Vuelta 2020: Op rapport bij Koen de Kort – “We gaan lekker aanvallen komende week”
foto: Cor Vos
Youri IJnsen
donderdag 29 oktober 2020 om 08:15

Vuelta 2020: Op rapport bij Koen de Kort – “We gaan lekker aanvallen komende week”

Interview Tijdens deze Ronde van Spanje onderhoudt WielerFlits een aantal keren contact met Koen de Kort. De 38-jarige Nederlander is als toegeschreven leermeester op pad met een vrij onervaren selectie bij Trek-Segafredo. Maandagavond bespraken we met hem het verloop van de eerste week en hoe zijn teamgenoten en hijzelf het er vanaf brachten. “Vooraf wist ik nog niet precies waar ik zou staan, ik dacht dat ik nog wat koersritme te kort kwam. Maar het gaat goed, dus dat is lekker!”, klinkt het opgewekt.

Het begin van de Vuelta kende een alternatief verloop. Waar grote rondes doorgaans beginnen met een proloog, tijdrit of een vlakke etappe, moesten de renners in Spanje meteen vol de bergen in. Enkele toprenners met ambities zagen hun kansen er meteen in rook opgaan. “Het is echt apart”, vindt De Kort.

“Het is een soort combinatie van Parijs-Nice met de Vuelta, ook qua weer. Dit is niet doorgaans het zonnetje dat je in Spanje verwacht en ook een atypisch begin van een grote ronde. Het voelt namelijk zo alsof we er net een week Parijs-Nice op hebben zitten. Nu alleen met nóg minder sprintritten!”, lacht de Nederlander.

Vooral het weer in de etappe van zondag – die aanvankelijk zou finishen op de Col de Tourmalet in Frankrijk – ging in de kleren zitten. “Het was écht heel koud, vooral bovenop Aramón Formigal. Gelukkig zat daarvoor niet echt een lange afdaling. Als we het originele parcours hadden gereden met de top op bijna 2.000 meter boven zeeniveau, om dan een lange afdaling in te gaan… Dan was het – denk ik – ook redelijk gevaarlijk geweest. Dat bleef nu redelijk binnen de perken. Er waren wel wat renners die het heel koud hadden, maar hier kon je jezelf nog tegen kleden. Als je je regenjackje aankreeg, tenminste”, grapt hij opnieuw.

Wel kijkt hij op van de grote verschillen die er al gemaakt zijn in het klassement. “Ik denk dat het er nu mooi voorstaat. Het is niet dat Primož Roglič gelijk in het begin de leiding pakt en het vervolgens niet meer afstaat. Dat lag toch een beetje binnen het verwachtingspatroon. Ik denk daarom wel dat de huidige situatie de koers mooier zal maken. Ik verwacht voor het klassement de komende dagen in ieder geval een mooie week. In het weekend krijgen we natuurlijk twee heel zware ritten, met de Angliru. Tot die tijd zijn ze allemaal lastig, maar niet superlastig. Daar kunnen we mooie, tactische zetten en vuurwerk verwachten.”

De Kort reageert op opgaves

Het interview met De Kort vond plaats op maandagavond tijdens de rustdag. Daags nadien eindigde Matteo Moschetti buiten tijd en klassementskopman Kenny Elissonde gaf woensdag op door darmproblemen. Om up to date te zijn, namen we woensdagavond nog eventjes kort de tijd om dit met de routinier te bespreken. “Vervelend om hen kwijt te zijn. Matteo heeft hard gevochten, maar hij heeft het helaas niet gered. We wisten natuurlijk wel dat dit een mogelijkheid zou kunnen zijn, maar het blijft heel vervelend. Het verlies van Kenny is ook enorm zonde. Dat is echt iemand die er voor de jonge jongens kon zijn.”

De Fransman had López en Ries kunnen bijstaan in de bergen. “Ze hadden zich ook aan hem kunnen optrekken (Elissonde stond nog relatief kort in het klassement, red.). Dat is weggevallen en dat is toch een beetje een aderlating. De sfeer binnen de ploeg is er niet minder om. De klimmers moeten er het beste van maken. Donderdag gaan we sprinten met Emīls Liepiņš. Ik ben daardoor voor het eerst sinds lange tijd weer eens de laatste man voor een sprint. Maar Emīls is goed in vorm, dus daar kijk ik wel naar uit. Het was leuk geweest om met de sprinttrein van Moschetti te oefenen, maar dit is ook mooi.”


flag-lv Emīls Liepiņš (27)

Emils Liepins – foto: Cor Vos

In de vierde etappe kwam de sprinttrein voor het eerst op de rails. Daarin scoorde Trek-Segafredo een zesde plek met Matteo Moschetti. Emīls Liepiņš was daar – zoals vooraf aangekondigd – de laatste man voor de jonge Italiaan. “Emīls deed het daar heel goed! Ik vind hem sowieso supersterk rijden. In andere koersen ben ik ook al een aantal keer met hem opgetrokken. Het is een leuke, aardige gast. In de bergen deed hij het ook veel beter dan ik had verwacht. Het zou daarom zo maar kunnen dat hij zelf ook echt kansen heeft om zelf voor een etappezege te gaan, waar een gereduceerde pelotonssprint kan plaatsvinden.”

