Voorbeschouwing: Scheldeprijs 2023 – Officieuze WK voor sprinters
foto: Cor Vos
woensdag 5 april 2023 om 13:30

Voorbeschouwing: Scheldeprijs 2023 – Officieuze WK voor sprinters

In een tijdperk waarin wedstrijden steeds spectaculairder en zwaarder moeten zijn, houdt de Scheldeprijs traditioneel vast aan haar vlakke profiel. Tussen het zware werk van onder andere Dwars door Vlaanderen, de Ronde van Vlaanderen en de Brabantse Pijl in, krijgen ook de rappe mannen hun kans in wat weleens het wereldkampioenschap voor sprinters wordt genoemd. Wie wordt de opvolger van Alexander Kristoff? WielerFlits blikt vooruit.

Historie

De Scheldeprijs is met zijn 110 edities de oudste klassieker van Vlaanderen. Ter vergelijking: de Ronde van Vlaanderen kwam pas in 1913 voor het eerst op de wielerkalender, Gent-Wevelgem in 1934 en wedstrijden als Omloop Het Nieuwsblad, E3 Harelbeke en Dwars door Vlaanderen zelfs pas na de Tweede Wereldoorlog.

Tom Boonen is een van de vele legendarische namen op de erelijst – foto: Cor Vos

Het was Alfred Martougin, industrieel en chocoladefabrikant, die de Grote Scheldeprijs (zoals deze klassieker destijds heette) in 1907 in het leven riep. Een vaste stek had de Scheldeprijs, die dankzij hellingen en kasseistroken in die tijd een meer klassiek karakter had, toen nog niet. Start en aankomst bevonden zich telkens wel in de Antwerpse randgemeenten, maar het duurde tot 1926 vooraleer de sprinterskoers zich vestigde in Schoten. Een huwelijk dat zeker een eeuw zal standhouden, want Schoten verbond haar lot inmiddels tot en met 2025 aan de Scheldeprijs.

Vanaf de jaren ’30, toen Schoten eindelijk de vaste stek van de Scheldeprijs werd, groeide de wedstrijd meer uit tot een criterium. Hellingen en kasseistroken stonden niet langer centraal, men opteerde voor een plaatselijke omloop in en rond Schoten en zette in op het lokale karakter van deze klassieker. De Scheldeprijs stond bovendien nog op de kalender in de zomer, wanneer ook de kermis in Schoten op het programma staat. Telkens goed voor een waar volksfeest.

Legendarische laureaten als Achiel Buysse, Stan Ockers, Briek Schotte, Rik Van Looy, Walter Godefroot, Roger De Vlaeminck, Eddy Merckx en Freddy Maertens gaven de Scheldeprijs nog wat meer uitstraling. Echter was het Waaslander Piet Oellibrandt, in 1959 ook Belgisch kampioen op de weg, die zich na overwinningen in 1960, 1962 en 1963 opwerkte tot recordhouder.

Thorwald Veneberg wist een massasprint te ontlopen in 2005 – foto: Cor Vos

Eind jaren ’70 zou de Scheldeprijs onder druk van de internationale concurrentie inboeten aan populariteit, met drastische maatregelen als gevolg. Een verhuizing van de zomer naar april was vanaf 1987 aan de orde. De geboorte van de Scheldeprijs als voorjaarsklassieker was nu een feit.

Vanaf dan zwaaiden de Belgen niet langer de plak, maar was het tijd voor internationale sprintbommen op de erelijst. Adrie van der Poel, Jean-Paul van Poppel, Mario Cipollini, Erik Zabel, Robbie McEwen, Tom Boonen en Alessandro Petacchi roken hun kans. Een massasprint ontlopen werd in het moderne wielrennen plots een pak lastiger. Tot vorig jaar was de laatste die dat huzarenstukje klaarspeelde, KNWU-directeur Thorwald Veneberg in 2005. In helse weersomstandigheden hield hij zijn Litouwse medevluchter Tomas Vaitkus af.

In het voorbije decennium werd de verrassende Oellibrandt dan toch onttroond. In eerste instantie was het Mark Cavendish, de winnaar in 2007, 2008 en 2011, die zijn voet naast de Waaslander zette. Marcel Kittel deed zowaar nog straffer. Mede dankzij straffe leadouts bij Argos-Shimano en de Quick-Step-ploegen toonde Kittel zich in 2012, 2013, 2014, 2016 en 2017 maar liefst vijf keer de snelste van het pak. Vaak na spannende sprintduels met Cavendish.

