Voorbeschouwing: Parijs-Nice 2025 – Wie kan topfavoriet Vingegaard het leven zuur maken?
foto: Cor Vos
zondag 9 maart 2025 om 07:36

Voorbeschouwing: Parijs-Nice 2025 – Wie kan topfavoriet Vingegaard het leven zuur maken?

Heden ten dage is het wielerseizoen al zo’n twee maanden onderweg, als Parijs-Nice zich aandient. Dat neemt echter niet weg dat de ‘Koers naar de Zon’ nog altijd een van de eerste grote wielerafspraken van het jaar is. Het is te zien aan het deelnemersveld, want die is om duimen en vingers bij af te likken. Reden voor WielerFlits om eens uitgebreid vooruit te blikken!

Historie


Laatste editie

AK

Parcours

Parijs-Nice begint dit jaar met een rit van en naar Le Perray-en-Yvelines. De 156,5 kilometer lange etappe bevat enkele steile hellingen, maar de sterke sprinters zullen zichzelf niet kansloos achten. Op dag twee zullen de snelle mannen zeker toe kunnen slaan, want dan is het aantal hoogtemeters een stuk geringer.

Vervolgens wacht een ploegentijdrit. Deze 28,4 kilometer lange chronoproef, met de Côte de la Pisserotte (1 km aan 5,4%) als voornaamste hindernis, wordt verreden onder hetzelfde alternatieve reglement als voorgaande jaren. Maar daarover zullen we straks nog uitweiden.

Voor de renners die bergop kwetsbaar zijn, is het handig om met voorsprong te beginnen aan etappe vier. Dan moet er namelijk voor het eerst echt geklommen worden, met een finish op La Loge des Gardes. Een hersteldagje is de renners niet gegund na de eerste bergrit. Op dag vijf krijgen ze een heuvelrit voor de kiezen met een zeer lastige finale.

Na twee pittige etappes met de nodige hoogtemeters, volgt een relatief eenvoudige dag. Weliswaar moeten de renners in de zesde etappe 209,8 kilometer afleggen, maar het aantal beklimmingen valt mee. Kansen voor de sprinters dus.

In de voorlaatste etappe zijn de klimmers weer aan de beurt. De rit bevat twee beklimmingen van tweede en twee van de eerste categorie. De finish ligt in Auron, na een slotklim van 7,3 kilometer aan 7,2%. Als de strijd om de eindzege bovenop nog niet beslist is, wacht de traditionele slotrit van en naar Nice om het verschil te maken.

Extra seconden

Wat ook belangrijk is om te vermelden: de renners kunnen onderweg de nodige bonificatieseconden opstrijken. De nummers één, twee en drie aan de finish krijgen 10, 6 en 4 extra seconden. Bij de tussensprints zijn dan weer 6, 4 en 2 boniseconden te verdienen.


Zondag 9 maart, Etappe 1: Le Perray-en-Yvelines – Le Perray-en-Yvelines (156,5 km)

En avant! In de omgeving van start- en finishplaats Le Perray-en-Yvelines – in het noorden van Frankrijk – gaat de 83ste editie van Parijs-Nice van start. De eerste etappe kunnen we omschrijven als verraderlijk, want het gaat de hele dag op en af. Over een afstand van 156,5 kilometer moeten de renners zo’n 2.600 hoogtemeters overwinnen. Dit zal in de finale toch in de kleren kruipen.

De route bestaat uit verschillende lussen in de omgeving van Le Perray-en-Yvelines. Na een eerste passage aan de finish – na ruim vijftig kilometers koers – volgen drie gecategoriseerde hellingen. De Côte de Villiers-Saint-Frédéric (1,2 km à 7%) en Côte des 17 Tournants (1,1 km à 6,2%) liggen nog vrij ver van de streep, maar na de tweede keer Côte de Villiers-Saint-Frédéric – met een uitschieter tot 15% – is het nog slechts 22 kilometer tot de finish.

