De mensen achter Luik-Bastenaken-Luik zijn dan ook trots op hun bijnaam. La Doyenne. De ouderdomsdeken. Al duurde het wel even vooraleer de wedstrijd ook echt van de grond kwam. Aanvankelijk was het namelijk niet eens de bedoeling om van Luik naar Bastenaken en weer naar Luik te fietsen. De Liège Cyclist Union wilde een omweg maken via Parijs. Luik-Parijs-Luik: een wedstrijd van maar liefst 850 kilometer lang. Dat was het plan aan het einde van de negentiende eeuw.

Silvano Contini houdt Fons De Wolf van de overwinning, 1982 – foto: Cor Vos

Luik-Bastenaken-Luik gold in die jaren slechts als een testevent voor LPL (Luik-Parijs-Luik), maar LBL werd na een moeizame opstartfase uiteindelijk een jaarlijks terugkerend evenement. In de eerste decennia werd de wedstrijd, niet geheel verrassend, gedomineerd door Belgen. De Fransman André Trousselier wist in 1908 de Belgen voor te blijven, maar van de eerste 64 edities ging de winst slechts tien keer niet naar een thuisrijder.

Vanaf het begin van de jaren tachtig waren de rollen omgedraaid en ging de zege steeds vaker naar een Nederlander, Italiaan, Ier of Zwitser. Desalniettemin topt België het lijstje met winnaars van Luik-Bastenaken-Luik. Zo gek is dat ook niet, aangezien Léo Houa, Alfons Schepers en Fred De Bruyne ieder drie keer deze wedstrijd wisten te winnen en de onvermijdelijke Eddy Merckx (1969, 1971, 1972, 1973 en 1975) zelfs vijf keer op de erelijst staat. Dat tikt aardig aan.

Ook wielergrootheden als Rik Van Looy, Roger De Vlaeminck en Walter Godefroot deden een duit in het Belgische zakje. Na de zege van Joseph Bruyère in 1978 en het stoppen van de generatie Merckx-De Vlaeminck kwamen er magere jaren aan voor de Belgen. De wielerfans langs de kant van de weg moesten nu vooral juichen voor Italianen (Silvano Contini en vier keer Moreno Argentin), Nederlanders (Steven Rooks en Adrie van der Poel) en de Ier Sean Kelly.

Stefano Garzelli en de latere winnaar Paolo Bettini op de Saint-Nicolas, 2002 – foto: Cor Vos

In 1990 gaf Eric Van Lancker de Belgen weer reden tot juichen en sindsdien zorgden Dirk De Wolf (1992), de betreurde Frank Vandenbroucke (1999) en Philippe Gilbert in 2011 nog voor Belgische successen in Luik-Bastenaken-Luik. De meest succesvolle renners van de laatste dertig, pakweg veertig jaar zijn Moreno Argentin en Alejandro Valverde. We vinden deze namen acht keer terug op de erelijst en ook nog eens netjes verdeeld: 4x Argentin, 4x Valverde.

Andere renners die onlosmakelijk zijn verbonden met Luik-Bastenaken-Luik, luisteren naar de namen Michele Bartoli, Paolo Bettini en Alexander Vinokourov. Renners die niet één keer, maar tweemaal op de erelijst zijn terug te vinden. En de Nederlanders? We tellen vier overwinningen sinds de eerste editie in 1892. De namen van Steven Rooks en Adrie van der Poel zijn al voorbijgekomen. Ab Geldermans en Wout Poels zijn de twee andere Nederlanders.

Laatste tien winnaars Luik-Bastenaken-Luik
2020: flag-si Primož Roglič
2019: flag-dk Jakob Fuglsang
2018: flag-lu Bob Jungels
2017: flag-es Alejandro Valverde
2016: flag-nl Wout Poels
2015: flag-es Alejandro Valverde
2014: flag-au Simon Gerrans
2013: flag-ie Daniel Martin
2012: flag-kz Maxim Iglinsky
2011: flag-be Philippe Gilbert


Vorig jaar

Luik-Bastenaken-Luik op een zondagmiddag in de maand oktober. Het is en blijft een vreemd gegeven, maar door de coronapandemie was organisator ASO in het voorjaar van 2020 genoodzaakt om de Ardense klassiekers met enkele maanden te verplaatsen en in het najaar te organiseren. Enkele dagen na de Waalse Pijl, gewonnen door Marc Hirschi, verzamelt een heel bataljon aan renners zich in Luik voor de 106e en een behoorlijke frisse editie van La Doyenne.

