Voorbeschouwing: Tirreno-Adriatico 2023 – Mix van klassiek-, sprint- en rondegeweld
foto: Cor Vos
Koen Middendorp
maandag 6 maart 2023 om 07:45

Voorbeschouwing: Tirreno-Adriatico 2023 – Mix van klassiek-, sprint- en rondegeweld

Na de eerste voorjaarsklassiekers is het traditioneel tijd voor twee zeer belangrijke rittenkoersen: Parijs-Nice en Tirreno-Adriatico. Voor klassementsrenners is de Italiaanse ronde (6-12 maart) vaak een belangrijk meetpunt, een kans om de degens te kruisen, terwijl klassiekercoureurs de ‘Koers van de Twee Zeeën’ veelal gebruiken als laatste voorbereiding op de heilige klassieke wielerweken. WielerFlits blikt vooruit!

De nieuwe edtie van RIDE Magazine is nu verkrijgbaar! Onze nieuwe 188 pagina’s dikke voorjaars-editie staat vol met schitterende wielerverhalen over o.a. Mathieu van der Poel, Lotte Kopecky, Demi Vollering, Sepp Kuss en Matej Mohoric. Verzeker je van jouw exemplaar en bestel hem nu online voor slechts € 9,95. Wil je RIDE extra voordelig ontvangen? Neem dan nu een abonnement en ontvang 20% korting!

Historie

Voor de eerste editie van Tirreno-Adriatico hoeven we niet eens zo gek ver terug in de tijd. In 1966 werd de eerste uitgave van de Koers van de Twee Zeeën gehouden en kregen we met Dino Zandegu een Italiaanse overwinnaar. De inmiddels 82-jarige Zandegu stond onder zijn collega-wielrenners bekend als ‘de Zingende Sprinter’ vanwege zijn (vermeende) zangkunsten. Na bijna elke overwinning trakteerde hij het publiek tijdens de podiumceremonie op een heus optreden. Zo ook na zijn zege in de Ronde van Vlaanderen van 1967. Het lied ‘O Sole Mio’ galmde die bewuste lentedag over de Vlaamse akkervelden.

Na Zandegu volgden er nog 23 overwinningen van Italiaanse makelij in Tirreno-Adratico. Zo wisten wielergrootheden Franco Bitossi (1967), Giuseppe Saronni (1978 en 1982), Francesco Moser (1980 en 1981), Roberto Visentini (1983), Maurizio Fondriest (1993), de onlangs overleden Davide Rebellin (2001), Paolo Bettini (2004), de eveneens betreurde Michele Scarponi (2009) en Vinceno Nibali (2012 en 2013) het thuispubliek in vervoering te brengen. Inmiddels wacht het thuisland toch al weer bijna tien jaar op een nieuwe Italiaanse winnaar.

Filippo ‘Pippo’ Pozzato was in 2003 de beste in Tirreno-Adriatico – foto: Cor Vos

Mannen als Moser, Saronni en Nibali wisten de meerdaagse wielerronde meer dan één keer op hun naam te schrijven, maar er is altijd baas boven baas, en het is geen Italiaan. Roger De Vlaeminck was tussen 1972 en 1977 liefst zes keer op rij de beste. Daarmee is de Belg nog altijd recordhouder met het aantal eindzeges in Tirreno-Adriatico. Naast De Vlaeminck staan ook andere buitenlandse toppers als Tommy Prim, Rolf Sørensen en Tony Rominger op de erelijst. Opvallend genoeg ontbreekt dan weer de naam van Eddy Merckx. Niet zo gek ook, de Kannibaal gaf namelijk steevast de voorkeur aan Parijs-Nice.

Wie goed naar de erelijst van Tirreno-Adriatico kijkt, ziet een zekere verscheidenheid aan winnaars. In de eerste jaren na de eeuwwisseling deden de klassieke types vaak nog mee om de eindoverwinning. Onder meer Erik Dekker (2002), Filippo Pozzato (2003), Paolo Bettini (2004), Óscar Freire (2005), Fabian Cancellara (2008) en meer recent Greg Van Avermaet (2016) scharen we zeker in dat rijtje. De laatste jaren zijn de klimmers dan weer in het voordeel, met de eerder genoemde Nibali, Alberto Contador (2014), Nairo Quintana (2015 en 2017), Primož Roglič (2019), Simon Yates (2020) en Tadej Pogačar (2021 en 2022).

