Voor de beloften begint in ons eigen Nederland de komende week een van de laatste tests voor het WK wielrennen, dat over een kleine twee weken losbarst in Noorwegen. Er staan enkele buitenlandse toppers aan het vertrek, maar het is vooral uitkijken naar de Nederlandse talenten. WielerFlits blikt vooruit.

Historie
De geschiedenis van Olympia’s Tour is kleurrijk. De eerste editie van de koers verreed men meer dan honderd jaar geleden. In 1909 organiseerde de Amsterdamse wielervereniging A.S.C. Olympia de koers voor het eerst. Chris Kalkman ging als eerste winnaar de geschiedenisboeken in. Hij was, verspreid over drie etappes en een rustdag, de beste van het peloton. Na een tweede editie in 1910, duurde het tot 1927 voordat de koers voor de derde keer verreden werd. Daarna raakte de wedstrijd een tijd in de vergetelheid. In 1955 kwam de koers weer terug op de kalender en sindsdien is Olympia’s Tour een begrip.

Olympia’s Tour is dit jaar toe aan haar 65ste editie. Alleen in 2001 vond er geen doorgang plaats, omdat Nederland toen werd geteisterd door het MKZ-virus. Vaak is deze wedstrijd een podium voor jonge renners om zich te kunnen bewijzen aan het grote publiek. Met name de opleidingsploeg van Rabobank was hier jarenlang succesvol. Van 2002 tot en met 2009 leverden zij de eindwinnaar van Olympia’s Tour. Taylor Phinney doorbrak die hegemonie in 2010, maar ook in de drie jaren daarna was Rabobank aan het feest. Vorig jaar was dat eveneens het geval, in de laatste deelname van de inmiddels opgedoekte opleidingsformatie.

Sinds 2016 is er wel iets veranderd. Koersdirecteur Thijs Rondhuis besloot namelijk van koers te wijzigen. Waar de wedstrijd de laatste jaren altijd een UCI 2.2-status had, is Olympia’s Tour sinds het voorbije seizoen een 2.2U-koers. Dat betekent dat de wedstrijd alleen nog maar toegankelijk is voor beloften. Vorig jaar ging Cees Bol met de zege aan de haal. De Noord-Hollander zat tijdens de tweede etappe mee in een kleine eerste groep, die later beslissend bleek voor het koersverloop in de rest van de week. Dit jaar was het lang onzeker of de wedstrijd door kon gaan, maar dankzij de sponsoren van de ploegen wordt Olympia’s Tour ook dit jaar verreden.

Laatste tien winnaars Olympia’s Tour
2007: Thomas Berkhout
2008: Lars Boom
2009: Jetse Bol
2010: Taylor Phinney
2011: Jetse Bol
2012: Dylan van Baarle
2013: Dylan van Baarle
2014: Berden de Vries
2015: Jetse Bol
2016: Cees Bol

Parcours
Het parcours van de 65^ste Olympia’s Tour leent zich voor een attractieve koers. Beloftenwedstrijden staan vaak bol van demarrages en zeker gezien het Nederlandse weer is het geen sinecure dat alle topfavorieten voor de slotrit nog dicht bij elkaar staan. De oudste Nederlandse etappekoers keert dit jaar terug naar plekken waar het de laatste jaren ook al was, maar er zijn ook een paar nieuwe start- en finishplekken.

5 september: Proloog – Eelde-Paterswolde > Eelde-Paterwolde (4,5 kilometer)
De proloog is dit jaar in de gemeente Tynaarlo, Drenthe. Die provincie is het epicentrum voor de eerste drie dagen. De korte individuele race tegen de klok is er eentje voor de power houses. De 4,5 kilometer lange proloog kent slechts één negentig graden bocht en een keerpunt; voor de rest is het immer gerade aus. De mannen die dus het langst een zo’n groot mogelijk vermogen kunnen trappen, zullen de dienst uitmaken. Vanwege de korte afstand moeten daarom ook de sprinters hier mee kunnen doen om de dagzege. De eerste renner gaat om 18:00 van start.

6 september: Etappe 1 – Assen > Assen (131 kilometer)
Net als vorig seizoen, gaat de eerste etappe in lijn van en naar de Drentse hoofdstad Assen. Hier werd een jaar geleden direct het geraamte van het eindklassement gevormd, ondanks dat de rit zo vlak als een biljartlaken is. Bij Gieten – bekend van de Superprestige-veldrit begin oktober – liggen wel de eerste bergpunten van deze ronde. In die buurt wachten ook enkele kasseistroken die de renners moeten bedwingen. Na een ommetje door de provincie, is de finish in Assen na een bochtige laatste kilometer op de nieuwe openlucht wielerbaan van het Regionaal Wielercentrum Noord-Assen.