Na de derde en laatste officiële beklimming van de dag, volgt een glooiende tussenfase met een klimmetje van zo’n 900 meter (gemiddeld 6,9%) naar Les Mesnuls als laatste scherprechter. In dit kleine plaatsje ligt nog een tussensprint. Daarna volgen er negen, zo goed als vlakke kilometers naar de daadwerkelijke finish in Le Perray-en-Yvelines.

Start: 11.45 uur
Finish: tussen 15.15 en 15.35 uur


Maandag 10 maart, Etappe 2: Montesson – Bellegarde (183,9 km)

In de openingsetappe is een (massa)sprint zeker geen uitgemaakte zaak, maar het moet al vreemd lopen wil de tweede rit niet uitdraaien op een clash tussen de rappe mannen. De wind kan in deze regio nog voor tumult zorgen, maar verder schuilen er weinig adders onder het gras. Na de start in Montesson volgen er wel snel twee hellingen van de derde categorie, maar die liggen bijzonder ver van de eindstreep.

De Côte des Mesnuls (1,2 km à 5,7%) en Côte de La Villeneuve (1,5 km à 5%) zullen de renners dan ook geen angst inboezemen. Daarna koerst het peloton over vlakke tot licht glooiende wegen naar de tussensprint in Bellegarde, waar ook de streep is getrokken. Na deze eerste doorkomst aan de finish volgt nog een afsluitende lokale ronde van twintig kilometer, over overzichtelijke wegen, zonder al te veel poespas.

Dylan Groenewegen was in 2019 de laatste winnaar in Bellegarde – foto: Cor Vos

Start: 12.20 uur
Finish: tussen 16.20 en 16.45 uur


Dinsdag 11 maart, Etappe 3: Circuit Nevers Magny-Cours – Nevers (28,4 km, TTT)

Het begint traditie te worden: de renners krijgen – net als in de voorbije twee edities – een atypische ploegentijdrit voor de wielen geschoven. Deze 28,4 kilometer lange chronoproef wordt verreden onder hetzelfde reglement als voorgaande jaren. Het atypische hieraan is dat niet de tijd van de vierde binnenkomer telt, zoals gebruikelijk is, maar dat iedere renner zijn eigen tijd krijgt.

Een kopman die in de laatste kilometer(s) nog wat energie over heeft en wegrijdt bij zijn ploeggenoten, kan zo dus nog wat extra seconden winnen. Artikel 2.5.014 in het UCI-reglement geeft aan dat deze manier van tijdswaarneming is toegestaan in ploegentijdritten. In specifieke gevallen mag het, als van tevoren maar duidelijk wordt aangegeven van welke renner de tijd genomen wordt.

Over het parcours valt ook het nodige te vertellen: het uitgestippelde tijdrittraject richting finishplaats Nevers bevat enkele hindernissen. Zo volgt er een eerste klimmetje vlak voor het eerste en enige tussenpunt in La Chaume des Pendus en in de finale zal de Côte de la Pisserotte (1 km à 5,4%) nog voor verschillen zorgen. Wat we ook zeker nog willen benoemen: de ploegen starten op het beroemde racecircuit van Magny-Cours.

Start: 14.30 uur (eerste ploeg)
Finish: rond 16.30 uur (laatste ploeg)


Woensdag 12 maart, Etappe 4: Vichy – La Loge des Gardes (163,4 km)

De klimmers die na de ploegentijdrit tegen een behoorlijke achterstand aankijken in het klassement, krijgen één dag later de kans om verloren tijd goed te maken. In de vierde etappe moet er namelijk voor het eerst echt geklommen worden. Er staan liefst zes beklimmingen op het menu die meetellen voor het bergklassement. De eerste – de Côte de Lavoine (7,6 km à 4,1%) – volgt al na zo’n dertig kilometer.

