Voorbeschouwing: Parijs-Roubaix 2015
Komende zondag, 12 april 2015, wordt het eerste deel van het voorjaar afgesloten met de 113de uitgave van Parijs-Roubaix. De Hel van Noorden, zoals deze klassieker ook wel door het leven gaat, staat altijd garant voor spektakel en is een broedplaats voor heroïsche verhalen. De editie van dit jaar staat ook nog eens in het teken van het afscheid van Sir Bradley Wiggins. Hij zal met vele andere favorieten strijden om de erfenis van Niki Terpstra. WielerFlits blikt uitgebreid vooruit.
Noord-Frankrijk. Driehonderdvierenzestig dagen per jaar is het een vergeten stukje aarde. Grauw. Kaal. Het aantal oorlogen dat hier als een verwoestende storm zijn sporen heeft achtergelaten, is niet meer op één hand te tellen. Gedenkstenen, talloze graven en enkele musea herinneren aan deze trieste geschiedenis. Driehonderdvierenzestig dagen per jaar regeert hier de stilte. De talloze mijnwerkersdorpjes doen armoedig en spookachtig aan. Op bankjes mijmeren stokoude mannen over ver vervlogen tijden, terwijl ze gitzwart speeksel op de grond spuwen. De spitse kerktorens vormen het enige noemenswaardige hoogteverschil.
Diezelfde kerken zijn een haast vreemd aangezicht in een streek waar de duivel de baas is. Als angstige antilopen in het hol van de leeuw. Het suizen van de wind door de eindeloze aardappelvelden is het enige wat de stilte doorbreekt. Behalve die ene dag. Die driehonderdvijfenzestigste dag. De dag dat duizenden joelende mensen bewapend met bier en vlaggen naar de schots en scheef liggende kasseienwegen trekken. De dag dat honderden kletterende fietsen gevolgd worden door tientallen toeterende auto’s en motoren. De dag dat de oorlogswoede voor even lijkt te zijn teruggekeerd. De dag dat het meest tot de verbeelding sprekende sportevenement ter wereld zijn weg richting het Noorden baant. De dag van Parijs-Roubaix.
Historie
De auteur van dit artikel geeft zichzelf de vrijheid Parijs-Roubaix te bestempelen als de mooiste der wielerklassiekers, maar daarnaast is het ook één van de oudsten. Een jaar na de opening van het tegenwoordig legendarische Vélodrome in Roubaix – anno 1895 – werd het idee opgevat om, in navolging van Bordeaux-Parijs, een koers vanuit Parijs te organiseren met aankomst op het Vélodrome. Een afstand van 280 kilometer, voornamelijk over kasseienwegen, die destijds nog heel gewoon waren. Zo geschiedde: in 1896 kroonde de Duitser Josef Fischer zich tot eerste laureaat van Parijs-Roubaix. Slechts vier renners slaagden erin binnen een uur van de winnaar de finish te bereiken.
Na deze heroïsche eerste uitgave, is Parijs-Roubaix uitgegroeid tot een wedstrijd van mythische proporties. Honderdtwaalf edities zijn er inmiddels verreden en even zoveel heldenepossen geschreven. Vlak na de Eerste Wereldoorlog verkende een Franse journalist het parcours van Parijs-Roubaix. De verwoestende oorlog had het normaal al ruige landschap veranderd in een onaards slagveld. “Het is een hel”, prevelde hij. Sindsdien gaat de klassieker door het leven als Hel van het Noorden.
