Voorbeschouwing: Strade Bianche 2025 – Kunnen oud-winnaars wedijveren met Tadej Pogacar?
foto: Cor Vos
zaterdag 8 maart 2025 om 07:00

Voorbeschouwing: Strade Bianche 2025 – Kunnen oud-winnaars wedijveren met Tadej Pogacar?

De Strade Bianche, dat is wielrennen zoals het ooit bedoeld is. De Strade Bianche is oneindig grind, opstijgend stof en helse hellingen. Het is pijn in je benen, terugkeren na pech, je tegenstander piepelen voor de laatste bocht en dan… de ultieme glorie op de Piazza del Campo. Het is nostalgie en het nu, het is heden en verleden. Wie fietst zich dit jaar de eeuwigheid in? WielerFlits blikt vooruit.

Historie


Laatste editie

De vroege vlucht van de Strade Bianche 2024 bestond uit vijf renners: Dion Smith, Mark Donovan, Lawson Craddock, Nils Brun en Anders Halland Johannessen. Lang hielden zij echter niet stand. Op honderd kilometer van de streep waren ze allen gegrepen door het peloton, waar EF Education-EasyPost en het UAE Emirates van topfavoriet Tadej Pogacar het tempo regelden. Niet veel later zou de echte, beslissende vlucht van de dag ontstaan.

Maar er was eerst nog een korte tussenfase: Quinn Simmons en Magnus Cort reden even voor het al sterk uitgedunde pak uit. Toen de twee werden teruggepakt, trok Simmons – inmiddels in de stromende regen – nog eens in de aanval. Maar op de Monte Sante Marie, een 11,5 kilometer lange gravelstrook, was er weer een hergroepering. Tim Wellens voerde ondertussen het peloton aan. Dat was in dienst van Tadej Pogacar, die op 81 (!) kilometer van de streep al ten strijde trok. Niemand kon hem volgen.

foto: Cor Vos

Pogacar reed de concurrentie recht uit het wiel en fietste al snel een grote voorsprong bijeen. Op een gegeven moment had de kopman van UAE Emirates drieënhalve minuut op de eerste achtervolgers. Hij hield zijn voorsprong vervolgens stabiel, waardoor hij op de Piazza del Campo in Siena (en ver daarvoor) alle tijd had om zijn grootse zege uitgebreid te vieren. Het was voor de tweede keer dat Pogacar de gravelklassieker won. Ook in 2022 soleerde hij naar de zege.

Achter Pogacar vocht Maxim Van Gils – die op de Monte Sante Marie nog het dichtst bij de superieure Sloveen had kunnen blijven – met Toms Skujiņš om plek twee. De Let trok uiteindelijk aan het langste eind. Op de Via Santa Caterina, de laatste beklimming van de dag, verwees hij Van Gils naar de derde plaats. Tom Pidcock en Matej Mohoric vervolledigden de top-vijf.

foto: Cor Vos


Parcours

Het parcours van Strade Bianche is nóg zwaarder geworden. Er is namelijk nieuwe gravelstrook aan de route toegevoegd: we gaan van vijftien naar zestien. Omdat het om een behoorlijke lange strook (9,3 kilometer) gaat, is het totaal aan onverharde wegen toegenomen tot maar liefst 81,7 kilometer. Alstublieft!

De start is nog altijd in Siena, waar later op de dag ook gefinisht wordt. Ook de eerste zes onverharde stroken in de wedstrijd zijn exact dezelfde als een jaar geleden. De eerste daarvan, die van Vidritta, dient zich al aan na veertien kilometer koers. Een ‘opwarmertje’ van een dikke vier kilometer in licht dalende lijn.

Elke onverharde sector heeft overigens zijn eigen verhaal. Sommige stroken zijn relatief kort, anderen dan weer kilometerslang. Sommige grindweggetjes zijn zo goed als vlak, andere sectoren gaan dan weer flink omhoog. De aantrekkingskracht van Strade Bianche is dat niet op voorhand te voorspellen valt waar het gaat gebeuren. In het verleden zagen we vaak een eerste échte schifting op de 11,9 kilometer lange Lucignano d’Asso, die vrijwel direct overgaat in de acht kilometer lange Ponte d’Arbia. Tegenwoordig is het na die laatste strook echter nog 120 kilometer naar de streep.

Na een korte tussenfase volgt de nieuwe Serravalle-sector, die drie sterren heeft gekregen. Pittig, maar nog niets vergeleken met de volgende sterrati: San Martino in Grania en Monte Sante Marie. Beide zijn lang, beide zijn hellend. Niet voor niets krijgen ze vijf sterren: de hoogst mogelijke lastigheidsgraad. Na de 11,5 kilometer lange Monte Sante Marie – sinds enkele jaren ook wel de Settore Fabian Cancellara genoemd, maar ook de plek waar Tadej Pogacar vorig jaar het verschil maakte – volgt ruim twintig kilometer aan asfalt.

