Tim Merlier over Wout van Aert (deel II): “Hij is een geboren leider”
© Gregory Van Gansen
dinsdag 8 oktober 2019 om 19:00

Tim Merlier over Wout van Aert (deel II): “Hij is een geboren leider”

Wout van Aert en Tim Merlier hebben minstens een aantal dingen gemeen. Allebei veldrijders van opleiding. Vier jaar lang ploegmaats. Best friends ook. En sinds deze zomer: allebei Belgisch kampioen… op de weg. WielerFlits bracht de twee samen voor een openhartig gesprek. Gisteren las u deel I. Hieronder leest u deel II. 

Even terug naar de zomer van Wout van Aert. Tim, jij kent zijn capaciteiten al langer. Maar ik mag aannemen dat hij jou toch heeft verbaasd?

Tim: “Deels. Wanneer je me vóór de start van de Ronde van Frankrijk had gevraagd: is Wout in staat een rit te winnen? Dan was ik de eerste om ja te zeggen. Maar dat hij het in een sprint zou doen… Wow. En nog straffer: dat hij de motor van Team Jumbo-Visma was in de ploegentijdrit, had ik ook niet verwacht.”

Wout: “Voor de start van het seizoen had ik dat ook niet durven dromen. Ik vertrok zelfs naar de Dauphiné met het gevoel dat ik daar niet veel kon gaan uitrichten. Als je dan met twee ritzeges naar huis komt, begin je wel te hopen.”

Antwerpen – © Gregory Van Gansen

Opvallend: ondanks het pas zijn eerste jaar bij Jumbo-Visma is, merkten we tijdens de Tour dat Wout zich al opwierp tot leidersfiguur?

Tim: “Wout is een geboren leider. Ik heb hem niet anders gekend. Het typeert zijn karakter. Als hij tijdens de meetings iets zei, werd er geluisterd en werd dat opgevolgd. Hij heeft natuurlijk ook die status.”

Wout: “Goh. Feit is dat ik er niet tegen kan dat de dingen niet benoemd worden. Ik wil niet dat er tijdens een briefing alleen maar verteld wordt wie de kopman is. Ik wil concreet weten hoe we de dingen gaan aanpakken. Alles staat of valt met een plan. Op kilometer 50 gaan we dát doen, op kilometer 10 moet die dáár zitten. Het is belangrijk dat dit op meetings goed doorgepraat wordt. Het is dan dat het moet gebeuren. Tijdens de koers nog van alles in die oortjes liggen brullen, dat is het ook niet, hoor.”

Hallo Tim? Moet jij als topsprinter en kopman van je ploeg ook niet iets meer leider zijn? 

Tim: “Ik heb daar de ballen niet voor, vrees ik. Als Wout iets te vertellen heeft, zal hij dat rechtuit zeggen. Ik ga eerst wat rond de pot draaien.”

Wout: “Bij Jumbo-Visma heerst natuurlijk die typisch Nederlandse mentaliteit. Iedereen is recht voor de raap en dat we onze mening geven, wordt als normaal beschouwd. Je hoeft daarom niet akkoord te zijn. Er wordt over gepraat, gediscussieerd. Zo’n meeting kan wel even duren. En ja, dat zit ook wel in mijn aard, denk ik.”

Tim: (glimlacht) “Ik zal er aan werken. Ik ga me omscholen van knecht naar kopman.”

Wout: “Hij is al geëvolueerd, denk ik. Tot vorig jaar gaf Tim amper aanwijzingen in de finale. Hij koos vooral zijn eigen weg. Als ik zie hoe hij nu gebracht wordt… Volgens mij kan dat alleen maar als hij die mannen stuurt.”

Tim: “Euh… Ik zal eerlijk zijn: ik heb dat dit jaar te danken aan mijn ploegmaats Jonas Rickaert en Otto Vergaerde. Vooral Jonas. Die leest de koers zó goed dat ik daar blindelings op vertrouw. Pas na het BK ben ik wel zelf wat meer gaan sturen. Maar ik besef dat ik daar moet in groeien en verbeteren. Dat heeft ook met zelfvertrouwen te maken. Soms geloof ik nog niet genoeg in mezelf. Maar dat komt wel.”