Het was vaak bijzonder nipt tussen Cavendish en Kittel – foto: Cor Vos

Vanaf 2017 begon het bestuur, inmiddels in handen van Flanders Classics, te spelen met de startsteden. Niet langer was de omgeving van het Museum Aan de Stroom in Antwerpen de vertreklocatie. Eerst Mol, als eerbetoon aan de afscheidnemende Tom Boonen, later werd het Terneuzen. Met de start in Zeeland voer de Scheldeprijs een nieuwe koers. Wind en waaiers op Nederlands grondgebied moesten de wedstrijd al in een vroeg stadium openbreken. Behalve drie jaar terug, toen we door de coronamaatregelen een full Schoten-edition kregen.

Laatste tien winnaars Scheldeprijs
2022: flag-no Alexander Kristoff
2021: flag-be Jasper Philipsen
2020: flag-au Caleb Ewan
2019: flag-nl Fabio Jakobsen
2018: flag-nl Fabio Jakobsen
2017: flag-de Marcel Kittel
2016: flag-de Marcel Kittel
2015: flag-no Alexander Kristoff
2014: flag-de Marcel Kittel
2013: flag-de Marcel Kittel


Laatste editie

Zéér barre weersomstandigheden vorig jaar bij de start in Terneuzen. De pittige wind uit het zuidwesten had na de start in totaal veertig minuten om het veld volledig uit elkaar te slaan. Een groepje van zeventien renners wist het tot de eerste waaier te schoppen. Daarbij zaten de meeste sprinters: Tim Merlier, Jasper Philipsen, Alexander Kristoff, Sam Bennett, Jordi Meeus, Danny van Poppel, Cees Bol, Edward Theuns en Daniel McLay. Verder zagen we Ryan Mullen, Søren Wærenskjold, Sam Welsford, Casper van Uden, Gerben Thijssen en Rüdiger Selig.

Opvallend genoeg zat Quick-Step-Alpa-Vinyl in zijn geheel niet mee. Zij probeerden het restant van de wedstrijd de kloof tussen de tweede waaier, waarin ook seizoensrevelatie Arnaud De Lie zat, en de eerste waaier te dichten voor sprinter Fabio Jakobsen. Dat ging met horten en stoten: het ene moment daalde hun achterstand tot veertig seconden, het andere moment was deze weer opgelopen tot bijna anderhalve minuut. Met twintig kilometer te gaan werd duidelijk dat de eerste waaier met elkaar om de zege zou strijden. Het gat met de groep daarachter was namelijk opgelopen tot dik twee minuten. Dat zorgde ook voor wat gepoker vooraan. Mullen en McLay deden een poging tot aanvallen, maar geraakten niet ver.

BORA-hansgrohe was het sterkst vertegenwoordigd – foto: Cor Vos

Ook Jordi Meeus zagen we even later aan het werk: duidelijk werd dat BORA-hansgrohe hun overtal in de kopgroep wilde uitspelen, terwijl Alpecin-Fenix op een sprint mikte. Beiden slaagden niet in hun plan. De groep viel in de laatste kilometers helemaal uit elkaar, maar de mannen van BORA-hansgrohe zaten niet mee.

Dat had te maken met een slimme aanval van Kristoff in de laatste zes kilometer. De ervaren Noor ging aan op de kasseien van de Broekstraat en bouwde beetje bij beetje zijn voorsprong uit. Het werd snel duidelijk dat iedereen achter hem – na een lange dag in regen en wind – helemaal kapot zat. Van Uden en McLay gingen nog in de tegenaanval, maar kwamen te laat.

Uitslag Scheldeprijs 2022
1. flag-no Alexander Kristoff (Intermarché-Wanty-Gobert)
2. flag-nl Danny van Poppel (BORA-hansgrohe) op 24s
3. flag-au Sam Welsford (Team DSM) in z.t.
4. flag-nl Casper Van Uden (Team DSM) op 26s
5. flag-be Edward Theuns (Trek-Segafredo) in z.t.
Wedstrijdverslag


Parcours

De Scheldeprijs is voor de zesde keer in de geschiedenis te gast in het Nederlandse Terneuzen – niet ver van de Belgische grens. Daar vinden de festiviteiten plaats op het Stadhuisplein, waarna de renners door de Westerscheldetunnel richting de Ellewoutsdijk op Zuid-Beveland rijden. De wind krijgt hier, zoals zo vaak in Zeeland, vrij spel. Het wordt dus quasi meteen opletten voor waaiervorming in het peloton.

De enerverende passage door Zeeland is sinds vorig jaar lichtjes aangepast, vergeleken met de eerdere edities van de Scheldeprijs. Zo rijden de renners niet langer langs de Veerse Gatdam, de Deltaweg in Goes of de Havendijk in Yerseke, waar in het verleden de wind een prominente rol kon spelen. Toch zijn er bij regenweer en veel wind voldoende mogelijkheden voor waaiers, zo zagen we vorig jaar.