Alberto Contador kust de drietand, 2014 – foto: Cor Vos

En wat met de Nederlands en de Belgen? België was in totaal al acht keer aan het feest in Tirreno-Adriatico. Naast de zes zeges van Roger De Vlaeminck wonnen ook Antoon Houbrechts (1970) en Greg Van Avermaet, inmiddels toch alweer zeven jaar geleden. Driemaal was er een oranje eindwinnaar, met naast Joop Zoetemelk in 1985 – in het jaar waarin hij ook wereldkampioen werd – ook de twee Dekkers: Erik en Thomas in respectievelijk 2002 en 2006.

Laatste tien winnaars Tirreno-Adriatico
2022: flag-si Tadej Pogačar
2021: flag-si Tadej Pogačar
2020: flag-gb Simon Yates
2019: flag-si Primož Roglič
2018: flag-pl Michał Kwiatkowski
2017: flag-co Nairo Quintana
2016: flag-be Greg Van Avermaet
2015: flag-co Nairo Quintana
2014: flag-es Alberto Contador
2013: flag-it Vincenzo Nibali


Laatste editie

Wie klopt Tadej Pogačar? Dat was de grote vraag voor de start van de 57ste editie van Tirreno-Adriatico. De Sloveen kroonde zich in 2021 al tot eindwinnaar van de Italiaanse meerdaagse en was erop gebrand om zijn titel met succes te verdedigen. In de openingstijdrit wist de kopman van UAE Emirates al een eerste basis te leggen voor een nieuwe eindoverwinning.

De net geen 14 kilometer lange tijdrit in de straten van Lido di Camaiore werd – niet geheel verrassend – gewonnen door Filippo Ganna. Pogačar werd echter keurig derde, op achttien tellen van de Italiaan, en hoefde alleen op Remco Evenepoel (+7 seconden) tijd toe te geven. De overige klassementsrenners kregen al een eerste draai om hun oren. Het bleek voor Pogačar het begin van een zeer succesvolle week in het oosten van Italië.

Alaphilippe en Pogacar maken het mooie weer in een van de openingsritten – foto: Cor Vos

In de tweede en derde etappe waren er geen opvallende verschuivingen in het klassement en was het woord aan de rappe mannen. Tim Merlier won de eerste sprintconfrontatie in Sovicille, voor Olav Kooij en Kaden Groves, terwijl Caleb Ewan in Terni Arnaud Démare en (opnieuw) Kooij van de zege wist te houden. Op dag vier werden de vlakkere wegen ingeruild voor het bergachtige terrein van de Apennijnen. Na een rit over de nodige beklimmingen, viel de beslissing op de slotklim (4,2 km aan 5,7%) naar Bellante.

De winnaar? Niemand minder dan Tadej Pogačar. De Sloveen kon in de laatste kilometer terugvallen op zijn vlijmscherpe demarrage bergop, reed weg van naaste belagers Jonas Vingegaard en Victor Lafay en nam zo ook de leiderstrui over van Filippo Ganna. Met Pogačar aan de leiding begonnen de renners vervolgens aan een pittig tweeluik. In de heuvelrit naar Fermo gebeurde er maar weinig tussen de klassementsrenners, maar een dag later was er wel volop strijd op weg naar Carpegna.

Onklopbaar, dat was Tadej Pogacar in de voorbije Tirreno – foto: Cor Vos

Op de zeer steile pentes van de Monte Carpegna (6 km aan 9,9%), een beklimming die in de finale maar liefst twee keer op het programma stond, liet Tadej Pogačar nog maar eens zien wie er momenteel de baas is op rondegebied. Evenepoel begon de dag nog in een kansrijke positie, het verschil in het klassement was slechts negen seconden, maar de Belg botste op de eerste passage van de Monte Carpegna al op zijn limieten. Evenepoel verloor de aansluiting en moest maar liefst vier minuten prijsgeven.

