Voorbeschouwing: Strade Bianche 2017
zaterdag 4 maart 2017 om 08:30

Voorbeschouwing: Strade Bianche 2017

Aankomende zaterdag verschuift de blik van de wielerwereld zich van Vlaanderen naar Toscane. Daar staat namelijk de Strade Bianche op het programma. De koers over de witte wegen behoort dit jaar voor het eerst tot de WorldTour. Het groene landschap, de heroïsche grindpaden, de statige cipressen, de schilderachtige steden én het glansrijke deelnemersveld: de Strade Bianche heeft alles wat een wielerhart begeert. Pas toe aan haar elfde uitgave, maar kunnen we nu al spreken van het zesde wielermonument?

De renner kijkt om. Niemand. Hoe ver de rest achter ligt weet hij niet. Het grind knispert onder zijn tubes. Honderd schietgebedjes heeft hij reeds gepreveld om niet nogmaals lek te rijden. Reservebanden hangen er niet meer om zijn schouders en de dichtstbijzijnde fietsenmaker is kilometers weg. Eén kiezel en zijn avontuur kan voorbij zijn. Dio, abbi pietà di me!

De weg begint te stijgen. Als in een automatisme sjort de renner zijn schoenriemen strakker en trekt hij aan het glimmende hendeltje van zijn buiscommandeur. De ketting maakt een knarsend geluid op het moment dat de derailleur hem met precisie op het volgende kransje legt. 50×22. Lichter kan hij niet. Ach, Coppi won er de Tour op.

Het is een warme dag in Toscane. De zon staat hoog aan de hemel en tart de uitgestrekte groene velden met zijn bedwelmende hitte. De renner pakt een drinkbus uit de houder die aan zijn stuur bevestigd is en neemt een slok. Het water is warm en smaakt naar lood. Zweetdruppels gutsen over zijn hele lijf en plakken zijn wollen koerstrui aan zijn rug. Nogmaals kijkt de renner om. Niemand.

Zicht op Siena (foto: Sirotti)

In de verte hoort hij de kerkklokken van Siena luiden. Wellicht dat hij bovenop de heuvel de torens van de Duomo reeds in de verte ziet verschijnen. Met iets verderop de Torre del Mangia, rank als een coureur. In diens schaduw ligt de aankomstlijn, gekalkt op de plaveien van het schelpvormige Piazza del Campo. De verlossing, lang kan het niet meer duren. Maar eerst nog die verrekte heuvel. Zo traag als de top dichterbij komt, zo snel lijken de stenen groter te worden en de hellingsgraad hoger. De zon brandt onveranderd fel op zijn gebronste huid, droog en taai als leer. Zijn hart klopt in zijn hoofd. Een brommende klank overstemt de ritmische pulsaties en nadert gestaag.

Het duurt even voor de renner het geluid kan plaatsen en weer besef krijgt van de tijd. Luid claxonnerend scheurt een cabrio voorbij. Harde bastonen klinken uit de speakers. Het is 2016 en de renner neemt deel aan L’Eroica. Een cyclosportieve tocht voor recreatieve fietsers, waarin enkel retromateriaal is toegestaan. Op die dag wordt de klok heel even terug gezet. Terug naar de hoogtijdagen van de Italiaanse wielersport. Terug naar de tijd van Coppi en Bartali. En waar anders kan dat, dan in de crete senesi van Toscane?

Historie
Het is de bovengenoemde granfondo die aan de wieg stond van de professionele wielerklassieker Strade Bianche. Een kleine tien jaar geleden werd het idee opgevat om naast de toerrijders ook de profs over de Toscaanse grindpaden te sturen. Giro-organisator RCS nam de handschoen op en zo geschiedde: op 9 oktober 2007 meldden de coureurs zich in Gaoile in Chianti om de strijd met elkaar én de witte wegen aan te gaan. Zonder buiscommandeurs en wollen truien overigens, want in de professionele versie zijn de nieuwste snufjes wel gewoon toegestaan.