Een peloton van 175 renners vertrok om tien over tien onder natte en frisse omstandigheden aan een tocht van 257 kilometer door de Ardennen, waar de renners elf hellingen voor de wielen geschoven kregen. Tijdens het eerste wedstrijduur trekken negen renners ten aanval. Kobe Goossens, Kenny Molly, Valentin Ferron, Paul Ourselin, Michael Schär, Omer Goldstein, Gino Mäder, Iñigo Elosegui en Mathijs Paasschens vormen de vlucht van de dag.

Op een zeker moment bedraagt de voorsprong van de negen vluchters een kleine vijf minuten, meer krijgen de dappere avonturiers niet van de ploegen van de topfavorieten. Nog voor het opdraaien van de Côte de la Redoute is de laatste vluchter eraan voor de moeite. Onderweg zorgen de nodige valpartijen voor tumult en opgaves van aansprekende namen als Adam Yates, Greg Van Avermaet en Damiano Caruso. Ook wereldkampioen Alaphilippe kust het asfalt, maar kan door.

Niet voor het eerst sinds de eeuwwisseling blijft het echte spektakel uit op de Redoute en op de flanken van de daaropvolgende Côte des Forges kiest Michael Albasini in zijn laatste koers als prof nog een keer voor de aanval. Heel wat renners besluiten het goede voorbeeld van oudgediende Albasini te volgen, maar geen enkele renner slaagt erin om met voorsprong aan de Roche-aux-Faucons, de scherprechter van de dag, te beginnen.

Op de steilste stroken van de Roche-aux-Faucons wordt het tempo opgedreven door Tom Dumoulin, die zich nog een keer binnenstebuiten trekt voor zijn kopman Primož Roglič. Het is echter niet de Sloveen die als eerste versnelt richting de top. Nee, het is Alaphilippe die in zijn gloednieuwe regenboogtrui voor de aanval kiest. Zijn versnelling op 500 meter van de top is veel renners te machtig. Alleen Hirschi, Roglič en Tadej Pogačar kunnen mee met de Fransman.

De veelbesproken sprint in de straten van Luik – foto: Cor Vos

Deze vier leiders vinden elkaar in de dalende kilometers op weg naar de Quai des Ardennes in Luik. Een tweede groepje met daarin onder meer Nederlands kampioen Mathieu van der Poel komt in de slotfase overigens nog wel erg dichtbij, maar slaagt er net niet meer in om de aansluiting te forceren. Superdaler Matej Mohorič doet dit wel met nog enkele honderden meters te gaan en opent meteen zijn sprint, waardoor zijn verbouwereerde concurrenten in een split second moeten schakelen.

Mohorič heeft nog te weinig jus in de benen om de sprint ook daadwerkelijk naar zijn hand te zetten, maar lokt met zijn actie wel een hypernerveuze Alaphilippe uit zijn kot. De renner van Deceuninck-Quick-Step snelt voorbij de stilgevallen Mohorič en lijkt op weg naar de zege, maar ziet vanuit zijn ooghoek Hirschi opstomen. In een ultieme poging om de Zwitser af te houden, wijkt Alaphilippe van zijn lijn en blokkeert Hirschi dusdanig dat die laatste plots kansloos is voor de zege.

Het podium na de editie van 2020 – foto: Cor Vos

Het gevaar is geweken en Alaphilippe gooit zijn handen in de lucht, alleen doet hij dit wel een tikkeltje te vroeg… Roglič profiteert optimaal, schiet als een duveltje uit een doosje naar voren en weet zijn wiel toch als eerste over de streep te drukken. Alaphilippe is de schlemiel van de dag, een balende Hirschi en een zichtbaar ontevreden Pogačar zijn aanvankelijk de nummers drie en vier. Na afloop wordt Alaphilippe echter gedeclasseerd en teruggezet naar de vijfde plek in de uitslag.

Uitslag Luik-Bastenaken-Luik 2020
1. flag-si Primož Roglič (Jumbo-Visma) in 6u32m02s
2. flag-ch Marc Hirschi (Team Sunweb) z.t.
3. flag-si Tadej Pogačar (UAE Emirates) z.t.
4. flag-si Matej Mohorič (Bahrain McLaren) z.t.
5. flag-fr Julian Alaphilippe (Deceuninck-Quick-Step) z.t.*

* Teruggezet in de daguitslag na een onreglementaire sprint in de straten van Luik.


