Voorbeschouwing: Parijs-Tours 2020
foto: Cor Vos
zondag 11 oktober 2020 om 07:30

Voorbeschouwing: Parijs-Tours 2020

De Tour de France in september, de Giro d’Italia in oktober en de voorjaarsklassiekers in het najaar. Het is en blijft een vreemd wielerseizoen, maar sommige dingen blijven bij het oude. Parijs-Tours vindt ook dit jaar in de maand oktober (1.Pro) plaats. Wie zegeviert op zondag 11 oktober in de vermaarde najaarskoers? WielerFlits blikt vooruit!

Historie

Om de gloednieuwe wielerbaan van Tours te promoten, besloot het tijdschrift Paris-Vélo aan het einde van de negentiende eeuw een wedstrijd te organiseren onder de naam Parijs-Tours. Doorgewinterde fietsers, goedbedoelde amateurs, mensen op driewielers en tandems, ze trokken en masse naar Parijs voor deze open amateurwedstrijd. De allereerste winnaar van Parijs-Tours luisterde naar de naam Eugène Prévost, na een barre tocht van meer dan acht uur.

De dappere lieden die wisten te finishen kregen na afloop een medaille en tegoedbonnen, de winnaar mocht een bronzen beeld van anderhalve meter mee naar huis nemen. Het organiserende Paris-Vélo sprak na afloop van een ‘een onverwacht en onverhoopt succes.’ Toch kwam er in 1897 geen tweede editie van Parijs-Tours, net als in 1898, 1899 en 1900. Vijf jaar na de eerste editie volgde weer een nieuwe uitgave van Parijs-Tours: Jean Fischer was de beste.

Francesco Moser – foto: Cor Vos

Toch moeten we 1906 beschouwen als een kanteljaar voor Parijs-Tours, want vanaf dat moment werd de klassieker jaarlijks (buiten de oorlogsjaren) georganiseerd. Dat ging wel gepaard met enkele wezenlijke veranderingen. Zo werd Parijs-Tours uitsluitend een race voor professionals en was L’Auto (deze krant had ook de Tour de France in zijn portefeuille) voortaan verantwoordelijk voor de organisatie. Dit bleek de wedstrijd ook wel nodig te hebben en Parijs-Tours werd voorzien van nieuw elan.

Wie een blik werpt op de erelijst moet concluderen dat grote kampioen ooit eens als eerste over de streep kwamen in Tours. Aan het begin van de twintigste eeuw waren Lucien Petit-Breton, François Faber, Octave Lapize en Philippe Thys aan het feest, niet geheel toevallig ook renners die één of meerdere keren op de erelijst staan van de Ronde van Frankrijk. En wat te denken van kleppers als Briek Schotte, Fred De Bruyne, Rik Van Looy, Francesco Moser en Freddy Maertens.

De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat we ook wel enkele mannen missen op de erelijst, denk aan onder meer Gino Bartali, Fausto Coppi, Rik Van Steenbergen, Roger De Vlaeminck, Bernard Hinault en Tom Boonen. Zelfs veelvraat Eddy Merckx slaagde er in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw niet in om Parijs-Tours aan zijn palmares toe te voegen. Of zoals generatiegenoot Noël Vantyghem het ooit zo treffend zei: “Samen met Eddy Merckx won ik alle klassiekers die er te winnen waren. Ik Parijs-Tours en hij al de rest.”

Philippe Gilbert wint zijn eerste Parijs-Tours, 2008 – foto: Cor Vos

In de jaren na Merckx was er succes voor wielertoppers Johan Museeuw, Andrei Tchmil, Erik Zabel, Alessandro Petacchi en Óscar Freire. De wedstrijd werd behoorlijk vaak beslist na een sprint tussen de snelste renners, maar Andrea Tafi, Richard Virenque (in 2001, vlak na een dopingschorsing), Erik Dekker, Philippe Gilbert, Greg Van Avermaet, Jelle Wallays en Søren Kragh Andersen hebben laten zien dat het zeker niet hoeft te eindigen in een groepsspurt.

