Voorbeschouwing: Nokere Koerse 2021
foto: Cor Vos
woensdag 17 maart 2021 om 07:30

Voorbeschouwing: Nokere Koerse 2021

Een jaar geleden was Danilith Nokere Koerse (1.Pro) de eerste Belgische UCI-koers die sneuvelde vanwege de coronacrisis. De organisatie zette geen najaarseditie op, maar richtte meteen haar pijlen op de editie van 2021. En kijk, met Jasper Philipsen, Mark Cavendish, Edward Theuns en Sep Vanmarcke staat er heel wat schoon volk te popelen om van de kasseien in en rond Nokeren te smullen. WielerFlits blikt vooruit.

Historie

Nokere Koerse is een echte traditiekoers, die het leven vond in 1944. De wedstrijd ging destijds nog door onder de naam Grote Prijs Jules Lowie, genoemd naar de Nokerse wielrenner die in 1938 Parijs-Nice op zijn erelijst schreef.

Jules Lowie was dankzij zijn winst in Parijs-Nice meteen ook de aanstoker van de wielergekte in Nokere. Er werd een fanclub voor hem opgericht en in 1944 zag sportvereniging ’t Levende Sport het levenslicht. De vereniging wilde vanaf dan jaarlijks een wielerwedstrijd organiseren, en welke aankomstplek was daarvoor geschikter dan Nokereberg? Journalist Marc Dheedene zou Nokere Koerse later beschrijven als “een mini-uitgave van de Ronde van Vlaanderen en de Waalse Pijl”, waarbij Nokereberg dan de lokale Muur van Hoei zou moeten voorstellen.

Schoon podium in 2008: Jürgen Roelandts, Wouter Weylandt en André Greipel – foto: Cor Vos

Met wereldkampioen Marcel Kint kreeg de organisatie destijds de gedroomde winnaar en werd de wielergekte in Nokere nog wat meer aangewakkerd. Een jaar later kroonde de wielerlegende Briek Schotte zich tot de opvolger van Kint. De goede trein was dus meteen vertrokken.

Tot er in 1962 onenigheid ontstond in het bestuur van de organiserende vereniging ’t Levende Sport over de organisatie van een dernykoers. Het kwam tot een breuk binnen de toenmalige bestuursploeg en drastische hervormingen drongen zich op. Om deze reden kwam er geen editie van de Grote Prijs Jules Lowie in 1962, maar gelukkig nam Nokere Sport de fakkel snel over. Deze vzw zou voortaan de belangen van deze wedstrijd behartigen, met Nokere Koerse als nieuwe naam.

Onder deze organisatie groeide Nokere Koerse uit tot een semiklassieker en een begrip in de wielerwereld. Grote namen als Walter Godefroot, Herman Van Springel, Freddie Maertens, Gerrie Kneteman en Etienne De Wilde kwamen bij op de erelijst, maar toch duurde het tot 1999 vooraleer Nokere Koerse een officiële UCI-koers werd. Het is ook in die periode dat de bescheiden Hendrik Van Dijck zich liefst driemaal op de erelijst zette: een record.

De laatste grote zege van Gert Steegmans was in Nokere in 2011 – foto: Cor Vos

Na 58 edities met start en aankomst in Nokere, is er sinds de eeuwwisseling een kleine trendbreuk. Van 2004 tot en met 2010 koos de organisatie voor Oudenaarde als startplaats. Van 2011 tot en met 2014 legde ze haar boontjes te doppen in Ronse, om vanaf 2015 te kiezen voor Deinze als vaste startplaats. Deinze fungeert overigens ook als vertrekplek voor Gent-Wevelgem.

In 2013 kon de wedstrijd niet doorgaan wegens hevige sneeuwval, vorig jaar was het de eerste Belgische UCI-koers die moest worden afgelast wegens de coronacrisis. Nokere Koerse moest misschien nog wel de bitterste pil slikken van alle organisatoren, omdat het al veel onkosten had gemaakt en zelfs de VIP-tent was al klaargezet. Gelukkig is er ook dit jaar een editie van Nokere Koerse, zowel voor mannen als (sinds 2019, toen Lorena Wiebes won) voor vrouwen.