Parcours

De 107e editie van Luik-Bastenaken-Luik wordt, net als vorig jaar, in gang geschoten op de Place Saint-Lambert in Luik. Na een korte neutralisatie kan de wedstrijd over 259,1 kilometer bij het verlaten van de Maasstad écht van start gaan. We kunnen de belangrijke scherprechters op het parcours inmiddels wel dromen, maar dit jaar heeft de organisatie wel degelijk een verrassing in petto. Op de route liggen elf officiële beklimmingen.

De eerste beklimming die meetelt voor de bergpremie – de Côte de la Roche-en-Ardenne – volgt pas na goed zeventig kilometer, maar eigenlijk loopt het van bij de start constant op en af, vaker over niet al te best asfalt. Opgeteld komt de wedstrijd uit op meer dan 4.000 hoogtemeters. Zoals gewoonlijk kent de heenweg naar Bastogne minder reliëf vergeleken bij de terugweg naar Luik, al had de organisatie gerust een paar bergsprints eerder kunnen organiseren.

Het peloton trekt via Aywaille, het geboortedorp van Philippe Gilbert (de winnaar van 2011) en het toeristische Hotton naar de eerste klim van de dag. De Côte de la Roche-en-Ardenne is net geen drie kilometer lang en stijgt van de voet tot de top aan een slordige zes procent. Een beklimming om de benen wat los te rijden met het oog op wat nog komt. Via de Roche-en-Ardenne gaat het naar Bastenaken en goed twintig later de Côte de Saint-Roch.

De Côte de Saint Roch (1 km aan 11,2%) is kort maar krachtig en het is een voorbode voor een viertal beklimmingen binnen een straal van zo’n twintig kilometer. Hier worden de jochies van de mannen gescheiden en zien we vaak renners van de tweede lijn iets proberen. Het begint met de Côte de Mont-le-Soie (1,7 km aan 7,9%) en daarna de Côte de Wanne (3,6 km aan 5,1%), Côte de Stockeu (1 km aan 12,5%) en de Côte de Haute-Levée (2,2 km aan 7,5%).

De Mont-le-Soie, Wanne, Stockeu en Haute-Levée… Ze hebben allemaal wel hun eigen verhaal. Vooral de ultrasteile Stockeu, met stukken tot 19%, spreekt tot de verbeelding en boezemt behoorlijk wat angst in. Het was in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw vaak de plek waar Eddy Merckx zijn tegenstanders wist te versmachten. Het is dan ook niet geheel toevallig dat op de top van deze beklimming een monument staat ter ere van de vijfvoudige winnaar.

Vanaf de top van de Haute-Levée is het nog 76 kilometer tot de streep in Luik, maar de finale moet dan nog altijd losbarsten. Via een relatief lange afdaling gaan de renners vervolgens naar de Col du Rosier, met 4,4 kilometer (aan net geen 6%) de langste klim van de dag. Normaal trekken de renners dan naar de Col du Maquisard, maar deze klim ligt nu niet meer op de route. Nee, na de Haute-Levée volgt al snel een gloednieuwe beklimming.

Iets buiten Spa begint de weg te stijgen naar de top van de Côte de Desnié. De mensen die vaak in deze regio fietsen, zullen ongetwijfeld weten dat de Desnié eigenlijk de noordelijke kant van de klim La Vecquée is. Eenmaal in het dorpje Winamplanche stijgt het wegdek aan goed 8% en in het dorpje Desnié zelf wacht het steilste stuk van de beklimming, al is het zeker niet de zwaarste hindernis van de dag. Eenmaal op de top is het nog 48,4 kilometer te gaan.

De renners zijn dan al bezig met de Côte de la Redoute (2 km aan 8,9%), de volgende hindernis in deze Luik-Bastenaken-Luik. In het verleden was de Redoute dé absolute scherprechter. Denk maar terug aan de heroïsche duels die er zijn uitgevochten tussen wijlen Frank Vandenbroucke en Michele Bartoli. De klim begint net voor de brug onder het viaduct in Sougné, een deelgemeente van Remouchamps. De ellende begint nadat de weg afbuigt naar links.