Toerder en coureur wisselen van materiaal voor de eerste editie van de Strade Bianche (foto: Sirotti)

Al vanaf het begin waren noordelijke voorjaarsklassiekers als de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix de grote inspiratiebron van de organisatoren. Niet voor niets prijzen ze hun koers aan als La Classica del Nord più a sud d’Europa. Vrij vertaald: de noordelijke klassieker in het zuiden van Europa. Het mocht dan ook niet verrassen dat werd besloten om de tweede editie niet wederom in oktober, maar in maart te verrijden. Een gouden zet, want meteen kwam er een heel legioen aan toprenners opdagen. Jaar na jaar bleef de startlijst meer glans krijgen. En niet alleen dat, ook de publieke belangstelling nam met rasse schreden toe. De onverharde wegen, het Toscaanse landschap en het betoverende Siena spraken bij de romantisch ingestelde wielerfan tot de verbeelding. De puristen onder ons achtten het onmogelijk dat een koers in tien jaar tijd uitgroeit tot een echte klassieker, maar hoe je het ook wendt of keert, de Strade Bianche deed het.

Buiten Parijs-Roubaix is er geen enkele koers die aan de Strade Bianche kan tippen

“De Strade Bianche heeft een frisse wind doen blazen in de stugge wielerwereld, die te bang is om risico te nemen en te veranderen”. Was getekend Luca Gialanella, journalist namens La Gazzetta dello Sport, in het officiële rondeboek van de Strade Bianche. Hij is één van de velen die de Toscaanse koers in zijn hart heeft gesloten: “Kijk naar alle foto’s. Het is duidelijk dat er buiten Parijs-Roubaix geen enkele koers is die op dat gebied aan de Strade Bianche kan tippen.” Het is juist die aantrekkingskracht die ook buiten Italië niet onopgemerkt blijft. In België maken met Schaal Sels en Dwars door het Hageland inmiddels twee profkoersen van onverharde wegen hun handelsmerk. In Nederland vindt zomers de Slag om Norg plaats, grotendeels over Drentse grindpaden en dit jaar voor het eerst geclassificeerd als een UCI 1.1-wedstrijd. Daarnaast is het aantal Strade Bianche-thematoertochten niet meer op één hand te tellen.

Vinokourov wrijft het zand uit zijn ogen tijdens de Giro van 2010 (foto: Sirotti)

Sinds de eerste editie van de Strade Bianche zoekt ook de Giro d’Italia met regelmaat de Toscaanse witte wegen op. Met name in 2010 zorgde dat voor een memorabele etappe. Op de 15de mei van dat jaar had de Italiaanse lenteregen de grindpaden omgedoopt in een onverbiddelijke modderpoel. Genoeg ingrediënten om het peloton volledig uit elkaar te scheuren. Onherkenbaar als mijnwerkers vochten de coureurs zich een weg door het normaal zo zonnige Toscaanse land. In een besmeurde regenboogtrui rondde Cadel Evans als eerste de streep. Favorieten als Vincenzo Nibali, Ivan Basso, Bradley Wiggins en Carlos Sastre verloren minuten in wat een traditionele overgangsrit had moeten zijn. “Het was erger dan Parijs-Roubaix, een vreselijke rit. Ik denk niet dat er plaats zou moeten zijn voor grindwegen als deze in de Giro”, zo sprak Alexandre Vinokourov, kersvers drager van de Maglia Rosa, na afloop. De beelden waarop hij wanhopig de zandkorrels uit zijn ogen probeert de wrijven, gaan die dag de wielerwereld over.

Video: De Giro over de verregende Strade Bianche in 2010

Cancellara viert zijn derde zege (Foto: ANSA- Claudio Pieri)

Hoewel de Strade Bianche pas aan haar elfde editie toe is, mag de titel Maestro Strade Bianche nu al vergeven worden aan Fabian Cancellara. De Zwitser is de enige renner die meermaals als eerste op het Piazza del Campo arriveerde. Tot driemaal toe zelfs: in 2008, 2012 en 2016. Afgelopen jaar stond Cancellara met extra motivatie aan het vertrek. Niet alleen omdat het zijn laatste deelname zou zijn, maar vooral omdat de organisatie had beloofd bij een derde overwinning de langste en zwaarste onverharde strook naar hem te vernoemen. Spartacus stelde zichzelf niet teleur en rekende in de laatste meters af met het Quick-Step-duo Zdenek Stybar en Gianluca Brambilla. Een gladiator-waardig afscheid in een koers waaraan ook Cancellara zijn hart verpand heeft. Zijn vreugde-uitbarsting na afloop, in de smalle straten van Siena, sprak boekdelen.