Laatste tien winnaars Nokere Koerse
2020: Afgelast door coronavirus
2019: flag-nl Cees Bol
2018: flag-nl Fabio Jakobsen
2017: flag-fr Nacer Bouhanni
2016: flag-be Timothy Dupont
2015: flag-be Kris Boeckmans
2014: flag-be Kenny Dehaes
2013: Afgelast door sneeuwval
2012: flag-it Francesco Chicchi
2011: flag-be Gert Steegmans
2010: flag-be Jens Keukeleire
2009: flag-au Graeme Brown


Vorige editie

Voor de vorige editie van Nokere Koerse moeten we zoals gezegd niet terug naar vorig jaar, maar wel naar 2019. Toen hadden de organisatoren voor het tweede jaar op rij wat meer kasseistroken aan de plaatselijke omloop toegevoegd, wat niemand minder dan Mathieu van der Poel triggerde om zich aan te melden voor deze wedstrijd. Ook Remco Evenepoel kon op heel wat belangstelling rekenen.

Maar eerst de vroege vlucht van de dag: David Boucher, Axel Journiaux, Yoann Offredo, Otto Vergaerde en Mattia Viel sloegen de handen ineen op de Tiegemberg, de eerste helling van de dag, en liepen rap uit op het peloton. Tijdens de eerste passage van de finish in Nokere na 56 kilometer bedroeg hun voorsprong al bijna acht minuten. Rond half koers begon het peloton langzaamaan het tijdsverschil terug te schroeven, onder meer door de inspanningen van Deceuninck-Quick-Step.

In 2019 kwam Evenepoel kassei-ervaring opdoen in Nokere – foto: Cor Vos

Vooraan waren Journiaux en Viel de eerste vluchters die moesten afhaken, terwijl de overgebleven drie stug door bleven rijden. Op 39,5 kilometer van de streep testte niemand minder dan Mathieu van der Poel de eerste keer de benen op de kasseien van Wannegem, met Lars Boom in de tegenreactie. Beide renners toonden zich bijzonder actief en slaagden erin om de sprinters beetje bij beetje te vermoeien. Alles kwam echter weer samen en de rust keerde terug.

Na het inrekenen van de vroege vluchters op 25 kilometer van de streep, zat het spel volledig op de wagen. Zo kwamen Clément Carisey en Clément Russo enige tijd voorop te liggen. De Franse renners sloten een verbond en pakten een voorsprong van een halve minuut. Maar op de Lange Ast op ruim tien kilometer van de meet werden ook zij weer bijgehaald. Op de kasseien van de Huisepontweg werd het peloton op een lang lint getrokken. Marco Canola probeerde weg te rijden, maar de Italiaan schakelde zichzelf uit met een valpartij terwijl hij op kop reed.

Lars Boom probeerde in de laatste vier kilometer nog een aanval op te zetten, maar de Nederlander van Roompot-Charles kreeg opnieuw geen ruimte. Daarop moest een sprint op Nokereberg uitmaken wie de winst zou pakken. Sunweb zette in de dalende afzink richting Nokereberg een schitterende trein neer voor Cees Bol, maar een zware valpartij in de laatste 300 meter schudde de gemoederen flink op. Onder anderen Mathieu van der Poel werd daardoor uitgeschakeld, maar de schade zou achteraf meevallen.

Het voorlopig laatste podium van Nokere Koerse – foto: Cor Vos

Pascal Ackermann leek met een vroege aanzet op Nokereberg op weg naar de overwinning, maar het was Cees Bol die Fabio Jakobsen opvolgde op de erelijst. De renner van Sunweb boekte er net als Jakobsen zijn eerste zege bij de profs. Een jonge Pascal Ackermann en Jasper Philipsen vervolledigden het podium.