7 september: Etappe 2 – Uffelte > Vledder (126,3 kilometer)
De tweede etappe wordt ook volledig op Drents grondgebied verreden. De start is in Uffelte, waarna het peloton twee rondjes door de provincie afwerkt. Daarbij passeert men al een keer finishplaats Vledder. Wanneer de renners voor de tweede keer Vledder passeren, steken ze niet veel later linksaf voor twee finale omlopen van een dikke elf kilometer. Bij de vierde passage over de streep mag de winnaar in de Dorpsstraat het zegegebaar maken.

8 september: Etappe 3 – Hardenberg > Hardenberg (141,8 kilometer)
Net als vorig seizoen, zien we ook Hardenberg deze editie weer terug in Olympia’s Tour. Vorig jaar was de Overijsselse plaats het decor voor de ploegentijdrit op de eerste dag. Nu is er een rit in lijn uitgetekend van 141,8 kilometer. Vanuit de start gaat het via plaatsjes als Engeland en De Krim langs de Duitse grens, voordat het peloton weer vaart zet naar Ommen en Sibculo. Daarna passeren de renners voor een tweede keer Hardenberg, waarna het via een kleiner lusje langs Dedemsvaart gaat. Vervolgens rijdt het peloton weer terug naar Hardenberg. Op 500 meter ligt er nog wel een negentig graden-bocht naar links.

9 september: Etappe 4 – Offenbeek > Offenbeek (150,4 kilometer)
De laatste jaren deed Olympia’s Tour altijd het Noord-Limburgse Reuver aan. Nu ligt de start en finish een paar kilometer verderop in het naastgelegen Offenbeek. Net als de voorbije twee jaren maakt de koers hier een uitstap naar Duitsland, waar de renners koersen door het Brachter Wald. Eenmaal aangekomen in Brüggen, rijden de renners weer terug naar Offenbeek. Die ronde leggen ze driemaal af. In de diepe finale wachten er bovendien nog drie lokale omlopen in en om Offenbeek. Ook hier ligt er in de laatste 400 meter nog een negentig graden-bocht naar links.

10 september: Etappe 5 – Margraten > Noorbeek (173,3 kilometer)
De organisatie heeft het beste voor het laatst bewaard. De rit tussen Margraten en Noorbeek is een ware beproeving door de bekendere Zuid-Limburgse heuvels. Voordat het peloton aankomt op het finalecircuit, moet ze namelijk eerst beklimmingen als de Bemelerberg, de Gulperberg en de Schweiberg overleven. Op de lokale omloop van 22 kilometer, die de renners in totaal vijf keer afwerken, is het Mheerelindje in Noorbeek de scherprechter. Op deze steile helling ligt na 173,3 kilometer bovendien de eindstreep.

Favorieten
Waar het deelnemersveld van Olympia’s Tour vorig jaar erg internationaal getekend was, is dat nu niet het geval. De organisatie kreeg met financiële tegenvallers te maken, waardoor de editie van 2017 zelfs even op lossen schroeven kwam te staan. Via een creatieve constructie en de hulp van de deelnemende ploegen, kan Olympia’s Tour ook dit jaar plaatsvinden.

**** Pavel Sivakov

Vorig jaar ging Cees Bol met de eindzege naar huis. Door een harde val en een vervelende blessure, kan de Noord-Hollander zijn titel niet verdedigen. De nummer twee van het voorbije seizoen is er wel: Pavel Sivakov. De 20-jarige Rus vestigde dit seizoen zijn status als toptalent. Sivakov wist namelijk de zware Ronde de l’Isard, de Giro d’Italia voor beloften én de Giro della Valle d’Aosta te winnen. Ondanks twee slechte dagen in de Ronde van de Toekomst, soleerde hij wel naar de zege in de slotrit. Volgend jaar maakt hij zijn profdebuut bij Sky.

*** Jasper Philipsen & Stan Dewulf

BMC Development is in Nederland de te kloppen ploeg deze week. Naast Sivakov heeft de opleidingsformatie ook Jasper Philipsen in de gelederen. De 19-jarige Belg maakte de afgelopen winter de overstap van de junioren naar de beloften. Waar sommige renners even nodig hebben om zich aan te passen aan die overgang, is dat bij Philipsen niet het geval. Hij rijdt een dijk van een seizoen, met onder andere de eindzege in de hoog aangeschreven Le Triptyque des Monts et Chateaux. Verder werd hij tweede in de Ronde van Vlaanderen voor beloften en de ZLM Tour, twee koersen in de UCI Nation’s Cup U23.