Daarna is het – in deze volgorde – tijd voor de Côte de la Bruyère (3,9 km à 4,8%), Côte de la Croix Bruyère (3,2 km à 5%, wel degelijk een andere beklimming), Côte du Canon (3,5 km à 6,7%) en de Côte de la Chabanne (2,7 km à 5,3%). Het zijn misschien niet de meest uitdagende beklimmingen, maar het is de opeenstapeling van hellingen en hoogtemeters die in de benen zal kruipen.

Na dit stevige voorgerecht krijgen we een heus hoofdmaal en dessert: de slotklim naar La Loge des Gardes. Dit is een kliminspanning van 6,7 kilometer aan een gemiddelde van 7,1%. In de eerste kilometers zijn percentages boven de 10% eerder regel dan uitzondering. In 2023 maakte deze klim ook al zijn opwachting in Parijs-Nice: toen sloeg Tadej Pogacar – de latere eindwinnaar – een dubbelslag.

Pogacar greep twee jaar geleden de macht in La Loge des Gardes – foto: Cor Vos

Start: 12.30 uur
Finish: tussen 16.20 en 16.40 uur


Donderdag 13 maart, Etappe 5: Saint-Just-en-Chevalet – La Côte-Saint-André (196,5 km)

In de vierde etappe zal het algemeen klassement worden opgeschud, maar ook in rit vijf lijkt spektakel verzekerd. De finale is – op papier – om duimen en vingers bij af te likken. In de laatste vijftig kilometer volgen de korte, maar bovenal steile hellingen elkaar in rap tempo op. Daar ziet het in de eerste koersuren nog helemaal niet naar uit. Het eerste deel van de etappe – zeg maar de eerste 150 kilometer – is nog relatief eenvoudig.

Het venijn van deze rit zit hem echter in de staart. De finale barst los op de flanken van de Côte du Château Jaune (1,2 km à 9,2%) en vervolgens de Côte de Sibuze (1,1 km à 8,2%) en Côte de Chavagneux (1,1 km à 8,6%). De renners bevinden zich inmiddels in de laatste dertig kilometer, maar er volgt al snel een nieuwe kuitenbijter met de Côte d’Arzay (1,3 km à 8%, maximaal 15%).

Na de Côte d’Arzay gaat het over dalende en vlakke wegen – met nog een tussensprint in Porte-des-Bonnevaux – naar de laatste helling: de Côte de Notre-Dame-de-Sciez. Op deze 1,7 kilometer lange muur – want zo mogen we het toch wel noemen, met zijn gemiddelde van 11,1% en piek tot 18% – is de finishstreep getrokken.

Start: 11.40 uur
Finish: tussen 16.15 en 16.45 uur


Vrijdag 14 maart, Etappe 6: Saint-Julien-En-Saint-Alban – Berre l’Étang (209,8 km)

Na twee bijzonder zware dagen zijn de sprinters weer aan zet. Althans, dat is toch de verwachting, want rit zes lijkt niet al te uitdagend. In de langste etappe van deze Parijs-Nice – de enige rit boven de tweehonderd kilometer  – staan er ‘slechts’ 1.400 hoogtemeters op het menu. Er zijn onderweg nog wel drie keer bergpunten te verdienen, maar dit moet voor doorgewinterde profs geen problemen opleveren.

De laatste gecategoriseerde helling – de Côte de Mouriès (1,2 km à 5%) – ligt ook nog eens op zo’n vijftig kilometer van de streep. Een kleine kanttekening die we nog willen plaatsen, is dat er nog een klimmetje (1 km à 5,8%) volgt voor de tussensprint in Lançon-Provence. Er is daarna echter nog genoeg tijd om te reorganiseren en de sprinttreinen op de rails te zetten, voor een koninklijke spurt in Berre l’Étang.

