Voorbeschouwing: Parijs-Roubaix 2019
foto: Cor Vos
zaterdag 13 april 2019 om 12:00

Voorbeschouwing: Parijs-Roubaix 2019

Mons-en-Pévèle. Carrefour de l’Arbre. Trouée d’Arenberg. Aanstaande zondag is het weer zover: Parijs-Roubaix! Wat we mogen verwachten tijdens de 116e editie van het Noord-Franse monument? Stof, lekke banden, valpartijen maar vooral heel veel kasseien. WielerFlits blikt vooruit!

[unibet title=”Wie wint Parijs-Roubaix 2019?” link=”http://unibet.me/wielerflits”]

[/unibet]

We beginnen met een quizvraag: welk land won het vaakst Parijs-Roubaix? België? Correct! Sinds 1896 – toen de allereerste editie van L’Enfer du Nord werd verreden – wonnen er maar liefst 56 Belgen. En nu we toch bezig zijn: wie kwamen er eigenlijk allemaal zegevierend over de streep? Even denken, Rik Van Steenbergen, Rik Van Looy, Eddy Merckx, Roger De Vlaeminck, Johan Museeuw, Tom Boonen…

Indrukwekkend hoor, maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat bovenstaande kampioenen altijd en overal wonnen. Was het niet in Parijs-Roubaix, dan wel in de Ronde van Vlaanderen, Gent-Wevelgem of Kuurne-Brussel-Kuurne. Van Steenbergen, Van Looy, Merckx, De Vlaeminck, Museeuw en Boonen: ze wonnen Parijs-Roubaix bij elkaar opgeteld maar liefst negentien keer. Maar wie zijn dan in hemelsnaam die andere Belgische triomfators?

Johan Museeuw komt als eerste aan op de Vélodrome – foto: Cor Vos

Natuurlijk! Fred De Bruyne, Walter Godefroot, Eddy Planckaert en Peter Van Petegem kwamen ooit als eerste aan op de Vélodrome. Maar verder? Hoeveel mensen herinneren zich nog de overwinningen van Roger Rogiers, Dirk Demol en Jean-Marie Wampers? Laat staan van de eerste Belgische winnaar van La Reine des Classiques. We gaan terug naar het jaar 1908. Zijn naam? Cyrille Van Hauwaert.

De Belgen mogen dan wel heersen in Parijs-Roubaix, daar zag het begin twintigste eeuw nog helemaal niet naar uit. Wielrennen was toch vooral een Franse sport. Maurice Garin, Louis Trousselier, Hippolyte Aucouturier… Dat waren de Peter Sagans en Mathieu van der Poels van hun tijd. Het thuisland had tot 1908 slechts één editie verloren. De Vlamingen presteerden vooral goed binnen de eigen landsgrenzen, maar eenmaal daarbuiten…

Dit moeten ook de taferelen zijn geweest in de tijd van Van Hauwaert – foto: Cor Vos

Dit veranderde op 19 april 1908. De 25-jarige Van Hauwaert komt namelijk als eerste aan in Roubaix, na een barre tocht van meer dan tien(!) uur. Hij gelooft het amper, want in Forest lag hij nog vijf minuten achter op de ongenaakbare François Faber. De Luxemburger ging in de buurt van Roubaix echter onderuit, nadat hij een kind probeerde te ontwijken. De weg lag plots open voor Van Hauwaert om een historische zege te boeken.

De jongeman uit Moorsleden ziet af bij de beesten. Zijn hoofd wil nog wel, maar zijn benen kunnen bijna niet meer. De West-Vlaming ziet bijna niks meer door de modder. Zijn vingers voelen aan als ijsklontjes. Hij rilt als een patiënt die al drie weken zware koorts heeft. Van Hauwaert weigert echter op te geven. De renner wordt aangemoedigd, nee voortgestuwd, door de vele Belgische toeschouwers langs de kant van de weg. Hij ziet de streep… Eindelijk!