Bij de Belgische Lotto Soudal U23-formatie rekenen ze op Stan Dewulf. De 19-jarige coureur komt vooral in het klassieke werk bovendrijven. Dat resulteerde dit seizoen onder meer in een elfde plek in Parijs-Roubaix voor beloften. In de beloftenversie van Omloop Het Nieuwsblad werd hij negende. Vorig jaar reed hij als eerstejaars belofte al een heel goede Olympia’s Tour. In de Limburgse slotrit moest hij enkel Martijn Budding en Piet Allegaert voor zich dulden. Dewulf werd uiteindelijk achtste in het eindklassement. Dit jaar is de concurrentie iets minder, waardoor er mogelijk meer in het vat zit.

** Julius van den Berg, Nickolas Dlamini & Pascal Eenkhoorn

SEG Racing Academy brengt een sterke ploeg aan het vertrek. Zonder Hartthijs de Vries – de nummer drie van vorig jaar kampt met de naweeën van onder andere een keelontsteking – gaat de ploeg op zoek naar ritzeges, maar ook een goed klassement behoort tot de mogelijkheden. Julius van den Berg is een van de jongens die daarvoor moet zorgen. De 20-jarige Nederlands beloftenkampioen tijdrijden was in april op dreef in de Tour de Bretagne, waar hij in de laatste drie ritten behoorlijk te keer ging. Die inspanningen bezorgden hem een twaalfde plek in het eindklassement.

Waar er veel buitenlandse teams schitteren door afwezigheid, is Dimension Data for Qhubeka U23 wel van de partij. Dat is voor het eerst. De Afrikaanse opleidingsformatie van de gelijknamige WorldTour-ploeg brengt bovendien een aanstaand prof aan de start. Nickolas Dlamini maakt namelijk volgend jaar zijn debuut bij de proftak van Dimension Data. De 22-jarige Zuid-Afrikaan komt vooral in heuvelachtige wedstrijden goed tot zijn recht en heeft daarnaast een sterke proloog in de benen. Dat zijn twee ingrediënten die nodig zijn om OT te winnen. Maar hoe gaat hij om met het koersen in Nederland?

Bij BMC Development kunnen ze naast Sivakov en Philipsen rekenen op nog een uit te spelen pion. Thuisrijder Pascal Eenkhoorn zou gezien zijn capaciteiten hier ook tot en met de slotdag mee moeten kunnen doen om de eindzege. De 20-jarige renner uit Genemuiden beschikt over een sterke motor, waardoor hij in tijdritten en de zwaardere wedstrijden goed voor de dag komt. De toekomstig neoprof van LottoNL-Jumbo is geen rasklimmer, maar kan bergop – zeker in de Limburgse heuvels – lang mee. Vorig jaar werd hij hier veertiende. Die prestatie zou hij graag willen verbeteren.

* Jan Maas, Florian Stork, Edoardo Affini & Jim Lindenburg

Een van de betere Nederlandse klimmers bij de beloften, is Jan Maas uit Roosendaal. De 21-jarige renner uit de stal van SEG Academy Racing reed onlangs nog de Ronde van de Toekomst, maar daar kon hij zijn 22^ste plek van een seizoen eerder niet evenaren. Maas liet de voorbije jaren steeds glimpjes van zijn talent zijn, maar hij is nog grillig in zijn prestaties. In Olympia’s Tour zal hij in de vlakke etappes bij de pinken moeten zijn. Is dat het geval, dan kan hij in de Limburgse slotrit toeslaan. Op dat terrein hoort hij in dit peloton tot de beteren.

Ook de opleidingsploeg van Sunweb is van de partij. Zij brengen eveneens een sterke selectie aan de start die haar stempel op deze wedstrijd kan drukken. De 20-jarige Florian Stork lijkt op papier de vooruitgeschoven man, hoewel daar in beloftenkoersen eigenlijk nauwelijks sprake van is. De Duitser heeft de voorbije seizoenen laten zien over een goede, korte tijdrit te beschikken en bergop staat hij zijn mannetje. In de Tour de l’Ain gaf hij in de zware slotrit naar Oyonnax tussen de profs slechts een dikke minuut toe op mannen als Stef Clement en Guillaume Martin. De concurrentie is gewaarschuwd.