Jakob Fuglsang rijdt weg op de Roche-aux-Faucons – foto: Cor Vos

De Redoute, voerend langs de drukke steenweg, is een behoorlijke slingerklim en kent stroken tot maar liefst 13%. Na de top van de Redoute, op 35 kilometer van de meet, slingert de route naar de Côte de Forges (1,3 km aan 7,8%) en de Côte de la Roche-aux-Faucons (1,3 km aan 11%), waar zondag de beslissing moet vallen. De Valkenrots, sinds 2008 een vaste waarde finale van La Doyenne, is de laatste helling om iets uit richten.

Wie na ruim tweehonderd kilometer koers nog wat power in de benen heeft en niet vies is van een solo, kan iets proberen op de steile Roche-aux-Faucons. Vaak zien we echter dat de beslissing wordt geforceerd op de uitloper van de klim, als het wegdek voor een honderdtal meter stijgt aan goed 8%. Vanaf de top is het nog 13,4 kilometer naar de Quai des Ardennes in Luik, langs de zijrivier de Outhre, waar rond vijf uur wordt gefinisht.

Zondag 25 april, Luik-Bastenaken-Luik: Luik-Luik (259,1 km)
Start: 10.15 uur
Finish: tussen 16.34 en 17.15 uur

Een sfeerfoto van de Col de la Redoute – foto: Cor Vos

Beklimmingen Luik-Bastenaken-Luik
1. Côte de la Roche-en-Ardenne (2,8 km aan 6,2%) – na 76 kilometer
2. Côte de Saint-Roch (1 km aan 11,2%) – na 123,3 kilometer
3. Côte de Mont-le-Soie (1,7 km aan 7,9%) – na 164,1 kilometer
4. Côte de Wanne (3,6 km aan 5,1%) – na 172,4 kilometer
5. Côte de Stockeu (1 km aan 12,5%) – na 179 kilometer
6. Côte de la Haute-Levée (2,2 km aan 7,5%) – na 183,2 kilometer
7. Col du Rosier (4,4 km aan 5,9%) – na 197,4 kilometer
8. Côte de Desnié (1,6 km aan 8,1%) – na 210,8 kilometer
9. Côte de la Redoute (2 km aan 8,9%) – na 223,9 kilometer
10. Côte de Forges (1,3 km aan 7,8%) – na 235,8 kilometer
11. Côte de la Roche-aux-Faucons (1,3 km aan 11%) – na 245,8 kilometer


Favorieten

De ASO heeft voor dit jaar, naast de negentien WorldTeams die al zeker waren van deelname aan de klassieker, ook Gazprom-RusVelo, Bingoal Pauwels Sauces WB, Sport Vlaanderen-Baloise en Total Direct Energie uitgenodigd. Alpecin-Fenix en Arkéa-Samsic kregen als beste ProTeams van 2020 automatisch een invitatie en die werd door beide teams geaccepteerd.

Primož Roglič – foto: Cor Vos

Of hij teleurgesteld was of juist blij met zijn tweede plaats, werd hem woensdag na afloop van de Waalse Pijl gevraagd. “Je wilt altijd winnen hè? Maar zoals ik al zei, ik ben blij met mijn niveau. Ik kijk uit naar de volgende wedstrijd”, was het gortdroge commentaar van Primož Roglič, enkele minuten na de finish. De Sloveen van Jumbo-Visma, die nog nooit de Muur van Hoei was opgereden in wedstrijdverband, moest alleen zijn meerdere erkennen in Julian Alaphilippe.

De wereldkampioen moest wel alles uit de kast halen om Roglič nog bij te halen, die bijzonder vroeg aanging op de iconische helling net buiten het centrum van Hoei. Met machtige pedaalslagen leek de Sloveen op weg naar de zege, maar Roglič bleek zijn aanval net iets te vroeg te hebben ingezet. Toch liet hij met zijn demarrage zien dat het met de vorm wel snor zit in aanloop naar Luik-Bastenaken-Luik, de koers die hij vorig jaar nog wist te winnen.

