In een tijdperk dat kermiskoersen met uitsterven bedreigd zijn, gaan de West-Vlaamse wedstrijden zich verenigen. Tien West-Vlaamse kermiskoersen hebben immers een werkgroep opgericht om samen te werken.

Die krachtenbundeling kan voordelen voor alle organisatoren opleveren, zoals betere rijzen afdwingen voor volgwagens onder meer en voor medische hulp tijdens de koers. De bedoeling is ook om kennis en ervaring uit te wisselen en kermiskoersen te laten erkennen als cultureel erfgoed.

Er zijn immers bepaalde factoren die de organisatie de dag van vandaag bemoeilijken, en met name op het financiële vlak. De bestuursploegen die de wedstrijden organiseren verouderen en vinden nog moeilijk jonge mensen om de fakkel over te nemen. Het is daarover dat de werkgroep zal overleggen. Tien van de elf nog bestaande kermiskoersen in West-Vlaanderen doen mee. Het gaat over onder andere Izegem, Kemmel, Desselgem, Meulebeke en Vichte.

Ook de erkenning als cultueerl erfgoed staat op de agenda, zegt Dirk Expeel van de West-Vlaamse afdeling van Cycling Vlaanderen. “De kermiskoersen zijn een mooie Vlaamse traditie en een mooie springplank voor beloftevolle renners om dan professioneel te gaan rijden. Dus ik vind wel dat we die erkenning verdienen. De subsidies zouden ons meteen ook meer ademruimte bieden om onze wedstrijden te organiseren.”