Video: De tweede overwinning van Cancellara in 2012
Video: Cancellara vervolledigt trilogie in 2016

Erelijst
2007: flag-ru Alexander Kolobnev
2008: flag-ch Fabian Cancellara
2009: flag-se Thomas Löfkvist
2010: flag-kz Maxim Iglinsky
2011: flag-be Philippe Gilbert
2012: flag-ch Fabian Cancellara
2013: flag-it Moreno Moser
2014: flag-pl Michal Kwiatkowski
2015: flag-cz Zdenek Stybar
2016: flag-ch Fabian Cancellara

Parcours
Net als vorig jaar begint en eindigt de Strade Bianche in Siena. Die stad was in de 15de eeuw samen met Florence de bakermat van de Italiaanse renaissance. Het schilderachtige centrum met zijn kerken, torens en pleinen is ook na de ineenstorting van de rijkdom en welvaart goed behouden gebleven en vormt nog altijd een passende herinnering aan een tijd waarin Italië op cultureel vlak de wereld domineerde.

De Torre del Mangia aan het Piazza del Campo in Siena (foto: Sirotti)

Als de muren van Siena uit het zicht zijn verdwenen, maakt het peloton zich op voor een helse tocht door de heuvels van crete senesi, een door erosie gekenmerkte streek ten zuiden van de stad, waar het soms lijkt alsof de tijd heeft stilgestaan. De totale afstand van 175 kilometer is kort voor een klassieker, maar daarvan voert wel meer dan een derde – 62 kilometer – over de typerende witte grindwegen. Het is niet alleen de ondergrond die de onverharde stroken zo zwaar maakt. Het merendeel kent namelijk ook het nodige hoogteverschil. Hoewel de Stade Bianche honderd kilometer korter is dan Luik-Bastenaken-Luik, doet ze qua hoogtemeters amper onder voor de koningin der heuvelklassiekers. Geen lange beklimmingen, maar wél steile. En dat is op grind nog net iets ingewikkelder dan op asfalt. Niet alleen bergop, maar ook bergaf. Een fijne techniek is vereist om de fiets onder controle te houden in onverharde, bochtige afdalingen die percentages van 10% ontstijgen. Tel daarbij nog de wind, die volgens ex-winnaar Moreno Moser een bepalende rol speelt: “Als je in je eentje op het parcours traint is het geen probleem, maar in het peloton is het erger dan de beklimmingen. De wind kan je zo op het grind gooien”, aldus de Italiaan tegen La Gazzetta dello Sport.

De zwaarste stroken liggen in volle finale van de koers. Die finale wordt doorgaans geopend met de Monte Sante Marie – ofwel, sinds vorig jaar, de Settore Fabian Cancellara. Met zijn 11,5 kilometer is dit één van de langste onverharde sectoren. De korte, steile stukken klimmen en dalen maken hem volgens de organisatie ook tot de meest veeleisende. Als er eindelijk weer asfalt onder wielen verschijnt, rest er nog ruim veertig kilometer tot de aankomst. Daarin wachten nog drie passages over witte wegen. Kort, maar verre van eenvoudig. De voorlaatste trekt over de Colle Pinzuto, met stijgingspercentages tot 15%. De laatste, richting La Tolfe, doet daar nog een schepje bovenop met een maximale hellingsgraad van 18%. Slechts twaalf kilometer is er dan nog te koersen. Laten we hem de Toscaanse Carrefour de l’Arbre noemen.