Roglič was zelf ook tevreden over zijn vormpeil en zondag krijgt hij opnieuw een kans om zijn goede vorm te demonstreren. De renner van Jumbo-Visma heeft de benen, de punch om het verschil te maken en kan na een zware koers ook terugvallen op een meer dan degelijke sprint. En misschien nog wel belangrijker: Roglič heeft iets ‘goed te maken’ na zijn nederlaag van afgelopen woensdag. Met Robert Gesink, Sam Oomen en schaduwkopman Jonas Vingegaard beschikt hij over een paar sterke ploegmaats.

Tadej Pogačar – foto: Cor Vos

Of we een Sloveens duel krijgen om de overwinning? Dat zou zomaar kunnen. Vorig jaar stonden er met Roglič en Tadej Pogačar al twee Slovenen op het podium. Pogačar zat ook met de Waalse Pijl in zijn hoofd, maar zijn ploeg UAE Emirates moest zich enkele uren voor de start terugtrekken na twee positieve coronatests. Er was vervolgens wat gesteggel over de, al dan niet vals-positieve, testresultaten, maar de Belgische autoriteiten hielden voet bij stuk.

De ploeg was, op het moment van schrijven, nog niet helemaal zeker van deelname aan Luik-Bastenaken-Luik. Zaterdag liet het team echter weten dat iedereen negatief heeft getest en dus staan alle lichten op groen. Ook Pogačar zal uit zijn op sportieve revanche en is dan ook extra gevaarlijk. De regerende Tourwinnaar beschikt over het totaalpakket om te zegevieren in Luik en kan rekenen op een ijzersterke ploeg. Let ook op Marc Hirschi, de runner-up van vorig jaar, en Davide Formolo.

Julian Alaphilippe – foto: Cor Vos

Het was aanvankelijk niet veel soeps in het voorjaar. Julian Alaphilippe moest het tot de Waalse Pijl doen met verre ereplaatsen en bleek op kritieke momenten niet in staat om de beslissende demarrages te volgen. Afgelopen woensdag was de wereldkampioen echter weer op de afspraak. En hoe! Met een indrukwekkende remonte wist hij Primož Roglič op de Muur van Hoei nog bij te halen, goed voor zijn derde zege in de Waalse klassieker.

Alaphilippe lijkt dus net op tijd zijn punch te hebben teruggevonden en dat is wel belangrijk in aanloop naar Luik-Bastenaken-Luik. Het maakt van de renner van Deceuninck-Quick-Step ook meteen (weer) een van de topfavorieten voor de overwinning. Vorig jaar voelde hij zich heel even de winnaar van Luik-Bastenaken-Luik, maar nu zal hij ook daadwerkelijk de bloemen in ontvangst willen nemen. Kan de explosieve springveer zijn droomklassieker winnen?

Deceuninck-Quick-Step kan ervoor kiezen om resoluut de kaart-Alaphilippe te trekken, maar we weten van de Belgische sterrenformatie dat ze graag aanvallend willen koersen, om zo de tegenstand schaakmat te zetten. Twee andere renners zijn wellicht in staat om Luik-Bastenaken-Luik te winnen na een gedurfde solo of een sprint met een klein groepje. Dan denken we spontaan aan João Almeida, die de voorbije weken op hoogte heeft gezeten, en Mauri Vansevenant.

Alejandro Valverde – foto: Cor Vos

Alejandro Valverde wordt zondag, op de dag van Luik-Bastenaken-Luik, 41 jaar, maar de jaren lijken maar geen vat te krijgen op de Spanjaard. Na een vijfde plek in de Amstel Gold Race kwam hij woensdag als derde over de streep in de Waalse Pijl. Julian Alaphilippe en Primož Roglič volgen op de Muur van Hoei, dat zat er niet in voor Valverde, maar de renner van Movistar staat er toch maar weer. En dat ondanks zijn pensioengerechtigde leeftijd.

Beleeft Valverde zondag een onvergetelijke verjaardag? De Murciaan weet in elk geval hoe je moet winnen in Luik, al is de finish sinds zijn laatste zege verplaatst van Ans naar de Boulevard d’Avroy in Luik. Pakt Valverde na 2006, 2008, 2015 en 2017 zijn vijfde zege in LBL? Zo ja, dan evenaart hij de legendarische Eddy Merckx.