Ik ben te jong om te sterven in de Hel – Roger De Vlaeminck
Renners die de Hel op hun palmares bijschrijven, vereeuwigen zichzelf in de geschiedschriften van de wielersport. Roger De Vlaeminck slaagde daar in de jaren zeventig van de vorige eeuw, een decennium waarin niemand minder dan Eddy Merckx zijn hoogtijdagen kende, maar liefst vier keer in. Niet voor niets draagt hij de bijnaam Monsieur Paris-Roubaix. Als geen ander beheerste hij de stiel van het dokkeren over kasseien. Lek rijden deed hij nooit. “Daarvoor had ik teveel klasse”, zo stelde hij zelf. Toch was ook voor De Vlaeminck het rijden van Parijs-Roubaix bij vlagen een hel op aarde. Voorafgaand aan de legendarische editie van 1975, waarin de kasseien bedekt werden onder een laag modder, voelde zelfs de grote De Vlaeminck zich nietig ten midden van het natuurgeweld. “Ik ben nog maar 27, te jong om te sterven in de Hel”, stamelde hij. De Vlaeminck won. In de sprint liet hij Merckx achter, spartelend in de regenboogtrui.
Video: De Vlaeminck klopt Merckx in 1975
In 2012 evenaarde Tom Boonen De Vlaemincks record van vier overwinningen in Parijs-Roubaix. Al kwam dat volgens De Vlaeminck vooral doordat zijn tegenstanders “derderangs coureurs” waren die er een “triestige bedoeling” van maakten. Achter dit spraakmakende Belgische duo komen Fabian Cancellara, Johan Museeuw, Francesco Moser, Eddy Merckx, Rik Van Looy, Gaston Rebry en Octave Lapize met elk drie overwinningen.
Zes maal wist een Nederlander de aankomstlijn in het velódrome als eerste te passeren. Peter Post had in 1964 de primeur, gevolgd door Jan Janssen (1967), Jan Raas (1982) en Hennie Kuiper (1983). Servais Knaven en Niki Terpstra breiden daar in deze eeuw een vervolg aan. Knaven deed dat in een loodzware regenachtige editie in 2001. Terpstra toonde zich vorig jaar de beste. De Noord-Hollander maakte dankbaar gebruik van het ploegenspel van zijn Omega Pharma-Quick Step-formatie, viel op zes kilometer van de streep aan en soleerde naar de overwinning. John Degenkolb won even later de sprint voor plaats twee, net voor Fabian Cancellara.
Video: Jan Raas raast naar zege in 1982
Video: Hennie Kuipers solo naar winst in 1983
Video: Servais Knaven zegeviert in heroïsche Parijs-Roubaix 2001
Video: Niki Terpstra wint Parijs-Roubaix 2014
Heldenverhalen worden niet alleen geschreven in de voorhoede van de koers. De heroïek van Parijs-Roubaix komt wellicht nog wel meer tot wasdom aan de achterkant. Daar waar gesloopte hoopjes mens, lijken haast, in volledige anonimiteit roepen om hun moeder. De NOS maakte er in 2013 een reportage over.
Video: De achterkant van ‘De Hel’
Laatste vijf winnaars
2010: Fabian Cancellara
2011: Johan Vansummeren
2012: Tom Boonen
2013: Fabian Cancellara
2014: Niki Terpstra
Parcours
Het parcours van Parijs-Roubaix is met één woord te typeren: kasseien. De grove stenen vormen de ziel van de klassieker. Toch is het niet altijd vanzelfsprekend geweest dat dit zo zou blijven. De op één na grootste vijand van kasseien – na Roger de Vlaeminck – luistert naar de naam ‘asfalt’. Na de Tweede Wereldoorlog werden de met kasseien geplaveide rijkswegen in rap tempo geasfalteerd. De organisatie en de stichting Les Amis de Paris-Roubaix gingen de strijd met “de geasfalteerden” – zoals wielercommentator Michel Wuyts ze liefkozend noemt – aan. Er werd uitgeweken naar kleine boerenweggetjes, die de koers van vandaag de dag zo zwaar maken.
Ondanks dat de naam anders doet vermoeden, start Parijs-Roubaix in het dorpje Compiègne. Daarna voert het de coureurs over een afstand van 253,5 kilometer noordwaarts. Heuvels zijn er eigenlijk niet, kasseien des te meer. Na het dieptepunt van slechts 22 kilometer kasseien in 1965, gaat de editie van dit jaar alweer voor 52,7 kilometer over de stenen wegen. Deze zijn verdeeld over 27 sectoren. Elke sector krijgt een bepaald aantal sterren, van één tot vijf, die de zwaarte van de strook aangeven. De eerste strook is Troisvilles à Inchy, die na 97,5 kilometer koers op het toneel verschijnt. Drie stroken hebben de zwaarste categorisering van vijf sterren meegekregen: Trouée d’Arenberg (ook wel bekend als het Bos van Wallers), Mons-en-Pévèle en Carrefour de l’Arbre.
