WK veldrijden in de kerstperiode: Wat zijn de plus- en minpunten?
Special Moet de UCI het WK veldrijden in de toekomst niet gewoon in of meteen na de kerstperiode organiseren? Deze stelling werd afgelopen week gelanceerd in de WielerFlits Podcast. Een gek idee, of zit er wel muziek in? Wij bespraken het met Belgisch bondscoach Sven Vanthourenhout en Erwin Vervecken, die met Golazo verschillende crossen organiseert.
Dat men bij de UCI helemaal niet bang is voor forse veranderingen aan de kalender, bleek afgelopen week nog. Alsof voorzitter David Lappartient zich nog niet onpopulair genoeg had gemaakt met ‘dreigementen’ over de Wereldbeker, verklaarde hij dat hij monumenten als de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix voortaan weleens in oktober zou willen positioneren. Geen enkele wedstrijd is zeker van haar positie op de kalender. Dus ook het WK cross?
“Het is een optie om het WK twee of drie weken naar voren te brengen op de veldritkalender”, vindt Belgisch bondscoach Sven Vanthourenhout. Nu valt het WK aan het einde van januari of begin februari, wat voor veel (weg)renners niet meteen het ideale moment lijkt. “Er zijn argumenten voor en tegen. De huidige data zijn goed. Maar deze verandering zou eventueel een oplossing kunnen bieden voor de Grote Drie.”
Pluspunten
+ Meer kans op de Grote Drie aan de start
Want dat was natuurlijk de grote aanleiding voor het lanceren de stelling. Een WK zonder Wout van Aert en Tom Pidcock, de enige renners die – naast Mathieu van der Poel – een WK veldrijden wonnen in de laatste tien jaar, kan je niet anders dan een stevig onthoofd kampioenschap noemen. “Heeft het nog zin om te kijken?”, opperde ex-wereldkampioen Roger De Vlaeminck zelfs.
“Een WK is het hoogst haalbare in een veldritseizoen”, vindt Vanthourenhout. “Daar wil je alle kanshebbers bij hebben. Dat zou dan voor mij het belangrijkste argument zijn om het WK naar voren te schuiven.” Nu ook naast de Grote Drie steeds meer renners kiezen om verschillende wielerdisciplines te combineren, zou een kalenderwijziging de combinatie van het WK veldrijden met het Vlaamse voorjaar wat haalbaarder moeten maken. Zo hebben Van Aert en co meer tijd om hun klassieke campagne optimaal voor te bereiden.
“De wielrennerij is de dag van vandaag zodanig veranderd ten opzichte van de tijd van Roger De Vlaeminck”, aldus Vanthourenhout. “Als je wil meedraaien op het hoogste niveau, moet je nu eenmaal keuzes maken. Dat is de realiteit van 2023 en dat moet je aanvaarden. Een voorbereiding wordt steeds vroeger aangevat. Alle respect dus voor de beslissingen van Van Aert en Pidcock dit seizoen.” Maar het zet iedereen wel aan het denken richting de toekomst.
+ ‘Echte’ crossers nog niet moegestreden
Bovendien geef je met deze positionering de renners die zichzelf bestempelen als ‘fulltime crosser’ een grotere kans op de wereldtitel. Begin februari is het beste er dikwijls al af bij renners die zichzelf een heel seizoen afpeigeren om de verschillende regelmatigheidsklassementen binnen te halen.
Dat is niets nieuws, natuurlijk. Toen Sven Nys tussen 2005 en 2015 aan de top van de cross stond, domineerde hij vaak het hele crossseizoen. Om het op de dag van het WK te moeten afleggen tegen frissere renners, die zich in de kerstperiode hadden gespaard. Of hij werd geklopt door wegtoppers als Lars Boom en Zdenek Stybar. Zij begonnen immers pas een pak later aan hun crosswinter.
“Dat is wat Eli Iserbyt nu een beetje vreest”, legt Vanthourenhout uit. “Je kunt hem dat moeilijk kwalijk nemen. Hij rijdt bijna alles, terwijl iemand als Mathieu van der Poel extra fris aan het WK begint en dus sowieso een grotere kans op de titel maakt. Ik snap dan wel dat hij, met de klassementen, liever al een prijs binnen heeft.” Wil je de Iserbyts hun kansen laten groeien, dan zou een vroeger WK geen slechte oplossing zijn. Nu lijken de pure crossers immers dubbel in het nadeel.