Er zijn echter nog meer kapers op de kust. Denk aan een renner als Maximilian Schachmann, derde in de Amstel Gold Race en tiende in de Waalse Pijl. Ook David Gaudu (Groupama-FDJ) en Michael Woods (Israel Start-Up Nation) zijn kandidaat-winnaars. Beide mannen deden het goed in de Waalse Pijl en wisten in het verleden ook al uitstekend te presteren in Luik. Woods stond zelfs al een keer op het podium. Dat was in 2018, toen de Canadees tweede werd achter Bob Jungels. Gaudu heeft met Valentin Madouas een mogelijke bondgenoot in de finale, de sterke Krists Neilands kan Woods wellicht bijstaan.

Esteban Chaves – foto: Cor Vos

Een van de sterkste formaties aan de start is INEOS Grenadiers, al kan de Britse formatie zondag toch niet beschikken over goudhaantje Tom Pidcock. De Brit moet na een valpartij in de Waalse Pijl passen voor de laatste klassieker van het voorjaar. INEOS Grenadiers heeft gelukkig nog wel meer ijzers in het vuur, met Adam Yates, Richard Carapaz en Michal Kwiatkowski. Die laatste stond in het verleden al twee keer op het podium in LBL.

Het probleem voor iemand als Carapaz is wel dat de Ecuadoraan waarschijnlijk solo moet aankomen, want in een sprint met een klein groepje is er (normaal) altijd wel iemand sneller. Dat geldt ook voor een renner als Esteban Chaves, die uitstekend op dreef is de laatste weken. Dat liet hij woensdag nog zien met een achtste stek in de Waalse Pijl. Maar beschikt de goedlachse Colombiaan over de punch en sprint om deze wedstrijd te winnen? We betwijfelen het.

Wie ook moet anticiperen om te winnen is Bauke Mollema, de kopman van Trek-Segafredo. De Groninger wist in het verleden al op een dergelijke manier de Clásica San Sebastián en de Ronde van Lombardije te winnen. Dan is Luik-Bastenaken-Luik een mooie vervolgklassieker om op je palmares te zetten. In de Waalse Pijl zat Mollema goed van voren, maar viel hij net buiten de top-10. Kan hij zondag wel een gooi doen naar de overwinning?

Bauke Mollema – foto: Cor Vos

Guillaume Martin (Cofidis), Tim Wellens (Lotto Soudal), Jack Haig, Dylan Teuns, Matej Mohorič en Wout Poels (allemaal uitkomend voor Bahrain Victorious), Jakob Fuglsang (Astana-Premier Tech, twee jaar geleden nog winnaar), Fuglsangs ploegmaten Alexey Lutsenko en Alex Aranburu en Tiesj Benoot (Team DSM) moeten wellicht ook eerder voor de aanval kiezen. Nog een naam om in de gaten te houden: Quinten Hermans in dienst van Intermarché-Wanty-Gobert.

Verder is het nog uitkijken naar Wilco Kelderman, Ide Schelling en Patrick Konrad (BORA-hansgrohe), Warren Barguil (Arkéa-Samsic), de piepjonge Ben Tulett (Alpecin-Fenix), Philippe Gilbert (Lotto Soudal) en Benoît Cosnefroy namens AG2R Citroën. Is Sergio Higuita (EF Edcuation-Nippo) op tijd hersteld van zijn valpartij in de Waalse Pijl? En zijn Michael Matthews (Team BikeExchange) en Greg Van Avermaet (AG2R Citroën) in staat om te overleven richting Luik?


Favorieten volgens WielerFlits
**** Primož Roglič
*** Julian Alaphilippe, Tadej Pogačar
** Alejandro Valverde, Maximilian Schachmann, Michael Woods
* David Gaudu, Adam Yates, Bauke Mollema, João Almeida

Website organisatie
Deelnemerslijst (ProCyclingStats)


Weer en TV

Het is zondag overwegend zonnig in Luik en omgeving. De temperatuur loopt tegen de middag op tot ongeveer 12℃ en van regen is geen sprake. De wind is zwak tot matig, windkracht 2 à 3. Met andere woorden: het belooft een heerlijke koersdag te worden!

Luik-Bastenaken-Luik is op zowel de NOS, Sporza en Eurosport 1 te volgen. Eurosport 1 is er live bij vanaf 13.25 uur, Sporza (op Eén) en de NOS (op NPO1) schakelen een uur later in. Ook is de koers te zien via de Eurosport Player, GCN+ en NOS.nl. Eerder op de dag is ook de vrouwenwedstrijd live te volgen via Eurosport, NOS en Sporza.


RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.