Ruim twintig jaar later wordt Van Hauwaert – die na zijn carrière uitgroeide tot een gevierd zakenman – gevraagd naar de impact van zijn overwinning. “Ik werd die dag van alle kanten omhelsd. Mijn landgenoten riepen me toe: “We zullen je voorbeeld volgen, Cyrille!” Die dag betekende een aanzet voor de vele Vlaamse arbeiders en boeren. Ik heb hun laten zien dat de Vlaming – met zijn door wanhoop gedreven onstuimigheid en plichtsbesef – kan winnen van de Fransman, die op zijn beurt is ingedut door een weelderig en makkelijk leven en daardoor niet energiek genoeg is.”

Van Hauwaert liet met andere woorden zien hoe het moest. En inderdaad: vele Vlamingen volgden zijn voorbeeld…

Andrei Tchmil was als ‘Belg’ een van de opvolgers van Van Hauwaert – foto: Cor Vos


Historie

‘Het is een snertkoers’ 

Hij hield niet van Parijs-Roubaix. Sterker nog: Bernard Hinault haatte de Noord-Franse klassieker. De Hel van het Noorden, de Koningin der Klassiekers… Volgens Hinault was Roubaix niet meer dan een ‘snertkoers’. Toch opvallend voor iemand die wel degelijk kon schitteren op de kasseien. Zo eindigde hij in 1980 als vierde, weliswaar op ruim zes minuten van winnaar Francesco Moser. En herinnert u zich de kassei-optredens van Hinault in de Tour de France?

Maar de Bretoen moest niks hebben van die ‘beestenbende’ tussen Compiègne en Roubaix. Hij weigerde jarenlang af te zakken naar Noord-Frankrijk. “Degenen die willen dat ik Parijs-Roubaix win, zijn zelf geen wielrenners. Ik ga toch ook niet naar kantoor om tegen mensen te zeggen dat ze harder moeten werken!”, was zijn geestige doch duidelijke verklaring. Toch voelde Hinault de druk van buitenaf. Een kampioen als hij moest zich laten zien in Parijs-Roubaix.

Hinault in de door zijn gewonnen Parijs-Roubaix – foto: Cor Vos

In 1981 staat Hinault opnieuw aan de start in Compiègne. De wereldkampioen maakt in de finale onderdeel uit van een kopgroep van zes. De tegenstand mag er zijn: titelverdediger Moser, viervoudig winnaar De Vlaeminck, gewezen klassiekerwinnaar Hennie Kuiper en de Belgen Guido Van Calster en ex-winnaar Marc Demeyer. Op acht kilometer van de Vélodrome ziet Hinault zijn moment gekomen, maar Kuiper – een ploegmaat van De Vlaeminck – rijdt het gat dicht. De 79e editie van Parijs-Roubaix lijkt uit te draaien op een sprint.

Maar dan, enkele kilometers later: chute de Bernard Hinault! De wereldkampioen maakt kennis met het Noord-Franse asfalt, maar springt meteen weer op de fiets. De kopman van Renault-Elf-Gitane weet op die manier opnieuw de aansluiting te vinden met de koplopers. Maar dit moet toch (teveel) krachten hebben gekost? Moser en De Vlaeminck ruiken hun kans op een nieuwe overwinning, maar het is Hinault die er een bijzonder lange sprint van maakt. De man die Parijs-Roubaix haat, wint!

Oud-winnaar Hennie Kuiper in het Bos van Wallers – foto: Cor Vos

Dat is het mooie aan Parijs-Roubaix, de verhalen liggen voor het oprapen. Vrijwel overal is er geschiedenis geschreven. Natuurlijk, Mons-en-Pévèle, Carrefour de l’Arbre en het Bos van Wallers spreken tot de verbeelding, maar ook over Biastre, Orchies en Gruson is het nodige te vertellen. Wie Roubaix zegt, zegt kasseien, maar pakweg honderd jaar geleden reden de coureurs vooral over onverharde grindwegen. Pas na de Eerste Wereldoorlog werden er meer keien in het parcours opgenomen, maar nog lang niet zoveel als tegenwoordig.

