Wilfried Peeters: “Wilden wachten tot de plaatselijke ronde”
maandag 2 maart 2020 om 07:15

Wilfried Peeters: “Wilden wachten tot de plaatselijke ronde”

Na de straffe zege van Kasper Asgreen stond Wilfried Peeters, ploegleider bij Deceuninck-Quick-Step ons te woord. “Het was spannend, ja. We wilden eigenlijk wachten tot de plaatselijke ronde om de koers in handen te nemen, omdat het hier zo moeilijk te controleren is.”

Asgreen schudde een indrukwekkende solo uit de benen, maar met Fabio Jakobsen had Deceuninck-Quick-Step nog een wapen achter de hand. “Op het einde was het een beetje op twee paarden wedden”, vertelt Peeters. “We konden geen volledige lead-out doen voor Jakobsen om te vermijden dat we Asgreen zouden insprintten. Hadden we vanuit de laatste bocht de sprint voluit aangetrokken, dan rijden we het gat misschien nog dicht. Lampaert en Van Lerberghe zaten wel ideaal om Jakobsen te piloteren. Maar dan bestaat de kans dat we onszelf met een onnodig probleem opzadelden.”

De Nederlandse kampioen bolde uiteindelijk als vierde over de streep. “Honderd procent garantie met een sprint hadden we dus niet, zo blijkt. Maar goed, de ploeg wint, dus dat Jakobsen ‘maar’ vierde wordt, is van minder belang.”

Geen uitgesproken kopmannen
Is Kasper Asgreen nu een kopman voor de klassiekers? Na zijn tweede plaats in de Ronde van Vlaanderen vorig jaar was de sterke Deen de status ‘knecht’ echt wel ontgroeid. “We werken niet met kopmannen”, zegt Peeters lachend. “Bob, Yves, Zdenek, Fabio vandaag. Ze kunnen allemaal winnen. En Kasper dus ook. We zijn met wel zes kopmannen die de koers kunnen winnen, maar er kan er maar eentje zijn die kan voorblijven. Iedereen kent Asgreens kwaliteiten, dus als de andere ploegen het gat op hem niet meteen dichtrijden, hebben ze een probleem.”

Op een bepaald moment zag het er nochtans helemaal niet zo goed uit voor de troepen van Peeters. Enkel Stybar was mee in een ruime kopgroep met onder andere Van Avermaet, Stuyven, Degenkolb, Colbrelli en Merlier. “Toen hebben we geen risico genomen en toch maar het gat gedicht. We wisten dat als we op de smalle wegen de koers in handen pakten, we het de concurrentie heel moeilijk konden maken. Sommige andere ploegen zaten daar op de kant en werden zo monddood gemaakt.”

De Quick-Steppers koersten dit openingsweekend iets minder dominant dan de voorbije jaren. “De finale was anders, dus dan is het sowieso wat afwachten. Al wisten we dat het hier in Kuurne moeilijk te controleren is. Stybar was inderdaad wel actief nog voordat Asgreen aanviel, maar het plan vooraf was om te wachten tot de plaatselijke ronde om de koers echt helemaal in handen te nemen. Je mag daar niet te vroeg mee beginnen, omdat je dan het gevaar loopt in de laatste kilometer mannen te kort te komen. Pas bij de eerste doortocht aan de finish gingen we kijken hoe we alles bij elkaar zouden houden, maar Kasper was ons voor”, besluit de ploegleider van Deceuninck-Quick-Step.

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.