Vuelta 2022: Voorbeschouwing etappe 2 naar Utrecht
foto: Cor Vos
zaterdag 20 augustus 2022 om 08:20

Vuelta 2022: Voorbeschouwing etappe 2 naar Utrecht

Daags na de door Jumbo-Visma gewonnen ploegentijdrit op vrijdag, gaat het peloton in de Vuelta a España 2022 verder met een rit in lijn van ’s-Hertogenbosch naar Utrecht. Na een paar venijnige klimmetjes op de Utrechtse Heuvelrug, wacht er in de Domstad een eerste kans voor de sprinters. Wie we daar van voren kunnen verwachten en waar precies de eerste bergpunten van deze Vuelta liggen? WielerFlits blikt vooruit!

Maar eerst de start in Den Bosch, dus. Of nu ja, eigenlijk mogen we dat helemaal niet zeggen. Officieel heet de stad ’s-Hertogenbosch, zo zullen ook de Spanjaarden zeggen. In het Spaans heet de stad namelijk Bolduque, vrij vertaald ‘het bos van de hertog’. Bijzonder, want toen de plek in 1184 stadsrechten verkreeg heette het toch echt Den Bosch. Destijds was het een vestingstad en uit die periode stamt ook de bijnaam van deze plaats: Moerasdraak. Dat komt vooral door de moerassen die destijds buiten de stadsmuren lagen, waardoor het als een onneembare vesting werd gezien. Een van de restanten uit die tijd is de Citadel van ’s-Hertogenbosch en daar is nu dan ook de start.

Naast de historische vestingwerken, is de stad ook rijk aan veel cultuur en religie. In de Sint-Janskathedraal zetelt het bisdom ’s-Hertogenbosch en is het ook gekend als Nederlands pelgrimsoord vanwege de aanwezigheid van de Zoete Lieve Vrouw van Den Bosch. De Spanjaarden – een zeer rooms-katholiek georiënteerd volk – zullen er zeker een bezoekje brengen. Ook als verkeersader is ’s-Hertogenbosch zeer belangrijk; de ring rondom de stad (ruim 111.000 inwoners) is een van de drukste snelwegen van Nederland. Maar het bekendst staat ’s-Hertogenbosch om haar carnaval, wanneer we de stad kennen als Bourgondisch Oeteldonk. De kikker staat ervoor symbool.

Waar ’s-Hertogenbosch nog meer onlosmakelijk mee verbonden is, is de Bossche Bol. Het gebak bestaat uit soezendeeg, gedoopt in gesmolten pure chocolade. Daarna spuiten bakkers deze vol met slagroom; het is een van de bekendste gebakjes in Nederland. Je zou overigens ook verwachten dat goede wielrenners uit ‘s-Hertogenbosch als warme broodjes over de toonbank gaan. Deze plek is namelijk de hoofdstad van Noord-Brabant, misschien wel dé wielerprovincie van Nederland. Toch zijn er nog geen handvol toppers geboren in ’s-Hertogenbosch. Die teller stokt bij Richard Groenendaal, Marianne Vos en Twan van Gendt. Zij werden alle drie eens wereldkampioen.

Gerrit Schulte, rechts van het midden – foto: Cor Vos

Wel werd ’s-Hertogenbosch de laatste rustplaats van een van Nederlands beste wielrenners ooit. Op 26 februari 1992 kwam aldaar op 76-jarige leeftijd Gerrit Schulte te overlijden. Zijn bijnaam De Bossche Reus behoeft geen nadere uitleg; de 1,89 meter lange krachtpatser was een bekend gezicht uit ‘s-Hertogenbosch. Schulte werd vier keer Nederlands kampioen op de weg, eindigde even zo vaak in de top-5 van het WK op de weg en in 1938 won hij ook een etappe in de Tour de France.