Komende zondag dokkeren de renners over 29 kasseistroken, goed voor een totale afstand van 54,5 kilometer. In de jaren vijftig en zestig kende de route slechts twintig kilometer aan kasseien. Een aanzienlijk verschil, maar waarom bleef niet alles bij het oude? Dat komt omdat koersdirecteur Alberto Bouvat de drang had om de wedstrijd nóg zwaarder te maken. Samen met oud-renner Jean Stablinski slaagde hij erin om nieuwe kasseistroken te ontdekken.

De rest is geschiedenis. Parijs-Roubaix is een monument. Voor de pure kasseienvreters is het meer dan dat. Op de erelijst staan – hoe kan het ook anders – grote kampioenen. Natuurlijk, het merendeel is Belg, maar wat te denken van Fausto Coppi, Louison Bobet, Jacques Anquetil, Sean Kelly en Andrea Tafi. Die laatste wilde dit jaar overigens zijn comeback maken in de Hel van het Noorden. Met alle respect voor Tafi, maar we herinneren toch liever zijn zege als Italiaans kampioen…

Tafi won Parijs-Roubaix exact twintig jaar geleden – foto: Cor Vos

En hoe zit het met de Nederlanders? In de Tour de France wacht Nederland al 39(!) jaar op een opvolger van Joop Zoetemelk, maar de laatste overwinning in Parijs-Roubaix dateert uit 2014. Het was Niki Terpstra die toen zijn eerste monumentale zege wist te boeken, na een slinkse aanval in de slotkilometers. Hij trad daarmee in de voetsporen van Peter Post (1964), Jan Janssen (1967), Jan Raas (1982), Hennie Kuiper (1983) en Servais Knaven (2001).

Knaven was die dag in 2001 de beste renner, maar de huidige ploegleider van Team Sky past wel een beetje in het rijtje Magnus Bäckstedt, Stuart O’Grady, Johan Vansummeren en Mathew Hayman. Renners die vooraf niet tot de topfavorieten werden gerekend, maar in Roubaix dé dag van hun leven kenden. In de Helleklassieker wint weleens – vaker dan bijvoorbeeld de Ronde van Vlaanderen – een outsider.

We moeten nog één keer terugkomen op de Belgen. Twee van hen – De Vlaeminck en Boonen – mogen zich namelijk recordhouder noemen. De Vlaeminck won in de jaren zeventig maar liefst vier keer, iets dat Boonen dan weer deed na de eeuwwisseling. Die laatste vocht enkele heroïsche duels uit met ene Fabian Cancellara, die zelf ook driemaal wist te winnen.

Boonen en Cancellara – hier op pad met Alessandro Ballan – waren dominant in Parijs-Roubaix – foto: Cor Vos

Laatste tien winnaars Parijs-Roubaix
2018: flag-sk Peter Sagan
2017: flag-be Greg Van Avermaet
2016: flag-au Mathew Hayman
2015: flag-de John Degenkolb
2014: flag-nl Niki Terpstra
2013: flag-ch Fabian Cancellara
2012: flag-be Tom Boonen
2011: flag-be Johan Vansummeren
2010: flag-ch Fabian Cancellara
2009: flag-be Tom Boonen


Vorig jaar

Vorig jaar kreeg Parijs-Roubaix zijn eerste Slowaakse winnaar! Peter Sagan schreeuwde het uit na zijn gewonnen sprint-à-deux op de Vélodrome. Uit zijn gezicht was blijdschap af te lezen, maar toch ook wel wat frustratie. Na de Ronde van Vlaanderen was de wereldkampioen namelijk het mikpunt van kritiek. “Hij is zelf een sleper”, was Tom Boonen scherp, nadat Sagan zijn ongenoegen uitte over het gebrek aan samenwerking in Vlaanderens Mooiste.

Kortom, de kopman van BORA-hansgrohe had wat te bewijzen. Op goed vijftig kilometer van de streep vertrok Sagan op kousenvoeten. De Slowaak profiteerde optimaal van een moment van onachtzaamheid bij de favorieten. De wereldkampioen rook zijn kans, denderde voort, waardoor hij wist aan te sluiten bij vroege vluchters Silvan Dillier, Sven Erik Bystrøm en Jelle Wallays. Mede-favorieten als Niki Terpstra, Greg Van Avermaet en Sep Vanmarcke volgden al snel op één minuut.