“Maar ook in de lead out voor Matteo, was het heel sterk wat hij deed”, gaat De Kort verder. “We – Emīls, Matteo en ik – waren nu voor het eerst met z’n drieën samen om de sprints te doen. Het was nog wat onwennig, maar Emīls was wel op het juiste moment op de juiste plek. Hij deed een heel sterke beurt om ervoor te zorgen dat Matteo in een goede positie zat, in de laatste twee bochten. Dat was wel indrukwekkend. Ze rijden ook al heel het jaar samen, dus ze kennen elkaar goed. Ik moest me daarom aan hun aanpassen en met mijn ervaring proberen om hen nog wat wijzer te maken. Vooral om ze rustiger te houden.”

De Let en de Italiaan passen goed bij elkaar, want volgens De Kort zijn beiden behoorlijk nerveus zodra een koers zich afstevent op een massasprint. “Daar ligt voor mij nog wel wat werk, om ze proberen iets kalmer te laten zijn. Daardoor kunnen ze energie overhouden voor wanneer het er écht omgaat in de laatste kilometer. Ik kon dat mooi observeren, want toen Emīls overnam, zat ik nog voorin. Met ogen zag ik dat het wel goed zat. Later heb ik het nog teruggekeken op tv. Het ligt bij Emīls, en ook bij Matteo, niet aan de power, want dat hebben ze. Maar als ze meer rust inbouwen, kunnen ze hun energie efficiënter inzetten.”


flag-it Matteo Moschetti (24)

Moschetti voor zijn val – foto: Cor Vos

Moschetti zelf snelde in de vierde etappe dus naar een zesde plek in de daguitslag. “Voor hem was het mooi dat hij kon meedoen, na zijn zware blessure”, oordeelt De Kort. “Hij heeft vrijuit kunnen sprinten en dat is voor een spurter altijd fijn. Als je niet lekker uitkomt of je raakt opgesloten, knaagt dat toch altijd. Maar Matteo moet tot meer in staat zijn dan deze notering. Dat voelt hij zelf ook zo. Eindigt hij als derde in die rit, dan hadden we al met een beter gevoel die sprint teruggekeken. Nu hebben we toch het idee dat we het beter hadden kunnen doen. Dat geldt zowel voor de lead outs als voor Matteo zelf.”

De omstandigheden waren overigens niet in het voordeel van de Italiaan. “De vierde rit ging veelal bergaf en we hadden wind mee”, legt De Kort uit. “Het resulteerde in een supersnelle etappe en dito aankomst. Het ligt Matteo beter als een rit iets gecontroleerder is, waardoor hij zich meer kan focussen op zijn sprint. Met die zesde plek waren we dan ook niet ontevreden, maar we zijn er ook niet heel blij. Er zijn hier twee supersterke sprinters met Pascal Ackermann en Sam Bennett. Ik durf zelfs te zeggen dat het er drie zijn, met Jasper Philipsen erbij. Maar voor zijn blessure heeft Matteo sprinters van dat kaliber geklopt.”

Sinds de hervatting van het seizoen reed Moschetti nog geen koers uit. Zou hij misschien nog last hebben van die zware blessure (een gebroken heupkom)? “Nee, niet voor zover ik weet”, stelt zijn ervaren ploeggenoot. “Indirect nog wel. Hij komt van heel ver, dus hij heeft zijn tijd nodig om ervan te herstellen. In de eerste week had hij niet al te veel moeite om met de grupetto te finishen en in die ene sprint zat hij heel dicht tegen een top-5 aan. Dat is gewoon goed, zeker als je ziet waar hij dus vandaan komt. Zoals ik de vorige keer ook al aanhaalde, heeft hij eventjes niet kunnen lopen. Dat is echt een hele impact geweest.”

*Moschetti eindigde dinsdag buiten tijd en is inmiddels uit koers.


flag-es Juan Pedro López (23) en flag-lu Michel Ries (22)

JuanPe López – foto: Cor Vos

Vooraf maakt De Kort duidelijk dat de ploeg is opgedeeld in twee helften, waarbij neoprofs JuanPe López en Michel Ries deel uitmaakten van de klimkern. “Ze hebben alle twee in de eerste week bewezen dat ze tot veel in staat zijn”, legt De Kort uit. “Ze blijven over in ritten waarin het peloton nog klein is. Maar in die twee etappes waar de vlucht vooruit blijft, dat waren bij uitstek kansen voor JuanPe en Michel… Kansen die ze ook moeten grijpen, dus het is jammer dat ze de kopgroepen tot op heden gemist hebben. Ik zie de komende twee weken mogelijkheden voor beiden.”