Als we even uitzoomen en kijken naar het grotere plaatje, dan zien we dat België ruim aan kop gaat wat betreft het aantal zeges in Tours. Sinds de eerste editie in 1896 wisten maar liefst 41 Belgen de eendagswedstrijd te winnen, gevolgd door 31 Fransen en toch ook twaalf Nederlanders. Jo de Haan was de eerste in 1960, Jo de Roo (1962 en 1963), Gerben Karstens, Joop Zoetemelk (ook een tweevoudig winnaar), Jan Raas (1978 en 1981), Adrie van der Poel, Peter Pieters, Jelle Nijdam en Erik Dekker volgden zijn goede voorbeeld.

De Roo, Raas en Zoetemelk wisten tweemaal Parijs-Tours te winnen, maar Paul Maye, Erik Zabel, Gustave Danneels en Guido Reybrouck zijn recordhouders met drie zeges.

Laatste tien winnaars Parijs-Tours
2019: flag-be Jelle Wallays
2018: flag-dk Søren Kragh Andersen
2017: flag-it Matteo Trentin
2016: flag-co Fernando Gaviria
2015: flag-it Matteo Trentin
2014: flag-be Jelle Wallays
2013: flag-de John Degenkolb
2012: flag-it Marco Marcato
2011: flag-be Greg Van Avermaet
2010: flag-es Óscar Freire

Philippe Gilbert en Tom Boonen in de finale van Parijs-Tours, 2009 – foto: Cor Vos


Vorig jaar

Zes koplopers wisten de openingsuren van de 113e editie van Parijs-Tours te kleuren: Mathijs Paasschens (Wallonie-Bruxelles), Andreas Stokbro (Riwal Readynez), Adam De Vos (Rally UHC), Tony Hurel (St. Michel-Auber93), Tom Dernies en Samuel Leroux (Natura4Ever-Roubaix Lille Métropole). Deze renners kregen maximaal vier minuten van het peloton, waar Groupama-FDJ en Cofidis de kop namen.

Het peloton werd al vrij snel uitgedund door een stevige zijwind, waardoor slechts vijftig renners overbleven in de eerste groep. Niet veel later werden de vroege vluchters alweer ingerekend. Onder meer Niki Terpstra, Oliver Naesen, Arnaud Démare en Bryan Coquard zaten mee van voren. Twee achtervolgende groepen volgden al snel op meer dan een halve minuut. Op zeventig kilometer van de finish zagen we een duo-aanval vanuit de eerste groep.

Wallays passeert de ontredderde Kragh Andersen – foto: Cor Vos

Søren Kragh Andersen, de winnaar van vorig jaar, besloot aan de boom te schudden en kreeg Boy van Poppel van Roompot-Charles met zich mee. Het verschil liep al snel op tot een vijftigtal seconden, ook al omdat er in de eerste groep niet vol werd doorgereden. Hierdoor wisten verschillende achtergebleven groepjes weer aan te sluiten, waardoor we een hergroepering kregen achter Kragh Andersen en Van Poppel.

Vooraan bleek de Deen over de beste benen te beschikken en op de Côte Goguenne nam Kragh Andersen afscheid van zijn medevluchter Van Poppel. De titelverdediger van Team Sunweb begon zo alleen aan de vijftig kilometer lange finale vol met gravelstroken en heuvels. Dit was het sein voor Jelle Wallays, in 2014 al winnaar van Parijs-Tours, om de jacht te openen op Kragh Andersen. Het was al snel duidelijk dat de hardrijder van Lotto Soudal over goede benen beschikte.

Wallays wist het verschil met de eenzame leider te verkleinen, maar had vervolgens het geluk dat de Deen op een bijzonder vervelend moment lek reed. Kragh Andersen moest tergend lang wachten op een nieuw wiel van de Mavic-wagen en moest lijdzaam toezien hoe Wallays hem voorbij reed en uit zicht raakte. Dit bleek een beslissend moment in de koers. Wallays reed vooruit en bleef ook vooruit op weg naar de finish in Tours.

Oliver Naesen komt te laat en finisht als derde – foto: Cor Vos

Wallays wist zijn voorsprong op een flink uitgedund peloton uit te breiden tot anderhalve minuut, begon zo met een voorgift van ruim een minuut aan de laatste tien kilometer en wist een achtervolgend groepje van zich af te houden. De Belg kwam solo binnen, had alle tijd om de overwinning te vieren op de Avenue de Grammont en deed dit dan ook op uitbundige wijze. Op een halve minuut van Wallays finishte Niki Terpstra als tweede, Oliver Naesen werd derde.