Evenepoel was niet de enige topper die moest plooien onder het klimgeweld van Pogačar. Die laatste schudde tijdens de laatste passage over de Monte Carpegna ongenadig hard aan de boom en niemand bleek in staat om te volgen. Pogačar was weg, bleef weg en zou de finish uiteindelijk met meer dan een minuut voorsprong bereiken. Boeken toe, de eindwinnaar was bekend: Tadej Pogačar werd een dag na zijn klimdemonstratie in San Benedetto del Tronto uitgeroepen tot eindwinnaar. De slotrit was overigens een prooi voor de Duitse sprinter Phil Bauhaus.

Eindklassement Tirreno-Adriatico 2022
1. flag-si Tadej Pogačar (UAE Emirates) in 27u25m53s
2. flag-dk Jonas Vingegaard (Jumbo-Visma) op 1m52s
3. flag-es Mikel Landa (Bahrain Victorious) op 2m33s
4. flag-au Richie Porte (INEOS Grenadiers) op 2m44s
5. flag-au Jai Hindley (BORA-hansgrohe) op 3m05s
Wedstrijdverslag

Vingegaard, Pogacar en Landa: het eindpodium in 2022 – foto: Cor Vos


Parcours

De 58ste editie van Tirreno-Adriatico, die duurt van 6 tot en met 12 maart, zal beginnen met een 11,5 kilometer lange tijdrit in Lido di Camaiore. Wat opvalt, is dat de renners net als vorig jaar geen slottijdrit krijgen voorgeschoteld in de straten van San Benedetto del Tronto. De sprinters zullen de etappes naar Follonica (rit 2) en Foligno (rit 3) en San Benedetto del Tronto (rit 7) met rood hebben omcirkeld in hun agenda.

En de klimmers? Die komen aan hun trekken in de vijfde etappe van Morro d’Oro naar Sarnano-Sassotetto. In deze rit worden de hoogtemeters niet geschuwd en volgt er als toetje de dertien kilometer lange klim naar skigebied Sassotetto. Verder staan er nog twee zogeheten ‘muri-ritten’ op het programma naar Tortoreto en Osimo. In deze etappes zien we vaak een strijd tussen klimmers, puncheurs en sterke klassiekercoureurs.

Afbeelding

Tirreno-Adriatico 2023: tijdrit, drie sprintersritten, twee heuveletappes en een zware aankomst bergop

Tirreno-Adriatico (06-03 t/m 12-03)


Maandag 6 maart, Etappe 1: Lido di Camaiore – Lido di Camaiore (11,5 km, ITT)

Tirreno-Adriatico 2023 begint met een biljartvlakke tijdrit van 11,5 kilometer in de straten van Lido di Camaiore, dat gelegen is aan de Tyrreense kust. Over het uitgetekende traject kunnen we kort zijn: het loopt voornamelijk rechttoe rechtaan. Eerst gaat het vanuit Lido di Camaiore over kaarsrechte wegen en in noordwestelijke richting naar Marina di Pietrasanta, waar na exact vijf kilometer de eerste en enige tussentijd wordt gemeten.

In Marina di Pietrasanta volgt een U-bocht, waarna de route de renners over dezelfde rijbaan weer zal terugvoeren naar Lido di Camaiore. Op 1.200 meter van de streep is het nog even opletten geblazen voor twee wat scherpere bochten en een wegversmalling, maar dat was het dan ook wel. Het profiel van deze openingstijdrit kent, buiten de technische doorkomst in Marina di Pietrasanta en de voorlaatste kilometer, dus geen noemenswaardige obstakels.

Start: 12.50 uur (eerste renner)
Finish: rond 16.00 uur (laatste renner)


Dinsdag 7 maart, Etappe 2: Camaiore – Follonica (209 km)

In de eerste rit-in-lijn koersen de renners parallel aan de Tyrreense Zee zuidwaarts van Camaiore naar Follonica. Op het eerste gezicht is het een etappe voor de snelle mannen, al is het parcours nu ook niet bepaald biljartvlak. De meest in het oog springende hindernis is die naar Castellina Marittima (5 km aan 4%), waar ook voor het eerst bergpunten te rapen zijn in deze Tirreno-Adriatico. De sprinters hoeven zich echter geen zorgen te maken, de top ligt namelijk erg ver van de finish.

