Waarom het Nederlandse BEAT in België (en niet in Nederland) scout
BEAT haalde de afgelopen weken met Robbe Mellaerts en Jarno Bellens twee Belgische coureurs naar Nederland. Voor 2025 moeten er nog twee plekjes worden ingevuld en het is niet uitgesloten dat daar nog meer Belgische renners gaan tussenzitten. De continentale ploeg is actief over de grens aan het scouten en dat heeft een reden: “Nederland is bijna leeggevist.”
BEAT staat momenteel op veertien renners voor 2025. Dat gaan er ergens volgend seizoen zestien worden, laat manager Geert Broekhuizen weten. “Met de vijftiende renner zijn we zo goed als rond, maar onze zestiende plek laten we bewust open zodat we tijdens het seizoen nog kunnen bijsturen met een transfer die we op dat moment nodig hebben. Voor een renner die op dat moment goed rijdt in het clubpeloton, maar in 2024 net buiten de boot is gevallen.”
Die zestiende renner kan een Nederlandse renner zijn, maar evengoed ook een Belgische. BEAT scout namelijk ook actief over de grens. Met Mellaerts, Bellens en Michiel Coppens rijden er aankomend jaar ten minste drie Belgen voor de continentale ploeg. Het hoogste aantal in jaren, al moet gezegd worden dat BEAT een historie heeft met Belgische renners binnen het team. De afgelopen jaren reden met Guillaume Seye, Jules Hesters, Jordy Bouts en Yves Coolen al genoeg goede Belgische renners voor het continental-team.
Kleine vijver
“Wij rijden veel wedstrijden in België en hebben daar ook een aantal partners”, vertelt Broekhuizen. “Maar de keuze die wij maken is puur sportief. In Nederland heb je al vijf traditionele conti-teams en dan zijn er ook nog twee WorldTeams met een opleidingsploeg. Dan is de vijver waar we uit moeten vissen in Nederland vrij klein. ”
“In België zien we veel meer clubrenners en minder traditionele continentale teams. Tarteletto-Isorex is eigenlijk de enige. Daarom is het voor ons aantrekkelijk om ook in België te kijken welke renners daar op clubniveau rondrijden. We richten ons dan op de wat oudere renners, dat is onze manier om iets toe te voegen aan het continentale circuit. Dat heeft in het verleden goed voor ons uitgepakt.”

Daan van Sintmaartensdijk in de Heistse Pijl – foto: Cor Vos
BEAT verwacht dat die renners sneller op UCI-niveau om de prijzen mee kunnen rijden dan een jonge Nederlandse belofte. “Als je kijkt naar ons programma, dan rijden we veel wedstrijden voor geharde renners met zware finales. Dat is in België zo, maar ook zeker in de Nederlandse wedstrijden. De oudere jongens die wij hebben zijn op zoek naar een programma op een wat hoger niveau.”
De twee nieuwe Belgische jongens waren in 2024 veelwinnaars in België. Zo won Mellaerts vijf nationale koersen en eindigde hij als zesde in de Tour of Namur en als vijfde in de Ronde van Vlaams-Brabant. Bellens won dan weer zes koersen, waaronder de loodzware wedstrijd Romsée-Stavelot-Romsée. Ook eindigde hij als derde in Namen.
“We hebben gestreden om de winnaars in België”, eindigt Broekhuizen. “Dit zijn jongens die ook de lastigere wedstrijden aankunnen, daar waren we nog wat minder in bezet. Met Tijmen Eising, Martins Pluto en Daan van Sintmaartensdijk hadden we al een goede kern voor het lichtere klassieke werk, dus hopelijk hebben we nu een goed uitgebalanceerde selectie.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.