De elf onverharde sectoren van de Strade Bianche:
1. van km 11.4 tot km 13.4 – lengte: 2.1 km
2. van km 17.0 tot km 21.7 – lengte: 4.7 km
3. van km 27.8 tot km 32.3 – lengte: 4.4 km
4. van km 38.5 tot km 44.8 – lengte: 5.5 km
5. van km 66.8 tot km 78.7 – lengte: 11.9 km
6. van km 79.7 tot km 89.2 – lengte: 8.0 km
7. van km 102.7 tot km 112.0 – lengte: 9.5 km
8. van km 121.0 tot km 132.4 – lengte: 11.5 km
9. van km 150.7 tot km 151.5 – lengte: 0.8 km
10. van km 155.6 tot km 158.0 – lengte: 2.4 km
11. van km 161.7 tot km 163.0 – lengte: 1.1 km

De Monte Sante Marie is de moeilijkste strook (foto: Sirotti)

Het goede asfalt en de dalende lijn op weg naar Siena zullen de renners deugd doen. De Strade Bianche zou de Strade Bianche echter niet zijn als ze niet nog een passende uitsmijter in petto had. De historische binnenstad van Siena is dan wel niet onverhard, maar de grote plaveien zijn zonder meer een mooi alternatief. Vanaf de twee kilometer boog gaat de weg al venijnig omhoog lopen. De Torre del Mangia lijkt dan nog een onbereikbaar visioen bovenop de heuvel. Met nog negenhonderd meter voor de boeg beginnen de geplaveide straten. Goede voornemens kunnen echter wel opgeborgen worden; als vijfhonderd meter voor de aankomst het stijgingspercentage naar 16% piekt tellen enkel nog goede benen. De scherpe bochten in de laatste meters vormen een finale hindernis. Wie hier als eerste instuurt, kan de overwinning haast niet meer ontglippen.

Favorieten
Zoek niet naar Fabian Cancellara op de startlijst van de elfde Strade Bianche. Het kan u niet ontgaan zijn dat de drievoudig winnaar dit jaar niet meer op de fiets stapt. Althans, niet in wedstrijdverband. Zondag geeft Spartacus wel acte de presence in de cyclosportieve tocht, te midden van 5000 andere toerfietsers.

Ik koers liever over grind dan over asfalt – Peter Sagan

De opvolging van de Zwitserse legende is echter niet iets wat zorgen baart. Vorig jaar al hebben wereldkampioen Peter Sagan en olympisch kampioen Greg Van Avermaet zich ontpopt tot de nieuwe maatstaven op klassiekergebied. Vorige week toonden ze beiden aan ook dit seizoen goed uit de startblokken geschoten te zijn, door de prijzen in het Vlaamse openingsweekend onderling te verdelen. Beiden staan ze ook zaterdag aan de start en beiden hebben ze al een staat van dienst in de Strade Bianche. Sagan werd reeds twee keer tweede, terwijl ook Van Avermaet die plek op het podium een keer innam. Alles bij elkaar opgeteld mag het niet verbazen dat we het hier hebben over de twee topfavorieten voor aankomende zaterdag. Sagan ziet het alvast zitten. “Ik koers liever over grind dan over asfalt”, zo zei hij vorig jaar nog op de persconferentie. Toch hoeven de concurrenten niet direct bij de pakken neer te gaan zitten. Hoewel ze al om de prijzen hebben gestreden, is de Strade Bianche ook een wedstrijd waar zowel Sagan als Van Avermaet meer dan eens tekenen van zwakte hebben getoond. Het zal niet voor het eerst zijn dat de steile beklimmingen in de finale de motoren van de stevig gebouwde kemphanen doen ontploffen.