Sagan slaagde er niet in om Dillier te lossen – foto: Cor Vos

Wat de overige toppers ook probeerden, ze kwamen – mede door een gebrekkige achtervolging – geen sikkepit dichter op Sagan, die vleugels kreeg. Op de keien van Mons-en-Pévèle moest Bystrøm passen, niet veel later gevolgd door Wallays. De sterke Zwitser Dillier weigerde echter te plooien, ook niet op Carrefour de l’Arbre, Gruson en Hem. Hierdoor draaiden we met twee koplopers de wielerbaan van Roubaix op. Daar waren ze, de matadoren!

Een baroudeur tegen een oersterke sprinter: Dillier leek op voorhand kansloos voor de zege. Dat bleek ook aan de meet, want Sagan was veruit de snelste. Voor de Slowaak was het zijn eerste zege in Roubaix en zijn tweede overwinning in een monument. “Dit is geweldig!”, glunderde hij na afloop. “Ik was dit jaar eens niet betrokken bij een valpartij, waardoor ik energie kon sparen. Dit is een geweldig gevoel.” Achter Sagan en Dillier eindigde Terpstra als derde.

Sagan schreeuwt het uit: de Slowaak wint Parijs-Roubaix! – foto: Cor Vos

Na afloop ging het echter nauwelijks over de overwinning van Sagan. Het was vooral wachten op goed nieuws omtrent Michael Goolaerts. De 23-jarige Belg kwam zwaar ten val op de tweede kasseistrook van Biastre. De beloftevolle renner van Veranda’s Willems-Crélan werd getroffen door een hartstilstand. De ploeggenoot van (toen nog) Wout van Aert werd gereanimeerd en afgevoerd naar het ziekenhuis van Lille. Michael Goolaerts werd nooit meer wakker.

Maar Goolaerts zal nooit meer worden vergeten, al is het maar omdat de organisatie een monument heeft neergezet op de plek des onheils. De tweede kasseistrook is bovendien omgedoopt tot de Secteur Pavé Michael Goolaerts. Zondag passeert de koers langs het monument, als eerbetoon aan de overleden Belg.

Michael Goolaerts ploeggenoten bewijzen hem een laatste dienst – foto: Cor Vos

Top-5 Parijs-Roubaix 2018
1. flag-sk Peter Sagan (BORA-hansgrohe) in 5u54m06s
2. flag-ch Silvan Dillier (AG2R La Mondiale) z.t.
3. flag-nl Niki Terpstra (Quick-Step Floors) op 57s
4. flag-be Greg Van Avermaet (BMC) op 1m34s
5. flag-be Jasper Stuyven (Trek-Segafredo) z.t.


Parcours

Parijs-Roubaix start ook dit jaar weer in Compiègne, een voorstad op zo’n tachtig kilometer ten noordoosten van Parijs. Toeval? Zeker niet, aangezien in het nabijgelegen bos van Compiègne een einde kwam aan de Eerste Wereldoorlog. In een treinwagon sloot Duitsland op 11 november 1918 een wapenstilstand met de Franse maarschalk Ferdinand Foch. In Compiègne kwam honderd jaar geleden dus een einde aan de oorlog, maar komende zondag begint er weer eentje. Op de fiets, welteverstaan.

Wat de renners te wachten staat? Nou, wat te denken van 29 kasseistroken! In totaal krijgen de renners 54,5 kilometers aan Noord-Franse keien voorgeschoteld. Daar komen nog ruim tweehonderd kilometer aan gewone asfaltwegen bij, waardoor we uitkomen op een totale afstand van 257 kilometer. Een ware helletocht voor de coureurs, zoveel is zeker. Toch is het mogelijk om in de beginfase de benen los te rijden.

