Marc de Maar is bij Quick-Step weer terug in Europa en op het hoogste niveau van het wielrennen. De huiscolumnist van WielerFlits heeft het plezier in het fietsen weer teruggevonden en wil zich dit jaar tonen in de etappekoersen. “Ik wil presteren in de etappekoersen, daar liggen nu mijn ambities.” WielerFlits sprak met De Maar tijdens de ploegenpresentatie van Quick-Step in Kortrijk.

2010: Amerikaans avontuur
De Maar reed afgelopen jaar voor de ploeg United Healthcare presented by Maxxis, bij de Amerikaanse ploeg zocht hij naar een nieuw avontuur. “De grootse reden dat ik naar Amerika trok, was om weer plezier in het fietsen terug te krijgen. Ik was dit in mijn laatste jaar bij Rabobank wat kwijtgeraakt. Toen ik op het einde van het jaar (2009) een koers reed in China, merkte in dat ik het fietsen nog erg leuk vond. De randzaken ontnamen mij het plezier. De basis is gewoon fietsen. Daarom koos ik voor een avontuur in Amerika. Ik kon ook bij Skil en Cofidis tekenen, maar dat was niet wat ik in gedachten had. Ik wilde wat anders en dat heeft goed uitgepakt.”

‘Marcos Dimaros’ vindt niet dat hij een stap terug heeft gedaan door in Amerika te gaan koersen. “Het niveau in Amerika word onderschat. Het is geen ProTour, ik denk dat het tussen Continentaal en ProTour inzit. In de Ronde van Californië zie je dat toch wat renners aardig meedoen.”

Quick-Step: Start als ronderenner
Tijdens de ploegenvoorstelling vertelde teammanager Patrick Lefevere dat Quick-Step met De Maar terug wil naar vroeger, het rijden van korte etappekoersen. “Marc heeft een goede tijdrit in de benen en kan goed zijn mannetje staan in de bergen. Natuurlijk is hij geen Andy Schleck, maar hij kan met goede renners mee omhoog.”

De Quick Step-aanwinst was bij Rabobank meer een klassiekerrijder en dan ook nog vaak in de dienende rol. “Bij Rabo ben ik een beetje in de rol van klassiekerrijder gerold, maar eigenlijk ben ik meer een renner voor de korte etappekoersen. Klassiekers zijn zeer mooie koersen als je goed bent, maar ik heb er ook vaak stuk gezeten. Bovendien zijn het ook hectische wedstrijden.”

Dit jaar legt de WielerFlits-columnist de focus op de etappekoersen, in een rol die hij samen met Patrick Lefevere voor zich weggelegd ziet. “Ik kan aardig klimmen, om die reden rijd ik ook etappekoersen als Parijs-Nice, Catalonië en Californië. Vorig jaar was ik in Californië ook echt goed (13e in het eindklassement) en die lijn wil ik doortrekken, daar heb ik mijzelf herontdekt. Door mijn goede presteren daar, heb ik de aandacht van de Europese ploegen getrokken. Ik wil mijn tijdrit verbeteren en nog verbeteren bergop. Ik ga echt voor de klassementen. Ik wil presteren in de etappekoersen, daar liggen nu mijn ambities.”

De geboren Assenaar verwacht bij Quick-Step zeker kansen te krijgen om voor een goed klassement te gaan. “Het mooie van onze ploeg is dat we een vrijbuiterploeg zijn. We hebben niet echt een klassementsrenner, dus heeft iedereen gelijke kansen. Daarom denk ik dat ik in etappekoersen redelijk mijn eigen plan kan trekken. Als de koers het zich voordoet, zal ik zeker voor anderen moeten rijden en als Boonen erbij is, dan zal ik ook zeker voor hem de sprint aan trekken. Dat lijkt mij niet meer dan logisch.”

Voorjaar: Presteren in Catalonië, Romandië en Californië
De Maar begint zijn seizoen in de Challenge Ciclista a Mallorca. Vervolgens staan op het programma de Tour of Oman, Parijs-Nice, Ronde van Romandië, Ronde van Catalonië, Amstel Gold Race, Waalse Pijl en Luik-Bastenaken-Luik, Ronde van Romandië en wordt het voorjaar afgesloten met de Ronde van Californië.

De Quick Step-renner ziet de Amstel Gold Race niet als een koers die hem op het lijf is geschreven. “Ik heb dan nog geen eendagskoersen gereden en dat zal nog even wennen zijn, bovendien denk ik dat Luik mij beter moet liggen.” Over zijn ambities in de korte etappekoersen is De Maar duidelijk. “In Catalonië, Romandië en Californië wil ik goed zijn en daar wil ik mij tonen.”

Grote ronde: De Tour de France
In het verleden reed Marc de Maar al eens de Giro en tweemaal de Vuelta, maar de Tour heeft hij nog nooit mogen rijden. Dit jaar hoopt de Nederlander zijn debuut daar te mogen maken. “Ik hoop dat ik de Tour de France mag rijden, anders word het de Ronde van Spanje. Ik heb Tourdeelname in eigen hand, ik moet laten zien wat ik kan. Een aantal mannen zijn natuurlijk al zeker van deelname, maar verder zijn de plaatsen nog vrij.”

In 2006 reed de voormalige Raborenner namens diezelfde ploeg als eens de Giro, maar dit jaar zit de Italiaanse ronde er zeker niet in. “Tijdens de Giro zijn er teveel mooie etappe koersen die mij goed liggen. Bovendien als je er slecht uitkomt, dan heb je nog een heel jaar. Voor de Tour heb ik dit wel over natuurlijk. De Tour moet je natuurlijk in je carrière een keer gereden hebben.”