De langste stroken zijn op dit moment achter de rug, maar gemakkelijk wordt het nadien geenszins. Op 53 kilometer van de finish komen we aan bij de strook van Monteaperti (600 meter). Daarna volgen de Strade di Colle Pinzuto (2,4 km) en Le Tolfe (1,1 km). Tot en met 2023 reden de renners na die laatste sector rechtstreeks naar Siena, maar sinds vorig jaar volgt er nog een extra lus. Deze begint – vrijwel meteen na Le Tolfe – met de nog onbekende Strada del Castagno (1,3 km). Veertien kilometer later wacht de eveneens nieuwe Montechiaro (3,3 km).

Het gravelspektakel is daarmee nog niet voorbij, want als afsluiters keren de Strade di Colle Pinzuto en Le Tolfe nog een keer terug. Op deze beklimmingen komt de nodige explosiviteit goed van pas, aangezien de percentages regelmatig in de dubbele cijfers schieten. Na de laatste strook van Le Tolfe gaat het nog zo’n tien kilometer op en neer naar Siena.

Een uitzinnige menigte samengepakt op Piazza del Campo – foto: Cor Vos

Siena is een eindeloos fascinerende finishplaats met een enorm rijke historie. Het finishplein is de vermaarde Piazza del Campo, twee keer per jaar het decor van de Palio, de legendarische paardenrace. In de Nobile Contrada dell’Oca (de wijk van de gans) wacht nog een toetje in de vorm van een zeer nijdige helling. Zodra de rensters onder de dertiende-eeuwse Porta di Fontebranda rijden, loopt het al lekker omhoog, maar op de plavuizen van de Via Santa Caterina (vernoemd naar de beschermvrouwe van Italië) wordt het pas écht steil.

Het maximale stijgingspercentage bedraagt 16%. Eenmaal boven ben je er nog niet helemaal, want het is dan nog een goede halve kilometer tot de streep. De listige laatste bocht ligt op de grens tussen de wijken Civetta (uil), Leocorno (eenhoorn) en Torre (toren). Wie hier als eerste doorheen komt, wint normaliter de koers.

Overzicht Sterrati

    • Settore Sterrato 1:  Vidritta (4,4 kilometer) – *
    • Settore Sterrato 2:  Bagnaia (4,8 kilometer) – ***
    • Settore Sterrato 3: Radi (4,4 kilometer) – **
    • Settore Sterrato 4: La Piana (6,4 kilometer) – **
    • Settore Sterrato 5: Lucignano d’Asso (11,9 kilometer) – ****
    • Settore Sterrato 6: Pieve a Santi (8 kilometer) – ****
    • Settore Sterrato 7: Serravalle (9,3 kilometer) – ***
    • Settore Sterrato 8: San Martino in Grania (9,4 kilometer) – *****
    • Settore Sterrato 9: Monte Sante Marie (11,5 kilometer) – *****
    • Settore Sterrato 10: Monteaperti (0,6 kilometer) – **
    • Settore Sterrato 11: Colle Pinzuto (2,4 kilometer) – ****
    • Settore Sterrato 12: Le Tolfe (1,1 kilometer) – ****
    • Settore Sterrato 13: Strada del Castagno (0,7 kilometer) – **
    • Settore Sterrato 14: Montechiaro (3,3 kilometer) – **
    • Settore Sterrato 15: Colle Pinzuto (2,4 kilometer) – ****
    • Settore Sterrato 16: Le Tolfe (1,1 kilometer) – ****

Totaal onverharde stroken: 81,7 kilometer

Zaterdag 8 maart, Strade Bianche: Siena – Siena (213 km)
Start: 11.20 uur
Finish: tussen 16.30 en 17.00 uur


Favorieten

Tadej Pogacar gaf de ‘concurrentie’ vorig jaar geen schijn van kans in Strade Bianche. De Sloveen demarreerde op 81 kilometer van de streep, fietste een gigantische voorsprong bijeen en kwam ogenschijnlijk okselfris over de streep, alsof hij net een trainingsritje had afgerond. En dat terwijl het zijn eerste wedstrijd van het seizoen was. Dit jaar trekt hij – berg u maar! – wél met koersritme naar Toscane. De wereldkampioen betwistte in februari immers de UAE Tour, waar hij beide bergetappes en het eindklassement won. Aan zijn vorm hoeven we dus niet te twijfelen.