Arenberg is als een kolenmijn. Als je begint na te denken over de gevaren, ga je niet meer – Jean Stablinski
De eerste, Trouée d’Arenberg, ligt op een kleine 100 kilometer van de aankomst en vormt traditioneel de opener van de finale. Hier laat het peloton de beschaafde wereld definitief achter zich. Het oude bruggetje dat aan het begin de strook kruist, draagt bij aan de mythische status van de plaats. Het is de poort naar de Hel. En dat zal men weten. In 2005 werd de strook zelfs uit het parcours gehaald, wegens ’te gevaarlijk’. De eerste keer dat hij in de koers werd opgenomen, was in 1968. De organisatie had Jean Stablinski, toprenner uit Wallers, gevraagd of hij nog kasseienstroken in de buurt kende. De renners namen het Stablinski, die zelf in die editie zijn laatste Parijs-Roubaix reed, niet in dank af. “Boerenlul, smeerlap, klerelijer”, smeet het peloton naar zijn hoofd. Ook Johan Museeuw moet dat gedacht hebben, in 1998. De Vlaamse vedette kwam hard ten val en verloor bijna zijn been. Stablinski zelf, afkomstig uit een mijnwerkersgezin, bracht de mythe van Trouée d’Arenberg nog het mooist onder woorden. “In de mijn weet je nooit of je nog boven zult komen. Arenberg is als een kolenmijn. Als je begint na te denken over de gevaren, ga je niet meer.”
De tweede secteur met vijf sterren, Mons-en-Pévèle, is met zijn drie kilometer één van de langste stroken uit Parijs-Roubaix. Als we de kenners mogen geloven, is dit de allerzwaarste passage die de klassieker kent. Naast de lengte zijn er nog twee factoren die dit veroorzaken. Ten eerste is er het hoogteverschil: het eerste stuk loopt met twee procent af, gevolgd door achthonderd meter vals plat omhoog. Ten tweede is er de wind. Die vermaledijde wind, die in de open velden rond Mons-en-Pévèle geen genade kent.
Carrefour de l’Arbre: hier trekt de duvel zijn moordgat open – Michel Wuyts
De derde en laatste vijfsterrenstrook luistert naar de haast poëtische naam Carrefour de l’Arbre. Zijn ligging op slechts vijftien kilometer van de aankomst maakt deze strook tot de belangrijkste van de gehele koers. Wie hier niet meezit, ziet zijn hoop op de overwinning verdwijnen in het opwaaiende stof. “Hier trekt de duvel zijn moordgat open”. Het zijn de woorden van Michel Wuyts, in 2009. De editie waarin de beroemde haakse bocht midden op Carrefour de l’Arbre de koers op zijn kop zette. Na dé bocht volgt een licht omhoog lopende passage naar het al even bekende café Carrefour de l’Arbre. Het café van wijlen Madame Jeanne. Het café dat maar één dag per jaar open was. U raadt het al: de dag van Parijs-Roubaix.
Carrefour de l’Arbre is meteen de laatste serieuze hindernis van de koers. Althans, dat wordt altijd verkondigd. Het zal echter niet de eerste keer zijn dat Hem, een tweesterrenstrook op acht kilometer van het Vélodrome, onderschat wordt. Neem Hennie Kuiper. Met een comfortabele voorsprong stevende hij in 1983 solo af op Roubaix. Op Hem reed hij lek. Het wisselen van het wiel leek een eeuwigheid te duren. Uiteindelijk reed hij op een reservefiets alsnog naar de overwinning, maar het had niet veel meer gescheeld. Minder goed liep het af voor Johan Museeuw. In 2004 zag De Leeuw van Vlaanderen zijn kansen op een vierde zege in Roubaix in rook opgaan door een lekke band op Hem. Terwijl zijn medevluchters verdwenen, ontglipte er een welgemeend ‘hodverdoemme’ aan zijn lippen. Parijs-Roubaix zou hij nooit meer rijden.