Na een eerste passage over de finish in Follonica, volgt er nog een lokale ronde van 22,1 kilometer. Daarin zit nog een vervelende puist van 1,3 km aan 6%, met de top op goed tien kilometer van de finish. Dit is misschien nog wel een interessant punt voor de puncheurs om weg te rijden, in de hoop zo de sprinters nog overboord te gooien. De laatste kilometers zijn rechttoe-rechtaan en geven sprintersteams de gelegenheid om (eventuele) treintjes zo goed mogelijk op de rails te zetten.

Start: 10.50 uur
Finish: tussen 15.45 en 16.15 uur


Woensdag 8 maart, Etappe 3: Follonica – Foligno (216 km)

In de tweede etappe kijken we vooral naar de sprinters, en ook op dag drie behoort een spurt met een grote groep tot de mogelijkheden. Toch is het voor de sprintersploegen zaak om attent te koersen, want in de eerste pakweg honderd kilometer worden er nog aardig wat hoogtemeters opgezocht. Het begint allemaal na goed veertig kilometer met de klim naar Roccastrada (5,4 km aan 5%), gevolgd door de Passo del Lume Spento (12,6 km aan 4,2%), de zwaarste klim van de dag.

Het is dan nog niet gedaan met klimmen, want in een kort tijdsbestek volgen ook nog de klim naar San Quirico d’Orcia en La Foce (3,4 km aan 5,4%). Na het passeren van landgoed La Foce vlakt het parcours echter af en beginnen we aan een nieuwe fase in de wedstrijd. Of we een sprint krijgen in Foligno, hangt af van de sterkte van de kopgroep en die van de sprintteams. In het verleden was Foligno al regelmatig eindpunt van een etappe in Tirreno-Adriatico, maar ook in de Giro d’Italia.

Start: 10.40 uur
Finish: tussen 15.45 en 16.15 uur


Donderdag 9 maart, Etappe 4: Greccio – Tortoreto (219 km)

De vierde etappe van Greccio naar Tortoreto zal niet in een massasprint eindigen, die conclusie kunnen we wel trekken na het bestuderen van het parcours. Daarvoor staan er te veel hoogtemeters op het programma, en is de finale veel te lastig. Na zeventig kilometer bereiken de renners in Amatrice het hoogste punt van de dag. Het op 919 meter hoogte gelegen dorp werd in augustus 2016 getroffen door een zware aardbeving: 299 mensen lieten het leven.

Na een lange afdaling koerst het peloton richting het lokale circuit in en rond Tortoreto, waar de koers volledig zal ontbranden. Er staan drie ronden van 17,1 kilometer op het menu, met telkens de klim naar Tortoreto als scherprechter. De eerste klim naar de streep is 4,4 kilometer lang aan 4,5%, met een uitschieter van 19%. Vervolgens krijgen de renners tot drie keer toe een helling van 3,1 kilometer aan 7%, met een piek tot 12%, voor de wielen geschoven. Lastige kost!

Ultimi KM/Last KM Tappa 4 Tirreno-Adriatico 2023

Start: 10.30 uur
Finish: tussen 15.40 en 16.15 uur


Vrijdag 10 maart, Etappe 5: Morro d’Oro – Sarnano-Sassotetto (168 km)

De koninginnenrit speelt zich af tussen Morro d’Oro en skigebied Sassotetto. Er staan in de vijfde etappe maar liefst 3.800 hoogtemeters op het programma, al zal de beslissing waarschijnlijk pas vallen op de slotklim. De organisatie kiest voor een opeenvolging van pittige en niet zo pittige heuvels door de Abruzzen en vervolgens de Marken. Met nog ruim vijftig kilometer te gaan, komt de race voor het eerst door in Sarnano, aan de voet van de slotklim.