+ Pal in het hart van het crossseizoen
Ook verzekert het WK veldrijden zich op die manier van de periode waarin de cross het hardste leeft. De toeschouwersaantallen ter plaatse, de kijkcijfers op televisie en media-aandacht bereiken traditioneel hun hoogtepunten in de periode tussen Kerst en Nieuwjaar, en daar zou het WK veldrijden zo optimaal van kunnen profiteren. “Dan weet je in ieder geval dat het plaatsvindt in het hart van het crossseizoen”, zei hoofdredacteur Maxim in de WielerFlits Podcast.
Minpunten
– Ten koste van klassementscrossen
Natuurlijk zijn er ook een pak argumenten tégen een vroeger wereldkampioenschap veldrijden. “We moeten de traditie die we hebben ook ergens in ere houden”, denkt Vanthourenhout. “Wat doe je met de organisatoren die dan plots na het WK vallen? Of degene die nu in de kerstperiode organiseren? Misschien zien zij dan juist meer afhakers?”
“Vroeger waren de crossen vlak na het WK, zoals bijvoorbeeld Lille, echte hoogdagen”, vult Erwin Vervecken van organisatiebureau Golazo aan. “Het was de periode van het jaar dat de cross op zijn piek zat, waar echt iédereen aan de start wilde komen. Sven Nys, Niels Albert, Zdenek Stybar: noem maar op. De laatste jaren is dat minder. Wout en Mathieu crossen niet meer na het WK, zelfs Thibau Nys en Tom Pidcock niet. Als je het WK nog meer naar voren legt, zullen er nog meer slachtoffers zijn bij de organisatoren.”
Daar hebben de bondscoach en Vervecken een goed punt. Als we het WK vlak na de kerstperiode zouden leggen, dan zouden alle kerstcrossen waar we nu zo hard naar uitkijken, misschien nog meer renners hier en daar zien afhaken. Of simpelweg voor een stage kiezen, ter voorbereiding van de belangrijkste cross van het jaar. Dan gooi je de gouden periode van de cross in België volledig weg.
– Wat in de generatie ná de Grote Drie?
Zo zie je maar, op nog geen tien jaar tijd kunnen de belangen volledig veranderen. “En binnen tien jaar kan de situatie wéér helemaal anders zijn”, stipt Vervecken aan. “We zitten momenteel met drie uitzonderlijke talenten. Toevallig valt de kerstperiode voor hen heel goed, en zien we hen juist in die paar weken overal. Maar in mijn tijd was het juist omgekeerd. Dan was de kerstperiode de enige week dat je er überhaupt aan dacht om crossen te skippen.”
Met andere woorden: wat volgt er ná het tijdperk Van Aert-Van der Poel-Pidcock? Als we het WK zouden verleggen, is dat misschien de beste optie om de Grote Drie nu naar het WK te lokken. Maar niets kan garanderen dat de komende generaties op dezelfde manier gaan redeneren en hun seizoensplanning op die manier maken. “Dit is een tijdelijke situatie. De belangen veranderen pijlsnel.”
– Praktische haalbaarheid bij de UCI
Een derde belangrijk tegenargument vindt Vervecken bij de Internationale Wielerunie UCI zelf. “Zij hebben drie keer per jaar hun eigen congres, een grote vergadering met het hele managementcomité. Tijdens het WK veldrijden en het WK op de weg, dus eind januari en eind september. De derde valt eind juni, in Aîgle op het hoofdkwartier van de UCI zelf.”
“Als je het WK naar begin januari of eind december plaatst, dan is dat voor de mensen van dat congres minder ideaal. Ten eerste wordt de spreiding van ieder congres met telkens drie maanden ertussen dan niet behouden. Ik denk ook, hoe ga je al die mensen een week van hun families weghouden tijdens de feestdagen? Dat lijkt me praktisch niet haalbaar voor de UCI.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.