Waarom? Aangezien de eerste kasseistrook pas opdoemt na 96,5 kilometer: die naar Troisvilles. Deze is overigens drastisch ingekort van 2200 naar 900 meter. Verder is het parcours nagenoeg hetzelfde gebleven. Dit betekent dat de renners via smalle polderwegen naar de volgende keistroken rijden. Waar ze in de Ronde van Vlaanderen nog verschillende dorpjes passeren, koersen ze in Parijs-Roubaix door een haast desolaat landschap. L’Enfer du Nord is en blijft een fascinerende wedstrijd.

Het begin van de hel: het Bos van Wallers – foto: Cor Vos

We kunnen de volgende stroken inmiddels wel dromen: Biastre, Saint-Python, Quiévy, Saint-Vaast… Het kan in Parijs-Roubaix in feite overal gebeuren, maar de harten gaan pas écht sneller kloppen na het uitrijden van Wallers. Het Bos! Deze 2400 meter lange strook is al sinds 1968 (merci, Jean Stablinski!) een van de scherprechters van de Helleklassieker. En niet meer dan logisch, aangezien de keien er bijzonder slecht bij liggen. Trouée d’Arenberg is alleen voor de echte specialisten. Wie hier voor het eerst komt, stuitert spontaan van zijn fiets.

Secteur negentien. In het verleden is hier al veel geschiedenis geschreven. Van de kniebreuk van Johan Museeuw tot het ellenlange wachten van Tom Boonen. Tegenwoordig is er minder spektakel te beleven in het Bos van Wallers. Natuurlijk, de mindere goden moeten er hier nog altijd onherroepelijk af, maar de toppers wachten steeds vaker tot de diepe finale. Want vergeet niet, na het uitrijden van ‘Het Bos ‘ is het nog ruim negentig kilometer tot de Vélodrome.

Maar toch… “De winnaar van Parijs-Roubaix zit in het Bos bij de eerste vijf van het peloton”, aldus Lotto Soudal-manager Marc Sergeant. De zo gevreesde kasseistrook is de laatste tijd overigens flink onder handen genomen door vrijwilligersorganisatie Les Amis de Paris-Roubaix. Het Bos van Wallers was namelijk té gevaarlijk geworden door het gras tussen de keien, wat de kans op valpartijen vergroot. Met een hogedrukreiniger is het groen tussen de stenen weggehaald.

“Maar we restaureren de keien niet”, stelt voorzitter François Doulcier de wielerfans gerust. “De kasseien blijven op hun plaats liggen.” Museeuw – die geen al te fijne herinneringen heeft overgehouden aan het Bos – ziet het belang van de werkzaamheden. “Met al dat mos op de stenen was het ondoenbaar om bij hoge snelheid recht te blijven.” Maar opgelet: dit geldt alleen voor de eerste 900 meter. Men hoopt de komende jaren de gehele strook mosvrij te maken.

Dit beeld gaan we veel zien – foto: Cor Vos

Na het Bos van Wallers gaat het via de keien van onder meer Wandignies en Sars-et-Rosières naar de volgende vijfsterrenstrook: Mons-en-Pévèle. Drie kilometer lang stuiteren, het is niet zomaar iets. Vraag dat maar aan George Hincapie, die hier in 2006 over kop ging nadat zijn stuurpen brak. Het beeld van de hevig huilende Amerikaan staat nog altijd op ons netvlies gebrand. Er is echter geen tijd voor mededogen, aangezien er nog tien kasseistroken wachten. Te beginnen met die van Avelin, Ennevelin en Templeuve-L’Epinette.

Mocht het dan nog niet in stukken en brokken liggen, dan kan het gebeuren op de derde en laatste vijfsterrenstrook: Carrefour de l’Arbre. Het is een van de zwaarste kasseistroken van Parijs-Roubaix, vooral vanwege de slechte staat van de keien. Wie geen sprint heeft, moet hier iets proberen. De kans dat je wegrijdt op de laatste stroken, is namelijk klein. Na 3500 meter stuiteren draaien de renners rechtsaf, de gewone (asfalt)weg weer op.