Start: 11.35 uur
Finish: tussen 16.15 en 16.40 uur


Zaterdag 15 maart, Etappe 7: Nice – Auron (147,8 km)

In het slotweekend van Parijs-Nice zal het kaf van het koren worden gescheiden. Zal het algemeen klassement in een definitieve plooi vallen. Het laatste woord is aan de klimmers. De voorlaatste rit mogen we gerust bestempelen als de koninginnenrit, met twee beklimmingen van tweede en twee cols van de eerste categorie. De Côte d’Aspremont (9 km à 5%) staat – vlak na de start in Nice – als eerste klim op het menu.

Dit is ‘slechts’ een voorproefje voor wat nog moet komen. Na een passage door de vallei van de Vésubie volgt er een tweetrapsraket met de niet al te lastige Côte de Belvédère (3,3 km à 5,7%) en de wel pittige klim naar skigebied La Colmiane (7,5 km à 7,1%). In 2018, 2020 en 2021 finishte Parijs-Nice al in La Colmiane. Simon Yates, Nairo Quintana en Primoz Roglic waren er toen aan het feest.

Dit jaar trekken de renners verder naar de laatste klim van de dag. Na een lange afdaling en passage door Isola – met tussensprint – begint de weg langzaam weer op te lopen richting de eigenlijke voet van de slotklim naar wintersportdorp Auron. De slotklim is 7,3 kilometer lang en gaat aan een gemiddelde van 7,2% omhoog, richting een hoogte van 1.614 meter. De klim maakt – met een jaar vertraging – zijn opwachting.

Start: 11.15 uur
Finish: tussen 15.00 en 15.20 uur


Zondag 16 maart, Etappe 8 – Nice – Nice (119,9 km)

Als de strijd om de eindzege in Auron nog niet beslist is, wacht nog de traditionele slotetappe van en naar Nice om het verschil te maken. De Franse ronde eindigt op de zondag traditiegetrouw met een korte en explosieve rit, boordevol klimwerk. Er is wel één belangrijke wijziging: vanuit Nice gaat de route nu eerst naar de Col de la Porte (7 km à 7,2%), de eerste van drie beklimmingen van eerste categorie.

Niet lang na de afdaling van de Col de la Porte wacht de Côte de Peille (6,5 km à 6,9%). Daarna dalen de renners via La Turbie, dat boven het luxueuze Monaco ligt, af naar Nice – maar nog niet voor de finish. De route maakt nog een lus over de bekende Col d’Èze (1,6 km à 8,1%, maximaal 13%), die via een andere, kortere weg omhoog wordt gereden. De Col d’Èze is meestal de belangrijkste scherprechter in de slotrit.

Maar die eer is ook dit jaar weggelegd voor de Col des Quatre Chemins, ook wel de Berg van de Vier Paden. Deze klim is 3,6 kilometer à 8,8%, met een piek tot 16%. Na het ronden van de top is het nog maar negen kilometer, waarvan zeven in dalende lijn. De laatste finishstreep is ook nu weer getrokken op de beroemde Promenade des Anglais. Hier weten we wie zich na acht dagen koers eindwinnaar mag noemen van Parijs-Nice.

Evenepoel en Jorgenson verdelen de buit in Nice, 2024 – foto: Cor Vos

Start: 14.10 uur
Finish: tussen 17.00 en 17.20 uur


Favorieten

De organisatie van Parijs-Nice slaagt er bijna elk jaar in om een absolute topper op rondegebied aan de start te krijgen. Twaalf maanden geleden trokken Remco Evenepoel en Primoz Roglic de aandacht naar zich toe en twee jaar geleden bleek de ‘Koers naar de Zon’ het strijdtoneel van het eerste seizoensduel tussen Tadej Pogacar en Jonas Vingegaard. Pogacar, Evenepoel en Roglic zijn er dit jaar niet bij, maar niet getreurd: Jonas Vingegaard prijkt na een jaar afwezigheid weer op de deelnemerslijst.