De organisatie heeft echter nog een kleine omweg in petto, over zeer lastig terrein, met achtereenvolgens de beklimmingen naar San Ginesio (4,6 km aan 4,1%), Santa Lucia (4,3 km aan 5,9%) en Gualdo (4,3 km aan 5,9%). De route daalt vervolgens weer naar Sarnano, waar de renners al behoorlijk afgepeigerd zullen beginnen aan de laatste klimopdracht. De slotklim naar Sassotetto is 13,2 kilometer lang en stijgt aan een gemiddelde van 7,2%. De steilste strook (12%) volgt na goed 5 kilometer.

Start: 11.40 uur
Finish: tussen 15.45 en 16.15 uur


Zaterdag 11 maart, Etappe 6: Osimo Stazione – Osimo (194 km)

Wie na de koninginnenrit op zijn lauweren wil rusten, komt bedrogen uit. De zesde etappe van en naar Osimo is namelijk niet van de poes. Wat heet, we kunnen de rit gerust als loodzwaar bestempelen. In deze ‘Tappa dei Muri’ volgen de steile klimmetjes elkaar in rap tempo op. Dit levert vaak een spectaculair koersverloop op, zeker als de weergoden in een mindere bui zijn. We denken spontaan terug aan de epische solotocht van Mathieu van der Poel in Tirreno-Adriatico 2021.

Kort na de start wacht al de eerste heuvel en daarmee is de toon gezet. Na 91 zeer lastige kilometers komen de coureurs voor het eerst door aan de meet, en wachten nog drie lokale rondes van goed 35 kilometer. Wat de renners te wachten staat: beklimmingen naar Offagna (1,3 km aan 4,1%), Osimo Stazione (2,1 km aan 5,7%) en twee extreem lastige kasseiklimmetjes (1 km aan 15% en 600 meter aan 16%) in Osimo zelf. In de Giro van 2018 zagen we exact dezelfde finale op Osimo, met Simon Yates als winnaar.

Start: 11.40 uur
Finish: tussen 16.15 en 16.45 uur


Zondag 12 maart, Etappe 7: San Benedetto del Tronto – San Benedetto del Tronto (154 km)

De strijd is gestreden, de eindwinnaar is normaal gesproken bekend. De slotetappe van de Koers van de Twee Zeeën gaat langs de Adriatische kust van en naar San Benedetto del Tronto. Dit jaar wacht de renners weer geen individuele tijdrit, maar een relatief vlakke rit in lijn. De slotrit kent in het begin nog een aardig geaccidenteerd karakter in het binnenland. Na de klim van Ripatransone (3,6 kilometer aan 5%) wacht een afdaling van vijftien kilometer.

Deze wordt gevolgd door vijf plaatselijke rondes van vijftien kilometer, over een vlak parcours en brede wegen. De laatste drie kilometer gaan over rechte wegen, met weinig verraderlijke bochten. Tot de laatste kilometer, waarin een dubbele links-rechtse bocht moet worden genomen. Hierna breekt de laatste rechte lijn aan, die zodoende een ideaal parcours voor de sprinters vormt. Wie snelt er na 154 kilometer naar de laatste ritzege?

Start: 12.25 uur
Finish: tussen 16.15 en 16.45 uur


Favorieten

De laatste jaren trokken de allerbeste ronderenners toch vaker naar Tirreno-Adriatico dan naar Parijs-Nice, maar dit jaar zijn de rollen omgedraaid. De Franse rittenkoers kan uitpakken met de aanwezigheid van de twee beste klimmers van het moment, Tadej Pogačar en Jonas Vingegaard. Dit zal voor de organisatie van Tirreno-Adriatico misschien aanvoelen als een streep door de sportieve rekening, maar voor de koers zelf hoeft het niet eens zo nadelig uit te pakken.

De voorbije editie werd namelijk gedomineerd door Pogačar, en was er van enige spanning in het algemeen klassement absoluut geen sprake. De klassementsmannen die nu aan de start verschijnen van Tirreno-Adriatico, zijn misschien wel meer aan elkaar gewaagd. Dat kan wel eens resulteren in een verrassend maar bovenal spannend koersverloop. Het parcours leent zich in elk geval tot de nodige suspense, en een spetterende finale.