Na de passage door ’s-Heerenhoek (de woonplaats van wielerlegende Jan Raas) en Heinkenszand, gaat het bijna de hele tijd langs weggetjes rondom de A58 richting het oosten. Kapelle, Reimerswaal en Woensdrecht – met wielergemeente Hoogerheide als deelgemeente – pikken eveneens hun deel van de Scheldeprijs mee, maar het waaiergevaar zou hier redelijk beperkt moeten zijn.

Na 74 kilometer koers bereiken de renners in het Antwerpse Essen de Belgische grens. Ten noorden van de Antwerpse haven gaat het via Kalmthout, Wuustwezel, Loenhout, Brecht en Schilde richting de plaatselijke omloop in Schoten, die met zijn 16,9 kilometer weer in ere hersteld is. Deel één gaat door enkele kronkelende steegjes rond het centrum van Schoten. Voor deel twee van de omloop worden de brede wegen van Schilde, Wijnegem en Schoten opgezocht.

Peter Sagan bepaalt het tempo op de kasseien van de Broekstraat in 2016 – foto: Cor Vos

In die plaatselijke omloop is de 1.700 meter lange passage over (overigens zeer vlakke, goed aangelegde) kasseien ook weer een feit. Het is daar dat het peloton doorgaans op een lint wordt getrokken, gevolgd door een passage langs het Albertkanaal op 6,5 kilometer van de aankomst. Daar heeft de wind dan weer vrij spel, vooraleer het richting het centrum van Schoten gaat.

De aankomstlijn ligt naar goede gewoonte op de Churchilllaan in Schoten, een weg van ruim zes meter breed. De renners zullen die echter op een andere manier dan vorig jaar bereiken. Zo zien we geen ommetje langs de Borkelstraat meer, zoals in 2022, wél via de Calesberghdreef. Zo is de laatste rechte lijn weer een goede anderhalve kilometer lang, op de flauwe bocht op een goede driehonderd meter van de streep in Schoten na. De plaatselijke ronde moet viermaal worden afgelegd, goed voor een totaal van 205 kilometer.

Woensdag 5 april 2023: Terneuzen – Schoten (205 km)
Start: 12.45 uur
Finish: tussen 17.15 en 17.40 uur


Favorieten

Het is even wennen na die zware Vlaamse koersen, maar hier plaatsen we vooral snelle mannen bij de favorieten. Het deelnemersveld is misschien niet zo sterk gestoffeerd als de WorldTour-klassiekers, maar toch wist de organisatie tien WorldTeams te overtuigen om naar Terneuzen af te zakken. Aangevuld met tien ProTeams en BEAT Cycling Club krijgen we een mooie strijd.

Komt hier dan de revanche van Soudal – Quick-Step voor de mindere voorjaarsklassiekers? De Ronde van Vlaanderen kan je bezwaarlijk slecht noemen, gezien de Deen Kasper Asgreen flink meestreed, maar de blauwe brigade mikt toch vooral op overwinningen. Ditmaal rekenen ze op Fabio Jakobsen, de Europese kampioen die er in Brugge-De Panne ook al dichtbij was. In deze koers bewees Jakobsen dat hij goed in waaiers kan rijden. En dat hij de snelste van het pak is, toonde hij een week eerder nog in Tirreno-Adriatico. Daar kregen we het vooralsnog enige sprintduel tussen Jakobsen en Philipsen tot dusver.

Hoe ver komt Europees kampioen Fabio Jakobsen? – foto: Cor Vos

Jasper Philipsen zal er ook nu dichtbij zijn. In Brugge-De Panne wachtte hij de sprint niet eens af. De Limburger koerste vlotjes mee en dat leverde hem de verdiende zege op. Het zit met de vorm van de kopman van Alpecin-Deceuninck méér dan snor, want daarnaast won hij ook twee ritten in de Tirreno-Adriatico én eindigde hij vierde in Dwars door Vlaanderen. Bovendien weet hij goed wat winnen is in Schoten, want twee jaar geleden was hij zowel Mark Cavendish als Sam Bennett te snel af op de Churculllaan. Kortom, argumenten genoeg om Philipsen weer voorin te verwachten in de strijd om winst.

Extra interessant bij Alpecin-Deceuninck is de last minute deelname van Mathieu van der Poel. Niet zo erg gek, want de finish in Schoten is amper twee kilometer van Van der Poels woonplaats verwijderd. “Een koers in mijn eigen regio is leuk. Wat extra koersritme in de aanloop naar Parijs-Roubaix is altijd goed en daarnaast kijk ik ernaar uit om – net als in Tirreno-Adriatico – onze sprinter Jasper Philipsen te helpen”, stelt Van der Poel.