Sagan heeft er zin in (foto: Sirotti)

Op gepaste afstand van het bovenstaande duo waren het Sep Vanmarcke en Jasper Stuyven die mede het mooie weer maakten in het openingsweekend. De twee Vlamingen lijken qua bouw en kwaliteiten iets minder te passen bij de Strade Bianche, maar Vanmarcke liet al zien dat er met goede vorm het nodige gecompenseerd kan worden. Twee jaar geleden – toen nog in het geel van de Nederlandse Lotto in plaats van het groen van Cannondale – streed hij tot in de diepe finale mee om de knikkers en werd hij uiteindelijk vierde. Een scenario dat zomaar herhaald zou kunnen worden, maar op papier is het wellicht meer uitkijken naar hun landgenoten bij Lotto Soudal. De pas 22-jarige Tiesj Benoot werd vorig jaar achtste bij zijn debuut op de witte wegen. Naast kasseienvreter is de nieuwe Vlaamse hoop ook geen beroerd klimmer: in de afgelopen Ronde van de Algarve werd hij derde bovenop de Alto de Malhão. Zijn ploeggenoot Tim Wellens mocht dit jaar al drie keer de handen in de lucht steken. Die moet van de noordelijke klassiekers dan wel niks hebben, maar hij geniet wel van heuvels én van slecht weer. Met name dat laatste zou zaterdag wel eens goed van pas kunnen komen.

Wordt het zaterdag slecht weer? Reken dan maar op Tim Wellens (foto: Sirotti)

Nu we de Malhão toch hebben aangehaald, kunnen we niet om Edvald Boasson Hagen heen. Het eeuwige talent uit Noorwegen begon dit seizoen een stuk meer in de luwte dan in 2016 het geval was, maar wie goed heeft opgelet, zag dat hij op de Portugese beklimming vlotjes met de lichtgewichten mee omhoog reed. Is het de opmaat naar die grote doorbraak waar de 29-jarige kopman van Dimension Data al zo lang op wacht? De Strade Bianche kan wat dat betreft een mooie eerst test zijn. Hagens laatste en enige deelname dateert alweer van 2009. Als jong veulen werd hij destijds knap vierde.

Rijden over gravel is voor mij genieten – Zdenek Stybar

Een flandrien, meer dan degelijk heuvelop, goed uithoudingsvermogen en bovengemiddeld stuurvaardig: dat zijn de ingrediënten die een winnaar van de Strade Bianche in huis moet hebben. De renner die haast perfect in dit plaatje past, is Zdenek Stybar. Het is niet voor niets dat de Tsjech, drievoudig wereldkampioen bij de elite in het veldrijden, de Toscaanse klassieker als zijn favoriete koers heeft aangeduid: “Rijden over gravel is voor mij niet stressvol, het is genieten.” Styby heeft een indrukwekkend track record in de Strade Bianche. Bij zijn debuut in 2015 won hij meteen, vorig jaar finishte hij enkele centimeters achter Cancellara als tweede. Zoals gebruikelijk in de klassiekers heeft zijn werkgever Quick-Step nog meer ijzers in het vuur. De Italiaanse klimmer Gianluca Brambilla bijvoorbeeld, vorig jaar derde, en Stybars landgenoot Petr Vakoc, de nummer vijf van de afgelopen editie. Eén minpunt voor dit trio: geen van hen heeft dit jaar al echt blijk gegeven van bloedvorm. In het openingsweekend moest het bij het sterrenesemble van Patick Lefevere vooral komen van Matteo Trentin. Ook hij is er zaterdag bij, maar wist tijdens zijn eerdere twee deelnames in Siena nog nooit serieus mee te doen om de overwinning.

Stybar houdt van de grindwegen (foto: Sirotti)

Naast Quick-Step is Sky een ploeg die traditiegetrouw met een sterk blok naar de klassiekers afreist. De Britten kunnen zaterdag rekenen op de diensten van Michal Kwiatkowski. De Poolse ex-wereldkampioen verschalkte twee jaar terug op indrukwekkende wijze Sagan in de straten van Siena. Eendagskoersen heeft Kwiat dit jaar nog niet afgewerkt; wel kan hij een tweede plaats in de Ronde van de Algarve voorleggen. Ook zijn kersverse ploeggenoot Diego Rosa was enkel nog op het Iberisch schiereiland actief, met een verdienstelijke vijfde plaats in de Ruta del Sol. Zijn sporen in de klassiekers heeft de Italiaan reeds verdiend. In 2015 werd hij al eens vijfde in de Strade Bianche, vorig jaar ging hij door op dat elan met een tiende notering in Luik-Bastenaken-Luik en een tweede stek in de Ronde van Lombardije. Geraint Thomas, in het verleden één van de grote namen voor de Vlaamse klassiekers, richt zich dit jaar met name op de Giro d’Italia, maar komt zaterdag tussendoor toch weer even ruiken aan het eendagswerk. De vierde man binnen Sky luistert naar de naam Gianni Moscon. De 22-jarige Italiaan staat te boek als groot talent. Binnen de Britse topploeg wordt dat vooral gebruikt om de kopmannen te ondersteunen, maar het kan niet lang meer duren vooraleer Moscon zijn eerste persoonlijke uitschieter gaat kennen.