Uitslag Nokere Koerse 2019
1. flag-nl Cees Bol (Team Sunweb)
2. flag-de Pascal Ackermann (BORA-hansgrohe)
3. flag-be Jasper Philipsen (UAE Emirates)
4. flag-nl Boy van Poppel (Roompot-Charles)
5. flag-fr Hugo Hofstetter (Cofidis)


Parcours

Nokere Koerse is dit jaar 195 kilometer lang, een kleine drie kilometer korter dan bij de voorgaande editie. Deinze blijft zijn rol van startplaats vervullen en de aankomst ligt uiteraard bovenop Nokereberg. We kennen Nokere Koerse voornamelijk als een sprinterswedstrijd, maar toch heeft de organisatie de laatste jaren inspanningen gedaan om de koers aantrekkelijker te maken.

Traditioneel is er eerst een relatief gemakkelijke aanloopronde van 103,5 kilometer langs andere bekende wielerdorpen als Oudenaarde, Ingooigem en Wortegem-Petegem. Na 40 kilometer is de Tiegemberg (750 meter aan 5,6%) de eerste helling van de dag, exact twintig kilometer later volgt de Holstraat (1 km aan 5,2%). Het spreekt voor zich dat deze hellingen alleen als opwarmer zullen dienen.

Het echte werk begint eigenlijk pas vanaf kilometerpaal 73, wanneer de renners voor het eerst Nokereberg (350 meter aan 5,7%, maximaal 7%) opvlammen, met aansluitend al een deel van de plaatselijke ronde. Die plaatselijke ronde is 30,5 kilometer lang en ligt later nog driemaal op de renners te wachten.

De ronde is de laatste jaren steeds meer gekruid met – weliswaar korte – kasseistroken. Zo vinden we in het begin van het rondje, na amper vijf kilometer, de kasseien van de Herlegemstraat. Daarna krijgen we een langer vlak stuk langs Kruishoutem, Lozer, Ouwegem en Huise. Vanaf Huise wordt het echt interessant.

Vanaf dan volgen de kasseien namelijk in sneltempo. De Lange Aststraat (op 10 kilometer van de streep) loopt 400 meter naar boven aan 5,2%, kort daarna gevolgd door de Kloosterstraat. Drie kilometer later zijn er nog de kasseien van Lededorp, de Huisepontweg, Wannegem-Dorp en de Hoevenstraat (voorheen Kouterstraat), die zeer kort op elkaar volgen. Daar moeten de verschillen al gemaakt zijn, want wat dan nog rest is een drie kilometer lange afzink richting de lastige Nokereberg.

‘We willen graag af van het imago van sprinterskoers’
“In totaal beschikken we over 35 kasseizones, die alles samen 20 kilometer lang zijn en 10 procent van het parcours vertegenwoordigen”, vertelt koersdirecteur Rony De Sloovere ons. “Ik wil heel graag af van het imago van een sprinterskoers. Met de aanpassing van het parcours de laatste twee jaar zijn we nooit meer met een volledig peloton naar de meet gekomen, maar de weersomstandigheden waren toen altijd goed. Mocht er een beetje wind zijn, dan krijgen we zeker een lastigere wedstrijd. Ik denk aan het stuk over de N60 met aansluitend de Lange Ast, daar maakt de wind zeker brokken dit jaar.”

Maar daar stopt het niet. De Sloovere ziet nog kansen om zijn wedstrijd de komende jaren nog zwaarder te maken. “Naar volgend jaar toe zal het parcours zeker nog wat meer aanpassingen ondergaan, dit jaar was dit nog niet mogelijk wegens wegenwerken. We gaan de finale kruiden met nog meer kasseistroken, dat is nu al zeker. We willen eigenlijk graag de Parijs-Roubaix van Vlaanderen worden.”