Dylan Groenewegen moet qua pure snelheid allicht weinig onderdoen voor de twee kemphanen, maar hij moest in de afgelopen wedstrijden wel eerder ondergaan dan dat hij mee koers kon maken. In De Panne werd dat pijnlijk duidelijk, toen Groenewegen kilometers lang een paar meter achter de winnende waaier bleef hangen. De Scheldeprijs is echter een pak minder lastig, dus mag je van de Jayco-AlUla-sprinter veel verwachten. Op een goede dag moet hij immers van niemand schrik hebben.

Heeft Caleb Ewan eindelijk eens geluk? – foto: Cor Vos

Lukt het eindelijk eens wél voor Caleb Ewan? De Australiër staat opvallend genoeg nog droog dit seizoen, en wisselt goede momenten af met een stevige instorting. Zo leek hij op de Kemmelberg in Gent-Wevelgem plots de kloof op Wout van Aert en Christophe Laporte te gaan dichten, maar zagen we hem daarna nooit nog bij de eerste dertig in koers. Eenzelfde tafereel werd in Brugge-De Panne duidelijk. Ewan moet zijn krachten soms beter leren doseren, en hopelijk voor hem is deze Scheldeprijs dit jaar niet té lastig. Dan moet de Pocket Rocket van Lotto Dstny nog altijd in staat zijn om de besten ter wereld te verslaan.

Of doet Gerben Thijssen zijn trucje van de Grote Prijs Monseré over in Schoten? Thijssen is het type sprinter dat graag als een duivel uit een doosje komt. Op die manier versloeg hij ook Pascal Ackermann in de Bredene Koksijde Classic. Vorig jaar moest hij Alexander Kristoff nog bijstaan in de Scheldeprijs, ditmaal krijgt hij voor het eerst de volledige Intermarché-Circus-Wanty-ploeg in zijn dienst. Dat zal wennen zijn voor Thijssen, maar hij beschikt ontegensprekelijk wel over het juiste killersinstinct, waardoor die druk hem meer vleugels dan plankenkoorts zal geven.

De winnaar van vorig jaar, Alexander Kristoff, verdient zeker nog een aparte vermelding. We waren vooral aan het begin van het seizoen verbaasd toen de sterke Noor Fabio Jakobsen een paar keer te snel af was in Argentinië en de Algarve, maar daarna zagen we Kristoff als sprinter niet echt meer aan het werk. Zat hij dan in een mindere vorm? Na Dwars door Vlaanderen durven we dat niet meer te beweren. Kristoff gaat na een lange, zware koers gewoon niet stuk, dus zal hij juist wel op wat waaiergevaar moeten hopen in Zeeland. Zo soleerde hij in de vorige editie knap naar winst.

We zoeken nog steeds de beste Mark Cavendish – foto: Cor Vos

Jordi Meeus krijgt bij BORA-hansgrohe de voorkeur op Sam Bennett, die de pedalen weer kwijt lijkt. Niet dat Meeus aan zijn allerbeste seizoen bezig is, maar in de Scheldeprijs zouden we toch nog eens graag zijn sprintersbenen terugzien. Ook Mark Cavendish is na een goede eerste waaierrit in de UAE Tour een beetje weggezakt. Gelukkig wordt de Brit, die drie keer zegezeker was in de geschiedenis van de Scheldeprijs, weer bijgestaan door zijn geliefkoosde lead out: Nederlander Cees Bol.

Verder moeten we onderstrepen dat we vorig jaar in deze Scheldeprijs voor het eerst mochten kennismaken met Sam Welsford, de 27-jarige Australiër van Team DSM. Later leerden we hem ook kennen als een talentvolle sprinter, die dit seizoen al de Grand Prix Claude Criquielion won. Edward Theuns moet het niet hebben van zijn pure snelheid, maar is namens Trek-Segafredo altijd goed voor een ereplaats in de sprint. Max Walscheid (Cofidis), Luca Mozzato (Arkea-Samsic), Giacomo Nizzolo (Israel-Premier Tech) en Matteo Moschetti (Q36.5) noteren we als outsiders.


Favorieten volgens WielerFlits
**** Fabio Jakobsen
*** Jasper Philipsen, Dylan Groenewegen
** Caleb Ewan, Gerben Thijssen, Alexander Kristoff
* Jordi Meeus, Sam Welsford, Edward Theuns, Mark Cavendish

Website organisatie
Deelnemerslijst (ProCyclingStats)


Weer en TV

De renners moeten geen helse weersomstandigheden zoals vorig jaar vrezen. De wind blaast amper aan een kracht van twee Beaufort, vanuit het noordoosten – tegen dus in de tocht door Zeeland. Verder belooft de zon fel te schijnen, bij temperaturen tot 11 graden Celsius, volgens Weeronline.

Sporza op één begint om 14.45 uur met de rechtstreekse uitzending van de mannen. Eurosport 2 en Eurosport.nl/Discovery+/GCN+ pikken een kwartiertje later in, vanaf 15.00 uur.


RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.