Voorbeschouwing: Ronde van Polen 2016
De Ronde van Polen valt dit jaar voor het eerst sinds 2012 samen met de Tour de France. Dankzij deze wijziging vormt de Poolse rittenkoers een ideale voorbereiding voor renners met Olympische ambities. De Spaanse titelverdediger Ion Izagirre is niet van de partij, de komende week gaan we op zoek naar een waardige opvolger. WielerFlits blikt vooruit.
Historie
Je zou het op het eerste gezicht misschien niet zeggen, maar de Ronde van Polen heeft een zeer rijke geschiedenis. De Poolse etappekoers wordt al sinds 1928 georganiseerd, zij het een lange tijd voor amateurs. In die periode gingen de onbekende thuisrijders Marian Wieckowski, Andrzej Mierzejewski en de bekendere Dariusz Baranowski elk met drie eindzeges aan de haal, wat tot op heden nog steeds een record is.
Pas na de val van het communisme waren ook profrenners welkom in de Poolse heuvels en vanaf 2005 behoort de Ronde van Polen tot de UCI Europe Tour. In 2011 promoveerde de wedstrijd zelfs naar de UCI WorldTour, waardoor ook het deelnemersveld een kwaliteitsinjectie kreeg. Winnaars als Peter Sagan, Moreno Moser en thuisrijder Rafal Majka zouden de daaropvolgende edities op de erelijst prijken. In 2013 reed onze eigen Pieter Weening als eerste Nederlander ooit naar de eindzege, nadat hij in de slottijdrit komaf had gemaakt met onder andere Majka en Ion Izagirre.
Die laatste hield vorig jaar wél zijn voordeel in de allesbeslissende slottijdrit rondom Krakau. In de heuvelachtige etappes moest Izagirre de leiderstrui nog aan respectievelijk Bart De Clercq en Sergio Henao laten, maar dankzij een sterke rit tegen de klok hield hij De Clercq in de eindklassering met twee seconden af. Henao zakte nog weg naar de negende plaats.
Parcours
Het parcours van deze editie van de Ronde van Polen lijkt wel een blauwdruk van dat van vorig jaar. Op Dabrowa Górnicza na, dat wordt vervangen door Rzeszów, zijn alle aankomstplaatsen behouden, dus betreedt men de komende week vertrouwd terrein. We beginnen met vier kansen voor de sprinters, daarna krijgen de heuvelspecialisten en klimmers tweemaal de kans om voor ritwinst te gaan en ten slotte is het aan de tijdrijders. Op die manier komt elk type renner in deze rittenkoers aan zijn trekken en krijgen we vermoedelijk een allrounder als eindwinnaar.
Dinsdag 12 juli – etappe 1: Radzymin – Warschau (135 km)
Beginnen doen we met een relatief vlakke etappe richting de Poolse hoofdstad Warschau. Daar is een lokale omloop te vinden van 13,8 kilometer. Na 37 kilometer koers komen de renners al op die omloop aan, waarna er negen rondjes afgelegd moeten worden. De verwachting is dat de sprinters om de zege zullen strijden op de licht oplopende aankomst. Met vijf bochten in de laatste anderhalve kilometer, waarvan de laatste op 280 meter van de streep, zijn de waaghalzen in het voordeel. Vorig jaar plaatste Marcel Kittel zich perfect en ging hij er met zijn eerste seizoenszege aan de haal.
Woensdag 13 juli – etappe 2: Tarnowskie Góry – Katowice (153 km)
Ook op dag twee is het feest voor de snelle mannen, ditmaal in Katowice. De organisatie, die duidelijk fan is van lokale omlopen, heeft ook daar een kort rondje (van 14,6 kilometer) uitgetekend. Opvallend aan de aankomstlijn is dat deze ditmaal niet bergop, maar duidelijk dalend is. Het gevolg daarvan is een razendsnelle sprint aan snelheden van meer dan tachtig kilometer per uur, met vaak een verrassende winnaar. Zo waren de Belgen twee jaar geleden nog met Jonas Van Genechten op deze aankomst aan het feest en was vorig seizoen Matteo Pelucchi de snelste van het pak. Wie kan ditmaal voor de verrassing zorgen?