Uitslag Parijs-Tours 2019
1. flag-be Jelle Wallays (Lotto Soudal) in 5u34m20s
2. flag-nl Niki Terpstra (Total Direct Energie) op 29s
3. flag-be Oliver Naesen (AG2R La Mondiale) op 30s
4. flag-fr Arnaud Démare (Groupama-FDJ) op 36s
5. flag-be Amaury Capiot (Sport Vlaanderen-Baloise) op 49s

foto: Cor Vos


Parcours

Voor de start van Parijs-Tours verzamelen de renners zich in… Chartres. De Franse klassieker vertrekt allang niet meer vanuit de stad van de liefde. Saint-Arnoult-en-Yvelines – een plaatsje tussen Parijs en Orléans – was jarenlang de plek waar het allemaal begon. Zo’n tien jaar geleden besloot de organisatie de start te verplaatsen naar het veel grotere Chartres, dat kan pronken met een historische binnenstad en natuurlijk een van de bekendste kathedralen van Frankrijk.

Het bleef niet alleen bij een andere startplaats. Enkele jaren geleden besloten de hoge heren in het bestuur om het parcours ingrijpend te veranderen. Men wilde af van het etiket ‘sprinterskoers’ en dus gingen de parcoursbouwers op zoek naar onverharde klimmetjes en geitenpaden in de omgeving van Tours. Koersen over onverharde wegen is anno 2020 namelijk razendpopulair. Denk maar aan Strade Bianche, Tro Bro Léon en Dwars door het Hageland.

Na het harde en doffe geluid van het startschot trekken de renners over kaarsrechte en open wegen naar de eerste knik in Pré-Saint-Évroult. De renners hebben dan 25 kilometer afgelegd over toch wel geestdodende wegen. Via Bonneval rijden de coureurs als het ware een halve ronde om de stad Châteaudun heen, om vervolgens in gestrekte draf door Vendrôme, Herbault en Amboise te rijden. Eenmaal in Amboise is het nog zestig kilometer naar de finish.

Waar de coureurs vroeger vanuit Amboise nog verder naar het zuiden reden richting Esvres-sur-Indre, gaan ze nu via een ommetje naar de oostkant van Tours. Dit heeft een reden, want nu worden de renners getrakteerd op een aartslastige finale over meerdere onverharde stroken en steile klimmetjes. Met nog iets meer dan vijftig kilometer te gaan begint de ellende. De Côte Goguenne is onverhard en de coureurs zijn pas boven na anderhalve kilometer.

Vlak na de Côte Goguenne (op 49,5 kilometer van de streep) ligt weer een onverharde strook van ditmaal 500 meter, drie kilometer later gevolgd door een tweede sectie van een halve kilometer. Wat volgt is een aaneenschakeling van kuitenbijters met de Côte de Chançay (een gravelpad van 2,1 kilometer), de Côte de la Vallée du Vau (550 meter stofhappen), de onverharde strook van Épinettes en de Côte de la Rochère, een klimmetje van net geen kilometer.

foto: Cor Vos

Na de Rochère hebben de renners 184,5 kilometer afgelegd, nog 28,5 kilometer te gaan richting Tours. Na de volgende gravelpaden van Coudraie en Solidarité beginnen de nog overgebleven kanshebbers voor de zege aan de Côte de la Vallée Chartier. Wie hier nog over genoeg krachten beschikt, kan na de top doortrekken op een onverharde strook van 1,6 kilometer. Nog twintig kilometer voor de boeg, maar een eventuele koploper mag zich nog niet rijk rekenen.

Met nog zeventien kilometer op de koersteller is het tijd voor de behoorlijk lange Côte de Vouvray. Wat hierna nog volgt is een onverharde strook van Rochecorbon op veertien kilometer van het einde en de Côte de Rochecorbon (500 meter lang) op tien kilometer voor de finish. Daarna is het grotendeels rechtdoor richting de laatste chicane op slechts één kilometer van de meet. Op de brede Avenue de Grammont ligt dan eindelijk die verlossende eindstreep.