Video: Museeuw ziet kansen op vierde Roubaix vervliegen op Hem
Bij het afgaan van Hem resten nog zes luttele kilometers tot aan de finish in het Vélodrome. Een speciaal voor de koers neergelegd groepje kasseien vormt nog een laatste officiële strook, de Espace Charles Crupelandt, maar die zal niet meer voor verschillen zorgen. Zijn naam dankt hij overigens aan ex-winnaar Charles Crupelandt, geboren en getogen in Roubaix. Gezien diens twee heroïsche zeges in Parijs-Roubaix en daaropvolgende heldendaden in de Eerste Wereldoorlog, was iets meer eer dan dit altijd met enige minachting vermelde strookje wellicht op zijn plaats geweest.
De 27 kasseistroken van Parijs-Roubaix 2015
27. Troisvilles à Inchy – 2,2 km lang – na 98,5 km
26. Viesly à Quiévy – 1,8 km lang – na 105 km
25. Quiévy à Saint-Python – 3,7 km lang – na 108 km
24. Saint-Python – 1,5 km lang – na 112,5 km
23. Vertain à Saint-Martin-sur-Écaillon – 2,3 km lang – na 120,5 km
22. Verchain-Maugré à Quérénaing – 1,6 km lang – na 130 km
21. Quérénaing à Maing – 2,5 km lang – na 133,5 km
20. Maing à Monchaux-sur-Écaillon – 1,6 km lang – na 136,5 km
19. Haveluy à Wallers – 2,5 km lang – na 149,5 km
18. Trouée d’Arenberg – 2,4 km lang – na 158 km
17. Wallers à Hélesmes – 1,6 km lang – na 164 km
16. Hornaing à Wandignies – 3,7 km lang – na 170,5 km
15. Warlaing à Brillon – 2,4 km lang – na 178 km
14. Tilloy à Sars-et-Rosières – 2,4 km lang – na 181,5 km
13. Beuvry-la-Forêt à Orchies – 1,4 km lang – na 188 km
12. Orchies – 1,7 km lang – na 193 km
11. Auchy-lez-Orchies à Bersée – 2,7 km lang – na 199 km
10. Mons-en-Pévèle – 3 km lang – na 204,5 km
09. Mérignies à Avelin – 0,7 km lang – na 210,5 km
08. Pont-Thibaut à Ennevelin – 1,4 km lang – na 214 km
07. Templeuve (Moulin-de-Vertain) – 0,5 km lang – na 220 km
06. Cysoing à Bourghelles – 1,3 km lang – na 226,5 km
06. Bourghelles à Wannehain – 1,1 km lang – na 229 km
05. Camphin-en-Pévèle – 1,8 km lang – na 233,5 km
04. Carrefour de l’Arbre – 2,1 km lang – na 236,5 km
03. Gruson – 1,1 km lang – na 238,5 km
02. Willems à Hem – 1,4 km lang – na 245,5 km
01. Roubaix – 0,3 km lang – na 252 km
Ik zou zelfs met een sleutelbeenbreuk nog tot aan de wielerpiste rijden. Die eer die je daar te beurt valt is ongelooflijk. Dat vind je nergens – Sir Bradley Wiggins
In het Véldrome worden de coureurs als ware gladiatoren ontvangen. Anderhalve ronde over heilige grond hebben ze dan nog te rijden. Voor wie solo aankomt, is dat anderhalve ronde intens genieten. Wordt het een sprint, dan is de spanning om te snijden. Hoe het ook zij, iedereen die de aankomst haalt, mag zichzelf op de borst kloppen. Sir Bradley Wiggins verwoordde het treffend: “Iedereen mag in Parijs-Roubaix een ereronde afleggen, ongeacht je plaats in de wedstrijd. In Roubaix stap je ook niet af. Ik zou zelfs met een sleutelbeenbreuk nog tot aan de wielerpiste rijden. Die eer die je daar te beurt valt is ongelooflijk. Dat vind je nergens.”