Met Brambilla, Trentin, Rosa en Moscon zijn al enkele Italiaanse schaduwfavorieten gepasseerd. In de eerste tien edities van de Strade Bianche is het nog maar één keer voorgekomen dat een thuisrijder met de bloemen ging lopen. Moreno Moser zorgde in 2013 voor die mijlpaal. De inmiddels 26-jarige Trentijn wist daarna nimmer meer te overtuigen, en stapte deze winter over naar Astana in een poging zijn carrière een nieuwe impuls te geven. Zaterdag trek hij in het Kazachstaanse blauw ten strijde met de ervaren Oscar Gatto, de Deen Michael Valgren en ex-Vueltawinnaar Fabio Aru naast hem. Grotere kansen worden echter toegedicht aan Fabio Felline. De leeftijdgenoot van Moser en tevens ploeggenoot van Stuyven bij Trek-Segafredo is een echte alleskunner. De afgelopen Ronde van Spanje was daar nog het duidelijkste voorbeeld van: in Lugo eindigde Felline als tweede in een massasprint, bovenop de gevreesde Alto de Aitana werd hij derde in een bergrit. Dit jaar won hij reeds de Trofeo Laigueglia in de Italiaanse heuvels en eindigde hij op de Vlaamse kasseien als vierde in de Omloop het Nieuwsblad.

Alleskunner Fabio Felline is de grootste Italiaanse kanshebber (foto: Serge Waldbillig)

Het mooie aan de Strade Bianche is dat de groep kanshebbers bestaat uit een mix van kasseienvreters, punchers én klimmers. Tot die laatste groep behoort Vincenzo Nibali. De nieuwbakken kopman van Bahrain Merida won in zijn loopbaan alle drie de grote rondes. Echter, het voorseizoen is de afgelopen jaren vaker niet dan wel het domein van De Haai. Ook dit seizoen waren zijn prestaties in Argentinië en Abu Dhabi niet om over naar huis te schrijven. Toch trekt Nibali met ambitie naar Siena. Tegen Cyclingnews zei hij: “Het is een wedstrijd waar ik erg van houd. Zwaar, maar tegelijkertijd charmerend.” Dat laatste zou in deze tijd van het jaar zomaar een omschrijving van zichzelf kunnen zijn.

Vincenzo Nibali

Staat Vincenzo Nibali al scherp genoeg? (foto: ANSA/Claudio Peri)

To de categorie klimmers behoren ook Ben Hermans, Rigoberto Uran en Roman Kreuziger. De Belg Hermans (BMC) zal in de schaduw van zijn kopman Van Avermaet proberen om een passend vervolg te geven aan zijn, toch wat verrassende, eindzege in de Ronde van Oman. De Colombiaan Uran vormt bij Cannondale-Drapac een blok met Vanmarcke en heeft aangegeven zijn focus dit jaar te willen verleggen naar de heuvelklassiekers. De Tsjech Kreuziger, oud-winnaar van de Amstel Gold Race, heeft zich bij Orica-Scott geschikt in een knechtenrol voor de jongere garde, maar mag zaterdag weer eens voor eigen kans rijden.