Start: 9.50 uur in Chartres
Finish: tussen 14.34-15.01 uur in Tours

Afstand: 213 kilometer
Datum: zondag 11 oktober

Routekaart


Favorieten

De organisatie van Parijs-Tours heeft wel eens een beter deelnemersveld kunnen presenteren, maar de Franse klassieker moet dit jaar nu eenmaal concurreren met Gent-Wevelgem en de Giro d’Italia. Er staan dit jaar slechts vier WorldTour-ploegen aan de start met Team Sunweb en de Franse formaties Cofidis, AG2R La Mondiale en Groupama-FDJ.

Søren Kragh Andersen – foto: Cor Vos

Toch doen er zondag nog wel enkele (semi)toppers mee aan Parijs-Tours. De grootste blikvanger aan de start is zonder enige twijfel Søren Kragh Andersen, die twee jaar geleden de najaarskoers winnend wist af te sluiten en uitstekend uit de coronabreak is gekomen. De Deense allrounder won in de voorbije Tour de France liefst twee etappes en schreef vorige week bijna het eindklassement van de BinckBank Tour op zijn naam.

In Geraardsbergen, al enkele jaren het eindpunt van de Nederlands-Belgische rittenkoers, verloor hij na een nagelbijtende finale van Mathieu van der Poel. De Nederlandse kampioen richt zich zondag op die andere grote klassieker, Gent-Wevelgem, en dus hoeft Kragh Andersen zich geen zorgen te maken over zijn Nederlandse kwelgeest. De kopman van Team Sunweb won in 2018 de eerste editie van ‘Parijs-Tours nieuwe stijl.’

Vorig jaar leek hij eveneens op weg naar de zege, maar reed hij op een van de cruciale gravelstroken lek. Het geeft maar aan dat Kragh Andersen niet vies is van een beetje stofhappen. De 26-jarige renner kan een stevige solo uit zijn benen schudden, durft als geen ander te gokken in de finale en is ook niet kansloos als er gesprint moet worden met een klein groepje. Let ook op zijn ploegmaat Casper Pedersen, die een zeer verdienstelijke Tour achter de rug heeft.

Dries De Bondt – foto: Cor Vos

Alpecin-Fenix lijkt op weg naar de eindzege in de Europe Tour-ranking. Er staat behoorlijk veel op het spel, want de winnende ploeg is volgend jaar zeker van startrecht in alle topkoersen, inclusief de grote rondes. Mathieu van der Poel moet voor een heleboel punten zorgen in Gent-Wevelgem, Dries De Bondt zal dan weer moeten scoren in Parijs-Tours. De Belgische kampioen wordt misschien wel vanwege die Europe Tour-ranking naar Frankrijk gestuurd.

Zeker is dat De Bondt een ideaal parcours krijgt voorgeschoteld in de omgeving van Tours. Het koersen over atypische wegen is De Bondt als Vlaming met de paplepel ingegoten. Hij moet het zeker niet hebben van een sprint met een grote groep, maar op het huidige parcours van Parijs-Tours is het zeker mogelijk om een solo uit de benen te persen. Op het voorbije BK wielrennen in Anzegem liet De Bondt zien dat hij ook alleen kan aankomen.

De Fransen zullen dan weer hopen op een knalprestatie van Benoît Cosnefroy, de Franse klassiekerspecialist van AG2R La Mondiale. De beloftevolle Fransman stond twee jaar geleden al eens op het podium, naast winnaar Søren Kragh Andersen en runner-up Niki Terpstra. Cosnefroy is nu twee jaar ouder en vooral sterker, wat hij de voorbije weken liet zien met podiumplaatsen in de Waalse Pijl en Brabantse Pijl. Zorgt hij zondag voor de eerste Franse zege sinds Frédéric Guesdon in 2006?

Benoît Cosnefroy als winnaar van de Ster van Bessèges – foto: Cor Vos

Cosnefroy is niet de enige Fransman met winstkansen- en ambities. Zo rekent Groupama-FDJ op de nummer vijf van 2018: Valentin Madouas. De 24-jarige zoon van oud-prof Laurent Madouas wordt gezien als een van de grootste Franse beloften, maar het is nog altijd wachten op zijn definitieve doorbraak. Op die eerste grote zege als profwielrenner. Misschien is het zondag wel voor de eerste keer écht raak in Tours.