Pogacar toonde zijn kracht in de UAE Tour – foto: Cor Vos

Kortom: de kans is groot dat Pogacar zaterdag zijn derde Strade Bianche wint en zo op gelijke hoogte komt met de huidige recordhouder Fabian Cancellara. Maar de concurrentie zal zich niet bij voorbaat neerleggen bij zijn dominantie. Want hoewel Pogi de absolute topfavoriet is, kan in een wedstrijd als Strade Bianche van alles gebeuren – materiaalpech, valpartijen, inzinkingen. En laten we Pogacars tegenstanders ook vooral niet onderschatten. Er staan enkele sterke uitdagers aan het vertrek.

We denken dan in de eerste plaats aan Tom Pidcock. De Brit is met zijn explosiviteit, klimkwaliteiten en technische vaardigheden gemaakt voor het gravelgeweld rond Siena. Niet voor niets won hij Strade Bianche in 2023 al eens. Afgelopen winter verruilde hij INEOS Grenadiers voor Q36.5, een keuze die hem voorlopig geen windeieren gelegd heeft. Pidcock won bij zijn debuut meteen de AlUla Tour, inclusief twee etappes. Daarna schreef hij ook een rit op zijn naam in de Ruta del Sol, die hij afsloot als nummer drie van het eindklassement. Eén kanttekening: in de Omloop Het Nieuwsblad was hij nogal onzichtbaar.

De zegeteller van Pidcock staat dit jaar al op vier – foto: Cor Vos

Pogacar en Pidcock zijn zaterdag niet de enige oud-winnaars aan de start. Tiesj Benoot (2018), Julian Alaphilippe (2019), Wout van Aert (2020) en Mathieu van der Poel (2021) ontbreken weliswaar, maar Michał Kwiatkowski tekent wel present. Hij triomfeerde al twee keer op het Piazza del Campo: in 2014 en 2017. De Pool is inmiddels 34 jaar oud, maar allerminst versleten. Dat bewees hij recent nog in de Clásica Jaén. In deze Spaanse gravelkoers soleerde Kwiat op overtuigende wijze naar de zege. Volgt nu zijn tweede overwinning van 2025?

Maxim Van Gils heeft Strade Bianche nog niet op zijn palmares, maar hij bezit alle kwaliteiten om de wedstrijd ooit te winnen. Per slot van rekening reed hij vorig jaar al naar een derde plaats in Siena. Toen kwam hij nog uit voor Lotto Dstny, nu voor Red Bull-BORA-hansgrohe. Deze veelbesproken overstap zal de Belg ongetwijfeld wat stress hebben bezorgd, maar zijn voorbereidingen op het nieuwe seizoen hebben er niet onder geleden, zo lijkt het. Hij is ijzersterk uit de winter gekomen. Vooral zijn zege in de openingsrit van de Ruta del Sol – Van Gils vloerde hier twee renners van UAE Emirates XRG – belooft wat voor de rest van het jaar. Te beginnen met Strade Bianche.

Van Gils is goed begonnen bij Red Bull-BORA-hansgrohe – foto: Cor Vos

Net als Pogacar, Pidcock en Kwiatkowski, wist ook Marc Hirschi al te winnen in 2025. Hij was de beste in de Clàssica Comunitat Valenciana 1969, zijn eerste wedstrijd van het jaar. De Zwitser zou in theorie ook goed uit de voeten moeten kunnen in Strade Bianche, maar tot op heden wist hij er nooit een goede uitslag te behalen: 72e (2019), DNF (2020) en 68e (2024). Daarbij moet wel opgemerkt worden dat hij dat laatste jaar natuurlijk in dienst reed van Pogacar. Nu, bij zijn nieuwe ploeg Tudor, mag Hirschi weer voor eigen kansen koersen.

Romain Grégoire noteerde al een betere uitslag in Strade Bianche. De Fransman kwam in 2023, zijn eerste jaar als prof, als achtste aan op het Piazza del Campo. Gezien zijn vierde plaats in de voorbije Volta ao Algarve en zijn zege in de Faun-Ardèche Classic (weliswaar nadat veel concurrenten verkeerd reden), moet het nog altijd maar 22-jarige talent dit jaar geacht worden om nog beter te doen. Bij Groupama-FDJ beschikken ze verder ook over Valentin Madouas (tweede in de editie van 2023) en de debuterende David Gaudu (dit jaar al ritwinnaar in de Tour of Oman).

Vanuit Franse hoek is het ook letten op Kévin Vauquelin (Arkéa-B&B Hotels), die voortvarend aan zijn seizoen begonnen is. Met de eindzege in de Etoile de Bessèges (plus twee ritzeges) op zak zal hij met vertrouwen afreizen naar Toscane. De 23-jarige renner heeft bovendien goede herinneringen aan koersen in Italië: acht maanden terug won hij er de Touretappe naar Bologna. In de Strade Bianche werd hij vorig jaar 21ste.