Favorieten
De “zwarte beesten” noemde Eddy Planckaert, ex-winnaar van Parijs-Roubaix, ze afgelopen zondag na afloop van de Ronde van Vlaanderen: sterke sprinters die de macht in het klassieke werk overnemen. Hij doelde daarmee op Alexander Kristoff en John Degenkolb. De Noor heerste vorige week in de Ronde van Vlaanderen. De Duitser schreef twee weken daarvoor Milaan-San Remo op zijn naam. Hoewel Kristoff volhoudt dat Parijs-Roubaix hem minder ligt dan Vlaanderen, kan hij aan het predicaat ‘topfavoriet’ voor komende zondag niet meer ontkomen. In Roubaix kwam hij inderdaad nog nooit verder dan een 9de plaats in 2013, maar zijn resultaten van dit seizoen spreken boekdelen. Naast zijn eclatante zege in Vlaanderens Mooiste werd de Katusha-kopman ook nog eens tweede in Milaan-San Remo, won hij drie ritten plus het eindklassement in de Driedaagse van De Panne en speelde hij afgelopen woensdag met de tegenstand in de Scheldeprijs. Mocht hij ook in het Vélodrome zijn stevige armen in de lucht gooien, dan is hij de elfde renner ooit die de legendarische dubbel Vlaanderen-Roubaix realiseert.
Degenkolb, op zijn beurt, maakt er al lange tijd geen geheim van dat Parijs-Roubaix een van zijn grootste doelen dit seizoen is. De Duitse vedette van Giant-Alpecin gaf vorig jaar al nadrukkelijk zijn visitekaartje af in de helleklassieker, door achter de ontketende Niki Terpstra de sprint voor plek twee naar zijn hand te zetten. Die sprint, in combinatie met zijn enorme kracht, vormt een belangrijk wapen van Degenkolb. Het bezorgde hem dit jaar al de winst in Milaan-San Remo en vorig seizoen eveneens in Gent-Wevelgem. In de Ronde van Vlaanderen ging hij bovendien met de besten mee omhoog op de Oude Kwaremont en de Paterberg, om uiteindelijk als zevende de meet te passeren. Het moge duidelijk zijn: met de vorm van ‘Der John’ zit het wel snor. Wint hij, dan volgt hij Josef Fischer – winnaar van de allereerste editie – op als laatste Duitse laureaat van Parijs-Roubaix.
Twee machtsblokken hebben de nobele taak om de “zwarte beesten” de nek om te draaien, door het voordeel van meerdere ijzers in het vuur te hebben vakkundig uit te spelen. Allereerst is daar Etixx-Quick Step, dat weliswaar zonder viervoudig winnaar Tom Boonen, maar met Niki Terpstra en Zdenek Stybar aantreedt. Terpstra is de uittredend winnaar, en liet dit voorjaar nog maar eens zien dat hij tot de beste klassieker coureurs van deze tijd behoort. Tweede in de Omloop, tweede in Gent-Wevelgem en nog maar eens tweede in de Ronde van Vlaanderen. Het zijn cijfers die niet liegen. Die van zijn ploeggenoot Stybar doen dat ook niet. Sinds de drievoudig wereldkampioen veldrijden overstapte naar het wegwielrennen, reed hij Parijs-Roubaix tweemaal: 6de in 2013, 5de in 2014. Dit jaar liet hij reeds van zich spreken met een machtsvertoon in de Strade Bianche en een tweede plaats in de E3 Harelbeke. Hoewel hij snellere benen heeft dan Terpstra, moet ook Stybar zorgen dat hij mannen als Kristoff en Degenkolb van zich afschudt. Geen sinecure, maar laat nu net Parijs-Roubaix een wedstrijd zijn die als geen ander geschikt is om solo aan te komen.