Tien jaar later boekte Schulte zijn grootste zege ooit. Op de wielerbaan in Amsterdam werd hij wereldkampioen Achtervolging door grootheid Fausto Coppi te verslaan. In 1960 nam De Koning van de Piste – die naam dankt hij aan meer dan tweehonderd baanzeges, waaronder talloze Zesdaagses – op 44-jarige leeftijd afscheid in het Antwerpse Sportpaleis. Daarna baatte hij met zijn vrouw jarenlang het restaurant bij Stadion De Vliert uit, de thuishaven van voetbalclub FC Den Bosch. Om zijn grootheid aan te geven: jaarlijks krijgt de beste renner van Nederland de Gerrit Schulte Trofee uitgereikt. Sinds 2021 werkt die verkiezing via een maandelijkse stemronde samen met WielerFlits.

Een grote ronde-start is Den Bosch trouwens niet vreemd. In 1996 was het Grand Départ van de Tour ook in de Noord-Brabantse stad. Er was toen een tijdrit van 9,4 kilometer uitgetekend, die werd gewonnen door de Zwitser Alex Zülle. Erik Dekker was op plek veertien de beste Nederlander en zijn Rabobank-ploegmaat Johan Bruyneel eindigde als eerste Belg op plaats negentien. Titelverdediger Miguel Indurain werd die dag zevende. Daags nadien stond er een rit in lijn (209 kilometer) op het programma, waar Frédéric Moncassin in de massasprint sneller was dan Jeroen Blijlevens. Ook de derde etappe ging van start in ’s-Hertogenbosch en kende in Wasquehal Mario Cipollini als winnaar.

Indurain als titelverdediger (en daarom in het geel) in Den Bosch, 1996 – foto: Cor Vos


Parcours

De start van deze tweede rit, is bij de Citadel van ’s-Hertogenbosch. Daarna volgt een neutralisatie van zeven kilometer, langs onder andere het Paleiskwartier. De officiële start is daarna op de Oude Vlijmenseweg, bij de Brabanthallen. Eenmaal ‘s-Hertogenbosch uit, komen de renners al snel door het centrum van Vlijmen. Vanaf daar zullen ze richting het noorden fietsen, over de N257. Net voor Stenenheul gaat het peloton over op de N322, die hen over de Maas brengt. In totaal volgen er veertig kilometer op deze provinciale weg, die zich in het land van Maas en Waal bevindt. In de Bommelerwaard is het tijdens wielerkoersen overigens altijd oppassen voor eventuele waaiers.

Bij Beneden-Leeuwen rijdt het peloton via een brug over de Waal, met nog ongeveer 115 kilometer te gaan. Via Lienden trekken ze vervolgens in een lus om Rhenen, Achterberg en Laareind heen. Via Elst komen de renners aan in Amerongen, waar de eerste klim van de Vuelta op hen ligt te wachten: de Amerongse berg (1,1 km à 4,7%). Wie als eerst over de streep komt, weet zich verzekerd van de eerste bergtrui van deze ronde. In het restant van de route volgen geen gecategoriseerde klimmetjes meer, al rijden de renners even later via de Traayweg wel naar de bekende Pyramide van Austerlitz.

Voordat ze daar arriveren, rijden de renners eerst via Scherpenzeel, Woudenberg (de geboorte- en woonplaats van veldrijder Lars van der Haar), Doorn en Driebergen-Rijsenburg die kant op. Na de afdaling van de Pyramide van Austerlitz, slaan ze linksaf naar Amersfoort. Daar aangekomen, slaan ze ten zuidwesten van de Glazen Stad meteen linksaf naar Utrecht. Daar zullen ze via Soesterberg en Zeist arriveren. Na een klein ommetje door de stad – met onder andere een passage over een stukje van de ploegentijdrit-route – rijdt het peloton naar het westen van de stad. Daar ligt de finish ter hoogte van knooppunt Rijnsweerd, net voor de Botanische Tuinen van de Universiteit van Utrecht.