Adam Yates – foto: Cor Vos

Als we dan toch een topfavoriet moeten aanwijzen, komen we uit bij Adam Yates. De Brit van UAE Emirates is misschien wel de beste klimmer in deze koers en toonde in de voorbije UAE Tour dat hij momenteel in zeer goede vorm verkeert. In de afsluitende bergrit reed hij iedereen uit het wiel op Jebel Hafeet, wereldkampioen en eindwinnaar Remco Evenepoel incluis. Het is voor Yates zaak om de schade te beperken in de openingstijdrit, om dan vervolgens toe te slaan in de bergrit naar Sassotetto en de heuveletappes naar Tortoreto en Osimo. Deze formule heeft hij in het verleden wel vaker met succes weten toe te passen.

UAE Emirates legt zijn eieren overigens niet alleen maar in het mandje van Yates, met ook nog eens João Almeida in de ploeg. De Portugees krijgt een uitstekend parcours voorgeschoteld. In de kortere tijdrit kan hij al een eerste slag slaan, de bergrit naar Sassotetto is niet al te zwaar en dus op zijn lijf geschreven en Almeida blinkt normaliter uit op heuvelachtig terrein. Alle sterren lijken kortom goed te staan voor de 24-jarige allrounder, die vorige maand al zesde werd in de Volta ao Algarve. Verder heeft UAE Emirates met Brandon McNulty, Davide Formolo en George Bennett nog wel een paar opties voor het klassement.

Aleksandr Vlasov – foto: Cor Vos

Het moge duidelijk zijn dat UAE Emirates in de breedte ontzettend sterk is, maar BORA-hansgrohe hoeft zeker niet onder te doen voor de formatie uit het Midden-Oosten. Lennard Kämna is een oersterke renner die op goede dagen boven zichzelf kan uitstijgen, Jai Hindley won vorig jaar niet voor niets de Giro d’Italia, maar we verwachten toch nog het meest van Aleksandr Vlasov. De 26-jarige Russische klimmer won in zijn carrière al de Ronde van Valencia en Ronde van Romandië en krijgt, bij afwezigheid van Pogačar en Vingegaard, nu misschien wel een uitgelezen kans Tirreno-Adriatico aan zijn erelijst toe te voegen.

Vlasov beschikt over de kwaliteiten om de ronde te winnen, dat staat wel buiten kijf, en liet eerder dit seizoen al zijn goede vorm blijken. In de Ronde van Valencia kon hij dan wel niet meedoen om de eindzege, maar met een vijfde stek in het eindklassement is er genoeg reden tot optimisme. Vlasov vormt in de zwaardere etappes een gevaarlijk duo met Jai Hindley.

De Australiër is zeker een renner om in de gaten te houden op de momenten dat het bergop gaat, maar zal normaal gesproken tijd verliezen in de openingschrono. Mocht hij de schade kunnen beperken, dan is hij alsnog een gevaarlijke klant voor eindwinst.

Enric Mas – foto: Cor Vos

Wie al helemaal een gevaarlijke klant is voor de eindoverwinning: Enric Mas. Wellicht moeten we terugkomen op een eerdere uitspraak dat Adam Yates de beste klimmer is in deze Tirreno-Adriatico. De Spanjaard van Movistar hoeft bergop zeker niet onder te doen voor zijn Britse concurrent en bevindt zich op fysiek vlak misschien wel op de toppen van zijn kunnen. Na een uitmuntend einde van 2022 heeft hij dit jaar ook al weer de goede vorm te pakken. In de Ruta del Sol eindigde hij als vijfde in eindstand. Pech op een zeer slecht moment kostte hem misschien wel een podiumplek.

Iemand die wel op het eindpodium stond van de voorbije Ruta del Sol is Mikel Landa. Als er een prijs voor de beste stilist in het peloton zou worden uitgereikt, zou Landa vaak als winnaar uit de bus komen, maar helaas voor de Bask van Bahrain Victorious gaat het er in het wielrennen nog altijd om wie het hardst van A naar B kan fietsen. Landa is de regelmaat zelve en stelt ook zelden teleur, maar winnen blijkt o zo moeilijk voor de klimmer. Toch scharen we hem ook dit jaar weer bij de favorieten, ook al omdat hij vaak goed voor de dag komt in Tirreno-Adriatico. In de laatste twee edities eindigde hij als derde.