Het tweede sterrenensemble is Team Sky. Bijna zevenhonderd jaar na Koning Edward III maken de Britten zich op voor een nieuwe invasie in Noord-Frankrijk. Aan het roer twee erkende hardrijders, met roots op de baan, die meer dan wie ook in staat zijn een solo-onderneming op touw te zetten. Geraint Thomas, de nummer 7 van vorig jaar, deed dat al in de E3 Harelbeke eind vorige maand. Hoewel hij als topfavoriet niet verder kwam dan een twaalfde plaats in de Ronde van Vlaanderen, is hij in Roubaix wederom een serieuze kanshebber. De resultaten van Thomas in het klassieke voorjaar mogen er zijn, maar de grootste aandacht binnen de Sky-ploeg zal toch uitgaan naar Bradley Wiggins. Sir Wiggo spreekt al een jaar lang alleen nog maar over Parijs-Roubaix. De nostalgisch aangelegde Brit, die vorig jaar bij zijn eerste serieuze poging om in de helleklassieker een resultaat neer te zetten als negende eindigde, beëindigt er zijn toch al imposante wegcarrière. “Zo veel renners hebben daar hun carrière beëindigd. Denk maar aan Museeuw, Franco Ballerini en Peter Van Petegem. Het is een ideale plaats om te stoppen.” Over zijn vorm bestaan twijfels, na zijn matige optreden in onder meer de Ronde van Vlaanderen. Het zal echter niet de eerste keer zijn dat als Wiggins zich ambitieuze doelen stelt, hij ze ook behaalt. Mocht het hem lukken, dan schaart hij zich in een uiterst select groepje legendes die zowel de Tour de France als Parijs-Roubaix op hun naam schreven. De laatste die dat klaarspeelde, was Bernard Hinault in 1981.
Renners die zowel de Tour als Parijs-Roubaix wonnen
Maurice Garin; Louis Trousselier; Henri Cornet; Octave Lapize; Francois Faber; Henri Pelissier; André Leducq; Sylvère Maes; Georges Speicher; Fausto Coppi; Louison Bobet; Felice Gimondi; Jan Janssen; Eddy Merckx; Bernard Hinault.
De naam van Niki Terpstra is al gevallen, maar er is nog meer Nederlandse inbreng komende zondag. Lars Boom leidt namelijk de troepen van Astana en verkeert ogenschijnlijk in uitstekende vorm. In de Ronde van Vlaanderen werd hij knap zesde, terwijl Roubaix een wedstrijd is die hem nog nauwer aan het hart ligt. In 2012 werd hij er al eens zesde en vorig jaar toonde hij zich heer en meester in de kasseienrit in de Tour de France, over deels dezelfde stroken als Parijs-Roubaix. De regenachtige omstandigheden van toen zal hij zondag niet weer meemaken, maar dat neemt niet weg dat de inmiddels 29-jarige Boom iemand is om rekening mee te houden. Nederlands kampioen Sebastian Langeveld is dat normaal gesproken ook. De afgelopen twee jaar was de vooruitgeschoven pion van Cannondale-Garmin, waar ook coming man Dylan van Baarle een beschermde rol heeft, een vaste klant in de top-10. Door fysieke tegenslagen lijkt een verlenging van die reeks in 2015 echter een lastige opgave.
Ik ga antwoorden met de pedalen – Sep Vanmarcke
De enige Nederlandse WorldTour-formatie van dit moment, LottoNL-Jumbo, start met Sep Vanmarcke als troef. De ploeg zit in een negatieve spiraal en kan wel een grote overwinning gebruiken. Dat Vanmarcke daarvoor de aangewezen persoon is, bewees de Belg in 2013 toen hij het de dit jaar afwezige topfavoriet Fabian Cancellara tot aan het Véldrome behoorlijk lastig maakte. De tranen die na dat verlies over zijn wangen stroomden, getuigden van een echte winnaarsmentaliteit. Toch is juist winnen nu net het probleem bij de oersterke Vanmarcke. Ook vorige week in Vlaanderen wilde het weer niet lukken. Hij toont zich echter strijdvaardig: “Ik heb aanstaande zondag wat recht te zetten en ben extra getergd. Ik ga antwoorden met de pedalen”. Is het zondag dan eindelijk tijd voor de grote ommekeer voor zowel renner als ploeg?