E2 - PROFIEL | 7f240

Officieuze start: 13.15 uur
Officiële start: 13.32 uur
Finish: tussen 17.20 en 17.42 uur
Afstand: 175,1 kilometer

Tijdschema belangrijke passages:
Passage Amerongse Berg: tussen 15.49 en 16.02 uur
Tussensprint Vliegbasis Soesterberg: tussen 16.58 en 17.18 uur


Favorieten

Hoewel de Alto de Amerongse de mindere klimmers natuurlijk flink wat angst in zal boezemen, lijkt het onvermijdelijk dat deze tweede etappe in een massasprint uitmondt. Het is in finishplaats Utrecht dus uitkijken naar de snelle mannen. Wie een blik werpt op de startlijst, zal echter zien dat het sprintersgilde niet van het allerhoogste niveau is deze Vuelta a España. Fabio Jakobsen, Dylan Groenewegen en Jasper Philipsen – de winnaars van de pure massasprints in de Tour de France – ontbreken en ook grote namen als Arnaud Démare, Wout van Aert, Caleb Ewan en Mark Cavendish zijn er niet bij.

Wel aanwezig: Tim Merlier. De Belgisch kampioen is in dit veld de grote favoriet om de eerste rit-in-lijn te winnen. Tijdens de wegrit van het EK wielrennen afgelopen zondag, moest hij nog genoegen nemen met brons, maar nu zijn Démare en Jakobsen er zoals gezegd niet bij. Bovendien heeft Merlier bewezen dat hij het ook op het allerhoogste niveau af kan maken. Dit jaar deed hij nog niet mee aan een grote ronde, maar vorig jaar zegevierde hij in zowel de Giro d’Italia als de Tour de France. Beide keren was dat in de eerste sprintersrit van de wedstrijd. Vervolledigt hij in Utrecht de trilogie?

Merlier wint in Tirreno-Adriatico – foto: Cor Vos

Sam Bennett won al ritten in de Giro, Tour en Vuelta. De laatste twee jaar staat zijn teller echter stil: door blessures, dan wel een gebrek aan vorm, reed hij sinds de Vuelta 2020 geen grote ronde meer. Tussendoor wou het ook in de kleinere koersen niet echt lukken. Dit seizoen wist hij met de Eschborn-Frankfurt bijvoorbeeld slechts één wedstrijd te winnen.

In deze Duitse eendaagse deed Danny van Poppel de lead out. En ook in de Vuelta zal de Nederlander, die op het EK de winnende Jakobsen nog in perfecte positie afzette, de sprint aantrekken voor Bennett. Daarnaast krijgt de 31-jarige Ier – vijfde op datzelfde EK – Jonas Koch en Ryan Mullen mee. BORA-hansgrohe lijkt het vertrouwen in hun sprinter dus te behouden, maar Bennett zal dat weleens terug moeten betalen.

Net als Bennett, zal ook Pascal Ackermann wel weer eens een grote vis binnenhengelen. Natuurlijk, hij schreef dit jaar al de Bredene-Koksijde Classic en een etappe in de Ronde van Polen op zijn naam, maar van een tweevoudig ritwinnnaar in zowel de Giro als de Vuelta, mag je toch iets meer verwachten. Misschien lukt het in Nederland. In eigen land had de Duitser onlangs pech op het Europees kampioenschap, waar hij lelijk ten val kwam. Gelukkig was de schade te overzien: Ackermann had een paar hechtingen aan een vinger nodig, maar zegt daar geen last meer van te hebben.

Ackermann mocht juichen in de Ronde van Polen – foto: Cor Vos

Kaden Groves heeft dit seizoen ook al twee zeges op zak. Eén daarvan was op WorldTour-niveau: de 23-jarige Australiër vloerde eind maart Phil Bauhaus en Hugo Hofstetter in de tweede rit van de Ronde van Catalonië. Vervolgens klopte hij in de tweede etappe van de Ronde van Turkije nog wat grotere namen: Jasper Philipsen en Sam Bennett. De laatste maanden maakt de renner van BikeExchange-Jayco, die deze winter overstapt naar Alpecin-Deceuninck, minder indruk. Een zevende plaats in de openingsrit van de Ronde van Polen is zijn kortste uitslag sinds mei.

Wel succesvol de laatste weken, was Ethan Hayter. De Brit snoepte in de Ronde van Polen geen ritzege mee, maar stond na zeven dagen wel op de hoogste trede van het eindpodium. Hayter is dan ook geen pure sprinter. Maar dat betekent niet dat hij niet rap aan kan komen, vooral na een wat lastigere koers. Zo won hij bijvoorbeeld een etappe in de Ronde van Romandië en was hij in het Critérium du Dauphiné meermaals de grootste uitdager van Wout van Aert. Hoewel winnen in Utrecht moeilijk gaat worden, zal hij zich zeker mengen. Met zijn veelzijdigheid maakt hij deze Vuelta immers ook kans op groen.