Donderdag 14 juli – etappe 3: Zawiercie – Nowy Sącz (240 km)
De derde rit in lijn is iets lastiger dan de twee voorgaande. De laatste kilometers, deze keer zonder bochten en noemenswaardige hoogteverschillen, vormen in deze etappe geen extra moeilijkheid, maar er zijn voldoende andere factoren die dat wel doen. Met Wysokie (1e categorie), Mystków en Kunów (beiden 2e categorie) liggen onderweg enkele lastige hellingen te wachten, waarvan de laatste op 26 kilometer van de streep. De sterk klimmende sprinters zijn hier dus in het voordeel, al wordt het ook zaak voor het peloton om de vluchters binnen schot te houden. Dat bleek vorig jaar in deze rit een probleem, want vluchter Maciej Bodnar wist uit de greep van het pak te blijven.
Vrijdag 15 juli – etappe 4: Nowy Sącz – Rzeszów (218 km)
In etappe vier worden de klimkilometers onderweg alleen maar frequenter. Naast een vijftal gecategoriseerde hellingen, gaat het gedurende heel de etappe lichtjes op en af. Of dat voldoende is om de sprinters overboord te gooien, is maar zeer de vraag. De laatste winnaar in Rzeszów is immers Theo Bos (2014), die nu niet meteen bekend staat als de beste klimmer van het peloton. De laatste kilometers bevatten ook in deze etappe weinig moeilijkheden. Voer voor iemand als Moreno Hofland?
Zaterdag 16 juli – etappe 5: Wieliczka – Zakopane (225 km)
Na vier dagen koers is het dan tijd voor een knaplastige heuveletappe naar Zakopane. Over een afstand van 225 kilometer liggen zeven lastige klimmen van eerste categorie te wachten. De Kościelisko Butorowy Wierch staat drie keer op de route, de Ząb en Głodówka tweemaal. De top van de laatste helling is gelegen op negen kilometer van de streep, maar het verleden leert ons dat daar niet noodzakelijk de beslissing hoeft te vallen. In de vorige editie reed Bart De Clercq pas in de afdaling op kousenvoeten weg. De rest van het deelnemersveld zag hem pas na de streep terug.
Zondag 17 juli – etappe 6: Bukovina Resort – Bukowina Tatrzańska (194 km)
In de voorlaatste etappe doet de organisatie daar nog een schepje bovenop. Geen vijf, zeven, maar wel vijftien hellingen moeten in deze koninginnenrit voor de nodige tijdsverschillen zorgen. De etappe is in te delen in zes ronden van 38 kilometer met telkens drie beklimmingen: de Ząb (cat. 1, max 11,9%), die we al kennen van in de vorige etappe, Ścianę Bukovina (cat. 1, max. 22%) en Wierch Rusiński (cat. 2, max. 11,5%). Ook de finish loopt op. Een loodzware bergrit dus, waarin niemand zich nog kan verschuilen. Toch waren de verschillen in de afgelopen edities niet bijster groot: zestien renners wisten binnen de minuut van winnaar Sergio Henao te eindigen. Een jaar eerder waren dat er negentien ten opzichte van de toenmalige winnaar Rafal Majka. Bauke Mollema was hier in 2011 de eerste winnaar.
Maandag 18 juli – etappe 7: Krakau – Krakau (25 km)
Als de verschillen dan nog niet zijn gemaakt, wat niet ondenkbaar is gezien het verloop van de Ronde van Polen van afgelopen jaar, dan is er nog altijd de 25 kilometer lange tijdrit door de een na grootste stad van Polen: Krakau. Net als in Katowice was hier eerder een Belg succesvol, namelijk Kristof Vandewalle (2014). Maar de renner van de lage landen die de beste herinneringen aan deze slottijdrit bewaart moet toch Pieter Weening zijn. Hij trok er in 2013 de eindzege naar zich toe. De meest recente tijdritwinnaar in Krakau is thuisrijder Marcin Białobłocki. Wie kroont zich tot zijn opvolger en neemt daarmee ook een optie op de eindzege?