Woensdag 17 maart 2021: Deinze – Nokere (195 km)
Start: 12.30 uur
Finish: tussen 16.52 en 17.25 uur

Kasseistroken in de plaatselijke ronde

Op 25 km: Herlegemstraat (475 meter)
Op 10 km: Lange Ast (400 meter aan 5,2%, maximaal 7,2%)
Op 9 km: Kloosterstraat (325 meter)
Op 7 km: Lededorp (200 meter)
Op 5 km: Huisepontweg (1.600 meter)
Op 3,5 km: Wannegem-Dorp (275 meter)
Op 3 km: Hoevenstraat (200 meter)
Finish: Nokereberg (350 meter aan 5,7%, maximaal 7%)


Favorieten

Nokere Koerse heeft dit jaar niet te klagen, want het krijgt een recordaantal WorldTour-ploegen over de vloer. Bij de laatste editie in 2019 waren dat er nog negen, terwijl er dit jaar maar liefst dertien WorldTour-teams present tekenen. We missen Astana-Premier Tech, Bahrain Victorious, EF Education-Nippo, Movistar, BikeExchange en Jumbo-Visma. Wél aanwezig: elf ProTeams en met Tarteletto-Isorex, dat dit jaar nog maar zeven koersdagen op de kalender heeft, ook één continentale formatie.

Nokere Koerse is en blijft een koers voor de snelle mannen, maar dan wel sprinters die een zwaardere finale kunnen overleven en geen schrik hebben van kasseien. Ze zullen niet meer in een zetel naar de streep worden gebracht, dus gaan we in deze voorbeschouwing vooral op zoek naar spurters met inhoud én we bespreken natuurlijk ook de jongens die het pak op de kasseien volledig uit elkaar zouden kunnen rijden.

Witte trui Jasper Philipsen in Parijs-Nice – foto: Cor Vos

Zoek onze topfavoriet niet bij de dertien WorldTour-formaties, wel bij ProTeam Alpecin-Fenix. Het 23-jarige sprinttalent Jasper Philipsen is een van de jongens die zowel op de kasseien als in de eindsprint uit de voeten kan. Niet voor niets werd hij tijdens zijn eerste jaren als prof – tegen wil en dank – geregeld vergeleken met Tom Boonen. Inmiddels heeft Philipsen zelf naam gemaakt, met onder andere een knappe ritzege in de Vuelta op een lastig terrein.

Afgelopen week in Parijs-Nice kon de kersverse aanwinst van Alpecin-Fenix niet altijd in de meest ideale positie aan de eindsprints beginnen, maar maakte hij wel indruk met zijn snelle benen. Hij mocht zelfs een dagje de witte trui aantrekken. Met een aantal goede competitiedagen in de benen, kneep de Limburger net voor het lastige slotweekend de remmen dicht. Woensdag in Nokere Koerse krijgen we dus een frisse Philipsen te zien, die trouwens bij de vorige editie van deze semiklassieker als 21-jarig broekje naar plek drie sprintte.

Misschien treedt Jake Stewart woensdag wel in zijn voetsporen. Stewart is een van de voorjaarsrevelaties van 2021, al doen we de 21-jarige Brit van Groupama-FDJ daar misschien mee tekort. Afgelopen najaar reeg hij in de Tour du Limousin en de Giro voor beloften immers ook al de ereplaatsen aan elkaar. Mits een betere plaatsing had hij dit voorjaar zomaar de Omloop Het Nieuwsblad op zijn naam kunnen schrijven, want Stewart perste er de snelste sprint uit zijn benen.

Jake Stewart had zomaar de Omloop Het Nieuwsblad kunnen winnen – foto: Cor Vos

Meteen een bewijs dat hij weet hoe hij over kasseien moet rijden, maar dat kan ook niet anders als je in het verleden ook al op het podium van de Ronde van Vlaanderen en Gent-Wevelgem voor beloften hebt gestaan. Niet toevallig boekten Cees Bol en Fabio Jakobsen hier in 2018 en 2019 hun eerste van vele profzeges. Het mag niemand verbazen als Stewart woensdag de volgende in die rij is na een sprint met een kleine groep.