Tot slot de Nederlanders. Nog nooit wist er een landgenoot een podiumplaats in de Strade Bianche te behalen. Tom Dumoulin wil daar dit jaar maar wat graag verandering in brengen. De Limburger start als kopman bij Sunweb. Zijn prestaties in de woestijn rond Abu Dhabi geven alvast hoop, maar het zou de eerste keer zijn dat Dumoulin zich in een voorjaarsklassieker echt in de debatten weet te mengen. LottoNL-Jumbo heeft met Enrico Battaglin en Primoz Roglic twee buitenlandse kopmannen afgevaardigd. Laatstgenoemde won vorige maand de Ronde van de Algarve.

Tom Dumoulin is de belangrijkste Nederlandse troefkaart (foto: Team Sunweb)

Favorieten volgens WielerFlits.nl
**** Peter Sagan
*** Greg Van Avermaet en Zdenek Stybar
** Tiesj Benoot, Fabio Felline en Michal Kwiatkowski
* Edvald Boasson Hagen, Gianluca Brambilla, Diego Rosa en Tim Wellens

[poll id=”443″]

Weer en TV
Geen koers die zo beïnvloed kan worden door het weer als de Strade Bianche. Wie nu een blik werpt op de website van Weeronline, ziet dat het er zaterdag om zal spannen. Een neerslagkans van 60%, maar de verwachte hoeveelheid valt met 2 mm mee. Wel blaast er een stevige wind uit het zuiden – wat wil zeggen: wind tegen in het begin, wind mee in de finale. Maar goed, zoals we weten is niets zo veranderlijk als het weer. Zondag wordt er stukken meer neerslag verwacht. Wat nu voorspeld is voor zondag, kan zomaar eens op zaterdag al vallen. In dat geval mogen de renners zich voorbereiden op een dagje zand uit hun ogen wrijven.

Tot teleurstelling van het gehele Nederlandstalige cyclisme wordt de Strade Bianche dit jaar niet voorzien van het zalvende commentaar van Michel Wuyts en José de Cauwer. Het Belgische Sporza heeft niet meer de rechten om de Toscaanse klassieker op de beeldbuis te brengen. Dat alleenrecht ligt nu bij Eurosport, dat om 13:45 met de uitzending begint.

Links
Officiële website
Startlijst

Adio, all’anno prossima (foto: Sirotti)

Als zaterdag de avond valt over Siena heeft de Strade Bianche er elf edities opzitten. Een groentje te midden van de grote wielerklassiekers die al meer dan honderd jaar bestaan. Van renners zegt men altijd dat wat goed is, snel komt. Wellicht dat we deze stelling ook moeten toepassen op koersen. Gialanella: “De schoonheid van ons land promoten door middel van wielrennen is het beste wat we kunnen doen. Italië kan de wereld nog altijd de weg wijzen, als we er maar in geloven.” En dus poneert WielerFlits bij deze de volgende stelling: voortaan spreken we niet meer van de vijf maar de zes wielermonumenten. San Remo, de Ronde, Roubaix, Luik en Lombardije hebben er een metgezel bij: Strade Bianche.

RIDE Magazine
196 Reacties
Sorteer op:
1 2 3 8
2 maart 2017 09:12
Dus krijgen we nog een reclame blok als de coureurs op 300 meter van de finish zijn
2 maart 2017 09:18
Heerlijke voorbeschouwing waardoor ik nóg meer zin krijg in één van de hoogtepunten van het seizoen. Hoe laat begint de koers trouwens? Ik neem aan dat Eurosport het niet van begin tot eind zal uitzenden?
2 maart 2017 09:20
Eurosport 1 of 2? Wel echt ^*&%$** dat Sporza de beelden niet meer heeft.
2 maart 2017 09:22
Quote:
Hoe laat begint de koers trouwens?
11:00
Quote:
Eurosport 1 of 2?
Eurosport 1
2 maart 2017 09:24
Dank je
2 maart 2017 09:24
Geen Lars boom ?toch een koers voor hem lijkt mij
2 maart 2017 09:24
Zin in! Prachtig deelnemersveld, dit wordt een mooie strijd.
2 maart 2017 09:25
Absoluut een wielermonument! Maar laat het maar bij 5, want San Remo is vergeleken bij deze andere monumenten niet echt een heroische koers!
Wat mij betreft 1. Strade Bianche, 2. Ronde van Vlaanderen, 3. Roubaix en 4/5 Luik & Lombardije.
2 maart 2017 09:28
Geweldige voorbeschouwing.