De Deen moet – op basis van zijn intrinsieke klasse, adelbrieven in het rondewerk en huidige vormpeil – in staat worden geacht om voor de eerste keer zijn naam op de erelijst van Parijs-Nice te plaatsen. Een goede Vingegaard steekt normaal met kop en schouders boven dit deelnemersveld uit, al is de concurrentie niet te onderschatten. De kopman van Visma | Lease a Bike zal de uitdaging maar al te graag aangaan. In de voorbije Volta ao Algarve – die hij winnend wist af te sluiten – liet Vingegaard zien dat hij klaar is om te schitteren op Franse bodem.

Jonas Vingegaard – foto: Cor Vos

Mocht er onderweg iets gebeuren met Vingegaard – denk aan een lekke band op een cruciaal moment, valpartij of ziekte – dan heeft Visma | Lease a Bike nog een belangrijke troefkaart om uit te spelen. De winnaar van vorig jaar, Matteo Jorgenson, tekent namelijk ook acte de présence. Waar Vingegaard zich wist te onderscheiden in de Algarve, liet de Amerikaan al een zeer goede indruk achter in het Vlaamse Openingsweekend. Dit belooft voor de komende dagen. De hamvraag: krijgt Jorgenson ook de ruimte om zijn eigen koers te rijden, of koerst hij straks in de pas voor zijn Deense ploegmaat?

Vingegaard hoeft het in Parijs-Nice niet op te nemen tegen zijn grote kwelgeest Pogacar, maar moet wel degelijk rekening houden met zijn ploeg UAE Emirates XRG. De formatie uit het Midden-Oosten brengt een sterke ploeg op de been, met liefst drie renners die een gooi kunnen doen naar de eindzege. Brandon McNulty stond vorig jaar als derde man op het eindpodium in Nice, Pavel Sivakov was dit jaar al de sterkste in de Ruta del Sol, maar we verwachten toch het meest van João Almeida. De Portugees is misschien wel de voornaamste uitdager van Vingegaard en Visma | Lease a Bike.

João Almeida – foto: Cor Vos

De 26-jarige ronderenner reed dit seizoen al twee meerdaagse wedstrijden – met de Ronde van Valencia en Volta ao Algarve – en werd telkens tweede in het eindklassement. In Valencia moest hij zijn meerdere erkennen in Santiago Buitrago (de Colombiaan komt later in deze voorbeschouwing nog aan bod) en in de Algarve bleek alleen Vingegaard sterker. Zijn de rollen straks omgedraaid en neemt Almeida sportieve revanche? Met zijn teamgenoten kan de Portugees met vertrouwen uitkijken naar de ploegentijdrit, waarna hij zal willen toeslaan in de lastige etappes.

Een andere equipe om rekening mee te houden, is Red Bull-BORA-hansgrohe. De Duitse formatie moet het doen zonder Roglic – de Sloveen kiest voor een alternatieve aanloop richting de Giro d’Italia – maar Aleksandr Vlasov en Florian Lipowitz zijn meer dan capabele vervangers. Vlasov kwam dit seizoen al in actie in de Ronde van Valencia, maar maakte nog geen verpletterende indruk. Lipowitz liet zich ook nog niet zien in 2025 en dus is het koffiedik kijken of hij al meteen een vuist kan maken. De klimmers kunnen in elk geval rekenen op een sterke ploeg in steun, met de nodige hardrijders, wat cruciaal is met het oog op de ploegentijdrit.

Aleksandr Vlasov – foto: Cor Vos

Bij Lidl-Trek is het uitkijken naar de man die vorig jaar vierde werd in het eindklassement: Mattias Skjelmose. Kan de Deense ‘puncheurklimmer’ dit jaar nog hoger mikken? De 24-jarige renner is niet bang om zijn ambities uit te spreken. “Parijs-Nice is een doel. Ik hou ervan om te koersen op Franse bodem. Ik wil mijn vierde plaats van vorig jaar absoluut verbeteren. Een podiumplaats behoort zeker tot de mogelijkheden. Daar gaan we voor. Ik voel me nu beter dan vorig jaar”, vertelde hij afgelopen weekend – na zijn tweede plek in de Faun Drome Classic – voor de camera van WielerFlits.