Edward Theuns rendeert al langer het best na een zware koers, maar heeft bij Trek-Segafredo dan nog vaak Mads Pedersen of Jasper Stuyven voor zich in de pikorde staan. In Nokere leggen de troepen van Luc Meersman nog eens al hun boontjes te doppen bij de snelle Gentenaar, die toch alweer van de Binck Bank Tour van 2017 wacht op winst in een zuivere massasprint. De 29-jarige Theuns zal op de kasseien echter niet kapot gaan en we verwachten hem dan ook zeker in de eerste groep.

Het voelt nog altijd een beetje vreemd aan, maar INEOS Grenadiers heeft hier het sterkste blok in de breedte aan de start. Multitalent Tom Pidcock is natuurlijk de grootste naam en meteen ook de renner die de meeste troeven uit te spelen heeft. Aanvallen op de kasseien zoals in de Omloop Het Nieuwsblad of de Strade Bianche, of sprinten voor het podium zoals in Kuurne-Brussel-Kuurne: in een weekje tijd nam Pidcock alle twijfels weg. Verder zijn ook Ethan Hayter, Owain Doull en Kuurne-revelatie Jhonatan Narváez niet kansloos.

Update: Tom Pidcock ontbreekt in de definitieve selectie van INEOS Grenadiers voor Nokere Koerse.

Sep Vanmarcke is uitstekend op dreef dit seizoen – foto: Cor Vos

Pidcock zou bij een eventuele aanval op de kasseien – en die komt er, gezien zijn jeugdige onstuimigheid – weleens steun kunnen krijgen van man in vorm Sep Vanmarcke. Wie voorafgaand aan dit seizoen dacht dat de jaren beginnen te tellen bij de 32-jarige Vanmarcke, was er snel aan voor de moeite. Een sterke Omloop zag hij bekroond met een podiumplaats en ook in Le Samyn sleepte hij ondanks een lekke band in de laatste tien kilometer nog een vierde plek uit de brand. Vanmarcke kan hier echter niet wachten op de sprint en rijdt nog altijd als een van de snelsten over vlakke kasseien. Breekt hij hier de koers open?

Wie weet is ook voorjaarsrevelatie Arjen Livyns dan wel bij de pinken. Kenners zagen hem vorig najaar al uitblinken in de prefinale van de Ronde van Vlaanderen en de finale van de Brabantse Pijl, maar de 26-jarige Livyns maakte pas echt naam in het Vlaamse openingsweekend. Heuveltjes en kasseien zijn voor Livyns schijnbaar geen probleem, maar eigenlijk mag het voor hem nog net iets lastiger zijn dan hier in Nokere.

Als de aanvalspogingen van Livyns niets uithalen, dan heeft Bingoal-WB nog altijd Timothy Dupont achter de hand. Dupont is een van de weinige snelle jongens die dit jaar al een streepje achter zijn naam heeft staan. Na drie jaar vechten om het sprintkopmanschap bij Circus-Wanty Gobert koos hij voor de rust en zekerheid bij Christophe Brandt. Een overstap die hem geen windeieren heeft gelegd, want Dupont liet in Bessèges mannen als Nizzolo, Laporte en Bouhanni achter zich. Dat smaakt naar meer. Bovendien is hij als winnaar van 2016 de enige ex-laureaat aan het vertrek.

In Le Samyn was de oplopende finish er te veel aan voor Cavendish – foto: Cor Vos

We hebben het nog niet over Deceuninck-Quick-Step gehad, en dat is vreemd wanneer het een Belgische voorjaarskoers betreft. Echter staan er in dit soort koersen nog altijd wat vraagtekens achter kopman Mark Cavendish. Akkoord, de 35-jarige Brit reed in de GP Monseré – zonder uit het zadel te komen, nota bene – een sterke sprint in het zog van Tim Merlier, maar dat was na een relatief gemakkelijke koers. In Le Samyn bleek dat het vaatje van Cavendish niet altijd even vol meer zit als er écht is gekoerst.