De kans op een massasprint in Tours is bijzonder klein, zo niet onbestaande. Toch mogen we Bryan Coquard en Nacer Bouhanni niet uitvlakken. De twee spurters zullen wel hopen op een wat gesloten koers, zodat ze er aan het einde nog bijzitten. Coquard heeft normaal gesproken iets meer inhoud dan Bouhanni, maar die laatste is op papier een stuk sneller en verkeert bovendien in uitstekende vorm. Zo won hij recent nog de Grand Prix d’Isbergues en Parijs-Chauny.

Coquard reed in het verleden al naar ereplaatsen in lastige heuvelklassiekers als de Brabantse Pijl en de Amstel Gold Race en mag dus zeker niet worden afgeschreven voor Parijs-Tours. Een voordeel voor Coquard en Bouhanni is ook dat we te maken hebben met een minder deelnemersveld, waardoor het misschien makkelijker is om onderweg te overleven.

Komt Nacer Bouhanni zondag aan sprinten toe? – foto: Cor Vos

We zijn er nog niet helemaal, want misschien krijgen we wel een Noorse zege in Parijs-Tours. Kurt-Asle Arvesen werd veertien jaar geleden eens tweede, misschien heeft Markus Hoelgaard meer geluk. De 26-jarige renner is de laatste tijd uitstekend op dreef. Zo werd hij tweede in de Ronde van Luxemburg en reed hij stiekem een erg sterk WK in Imola. Ook Loïc Vliegen zal zijn werkgever Circus-Wanty Gobert een plezier willen doen.

De Belgische formatie, volgend seizoen uitkomend op een WorldTour-licentie, heeft met Aimé De Gendt en Maurits Lammertink nog twee kanshebbers in de gelederen. De Gendt werd dit seizoen al vierde in de Bretagne Classic en derde in de Ronde van Luxemburg, Lammertink won bijna Parijs-Camembert en finishte knap als zesde in de Giro dell’Appennino. Beide renners zullen waarschijnlijk solo moeten aankomen, maar dat is zeker niet uitgesloten.

Denk aan Petr Vakoč van Alpecin-Fenix en de voor Cofidis uitkomende Kenneth Vanbilsen. Die laatste is bezig aan een pechseizoen, maar won vorig jaar met Dwars door het Hageland een wedstrijd over gravelwegen en geitenpaden. Let ook op Evaldas Šiškevičius, Anthony Roux, Quentin Pacher, de onlangs in Portugal succesvolle Daniel McLay, Biniam Ghirmay, Marco Canola, Alexander Krieger en Pim Ligthart.

Romain Bardet – foto: Cor Vos

Is deze koers te zwaar voor rappe mannen als Arvid de Kleijn en Kristian Sbaragli? En wat kunnen pure klimmers als Warren Barguil en Romain Bardet op dit parcours? Barguil is de laatste weken uitstekend op dreef en is een echte dark horse voor zondag.


Favorieten volgens WielerFlits
**** Søren Kragh Andersen
*** Benoît Cosnefroy, Dries De Bondt
** Valentin Madouas, Markus Hoelgaard, Aimé De Gendt
* Loïc Vliegen, Casper Pedersen, Alexander Krieger, Warren Barguil

Website organisatie
Deelnemerslijst


Weer en TV

De renners beginnen in vrij frisse omstandigheden aan de 114e editie van Parijs-Tours. In Chartres is het in de ochtend een graad of negen, in de middag loopt de temperatuur op tot ongeveer dertien graden Celsius. De renners worden met andere woorden getrakteerd op klassiek herfstweer. Er staat een matige wind.

De wedstrijd is zondag live te volgen via de Eurosport Player. Eurosport 2 komt zondagmiddag, na afloop van Gent-Wevelgem, nog met een samenvatting. Ook de NOS en Sporza mogen de wedstrijd live uitzenden, maar lijken de voorkeur te geven aan Gent-Wevelgem.


RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.