Aan ambitie geen gebrek bij Skjelmose, maar ook voor de Deen is het van cruciaal belang om een goede ploegentijdrit neer te zetten. Dit is ook het streven van INEOS Grenadiers en Bahrain Victorious, want deze teams komen eveneens met klassementsambities aan het vertrek. De Britse formatie heeft met Thymen Arensman een kandidaat voor de top-5 en wie weet meer. De Nederlander – die zelf ook een portie kan tijdrijden – zal in de chrono worden voortgestuwd door een paar enorme motoren met tijdritfenomeen Joshua Tarling, Magnus Sheffield en Bob Jungels.

Santiago Buitrago – foto: Cor Vos

Terwijl INEOS Grenadiers een van de favorieten is voor de ploegentijdrit, zou de chronoproef voor Bahrain Victorious weleens een struikelblok kunnen zijn. Het is voor de ploeg en ook wel het wedstrijdverloop te hopen dat de verschillen te overzien zijn na de tijdrit, want met Santiago Buitrago en Lenny Martinez kan de formatie de boel op stelten zetten in de bergen. Buitrago won dit seizoen al met verve de Ronde van Valencia en was tweede in de Tour des Alpes-Maritimes. In die laatste wedstrijd eindigde zijn ploegmaat Martinez als derde.

We zijn er nog niet, want we mogen Ben O’Connor niet bij voorbaat afschrijven. De Australiër kende een geweldig 2024 en hoopt deze lijn door te trekken. Zijn ploeg Jayco AlUla (met hardrijders Luke Plapp en Michael Matthews) mogen we zeker niet onderschatten voor de ploegentijdrit. Bij de Franse WorldTeams Decathlon AG2R La Mondiale en Groupama-FDJ is het uitkijken naar Felix Gall en Guillaume Martin. Gall kan in de tijdrit op de bagagedrager van Stefan Bissegger en Bruno Armirail, Martin zal – met hulp van Stefan Küng en Rémi Cavagna – ook geen mal figuur slaan.

Tot slot noteren we de namen van Neilson Powless (EF Education-EasyPost), Ilan Van Wilder en Maximilian Schachmann (beiden Soudal Quick-Step), Stef Cras (TotalEnergies), Michael Storer (Tudor Pro Cycling) en de twee speerpunten van Movistar: Iván Romeo en Pablo Castrillo.

Belang van de ploegentijdrit

Het klassement van Parijs-Nice 2025 zal voor een deel gemaakt worden op de derde dag. In de ploegentijdrit van ruim 28 kilometer kunnen immers flinke verschillen ontstaan. Om een topfavoriet aan te wijzen, moeten we dus niet alleen kijken naar de kwaliteiten van de individuele renner, maar vooral ook naar de kracht van zijn team.

Welke klassementsrenner heeft de sterkste ploeg om zich heen? Hoewel een ploegentijdrit een vak apart is, kunnen we hiervoor wel kijken naar prestaties van renners in individuele tijdritten. Het geeft een indicatie van hun kunnen als ploegentijdrijders.

foto: Cor Vos (archief)

Visma | Lease a Bike, de ploeg van kopmannen Vingegaard en Jorgenson, brengt met Edoardo Affini, Bart Lemmen en Victor Campenaerts heel wat hardrijders aan het vertrek. De selectie van UAE Emirates XRG bestaat tevens uit sterke motoren en Red Bull-BORA-hansgrohe (met Danny van Poppel, Mick van Dijke, Ryan Mullen en Matteo Sobrero), INEOS Grenadiers (Tarling, Sheffield en Jungels en Tobias Foss) en Lidl-Trek (Mads Pedersen en Daan Hoole) zullen eveneens met vertrouwen het startpodium betreden.