Verwacht Fellini of Wellens
2 maart 2017 09:30
Absoluut, monument nummer 1 zelfs! Met op 2. De Ronde, 3. Roubaix en 4/5 Luik & Lombardije. San Remo is qua heroiek niet vergelijkbaar met deze andere 5, dus zullen we die voortaan maar niet meer in dit rijtje zetten?
2 maart 2017 09:36
Prachtig geschreven voorbereiding over een koers die dat meer dan welke koers dan ook verdient. Ik vind dit op het moment ook de allermooiste koers van het jaar, maar een monument is het nog niet omdat de renners volgens mij nog niet hetzelfde belang hechten aan winst in deze koers.

Een Prono durf ik zelf bijna niet te geven. Mannen als van Avermaet en Sagan zijn als een vaker leeg gelopen in deze koers. Benoot & Vanmarcke missen de punch hiervoor denk ik. Van Stybar, Felline en Uran heb ik persoonlijk hoge verwachtingen.
2 maart 2017 09:49
Wat mij betreft speelt de rijke historie van de wedstrijd een grote rol als het gaat om het label "monument". De Strade is wellicht al een klassieker van formaat, maar een monument? Nee, daar heeft deze prachtige koers simpelweg meer levensjaren voor nodig en daar is niets mis mee.
2 maart 2017 09:53
Mooie koers, absoluut een aanwinst maar scheidt eens uit met dat eeuwige vergelijken en het kan geen kwaad de definitie van monument eens te lezen.
2 maart 2017 09:55
Eerder een klassieker in spe. Niettemin een prachtkoers. Geen Ulissi op de startlijst, enigszins verrassend.
2 maart 2017 09:57
Issue > Ik heb zaterdag geen tijd hiervoor en wil graag daarna de koers bekijken zonder te weten hoe of wat, waar vind je normaal gesproken zoiets terug ?
2 maart 2017 09:59
Doet valverde mee?
2 maart 2017 10:00
RV zelf opnemen?
En geen WF lezen en geen nieuws op de radio luisteren.
2 maart 2017 10:01
https://www.procyclinglive.com/livestream/
2 maart 2017 10:01
@Romans http://www.steephill.tv/classics/strade-bianche/ (inclusief spoiler mode na de race, zodat je kan kijken zonder de uitslag te zien) of http://tiz-cycling.racing/ (vaak geven ze de livestream plus de volledige uitzending nog eens nadien, maar ik weet niet hoe vlug die wordt upgeload)
2 maart 2017 10:03
@Kwibus

3 vragen voor jou:
1) Zie je Valverde genoemd staan in het bovenstaande artikel?
2) Zou je verwachten dat Valverde genoemd zou worden in het bovenstaande artikel indien hij mee zou doen?
3) Heb je het vinkje startlijst onderaan het artikel al eens geprobeerd?
2 maart 2017 10:05
Mijn sterren:
**** Sagan, Van Avermaet,Stybar
*** Wellens,Kwiatkowski,Felline
** D. Rosa,Brambilla,Boasson Hagen
* R. Uran
Dark Horse: Michael Valgren Andersen
2 maart 2017 10:07
Veel dank voor de gegeven links. Ik kan eenvoudig even wegblijven van WF, ook voor jullie eens fijn.
2 maart 2017 10:10
Ik hoor ook veel goeds omtrent Matteo Montaguti.
2 maart 2017 10:11
Zeg John, noem jij eens het moment dat Eurosport op live-tv in de laatste 300m reclame heeft gedaan?

Dat eeuwige gezeik over reclame. Je krijgt praktisch alles te zien op Eurosport en maar blijven zeuren
2 maart 2017 10:11
Er zijn nu 10 edities gereden. Dat kun je toch geen klassieker noemen? Laat staan monument... het is gewoon een hele mooi koers
1 2 3 8

Om te reageren moet je ingelogd zijn.