Dat maakt het moeilijk om Cavendish hier als een van de topfavorieten te zien. De dertigvoudige ritwinnaar in de Tour zal het van zijn klasse en sterke ploeg moeten hebben, en wie weet draagt ook het vertrouwen dat hij getankt heeft in Roeselare wel bij tot een sterkere prestatie. Al zal hij op Nokereberg wel recht op de pedalen moeten kunnen staan. Verder hebben de troepen van Deceuninck-Quick-Step nog jongens als Jannik Steimle, Stijn Steels en Iljo Keisse achter de hand, die zowel voor een ereplaats kunnen sprinten als uithalen op de kasseien.

WorldTour-formaties Team DSM en Lotto Soudal komen met vreemde ploegopstellingen, met quasi alleen maar jonge klimmers, op de proppen. Komen zij hier extra peloton-ervaring opdoen, zoals Remco Evenepoel twee jaar terug? Gelukkig hebben ze met respectievelijk Alberto Dainese en Gerben Thijssen toch nog één snelle man in hun gelederen. Ook Juan Sebastián Molano en Aleksandr Riabushenko (UAE Emirates), Marc Sarreau en Lawrence Naesen (AG2R Citroën) en Reinardt Janse van Rensburg en Carlos Barbero (Qhubeka ASSOS) plaatsen we in dat rijtje.

Rasmus Tilller – links – won bijna Le Samyn – foto: Cor Vos

Cofidis mag verder rekenen op de aanvalskunsten van Jelle Wallays en de sprintkwaliteiten van Piet Allegaert, die we nog kennen van zijn prestigieuze zege in de Tour de l’Eurométropole van 2019: ook zo’n lastige koers als deze. Iemand als Amaury Capiot (Arkéa-Samsic) mag daar eigenlijk ook niet voor onderdoen. Vorige week in de GP Monseré trok hij nog alleen ten strijde op de Gitsberg en vergooide daarmee zijn sprint. Stelt Capiot, twee jaar terug hier runner-up na Jakobsen, zich even aanvallend op of kan hij in Nokere eindelijk die felbegeerde zege boeken?

Overige noemenswaardige snelle mannen: Danny en Boy van Poppel bij Intermarché-Wanty-Gobert en Tom Van Asbroeck van Israel Start-Up Nation. Verder Luca Mozzato namens B&B Hotels, Pierre Barbier (Delko), Arne Marit (Sport Vlaanderen Baloise) en de twee sterke Noren Kristoffer Halvorsen en Rasmus Tiller (Uno-X). Die laatste kennen we als nummer twee in Le Samyn.

Update: We kunnen ook Jordi Meeus toevoegen aan ons favorietenlijstje. De 22-jarige Limburger van Bora-Hansgrohe zou oorspronkelijk de Vuelta a Catalunya betwisten, maar kiest nu toch voor Nokere Koerse. De regerende Belgische kampioen bij de beloften heeft een sterke sprint in huis, maar bewees vorig najaar in de Antwerp Port Epic dat hij ook over de kasseien een eindje meekan.


Favorieten volgens WielerFlits
**** Jasper Philipsen
*** Jake Stewart en Edward Theuns
** Jordi Meeus, Sep Vanmarcke en Timothy Dupont
* Mark Cavendish, Arjen Livyns, Piet Allegaert en Amaury Capiot

Website organisatie
Deelnemerslijst


Weer en TV

Koersdirecteur Rony De Sloovere wordt wat de weersomstandigheden betreft op zijn wenken bediend. Er worden woensdagnamiddag lichte regenbuien verwacht in Nokere, bij temperaturen tot maximaal acht graden Celsius. De wind komt uit het noorden en heeft een kracht van 4 Beaufort, als we Meteovista mogen geloven.

Sporza op Eén is woensdag vanaf 14.45 uur present voor een tv-uitzending van ruim drie uur. Ook Eurosport 1 is vanaf datzelfde tijdstip van de partij.


RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.