Ploegen als Movistar en Picnic PostNL beginnen ongetwijfeld met bescheiden ambities aan de ploegentijdrit: voor deze teams is het zaak om de schade te beperken. Wat in het voordeel speelt van deze ploegen: er dienen zich vervolgens genoeg heuvel/bergritten aan om verloren tijd goed te maken. Het belang van de ploegentijdrit valt zeker niet te onderschatten, maar is ook niet doorslaggevend.


Sprinters/rittenkapers

Parijs-Nice belooft dit jaar een bijzonder lastige wedstrijd te worden, maar toch komen de rappe mannen ook aan hun trekken. We mogen dit jaar misschien wel drie massasprints (ritten 1, 2 en 6) verwachten.

Dit is dan ook de reden dat we Tim Merlier dit jaar opnieuw aan de start mogen verwelkomen. De Europees kampioen is momenteel misschien de snelste renner op twee wielen. In de voorbije UAE Tour rekende hij tot twee keer toe af met de complete sprinttop. Zijn belangrijkste rivalen in de Verenigde Arabische Emiraten – Jonathan Milan en Jasper Philipsen – zijn er dit keer niet bij.

Tim Merlier – foto: Cor Vos

Maar, dit wil niet zeggen dat Merlier de sprintzeges op een presenteerblaadje krijgt aangereikt. Hij zal nog wel eerst moeten afrekenen met een Mads Pedersen. Voor de Deen van Lidl-Trek is een deelname aan Parijs-Nice vaste prik in zijn aanloop naar de voorjaarsklassiekers. De oud-wereldkampioen was in 2022 en 2023 al succesvol op Franse bodem. Is het dit jaar weer raak?

De andere grote namen op sprintgebied zijn Fabio Jakobsen, Tobias Lund Andresen (Picnic PostNL), Alexander Kristoff (Uno-X Mobility), Arnaud Démare (Arkéa-B&B Hotels), Juan Sebastián Molano (UAE Emirates XRG), Cees Bol (XDS Astana) en Alberto Dainese (Tudor Pro Cycling).

Mads Pedersen – foto: Cor Vos

We willen ook de namen van Danny van Poppel (Red Bull-BORA-hansgrohe), Michael Matthews, Luka Mezgec (Jayco AlUla), Matteo Trentin (Tudor Pro Cycling), Fred Wright (Bahrain Victorious), Stanisław Aniołkowski (Cofidis), Iúri Leitão (Caja Rural-Seguros RGA), Anthony Turgis (TotalEnergies), Hugo Page (Intermarché-Wanty), Vincenzo Albanese (EF Education-EasyPost) en Iván García Cortina (Movistar) noemen.

Deze renners zullen zich ongetwijfeld mengen in het sprintgeweld. Is het niet in een klassieke spurt, dan wel van een uitgedunde groep. En wat mogen we van Tibor Del Grosso verwachten bij zijn WorldTour-debuut?

  • Op het moment van publiceren was er nog geen complete deelnemersveld voor Parijs-Nice bekend. Als er op tijd een startlijst komt, zullen wij het favorietendeel en de sterverdeling van de voorbeschouwing later aanvullen en wijzigen.


Favorieten volgens WielerFlits
**** Jonas Vingegaard
*** João Almeida, Mattias Skjelmose
** Pavel Sivakov, Santiago Buitrago, Aleksandr Vlasov
* Thymen Arensman, Ben O’Connor, Matteo Jorgenson, Brandon McNulty

Website organisatie
Deelnemerslijst (CyclingFlash)


Weer en TV

De renners kunnen zich de komende week opmaken voor wisselvallige weersomstandigheden. In de eerste dagen zijn er droge en zonnige periodes, maar dit gaat gepaard met regenbuien en bewolking. Het is relatief koud voor de tijd van het jaar, met temperaturen tussen de 6 en 12 graden.

Later in de week – als de renners de bergen intrekken – wordt het nog wat kouder en is er zaterdag zelfs kans op sneeuw. Het is te hopen dat dit geen roet in het eten zal gooien…


RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.