Tom Pidcock – foto: Cor Vos

Dan over naar de mannen van INEOS Grenadiers. De Britse sterrenformatie zit normaal niet om toppers verlegen en ook in Tirreno-Adriatico trekt de ploeg weer een blik met klasbakken open. Filippo Ganna zal vooral met de openingstijdrit in zijn hoofd zitten, al rijdt de oersterke Italiaan dit jaar ook opvallend goede klassementen. In de Vuelta a San Juan en de Volta ao Algarve was hij al knap tweede, maar een goed klassement rijden in Tirreno-Adriatico is nog wel andere koek.

Thymen Arensman moet met zijn kwaliteiten ook ver kunnen komen, al kwam hij in de Volta ao Algarve nog wel duidelijk te kort. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de winstkansen van Britten Tao Geoghegan Hart en Tom Pidcock. Hart was dit jaar al derde in de Ronde van Valencia en zesde in de Ruta del Sol. In de eerste rittenkoers won hij bovendien een etappe. Achter de naam van Pidcock plaatsen we al helemaal een dikke vette uitroepteken.

De alleskunner won dit seizoen al de lastige slotrit in de Volta ao Algarve, werd vijfde in Omloop Het Nieuwsblad en zegevierde zaterdag bovenal op indrukwekkende wijze in Strade Bianche. Met de vorm van Pidcock zit het met andere woorden wel snor. Hij gaf onlangs aan dat hij zich in Tirreno-Adriatico eens wil testen als klassementsrenner. We twijfelen niet aan zijn klimcapaciteiten en de twee heuvelritten moeten hem als gegoten liggen. Alleen de tijdrit kan een probleem opleveren.

Nieuwkomers Van Baarle en Kelderman – foto: Cor Vos

De meeste renners zijn al lang en breed begonnen aan hun seizoen, maar Wilco Kelderman staat nog altijd ongeduldig te trappelen op zijn eerste wedstrijdkilometers. In Tirreno-Adriatico is het dan eindelijk zo ver, en mag hij het meteen laten zien als man voor het klassement. De 31-jarige Nederlander was drie jaar geleden nog vierde in de Italiaanse ronde en we verwachten hem ook nu weer hoog in het klassement.

Normaal hadden we ook Wout van Aert tot de kanshebbers gerekend, maar de Belg begint ook pas in Tirreno aan zijn wegseizoen nadat hij zijn plannen moest wijzigen na enkele dagen ziekte. En vrijdag is plotseling de naam van Primož Roglič erbij gekomen in de ploeg van Jumbo-Visma! De Sloveen is voldoende hersteld om te starten, maar volgens de ploeg nog ‘zonder druk en niet resultaat-gericht’.

Toch houden we rekening met Roglič, die samen met Kelderman, Attila Valter (ook in uitstekende doen) en Koen Bouwman een sterk blok vormt voor de lastige etappes. Klassiekerkopmannen Van Aert, Tiesj Benoot en Dylan van Baarle gaan zich zeker ook testen in de sleuteletappes.

We kijken in eerste instantie naar de pure ronderenners, maar ook coureurs als Van Aert en Julian Alaphilippe zijn in topvorm allesbehalve kansloos voor de eindoverwinning. Alaphilippe reed in het verleden al vaker goede klassementen in kortere rittenkoersen en het parcours ligt zeker binnen zijn mogelijkheden. De grote vraag is natuurlijk wel of de Fransman van Soudal Quick-Step bereid is zichzelf volledig uit elkaar te trekken voor een eventuele eindzege, met de belangrijkste voorjaarsklassiekers voor de deur. We verwachten het eerlijk gezegd niet, maar zeker weten doen we het nooit. Zeker niet bij een renner als Alaphilippe.

