Weekendinterview: Twan van den Brand
Zondag staat het Nederlands kampioenschap Veldrijden in Hellendoorn op het programma. Met wereldkampioen Mathieu van der Poel en Europees kampioen Lars van der Haar zijn twee podiumplaatsen zo goed als ingevuld. Een heel koppel crossers droomt echter van het overgebleven plekje en een daarvan is Twan van den Brand. Met het WK in zijn achterhoofd rijdt hij echter een wedstrijd in een wedstrijd.
Voor Van den Brand was 2015 een pechjaar. In mei liep hij een enkelblessure op waardoor hij lange tijd uit de running was, terwijl een sleutelbeenbreuk halverwege september er voor zorgde dat hij pas tijdens het Europees Kampioenschap in Huijbergen zijn seizoensdebuut in het veld maakte. Het duurde daarom lang voordat de crosser van ZZPR.nl-Orange Babies (tijdens het wegseizoen komt hij uit voor Jo Piels) de smaak weer te pakken had. “De laatste weken rij ik echt weer heel hard en heb ik het niveau wat ik wil behalen. Ik hoop die lijn goed door te kunnen trekken tot aan dit weekend, om daar een mooie prestatie neer te kunnen zetten. Dat is het doel.”
Daarbij weet de 26-jarige crosser uit Volkel wat hem te doen staat. “Jongens als Mathieu van der Poel en Lars van der Haar steken ver boven de rest uit. Ik verwacht dat zij er meteen in gaan vliegen en de koers met z’n tweeën zullen openbreken. Dan is het aan de jongens die daarachter zitten om zo lang mogelijk hun karretje aan te haken en kijken of ze mee kunnen. Als het een gras-parcours was geweest, dan rijden ze me er technisch nooit vanaf. Alleen dat is dit weekend niet het geval en moet ik het vooral nemen zoals het is. Ik denk wel dat het parcours selectief genoeg is, dus als je goed bent kom je gewoon op je plekje terecht. De grote favoriet? Mathieu. Die jongen heeft de laatste weken laten zien dat hij momenteel de beste van de wereld is. Het parcours gaat veel bergop en –af, wat toch echt iets voor Mathieu is.”
De grote favoriet? Mathieu. Die jongen heeft de laatste weken laten zien dat hij momenteel de beste van de wereld is.
Stiekem hoopt Van den Brand dan op de derde plaats en niet, zoals de voorbije jaren, op stek vier. “Ik ben al drie keer (2012, 2013, 2015, red.) vierde geweest. Om dan nu weer een vierde plek te ambiëren… Daar heb je verder niets aan, daar kijkt niemand meer naar. Ik zet daarom hoog in en ga voor een podiumplek. Als ik als derde kan eindigen, denk ik dat ik daar al heel blij mee moet zijn. Mathieu en Lars staan zo ver boven de rest, die spelen ook wekelijks in de internationale top een rol. Nu is het wel zo dat dit een NK is en zij tijdens gewone wedstrijden ver voor mij staan op de startrij. Dat kan in de beginfase misschien enigszins een verschil maken, maar die jongens zijn conditioneel en technisch een paar stappen beter. Met brons zou ik dan ook heel bij zijn.”
Kansen op WK
De maand januari is in het veldritseizoen verreweg de belangrijkste maand met de nationale titelstrijd en het wereldkampioenschap op het programma. Van den Brand hoopt zich te laten zien en op die manier het WK af te dwingen. Vorig seizoen moest hij dat nog aan zich voorbij laten gaan, waar hij allerminst over te spreken was. “Verleden jaar heb ik met mijn voedingssupplementen zitten kloten. Ik kon daar namelijk totaal niet tegen. De eerste helft van het seizoen heb ik daarmee zo goed als vergooid. De weken voor het WK heb ik echter laten zien dat ik bij de beste crossers van Nederland hoorde. Aangezien de meeste jongens in de eerste seizoenshelft al meer hadden laten zien, had bondscoach Johan Lammerts niet genoeg vertrouwen in mij. Achteraf gezien baalde ik daar heel erg van. Rondom het WK reed ik verreweg mijn beste wedstrijden van het seizoen.”
Dit jaar had Nederland op het WK met zes renners mogen starten, maar krijgt het twee extra plekken vanwege de wereldtitel van Van der Poel en Van der Haars Europese titel. Het vergroot de kansen op een derde WK-deelname voor Van den Brand, die er eerder bij was in Koksijde (2012) en Louisville (2013). “We hebben nu acht plekken, dus gezien dat feit zou ik meer kans hebben om het WK te mogen rijden. Maar het is nog altijd aan Johan of hij die acht plekken überhaupt allemaal invult. Aan ons om de komende weken het maximale eruit te halen en te laten zien dat we van meerwaarde zijn op het WK. Maar eerlijk gezegd denk ik wel dat hij die acht plekken allemaal gaat gebruiken.”
