Wout van Aert: “De koers van mijn leven? Dat is journalistenpraat”
foto: Cor Vos
Nico Dick
zondag 26 september 2021 om 08:30

Wout van Aert: “De koers van mijn leven? Dat is journalistenpraat”

Interview Wout van Aert sprak een laatste keer de media toe vanuit Hotel Van der Valk in Mechelen, de uitvalsbasis van Team Belgium voor de WK-wegritten. De Belgische kopman oogde ontspannen, ondanks alle focus op hem. Zelfs over de tactiek van de ploeg, deed hij absoluut niet geheimzinnig…

Een 20-tal journalisten van de geschreven pers en een viertal cameraploegen. Vooral Belgen en Nederlanders. Het Rubens-zaaltje in het Van der Valk was niet eens helemaal volgelopen. Dat had wellicht ook te maken met de overlapping: een half uur verderop waren de junioren immers al hun WK aan het rijden. Maar eigenlijk maakte het voor Van Aert ook allemaal niet uit. Welke vragen hij ook kreeg voorgeschoteld, hij bleef de rust zelve, af en toe met een vleugje humor.

Van Aert heeft op zijn 27ste zowat alles meegemaakt wat media-verplichtingen betreft. Hij leerde het jaren geleden in de cross, waar hij samen met Mathieu van der Poel al op zijn 18de in de belangstelling stond. Hoeveel keer heeft hij niet moeten uitleggen waarom hij ‘weer’ tweede was geworden? Tot vervelens toe. Maar het heeft hem wel voor een deel gevormd. We zagen Van Aert door de jaren heen groeien in zijn rol. De nukkigheid waarmee hij vroeger al eens een vraag beantwoordde, merk je vandaag nog zelden.

Speciaal
“Dat dit WK dé koers van mijn leven wordt? Ach, dat is journalistenpraat. De beleving zal uniek zijn, maar er zullen nog wel kansen komen om wereldkampioen te worden”, vertelt hij. “Ik zadel mezelf heus niet op met de stress dat het zondag moét gebeuren. Natuurlijk zou wereldkampioen worden voor eigen volk bijzonder speciaal zijn. Maar Tokio was ook speciaal, want de Spelen vinden maar om de vier jaar plaats. Dat had dan ook de koers van mijn leven kunnen zijn.”

“En die Tourrit met aankomst op de Champs Elysées, dat kon ook de koers van mijn leven zijn. Want hoeveel keer kan je in één en dezelfde Tour een bergetappe, een tijdrit en een massasprint winnen? Nee, daarmee gaan jullie mij geen extra stress aanpraten.” De rust en zelfverzekerdheid waarmee Van Aert de pers te woord staat, die straalt hij dezer dagen ook uit naar zijn ploegmaats. Ook zij zien hem blinken in zijn vel.

En geen Belg die er zondag aan zal denken om voor eigen succes te gaan. Ook dat heeft Van Aert – deels met dank aan het werk achter de schermen van bondscoach Sven Vanthourenhout – netjes voor elkaar. Nee, ook Remco Evenepoel niet. Pols lukraak een van de zeven ploegmaats naar hun doel zondag, je krijgt steevast hetzelfde antwoord: “Wout aan de wereldtitel helpen.”

“Fijn om vast te stellen”, vertelt de kopman daarover. “De neuzen wijzen inderdaad allemaal in dezelfde richting. Wielrennen is een teamsport. Je hebt een ploeg nodig die achter de kopman staat. Dat is dit WK sowieso het geval. Iedereen kent zijn rol, iedereen wist die al toen hij geselecteerd werd. Dat is Sven zijn verdienste. Dat ze ook nog eens conditioneel top zijn, zorgt ervoor dat ik met heel veel vertrouwen van start kan.”

“Ik geloof Remco”
Voor alle duidelijkheid, ook Van Aert zelf laat niets aan verbeelding over wat dat kopmanschap betreft. “Dat Remco Evenepoel in Tokio niet de beste beurt heeft gemaakt als ploegmaat? Die bladzijde is omgeslagen. Sven heeft daarover met Remco gepraat. De voorbije dagen heeft Remco zelf al meermaals verteld dat hij zich uit de naad wil rijden voor mij. Ik geloof hem. Hij is ook een meerwaarde in de ploeg, een sterk wapen. Als we hem vooruit sturen, moet de rest in de verdediging. Maar als we hem vooruit sturen, is dat in functie van mij”, voegt Van Aert er fijntjes aan toe. “Om mij uiteindelijk in winnende positie te krijgen.”

“Kijk, de bedoeling is om mij zo ver mogelijk te krijgen zonder dat ik energie heb moeten verspillen. Dat ik me zo lang mogelijk kan sparen. Een scenario zoals in Tokio moeten we vermijden. Daarom zal ik ook zelf niet te veel initiatief nemen als het niet opportuun is. Ik wil ook niet het risico lopen snel geïsoleerd te geraken. Ik ga liever de finale in met nog een of twee landgenoten bij mij.”

Op verkenning met de ploegmaats  – foto: Cor Vos © 2021

Dat dat kan leiden tot een sprint met een uitgebreide groep, lijkt hem niet meteen te deren. “Als ik wereldkampioen wil worden, zou het niet goed zijn te denken dat ik niet met die of die andere renner op pad wil. Ik durf tegen iedereen te sprinten. Caleb Ewan? Dat kan een hele lastige klant worden. Laten we hopen dat die de opeenvolging van hellingen niet overleeft. Maar als hij Milaan-San Remo-benen heeft…”

Mathieu van der Poel? Ook met hem durf ik naar de meet, maar dan weet ik uiteraard dat ik nog geen gewonnen spel heb. Ik ben de sprint van de Ronde van Vlaanderen van vorig jaar niet vergeten. Maar ik mag vooral ook geen schrik hebben van een sprint. Het is een van mijn wapens.” Van Aert dropt nog een paar namen. “Pidcock is altijd goed als hij ergens op focust. Mohoric is een te duchten concurrent. Samen met Van der Poel en Ewan dus. En als je het over blokken hebt, noem ik Denemarken, Frankrijk en Italië als de sterkste teams naast België.”

RIDE Magazine
1 Reacties
Sorteer op:
24 september 2021 20:36
Speelt Wout van Aert de underdog?

Adrie van der Poel wreef hem dat al aan in 2015 bij Wielerflits:

Adrie van der Poel: "Van Aert underdog? Wat een flauw ventje"https://www.hln.be › nieuws › adrie-van-der-poel-van-a...
24 jan. 2015 — Mathieu van der Poel en Wout van Aert zitten letterlijk en figuurlijk in hetzelfde schuitje. Volgende week rijden ze hun eerste WK bij de ...
Ontbrekend: zielig ‎| Moet het volgende bevatten: zielig

Om te reageren moet je ingelogd zijn.