‘Net niet’ is een term die ook van toepassing is op Greg Van Avermaet en Peter Sagan. De ereplaatsen van eerstgenoemde in grote koersen zijn niet meer op een hand te tellen, maar winnen deed hij slechts één keer in Parijs-Tours. In Parijs-Roubaix, een week na alwéér een podiumplek in de Ronde van Vlaanderen, gaat de Belgische kopman van BMC samen met outsider Daniel Oss op zoek naar winst. Sagan stond juist altijd te boek als een echte winnaar. Tot dit seizoen. In zowel de Strade Bianche, de E3 Harelbeke als de Ronde van Vlaanderen liet het voormalige wonderkind zien dat hij zijn streken echt nog niet verleerd is, maar in volle finale moest hij toch telkens het hoofd buigen. Een tweede nadeel voor het duo is dat de Vlaamse heuvels hen eigenlijk beter liggen dan de Franse keien. Beiden hebben ze nog maar één top-10 notering in Roubaix achter hun naam staan. Toch behoren zowel Van Avermaet als Sagan ook komende zondag ‘gewoon’ tot het rijtje schaduwfavorieten. Puur op basis van kwaliteit.
Het is even spitten in de deelnemerslijst, maar naast Niki Terpstra is er nog één ex-winnaar op terug te vinden: Johan Vansummeren. De lange Belg verraste vriend en vijand door in 2011 vanuit een vroege aanval de overwinning binnen te slepen. Inmiddels is de 34-jarige Vansummeren verzeild geraakt bij AG2R La Mondiale. Favoriet is hij niet, outsider eigenlijk ook al enige tijd niet meer. Die rol is binnen zijn ploeg weggelegd voor de Fransen Damien Gaudin en Sébastien Turgot. Laatstgenoemde werd in 2012 verrassend tweede achter Tom Boonen, terwijl Gaudin een jaar later als vijfde binnenkwam. Een blok met outsiders heeft ook IAM Cycling. Sylvain Chavanel, Heinrich Haussler en Martin Elmiger zullen hoogstwaarschijnlijk niet meespelen voor winst, maar hebben allen al hun sporen verdiend in het klassieke werk. Datzelfde geldt voor tweevoudig Ronde van Vlaanderen-winnaar Stijn Devolder, die bij afwezigheid van Cancellara de kar moet trekken bij Trek, en dat vorige zondag met een elfde stek naar behoren deed. Bij FDJ gokt men dan weer op de rappe Frans kampioen Arnaud Démare, met zijn 23 jaar vooral een man voor de toekomst.
Een laatste vermelding is er nog voor Filippo Pozzato (Lampre-Merida). Niet alleen omdat hij na tal van mindere jaren, die volgden op zijn tweede plek in Roubaix anno 2009, weer enigszins op de weg terug lijkt te zijn. Nee, toch vooral omdat hij zo verdraaid mooi over de kasseien kan dokkeren. Niemand in het huidige peloton komt ook maar in de buurt van de schoonheid waarmee de flamboyante Italiaan zijn vélo over de stenen stuurt. Als het dan ook nog hard gaat, behoort een dichte ereplaats zonder meer weer tot de mogelijkheden.
Favorieten volgens WielerFlits
**** Alexander Kristoff
*** John Degenkolb en Niki Terpstra
** Lars Boom, Zdenek Stybar, Geraint Thomas en Sir Bradley Wiggins
* Greg van Avermaet, Filippo Pozzato, Peter Sagan en Sep Vanmarcke
Weer
Als we de weersverwachtingen mogen geloven, gaan we een zonnig en droog weekend tegemoet met bovendien wind vanuit het zuidwesten. Dat betekent dat de liefhebbers van een natte, modderige Parijs-Roubaix nog even geduld moeten hebben. Hoewel, afgelopen week geschoten foto’s doen anders vermoeden. “Sommige stroken liggen er nu nog heel slecht en modderig bij, maar dat kan nog veranderen tegen zondag”, aldus Sky-ploegleider Servais Knaven.