Gaan we opnieuw sprinten op de Vélodrome? – foto: Cor Vos

Het is dan nog 14,5 kilometer tot Roubaix. Hierna volgen nog de stroken van Gruson, Hem én de Espace Charles Crupelandts, vernoemd naar de tweevoudig winnaar van deze koers. Vooruit, het zijn niet de zwaarste stroken, maar John Degenkolb reed in 2015 nog naar de koplopers op de kasseien van Hem. We weten allemaal wat er daarna gebeurde. Op 500 meter van de streep betreden de renners de Vélodrome. Niet veel later klinkt de bel van de laatste ronde. Wie kroont zich tot winnaar van Parijs-Roubaix?

De 29 kasseistroken van Parijs-Roubaix 2019
29: Troisvilles (km 96,5 – 0,9 km) **
28: Briastre (km 100 – 3 km) ***
27: Saint-Python (km 109 – 1,5 km) ***
26: Quiévy (km 111,5 – 3,7 km) ****
25: Saint-Vaast (km 119 – 1,5 km) ***
24: Verchain-Maugré (km 130 – 1,2 km) **
23: Quérénaing (km 134,5 – 1,6 km) ***
22: Maing (km 137,5 – 2,5 km) ***
21: Monchaux-sur-Ecaillon (km 140,5 – 1,6 km) ***
20: Haveluy (km 153,5 – 2,5 km) ****
19: Trouée d’Arenberg (km 162 – 2,3 km) *****
18: Hélesmes (km 168 – 1,6 km) ***
17: Wandignies (km 174,5 – 3,7 km) ****
16: Brillon (km 182 – 2,4 km) ***
15: Sars-et-Rosières (km 185,5 – 2,4 km) ****
14: Beuvry-la-forêt (km 189 – 1,4 km) ***
13: Orchies (km 197 – 1,7 km) ***
12: Bersée (km 203 – 2,7 km) ****
11: Mons-en-Pévèle (km 208,5 – 3 km) *****
10: Avelin (km 214,5 – 0,7 km) **
9: Ennevelin (km 218 – 1,4 km) ***
8: Templeuve-L’Epinette (km 223,5 – 0,2 km) *
7: Cysoing (km 230,5 – 1,3 km) ***
6: Bourghelles (km 233 – 1,1 km) ***
5: Camphin-en-Pévèle (km 237,5 – 1,8 km) ****
4: Carrefour de l’Arbre (km 240 – 2,1 km) *****
3: Gruson (km 242,5 – 1,1 km) **
2: Hem (km 249 – 1,4 km) ***
1: Roubaix (km 256 – 0,3 km) *

Start: 11.15 uur
Finish: 17.05-17.40 uur


Favorieten

Is er eigenlijk wel een topfavoriet voor aankomende zondag? Mathieu van der Poel? De Nederlands kampioen is er niet bij, aangezien hij de voorkeur geeft aan de Brabantse Pijl en de Amstel Gold Race. En de gevestigde namen? Die hebben de voorbije weken niet écht indruk kunnen maken.

Wint Van Avermaet dit jaar nog een grote klassieker? – foto: Cor Vos

Dan hebben we het bijvoorbeeld over Greg Van Avermaet. De Belg won Parijs-Roubaix twee jaar geleden, maar verzamelde dit voorjaar ereplaatsen. Zo werd hij in de Ronde van Vlaanderen tiende, nadat hij op de Oude Kwaremont niet kon reageren op de aanval van zijn ex-ploeggenoot Alberto Bettiol. De tijd begint te dringen voor de kopman van CCC, aangezien hij na Roubaix alleen nog kans maakt in Amstel Gold Race. Is het zondag dan eindelijk raak?

Van Avermaet was niet de enige topper die een beetje tegenviel in de Ronde. Zo ging ook John Degenkolb met lege handen terug naar zijn hotel. Toch zal de Duitser minder teleurgesteld zijn, aangezien hij altijd tekort komt in Vlaanderen. Maar Parijs-Roubaix, dat is zijn koers! De kopman van Trek-Segafredo eindigde als tweede in 2014, terwijl hij één jaar later zelfs wist te winnen. In Gent-Wevelgem (tweede) liet hij zien dat het met de vorm wel goed zit. Zijn ploeg rekent ook op Jasper Stuyven (de nummer vijf van vorig jaar) en Mads Pedersen.