In december toonde de Noord-Brabander een stijgende vorm door top-20 te rijden in de bpost bank trofee-manches van Essen en Loenhout. Vorige week zaterdag werd hij daarnaast nog derde in de Centrumcross van Surhuisterveen. “Ik hoop dat ik mee mag naar het WK. Het zal lastig zijn, omdat ook Lars Boom nu bijvoorbeeld op de lijst voor de WK-selectie staat. Hij zou ook graag willen rijden, samen met nog een hele hoop andere Nederlanders die daarvoor in aanmerking komen. Ik heb nu de goede lijn ingezet de afgelopen weken en laten zien dat ik erbij hoor. Maar je moet ook vormbehoud laten zien om een plek bij de selectie af te dwingen. Aankomend weekend bij het NK gaat dat ook heel belangrijk zijn. Ik kan alleen Mathieu en Lars van der Haar voor me dulden, maar de rest hoop ik achter me te laten.”
Concurrentie van Boom en consorten
Met de concurrentie van Boom (die het NK niet rijdt in verband met zijn deelname aan de Tour Down Under) en in mindere mate ook die van Mike Teunissen, gaat een WK-selectie voor Van den Brand opnieuw spannend zijn. “Ik vind het mooi dat die jongens toch weer de cross op zoeken. Het zijn liefhebbers van de sport. Dat zie en merk je aan alles. Ik denk dat het voor het veldrijden alleen maar goed is. Je ziet alleen wel dat het niveau van de cross de afgelopen jaren in de breedte echt is toegenomen. Renners specialiseren zich er ook steeds meer op. De jongens die op de weg heel goed meekunnen, hebben in de cross nu moeite om het niveau bij te benen. Dat zegt toch iets over het niveau van het veldrijden, momenteel.”
Lammerts moet eind januari in ieder geval de drie beste crossers van het moment meenemen. Naast Van der Poel en Van der Haar is dat op dit moment Stan Godrie, door de vrije val van David van der Poel op de jongste UCI-ranking van 5 januari. Daarnaast moeten van de vijf overige veldrijders in ieder geval twee aantonen dat ze twee keer bij de eerste zestien van een Wereldbeker-wedstrijd hebben gereden. Dat is enkel Corné van Kessel (in Las Vegas, Valkenburg, Koksijde en Heusden-Zolder) en Thijs van Amerongen (Valkenburg, Koksijde en Namen) gelukt. Voor Godrie (Heusden-Zolder), David van der Poel (Koksijde) en Niels Wubben (Las Vegas) geldt dat zij dit allen één keer hebben gepresteerd. De laatste twee – als Godrie de derde beste Nederlander blijft – crossers komen samen met Van den Brand, Boom en Teunissen in aanmerking voor de resterende drie plekken.
Je moet zo goed zijn dat je eigenlijk je plekje in de selectie afdwingt. Het is dadelijk aan de bondscoach om de beste crossers op te stellen.
Of Gert-Jan Bosman en Patrick van Leeuwen ook op de shortlist van de bondscoach staan, is niet bekend. Zij reden mee in de Wereldbeker van Valkenburg. Moeite met het feit dat wegrenners azen op de dure, laatste plekjes in de Nederlandse WK-selectie, heeft Van den Brand niet. “Ik vind in principe in zoverre dat iedereen mag starten, óók wegrenners. Je moet zo goed zijn dat je eigenlijk je plekje in de selectie afdwingt. Boom heeft in Heusden-Zolder zijn kans gekregen. Het is dadelijk aan de bondscoach om de beste crossers op te stellen. En als daar een Lars Boom, een Boy van Poppel of een andere wegrenner bij zit, dan zijn die op dit moment gewoon beter. Dan moet je daar mee dealen, maar ik ga er alles aan doen om bij de WK-selectie te horen.”
“Ten eerste lig ik heel goed in de groep, denk ik”, vertelt Van den Brand waarom juist hij mee moet naar het WK in Zolder. “Ik denk dat ik een heel rustig persoon ben. Ook bij hele belangrijke wedstrijden waar een boel stress bij komt kijken en volgens mij kan zoiets overslaan op de kopmannen. Ik denk dat ik daarnaast in de koers, mocht ik een goede start hebben, die jongens enigszins kan ondersteunen. Ik zou me volledig kunnen wegcijferen voor de kopmannen, mocht ik erbij zitten. En in Zolder is dat eventueel mogelijk omdat je een hele lange startstraat hebt, daar kun je echt naar voren schieten. Ik denk dat het voor mij persoonlijk ook een goede ontwikkeling is om mee te gaan naar het WK en voor het gehele Nederlandse team is het goed om zo veel mogelijk landgenoten mee te nemen. Dan kunnen we een mooi blok vormen tegen de Belgen.”
Resultaten Lars Boom: Zolder 43e (op 7:15), Loenhout 31e (op 4:07) en Surhuisterveen 7e (op 1:39)
Resultaten Twan van den Brand: Loenhout 17e (op 1:01) en Surhuisterveen 3e (op 0:30 sec.)
Ik heb het eigenaardig gevonden dat Lammerts Lars Boom al mee wilde hebben (en dat Lars zo'n beetje alles mocht bepalen wat hij maar wilde!) nog vóórdat hij resultaten neerzette. Als de prestaties van de renner de doorslag geven,dan komt Twan van den Brand in de hiërarchie vóór Lars Boom.
Vraag: Waarom gaf Lammerts op voorhand reeds aan Boom mee te willen hebben en deed hij andere veldrijders geen beloftes?