In de eerste week zagen we geen enkele renner van Trek-Segafredo meeschuiven in de vroege vlucht. Maar in de eerste wedstrijduren die niet op tv te zien zijn, roerde de Amerikaanse ploeg zich weldegelijk. “In de vijfde etappe reed er al vrij vroeg een groep weg. Die werden dan weer gegrepen, waarna – op een heel lastig moment – het groepje met Thymen Arensman, Guillaume Martin en Tim Wellens wegrijdt. Onze opdracht was om mee te zitten in de vlucht, dus hebben we veel werk verricht om de eerste aanvallers terug te halen. López en Ries waren alleen te ijverig in de achtervolging en konden daarna niet mee.”

In de openingsfase werd er namelijk door hen niet goed opgelet, voegt De Kort eraan toe. “De opdracht was meezitten en als de vlucht dan zonder ons is vertrokken is, is dat niet goed. Dat is over de communicatie tijdens de koers ook duidelijk gezegd. JuanPe en Michel hebben het in de zesde rit weer geprobeerd, maar ook zonder succes. Ik denk dat het een kwestie is van nog niet op het juiste moment een krachtsinspanning gebruiken. In de zesde rit had vooral López meegekund met die vlucht. Zoals ik al zei in het eerste gesprek, moeten we zijn enthousiasme een beetje intomen. Dat is zondag niet gelukt, anders zat hij zeker mee.”

Als een van hen het lukt om mee te schuiven, dan heeft de Nederlander veel vertrouwen in de twee jonkies. Dat probeert De Kort hen dan ook mee te geven, samen met de ploegleiding. “We hebben hier namelijk geen druk. We móeten niet meezitten. Maar voor jonge jongens als Juan Pedro en Michel, is deze Vuelta eentje vol kansen. In de volgende vijf rondes die ze misschien gaan doen, moeten ze voor een kopman rijden. Dan hebben ze helemaal geen kans om mee te zitten met een kopgroep. Deze Vuelta kan hun carrière echt veranderen. Die kansen moeten ze pakken. Niet voor mij, maar daar wil ik ze wel bij helpen.”


flag-dk Alexander Kamp (26) en flag-dk Niklas Eg (25)

Hoe ver geraakt Niklas Eg in zijn tweede grote ronde van 2020? – foto: Cor Vos

Nog een groterondedebutant bij de ploeg van teammanager Luca Guercilena: Alexander Kamp. Hij hoort net als De Kort en Liepiņš bij de vier man tellende sprintkern. In de sprintrit eindigde hij echter op achterstand. “Dat klopt, maar dat is ook logisch”, wijst de routinier aan. “De ploegleiding besloot tijdens de vierde etappe om hem op kop van het peloton te laten rijden, zodat het ook daadwerkelijk tot een spurt zou komen. Er werd ook veel wind verwacht, die dag. Het ging ook een paar keer op de kant, maar het brak niet. Maar omdat Alex op kop reed, zaten we steeds voorin en hadden we meegezeten bij een breuk.”

De inspanningen van Deen heeft De Kort, Liepiņš en Moschetti veel krachten bespaard. “Daardoor kon hij uiteraard niets meer betekenen in de lead out van de sprint. Die deden we met z’n drieën en dat levert toch altijd een andere tactiek op. Nu moest ik die mannen voorin houden en ervoor zorgen dat ze met z’n tweeën nog volledig vers de laatste kilometer ingaan. Dat betekent dat je heel veel moet meesurfen met andere teams die voorbijkomen, om zo zoveel mogelijk energie te besparen. Doe je de sprint wel met z’n vieren, dan speel je een andere tactiek en kun je zelf het initiatief nemen. Da’s het verschil.”

Net als de twee jonkies, lukte het Niklas Eg ook niet om mee te zitten in de eerste week. “Je merkt dat hij wat meer ervaring heeft, meer inhoud ook. Naarmate de Vuelta naar het eind gaat, zal Niklas beter voor de dag komen. We zullen meer gaan aanvallen, met alle renners. We hebben immers niets te verliezen. Fysiek gaat het met ons allemaal ook best goed, maar dat is er qua uitslagen nog niet echt uitgekomen. Daar willen we graag verandering in brengen en dat zou zo maar via Niklas kunnen zijn.”

Bij het volgende onderhoud met De Kort tijdens de tweede rustdag van komende maandag, zullen we weten of dit gelukt is.

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.