John Degenkolb – foto: Cor Vos

Ook Peter Sagan moest na afloop van de Ronde zijn meerdere erkennen in Bettiol. De Slowaak reed een schimmige koers. De kopman van BORA-hansgrohe had het moeilijk op de klimmetjes, maar wist op het vlakke de concurrentie pijn te doen. Het is duidelijk dat de Slowaak niet in topvorm is. Komt dit door zijn gebrekkige voorbereiding? Of spelen er andere dingen? Toch is de drievoudig wereldkampioen zondag niet kansloos, aangezien hij vorig jaar ook niet super was in Vlaanderens Mooiste. We weten allemaal wat hij één week later deed in Parijs-Roubaix…

Was er dan geen enkele favoriet op de afspraak in de Ronde van Vlaanderen? O jawel, Alexander Kristoff. De sterke Noor eindigde namelijk als derde, nadat hij de sprint won van het achtervolgend elitegroepje. Kristoff is na enkele moeilijke jaren weer helemaal op niveau, getuige zijn eerdere zege in Gent-Wevelgem. En Parijs-Roubaix moet hem nog beter liggen, toch? Het grappige is dat hij er slechts twee keer top-10 reed. Zelfs in zijn wonderjaar 2015 werd hij ‘slechts’ tiende. Doet de kopman van UAE Emirates zondag echt mee om de zege?

Dillier feliciteert winnaar Sagan – foto: Cor Vos

De Belgen kwamen er in ‘hun’ Ronde van Vlaanderen niet echt aan te pas. Natuurlijk, Wout van Aert, Oliver Naesen en Tiesj Benoot finishten in het elitegroepje, maar ze hadden ongetwijfeld op meer gehoopt. Toch zeker Van Aert en Naesen, die vooraf tot de topfavorieten werden gerekend. Die eerste was voor sommigen zelfs dé topfavoriet, na indrukwekkende optredens in de E3 BinckBank Classic en Gent-Wevelgem. Zeker, een veertiende plaats is niet slecht, maar het viel toch een tikkeltje tegen. Kan Van Aert revanche nemen in de koers waar hij op kickt, gezien zijn achtergrond als veldrijder?

Naesen maakte dit voorjaar ook indruk met podiumplaatsen in Milaan-San Remo en Gent-Wevelgem. In de Ronde moest hij echter genoegen nemen met plek zeven. Slechts een ereplaats, maar toch een goede prestatie aangezien de kopman van AG2R La Mondiale sukkelde met bronchitis. Een weekje ‘rust’ moet wonderen doen. Benoot (negende) was afgelopen zondag de derde Belg in de top-10. Zijn prestaties in Roubaix zijn niet om over naar huis te schrijven. Is het bij Benoot driemaal scheepsrecht?

Deceuninck-Quick-Step in actie – foto: Cor Vos

Voor de start in Antwerpen waren alle ogen gericht op Deceuninck-Quick-Step, maar de Belgische formatie had een heuse off day. Des te knapper dat het met Kasper Asgreen nog iemand op het podium wist te krijgen. De kopmannen Zdeněk Štybar, Philippe Gilbert, Bob Jungels (die er zondag niet bij is) en Yves Lampaert kwamen er niet aan te pas. En dan doelen we vooral op Štybar en Gilbert. Een verzachtende omstandigheid: beide renners werden ziek vlak voor De Hoogmis.

De Tsjech kon zondag nog een tijdje mee met de toppers, maar moest afhaken op de Hotond. Štybar heeft echter een week gehad om te herstellen, dus mogen we alsnog wat verwachten van de winnaar van Omloop Het Nieuwsblad en de E3 BinckBank Classic. Vergeet niet dat Parijs-Roubaix zijn lievelingskoers is. Kan hij na twee eerdere podiumplaatsen eindelijk winnen? Gilbert was de grootste tegenvaller in Vlaanderen. De oud-winnaar reed in de finale bijna achteruit. De vraag is of hij voldoende is hersteld voor Roubaix. Zo ja: reken dan op een vroege aanval van Phil.