Favorieten
Als WorldTour-koers verwelkomt de Ronde van Polen logischerwijs alle achttien ploegen van de hoogste divisie. Aangevuld met zes ProContinentale teams (VERVA ActiveJet, CCC Sprandi Polcowice, Novo Nordisk, ONE, Gazprom-Rusvelo en Bardiani-CSF) en een nationale selectie van Polen mag er veel spektakel verwacht worden van renners die terug hun opwachting maken na een korte onderbreking na afloop van de Giro d’Italia en anderen die zich voorbereiden op de Olympische Spelen.
De afgelopen Giro d’Italia én zijn zesde plaats in de Ronde van Polen van 2014 in acht genomen, mogen we Andrey Amador als een van de grote favorieten zien voor de eindzege. Amador beheerst alle kwaliteiten die je moet hebben om de Ronde van Polen tot een goed einde te brengen: bergop behoort hij tot de subtop van het peloton en ook in een tijdrit kan hij wel uit de voeten. Slaagt Amador erin zijn Movistar-ploegmaat Ion Izagirre, momenteel aan het werk in de Tour de France in dienst van Nairo Quintana, op te volgen, dan mag hij zich bovendien ook meteen de eerste Costa Ricaanse eindwinnaar van een WorldTour-wedstrijd ooit noemen. Als dat geen extra motivatie is.
Ook bij de andere favorieten is het zoeken naar mannen met de Giro d’Italia in de benen. De meesten hebben sinds die Giro weinig of geen competitiekilometers in de benen, maar gelukkig kunnen ze dat perfect compenseren met de vier vlakke ritten die de eerste vier dagen op het programma staan. Pas in rit vijf moeten ze voor het eerst echt aan de bak. Diego Ulissi van Lampre-Merida, om nog iemand te noemen. De Italiaan pakte in Italië uit met een dubbele etappewinst en weet wat het is om een goed klassement in de Ronde van Polen te rijden, getuige zijn zesde plek van vorig jaar. Bergop was hij toen onnavolgbaar, maar de vlakke tijdrit was er te veel aan. Aan Ulissi om dit jaar meer voorsprong te nemen in de heuvelritten.
Ook Bob Jungels zou zijn mannetje moeten staan op beide terreinen. De jonge Luxemburger van Etixx-Quick Step kent het geluk dat hij zich in de lastige vijfde en zesde etappe enig tijdsverlies kan permitteren, om dat dan met een sterke tijdrit goed te maken, zoals Pieter Weening in 2013 deed. De zesde van de Giro was er één keer eerder bij in deze etappekoers. Dat was in 2014, toen hij zich nog niet focuste op een goede eindklassering, maar in de rit tegen de klok door Krakau wel een degelijke achtste tijd liet noteren. Ook Simon Spilak (Katusha) heeft die tijdritkwaliteiten, maar kan daarnaast ook heel hard bergop rijden. Het is alleen afwachten of deze specialist van kleine rondjes weer tijdig zijn goede benen heeft teruggevonden.
Andere Giro-renners aan het vertrek zijn Rigoberto Uran (Cannondale-Drapac), Konstantin Siutsou (Dimension Data) en Nicolas Roche (Sky). Een pertinente vraag is of Uran, de zevende van de Giro, de lange tijdrit wel tot een goed einde weet te brengen. De tijden dat de Colombiaan de rit tegen de klok in de Giro van 2014 won en dat nummertje ei zo na overdeed in de Vuelta liggen inmiddels al ver achter zich. Kan hij bergop dan voldoende uitlopen? Een coalitie met Ulissi en wie weet Roche, ook niet meteen de beste tijdrijders, is misschien wel noodzakelijk. De afgelopen jaren leren immers dat die slotrit nog zo veel impact kan hebben op het klassement.
Iemand die al helemaal geen competitiekilometers in de benen heeft, is Simon Yates (Orica-BikeExchange). De tweelingbroer van de witte trui in de Tour – Adam – heeft net een schorsing van vier maanden achter de rug, nadat hij in maart positief testte op het middel terbutaline tijdens Parijs-Nice. Meer dan wie ook zal Yates, die zijn positieve test weet aan een misverstand met de teamarts, gemotiveerd zijn om zich als opvolger van Ion Izagirre te kronen. In die Parijs-Nice liet de pas 23-jarige Yates in ieder geval nog maar eens zijn kwaliteiten in korte etappekoersen blijken met een zevende plek in de eindklassering.