Dernier secteur pavé avant la Trouée d’Arenberg / last cobbled sector before the Trouée d’Arenberg #ParisRoubaix pic.twitter.com/WqtaENFrUy
— Paris-Roubaix (@Paris_Roubaix) April 7, 2015
TV
Parijs-Roubaix is een wielermonument, dat door meerdere televisiestations in een groot aantal huishoudens ten gehore wordt gebracht. Zowel de NOS, Sporza als Eurosport doen rechtstreeks verslag. Eursport zendt al live uit vanaf 11:45, Sporza volgt om 13:30.
Links
Startlijst
Officiële website
Al met al belooft de 113de editie van Parijs-Roubaix een open wedstrijd te zijn. Het ontbreken van meervoudige winnaars Tom Boonen en Fabian Cancellara biedt kansen voor velen om zich voor eeuwig in de annalen van de wielergeschiedenis te voegen. Wie dat lukt, zal zondagmiddag rond een uur of 5 duidelijk zijn. Daarna daalt het opgewaaide stof weer langzaam neer. Werpt zich als een deken over de grauwe daken en kale velden. Noord-Frankrijk hervat zijn slaap. Driehondervierenzestig dagen lang.
[poll id=”19″]
nu al zin in zondag.
Prachtige voorbeschouwing. De liefde voor de koers druipt er vanaf!
ps. Een Parijs-Roubaix in de regen zou ook eens mooi zijn.
Boom voor de winst, Terpstra twee en sterke John drie.
*** *Degenkolb, Kristoff
*** Sagan, Stybar, Terpstra
* *Van Avermaet, Thomas, Boom
* Wiggins, Roelandts, Stannard, Pozzato
Ik denk dat het een Nederlands- Belgisch dagje wordt...
***** Boom
**** Vanmarcke
*** Stuyven
** Terpstra
* Kristoff
Het moge duidelijk zijn: met de vorm van ‘Der John’ zit het wel snor
mooi, heel mooi
Verder hoop op een "Nederlands" succes met boom, Terpstra of vanmarcke, al mag de nationale driekleur natuurlijk ook winnend over de streep komen. Ik denk dat het wiggo niet gaat lukken, ondanks dat hij een grote gunfactor heeft, maar hij zal toch solo aan moeten en alla boonen of cancellara in het verleden op een kilometer of 40 weg moeten rijden. Met zijn tijdrijderscapaciteiten geen enkel probleem, maar lijkt me vooral niet des sky's. Bergop slopen ze de tegenstanders met een verschroeiend tempo om daarna weg te poefen, maar het leek in de ronde dat ze dat ook in de klassiekers proberen, maar ik geloof niet dat dat werkt en zou wiggo er niet mee kunnen winnen. Hij gaat echt de specialisten er niet afrijden op de laatste stroken.
En ook de sterrenverdeling is erg goed!
**** Kristoff
*** Stybar, Degenkolb
** VanMarcke, Terpstra, Thomas
* Boom, Sagan, Van Avermaet, Roelandts
Prachtige citaten + ook nog aangevuld met videos. Hulde!!!
Ik hou het op Degenkolb voor zondag. Maar ik hoop op Sir Wiggo.
Of als Sepke of één van De NL'ers wint heb ik ook een prima zondag...
Rijdt de Oranje Brigade hier ook mee trouwens?
2- Sep Vanmarcke
3- Lars Boom
(Hoop ik)
Ben ook benieuwd hoe Ramon Sinkeldam over de kasseien gaat, hij heeft immers deze ronde al gewonnen bij de belofte. Als Degenkolb wegvalt in de finale, zal het wel eens een verrassing kunnen worden. Daarbij heeft hij ook een goede sprint
Met het NK wel denk ik.