Pello Bilbao kan de Toscaanse grindwegen perfect aan – foto: Cor Vos

Net als Groupama-FDJ, heeft Bahrain Victorious meerdere ijzers in het vuur. Zowel Pello Bilbao als Matej Mohoric hebben zich al bewezen in Strade Bianche. Bilbao reed bij al zijn drie deelnames top-tien (tiende in 2021, vijfde in 2022 en zevende in 2023), Mohoric finishte de voorbije edities als zesde (2023) en zevende (2024). Samen kunnen ze een gevaarlijke tandem vormen. Zeker omdat ze beiden al vorm hebben getoond. Terwijl Mohoric achter Mads Pedersen tweede werd in de Tour de la Provence, eindigde Bilbao als derde in zowel de Ronde van Valencia als de UAE Tour. Het Openingsweekend verliep wel teleurstellend voor Mohoric.

Bij Lotto Dstny beschikken ze met Lennert Van Eetvelt over één duidelijk speerpunt. De 23-jarige Belg werd vorig jaar al elfde in Strade Bianche, nadat hij een aanval van zijn toenmalige ploegmaat Maxim Van Gils had ingeleid. Het bleek toen overigens zijn laatste wedstrijd voor een lange periode, want Van Eetvelt kampte nadien met een knieblessure. Inmiddels is hij alweer een tijdje van dat kwetsuur verlost: eind 2024 won hij reeds de Gree-Tour of Guangxi. Het huidige seizoen begon hij met een elfde plaats in de UAE Tour. Geen topuitslag, maar dat kwam vooral doordat hij in de slotrit de slag miste in het waaiergeweld. Laten we daar niet teveel conclusies aan verbinden.

Met Van Eetvelt heeft België nog een kanshebber in huis – foto: Cor Vos

We moeten ook zeker Christian Scaroni nog noemen. De Italiaan is een van de meest succesvolle renners van het vroege voorjaar. De 27-jarige renner rijgt de podiumplaatsen aaneen en wist ook al drie keer te winnen. Zo bezorgde hij XDS Astana al de broodnodige UCI-punten (hij is zelfs de renner met de meeste UCI-punten in 2025), maar zette hij bovenal zichzelf in de schijnwerpers. Laat hij het nu ook zien op WorldTour-niveau?

Het is eveneens letten op de debuterende Mikel Landa (Soudal Quick-Step), Davide Formolo (Movistar), Toms Skujins, Quinn Simmons, Mathias Vacek (alle drie Lidl-Trek), Ben Healy, Rui Costa (EF Education-EasyPost), Alan Hatherly, Filippo Zana (beiden Jayco AlUla), Alex Aranburu (Cofidis), Diego Ulissi, Alberto Bettiol (beiden XDS Astana), Joseph Blackmore (Israel-Premier Tech), Roger Adrià (Red Bull-BORA-hansgrohe), Magnus Cort (Uno-X Mobility) en de offroad-specialisten van Alpecin-Deceuninck: Emiel Verstrynge, Gianni Vermeersch en Quinten Hermans.

Tot slot, zullen ze bij Visma | Lease a Bike vooral mikken op Attila Valter en Ben Tulett, die goed op dreef is. Dat geldt ook voor Dylan Teuns. In zijn eerste wedstrijden voor Cofidis toonde hij zich al meermaals.


Favorieten volgens WielerFlits
**** Tadej Pogacar
*** Tom Pidcock, Pello Bilbao
** Romain Grégoire, Christian Scaroni, Michał Kwiatkowski
* Kévin Vauquelin,  Lennert Van Eetvelt, Dylan Teuns, Matej Mohoric

[unibet id=”1023027053″ link=”https://b1.trickyrock.com/redirect.aspx?pid=94859707&bid=37517&unibetTarget=/betting/sports/event/1023027053″ title=”Wie wint Strade Bianche 2025″]

Website organisatie
Deelnemerslijst (CyclingFlash)


Weer en TV

Het blijft komende week droog in Toscane. Zondag wordt wel de nodige neerslag verwacht, maar zaterdag lijken de buiten nog achterwege te blijven. Heel koud zal het ook niet zijn, want het kwik stijgt naar zo’n vijftien graden Celsius. Ook laat de zon zich geregeld zien tussen de bewolking door. De wind – 2 Beaufort, uit het zuidzuidoosten – zal waarschijnlijk geen grote rol spelen.


Een must have voor alle wielerfans! Met de Black Friday deal van RIDE Magazine haal je het ideale cadeautje voor de feestdagen in huis. Voor slechts € 13,95 ontvang je de najaars- en de winter-editie in jouw brievenbus. Dat betekent meer dan 300 pagina’s aan schitterende wielerverhalen. Wacht niet te lang, want OP=OP. Bestel nu jouw magazines en verzeker je van uren leesplezier.
RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.