Als we het klassement van de Ronde van Polen van vorig jaar erbij nemen, dan mogen Bart De Clercq (Lotto Soudal) en Ben Hermans (BMC), de nummers twee en drie van vorig jaar, ook dit jaar niet in het favorietenlijstje ontbreken. Beide renners lijken datzelfde niveau weer gevonden te hebben, en met hun aanvallende instelling en sterke tijdritcapaciteiten mogen ze alles behalve op voorhand afgeschreven worden. Misschien zindert de wel erg nipte nederlaag van vorig jaar (respectievelijk twee en drie seconden) ook nog wel na. Naast dit Belgische duo en Ulissi zijn er geen renners uit de top 10 van vorig jaar opnieuw van de partij.
LottoNL-Jumbo komt met Primož Roglič . De Sloveens kampioen tijdrijden focust zich in de eerste plaats op de afsluitende rit tegen de klok. Als hij bergop weet aan te klampen, zit een goede eindklassering er ook in. Andere outsiders zijn te vinden in de persoon van Jesper Hansen (Tinkoff), Przemyslaw Niemiec (Lampre-Merida), het Sky-trio Michal Kwiatkowski, Leopold König en Beñat Intxausti, Tim Wellens (Lotto Soudal), Rein Taaramäe (Katusha), Kenny Elissonde (FDJ), Jean-Christophe Péraud (AG2R La Mondiale) en Victor de la Parte (CCC Sprandi Polcowice). Vooral die laatste, de nummer elf van de Ronde van Zwitserland, heeft voor de poorten van zijn hoofdsponsors wel wat te bewijzen.
Favorieten volgens WielerFlits
**** Bob Jungels
*** Andrey Amador en Simon Yates
** Simon Spilak, Diego Ulissi en Ben Hermans
* Bart De Clercq, Rigoberto Uran, Nicolas Roche en Primož Roglič
Deelnemerslijst (ProCyclingStats)
TV
De Poolse TV-zender TVP1 zorgt dagelijks voor de live-uitzending. Eurosport, NOS en Sporza geven hun aandacht aan de Tour de France.
[poll id=”278″]
Dit is na Itzulia en eventueel Parijs-Nice stiekem mijn favoriete eenweekse ronde, jammer dat er niks van te zien is dit jaar.
***Viviani
**Ewan, Guardini,
*Gaviria, Hofland, Arndt
Verder mis ik Wellens als kanshebber. Parcours op zijn maat.
Giant heeft echt een paar goede renners meegenomen voor Arndt.
Walscheid, de Kort en Waeytens om de sprint aan te trekken.
de vedetten
Programma gesink niet bekend zover ik weet. Maar zit maandje in amerika, lijkt me niet onwaarschijnlijk dat ie tour de l'ain als voorbereiding nog rijdt.
Heb mijn twijfels over Kwiat. Dat moet ook wel, want je weet het nooit bij die gozer.
Daardoor verwacht ik in elke etappe veel aanvallers voor een ritzege.
Ook zullen er wel sprints zijn maar dan zonder de echte topsprinttreinen die in de TdF zijn.
Roglic maakt indien hij goed hersteld is kans op een goede klassering in het eindklassement mede vanwege zijn tijdrijden.
Ook zit in deze koers zonder echte topsprinters nmm voor Hofland (indien goed) wel een kans op ritoverwinning in.
Jammer dat de koers nergens live op de tv te bekijken is.
Normaal gezien de snelste van dit deelnemersveld. Ik ben benieuwd naar de duels met Ewan.
Qua klassement is het moelijk om te voorspellen, aangezien motivatie en vorm lastig in te schatten zijn. Normaal gezien is dit rondje perfect op maat van Kwiatkowski, maar de vraag is hoe die voor de dag komt. Als Jungels de lijn van de Giro kan doortrekken, maakt hij ook zeker een goede kans.
Voor het klassement:
**** Jungels
*** Amador, Ulissi,
** Spilak, Kwiatkowski, Wellens
* Yates, Uran, Chernetckii, Hermans