Voor Edoardo Affini is het zijn eerste kennismaking met een Nederlandse etappekoers. De 21-jarige Italiaan is met name een sterke tijdrijder, maar komt ook in eendagswedstrijden goed voor de dag. SEG Racing Academy hield hem in het voorjaar aan de kant vanwege gezondheidsproblemen, maar de laatste weken werkt Affini toe naar het WK Tijdrijden. “Ik ben goed voorbereid en als ik de kans krijg, wil ik graag een rit winnen. In Olympia’s Tour wil ik snelheid in de benen krijgen”, blikt hij op de ploegsite vooruit.

Naast de vijf buitenlandse opleidingsploegen en de internationale georiënteerde SEG Racing Academy, staan op Monkey Town na ook alle Nederlandse Continental-ploegen aan de start. Op papier lijkt Metec-TKH van die teams de sterkste. Zij hebben met Jim Lindenburg een goede troefkaart in handen. De 20-jarige renner uit Wateringen is bezig aan een heel degelijk seizoen, maar de kers op de taart ontbreekt nog. Gezien zijn capaciteiten zou hij iedere dag mee kunnen doen voor de winst, waardoor hij automatisch ook in beeld komt voor de eindzege.

Outsiders
Omdat Olympia’s Tour vaak een onvoorspelbaar koersverloop kent, zou het zo maar kunnen zijn dat een outsider er met de zege vandoor gaat. Sunweb beschikt dan wel niet over de absolute topfavoriet, maar zij kunnen wel meerdere sterke renners uitspelen. Nils Eekhoff is iemand die rap aan kan komen en ook geen schrik hoeft te hebben voor de Limburg-rit. Ook zijn ploeggenoten Jarno Mobach en Felix Gall kunnen – wanneer zij bijvoorbeeld in een rit wegblijven met de vroege vlucht – hun slag slaan.

De andere buitenlandse ploegen hebben eveneens meerdere paarden om op te wedden. Dimension Data for Qhubeka U23 heeft namelijk ook Stefan de Bod nog in de selectie. De Zuid-Afrikaan staat vooral te boek als een goede tijdrijder. Tevens is Joseph Areruya iemand om in de gaten te houden. De 21-jarige Rwandees komt bovendrijven in de heuvels en soleerde in de Giro d’Italia U23 nog knap naar een ritzege. Ook de Marokkaan Mehdi El Chokri is een van de betere Afrikaanse talenten. Robbe Ghys (Lotto Soudal) is een sterke eendagscoureur die in de Noord-Europese koersen zijn mannetje staat.

Ook de Nederlandse ploegen brengen een aantal dark horses aan de start. Naast Lindenburg, kan Adri van Houwelingen bij Metec-TKH ook rekenen op Stef Krul, Dylan Bouwmans en de piepjonge Lars van den Berg. Vooral die laatste maakt dit seizoen een goede ontwikkeling door. Delta Cycling Rotterdam brengt Sjoerd Bax aan het vertrek. Hij liet in het verleden zien dit soort koersen ook aan te moeten kunnen. Rob van Broekhoven kent niet het makkelijkste seizoen, maar hij zou samen met ploeggenoot Bas van der Kooij het mooie weer kunnen maken bij Destil-Piels.

Sprinters

In Olympia’s Tour liggen een aantal kansen voor sprinters. Verreweg de grootste naam op het affiche van de spurters, is Nederlands beloftenkampioen Fabio Jakobsen. Wanneer hij genoeg bonificatieseconden pakt na een goede proloog, is zelfs een goed klassement niet onrealistisch. De aanstaande prof van Quick-Step Floors kruist tijdens de sprints vooral de degens met landgenoot Bram Welten, die op het laatste moment is opgeroepen door BMC Development. Andere jongens met een sterk eindschot zijn Jasper Philipsen (BMC), Leon Rohde, Nils Eekhoff (beiden Sunweb), Bas van der Kooij (Destil-Piels) en Dennis van der Horst (Metec-TKH).

Favorieten volgens WielerFlits
**** Pavel Sivakov
*** Jasper Philipsen, Stan Dewulf
** Julius van den Berg, Nickolas Dlamini, Pascal Eenkhoorn
* Jan Maas, Florian Stork, Edoardo Affini, Jim Lindenburg

Weer en tv
Er is deze week typisch Nederlands weer op komst. Er vallen elke dag buien en de temperatuur komt nauwelijks boven de 17 graden Celsius uit. De wind blaast aan 3-4 Beaufort uit het oosten tot zuidoosten. Ingrediënten genoeg om er een zware koers van te maken. Olympia’s Tour is niet op tv te zien.