Let op de oersterke Politt als mogelijke sensatie – foto: Cor Vos

Wie we nog meer mogen verwachten tussen Parijs en Roubaix? Nils Politt en Sebastian Langeveld! Let vooral op de sterke Duitser van Katusha-Alpecin, aangezien hij een bijzonder knappe Ronde van Vlaanderen reed. De 25-jarige renner finishte zelfs als vijfde in Oudenaarde. En dan moet Parijs-Roubaix hem nog beter liggen, gezien het vlakke(re) parcours. Met zijn tachtig kilogram heeft Politt moeite met de steile heuveltjes, maar een vlakke kasseistrook…

Politt zou zondag zomaar een Bettiol-tje kunnen doen, maar wellicht dat er opnieuw een renner van EF Education First wint. Wie? Langeveld! De Nederlander is bezig aan een uitstekend voorjaar. Zo was hij in de Ronde van Vlaanderen van goudwaarde voor ploeggenoot Bettiol, door in de achtervolging voorbeeldig af te stoppen. De Italiaan is er echter niet bij in Roubaix. Is het moment van Langeveld gekomen? Vergeet niet dat hij twee jaar geleden nog op het podium stond.

Langeveld is bezig aan een prima voorjaar – foto: Cor Vos

Op wie we nog meer moeten letten? Op Langevelds ploeggenoot Sep Vanmarcke, die al jaren droomt van winst in Roubaix. Het feit dat hij kan starten, is op zich al een wonder, gezien zijn knieblessure. Beschikt hij zondag over al zijn kracht? De Fransen hopen op een goede prestatie van Arnaud Démare en Christophe Laporte. Twee andere thuisrijders – Adrien Petit en kasseienvreter Damien Gaudin – moeten het doen namens Total Direct Energie, nu Niki Terpstra in de lappenmand ligt.

Verder hebben we Europees kampioen Matteo Trentin. De Italiaan rijgt dit voorjaar de ereplaatsen aaneen, maar winnen kon hij nog niet. Bahrain Merida staat met een sterk blok aan de start, met Ivan García, Matej Mohorič en Heinrich Haussler, maar zonder Sonny Colbrelli. Over een sterk blok gesproken: Team Sky stuurt Luke Rowe, Dylan van Baarle, Gianni Moscon en Ian Stannard naar de frontlinie. Wat een ploeg!

Vanuit Nederlands oogpunt is het nog uitkijken naar Mike Teunissen, Danny van Poppel, Cees Bol en Lars Boom. Schrijf tot slot de namen op van de twijfelende André Greipel, Jens Keukeleire, Magnus Cort, Silvan Dillier, Jasha Sütterlin en Edvald Boasson Hagen. En wat met Kasper Asgreen, de nummer twee van de Ronde van Vlaanderen?

Van Baarle reed een aanvallende Ronde van Vlaanderen – foto: Cor Vos

Favorieten volgens WielerFlits 
**** Greg Van Avermaet
*** John Degenkolb, Alexander Kristoff
** Peter Sagan, Wout van AertZdeněk Štybar
* Oliver Naesen, Nils Politt, Sebastian Langeveld, Dylan van Baarle

Website organisatie
Deelnemerslijst (ProCyclingStats)


Weer en TV

Het is elk jaar weer de vraag: gaat het dit keer wel regenen tijdens Parijs-Roubaix? Het antwoord is opnieuw nee, waardoor Servais Knaven de laatste winnaar blijft van een modderachtige Hel van het Noorden. De renners rijden zondag bij een gemiddelde temperatuur van elf graden Celsius, aan windkracht drie vanuit het oosten. Sporza en Eurosport zijn er vanaf de start al live bij. De NOS schakelt in om 13.10 uur.


RIDE Magazine
1 Reacties
Sorteer op:
12 april 2019 09:33
En op basis waarvan krijgt een Naesen amper 1*? Die was gewoon sterker dan Sagan hoor.

Om te reageren moet je ingelogd zijn.