Giulio Ciccone – foto: Cor Vos

Of we een Italiaanse eindwinnaar krijgen, is maar zeer de vraag, maar het thuispubliek hoopt zeker op een knalprestatie van Trek-Segafredo-kopman Giulio Ciccone. Astana Qazaqstan speelt Alexey Lutsenko uit, terwijl Guillaume Martin de voornaamste klassementstroef is van Cofidis. Groupama-FDJ heeft met Thibaut Pinot en Valentin Madouas zeker iets in de melk te brokkelen en na een spetterend begin van het voorjaar mogen we Tiesj Benoot (Jumbo-Visma) ook niet helemaal uitvlakken.

Andere namen om te onthouden: Ben O’Connor (AG2R Citroën), Damiano Caruso (Bahrain Victorious), Steff Cras (TotalEnergies), Warren Barguil en Cristían Rodríguez (Arkéa-Samsic), Harm Vanhoucke en Andreas Leknessund (Team DSM) en Lorenzo Fortunato (EOLO-Kometa).


Sprinters

Voor we stilstaan bij de aanwezige sprinters: de organisatie mag zich ook verheugen op enkele titanenduels tussen Wout van Aert en Mathieu van der Poel. De twee klasbakken zetten in Tirreno-Adriatico de puntjes op de i richting de belangrijkste voorjaarsklassiekers. Van Aert en Van der Poel hebben ongetwijfeld geleerd van twee jaar geleden, toen ze in de Italiaanse koers elkaar en hun lichaam tot het uiterste dreven.

Ze zullen nu economischer te werk gaan, maar zullen – eergierig als ze zijn – ongetwijfeld wel weer willen scoren. Dat kan op verschillende terreinen: in de sprint, bergop en natuurlijk ook in de openingstijdrit.

Wout van Aert en Mathieu van der Poel – foto: Cor Vos

In de etappes die eindigen in een sprint, is het verder uitkijken naar Fabio Jakobsen (Soudal-Quick-Step), Jasper Philipsen (Alpecin-Deceuninck, die in de echt vlakke etappes de voorkeur zal krijgen boven Van der Poel) en Mark Cavendish (Astana Qazaqstan). Jakobsen was dit jaar al eens de snelste in de Vuelta a San Juan, maar verder loopt het nog niet echt van een leien dakje voor de Europese kampioen. Philipsen en Cavendish zijn nog op zoek naar hun eerste zege van 2023. Maar wat snel is, komt vaak ook snel.

Ook Jordi Meeus (BORA-hansgrohe), Simone Consonni (Cofidis), Biniam Girmay (Intermarché-Circus-Wanty), Nacer Bouhanni (Arkéa-Samsic), Andrea Pasqualon (Bahrain Victorious), Marius Mayrhofer en Alberto Dainese (Team DSM), Juan Sebastián Molano (UAE Emirates), Peter Sagan (TotalEnergies) en Fernando Gaviria (Movistar) zullen zich mengen in het sprintgeweld. En last but not least: Dylan Groenewegen (Jayco AlUla), die dit jaar al succesvol was in de Saudi- en UAE Tour.

Fabio Jakobsen – foto: Cor Vos


Favorieten volgens WielerFlits
**** Adam Yates
*** Enric Mas, Aleksandr Vlasov
** Tom Pidcock, Mikel Landa, João Almeida
* Giulio Ciccone, Wilco Kelderman, Jai Hindley, Primož Roglič

Website organisatie
Deelnemerslijst


Weer en TV

De renners treffen het bij de start niet echt wat betreft de weersomstandigheden, zo meldt Weeronline. De tijdrit zal in regenachtige omstandigheden worden afgewerkt. Het is een voorbode voor de daaropvolgende dagen, waarin het wisselvalligheid troef is. Regen, flink wat buien en een gemiddelde temperatuur van zo’n twaalf graden. Nee, voor het mooie weer hoef je niet af te zakken naar Italië.

De televisiekijker hoeft droog op de bank niks te missen van alle actie, want Eurosport is er ook dit jaar weer live bij. De uitzending begint dagelijks vanaf 13.15 uur op Eurosport 1. Online is de wedstrijd te zien op Eurosport.nl en via GCN+. Dit is ook allemaal terug te vinden in het artikel Wielrennen op TV.


RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.