Hayter boekt in de Tour of Norway een van zijn voorlopig zes zeges in 2022 – foto: Cor Vos

Mads Pedersen is als sprinter enigszins vergelijkbaar met Hayter. Niet de allersnelste, maar wel oersterk. Ook hij zal zich er tussengooien. In de Tour de France deed hij dat ook een paar keer met twee derde plaatsen als resultaat. De eerste daarvan behaalde hij in Nyborg, na een toch behoorlijk vlakke finale. Dat laat zien dat Pedersen ook voor een rit als die van zaterdag niet uit moeten vlakken. Met Daan Hoole en Alex Kirsch heeft hij alvast twee hardrijders bij zich om hem richting de sprint te loodsen.

Ook Gerben Thijssen moeten we in de gaten houden. De 24-jarige Belg, die afgelopen winter overstapte van Lotto Soudal naar Intermarché-Wanty-Gobert, boekte op de slotdag van de Vierdaagse van Duinkerke zijn eerste profzege en voegde daar onlangs zijn eerste WorldTour-overwinning aan toe. In de tweede etappe van de Ronde van Polen was hij Pascal Ackermann te snel af. Overigens reed Thijssen de Vuelta al eens, in 2020. Toen pakte hij één tweede plaats. Achter wie? Ackermann.

Pedersen pakte de openingsrit van de Baloise Belgium Tour – foto: Cor Vos

Voor Bryan Coquard wordt het dan weer zijn debuut in de Ronde van Spanje. De Fransman zou dit jaar de Tour de France rijden, maar moest op de valreep afhaken, nadat hij een positieve coronatest afleverde. De afgelopen weken kon de sprinter van Cofidis nog niet echt te imponeren. In het begin van het seizoen was dat anders: Coquard won in februari een rit in de Ster van Bessèges en eentje in de Tour de la Provence.

Daniel McLay schoot dit seizoen ook goed uit de startblokken. In de Saudi Tour werd hij twee keer tweede, twee keer achter Dylan Groenewegen. Daarna volgde een vierde plaats in de door Fabio Jakobsen gewonnen Kuurne-Brussel-Kuurne. Het tekent misschien wel een beetje de carrière van de 30-jarige Brit: veel korte uitslagen – ook in grote wedstrijden als de Tour de France -, maar er is vaak wel iemand (of een paar) beter. Ritwinst in de Vuelta zou dat beeld kunnen veranderen.

De eerste profzege voor Stewart – foto: Cor Vos

Zijn landgenoot Jake Stewart weet sinds kort hoe het is om überhaupt te winnen als prof. De 22-jarige renner van Groupama-FDJ, die deze winter kampte met de ziekte van Crohn, was begin augustus de snelste in de openingsrit van de Tour de l’Ain. “Om eindelijk deze zege te behalen is een enorme last die van mijn schouders valt”, zei hij bij die gelegenheid. Wie weet is de nummer twee van de Omloop Het Nieuwsblad 2021 nu helemaal los.


Favorieten volgens WielerFlits:

Vuelta 2022: Deelnemerslijst


Weer en TV

Het wordt zaterdag prima koersweer tussen ‘s-Hertogenbosch en Utrecht. ’s Ochtends is het een graad of 18, ’s middags loopt de temperatuur op tot ongeveer 23 graden. Er hangt wat bewolking, maar de zon vertoont zich ook regelmatig. Regen hoeven we niet te verwachten. Het waait aan windkracht drie vanuit het westen.

De tweede etappe is vanaf 13.05 uur live te volgen op de Eurosport Player, om 13.45 uur begint de uitzending op Eurosport 1. De NOS schakelt om 14.00 uur in, Sporza (op Canvas) is er bij vanaf 14.30 uur. Ben je niet in de gelegenheid om naar de tv te kijken, dan hoef je in het liveblog van WielerFlits niets te missen van de eerste rit-in-lijn van de Vuelta a España!


RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.