Verrassend wel, dat gebrek aan zelfvertrouwen…

Tim: “Het gaat echt de goede kant op. Weet je wat mij geholpen heeft? De media-aandacht in de aanloop naar het Belgisch kampioenschap. Heel wat sporters zouden door die aandacht blokkeren. Bij mij werkte dat omgekeerd. Ik zag dat als een teken van geloof in mij. En hoe meer mensen in mij geloven, hoe meer ik ook in mezelf begin te geloven. Ook de ploegleiding speelt daarin een belangrijke rol. Als ze mij voor een koers met een iets zwaardere finale vertellen: Tim, jij kan hier overleven,  dan geloof ik dat ook.”

Wout: “Wel knap hoe Tim is omgegaan met die druk op het BK. Na zijn overwinning in de Elfstedenronde verwachtte iedereen hem, maar om het dan ook nog te doen: chique!”

Wout, jouw glimlach bij het overschrijden van de finish (zie foto onder), verraadde jouw sympathie voor de nieuwe Belgische kampioen.

Wout: “Ik zat hij het opdraaien van de laatste rechte lijn zo ver dat ik toen al dacht dat het niet voor mij zou zijn. Dus was ik natuurlijk tevreden dat Tim won. Al moet ik toegeven dat ik het ’s avonds toch wel als een gemiste kans zag. Misschien had er meer ingezeten. Maar het is hem zó gegund!”

BK Gent – Cor Vos © 2019

Tim: “Ik ben echt fier op die trui. Al sloeg ook dan de twijfel weer even toe. Dan sta je daar op dat podium en denk je: Aiai, wat gaat dat worden? Ik was bang dat ik geen koers meer zou winnen. Er zijn er wel meer die het lastig hebben gehad om te winnen met die tricolore rond de schouders. Gelukkig was de kop er snel af. Het was dan wel niet op het hoogste niveau, maar winnen is winnen. Daar trek je je aan op. Met zes zeges mag ik terugblikken op een prima zomer.”

In 2020 zal je ongetwijfeld een aantal voorjaarskoersen in dat shirt rijden. Is het belangrijk om in andere wedstrijden dan Mathieu uitgespeeld te worden?

Tim: “De ploegleiding weet dat ik er geen probleem van maak om in dienst van Mathieu te koersen. Maar misschien willen ze dat nu niet echt, net door die driekleur. Ik vermoed dat het wel de bedoeling zal zijn dat ik meer de sprintkoersen betwist, terwijl Mathieu de topklassiekers rijdt. Wat dan weer niet onlogisch is.”

Even puur hypothetisch: Jij en Mathieu van der Poel rijden samen Gent-Wevelgem en jullie overleven allebei de hellingenzone in een uitgedund peloton van dertig renners. Wat dan?

Tim: “Dan zullen de benen spreken en zal ik wellicht als eerste plooien.”

Wout: “Fout antwoord, Tim. Als je Ieper binnenrijdt en je bent er nog bij, vertel dan al maar aan Mathieu dat hij de sprint mag aantrekken (gelach alom, red). Nee, serieus. Met die trui gaat Tim nog een stapje vooruit zetten.”

Iets helemaal anders. Met welke ingesteldheid ga je straks crossen, nu je Belgisch kampioen op de weg bent?

Tim: “Ik moet toegeven dat ik door de trui toch iets anders naar de cross kijk. Ik weet nu dat, als het tegenvalt, ik nog iets achter de hand heb. Let op hoe je dat opschrijft alsjeblief, want het is niet de bedoeling dat ik het laat hangen, hé. Zo zit ik niet in mekaar. Maar toch… Als het tegenvalt, zal ik er iets minder hard van afzien als vorig jaar.”

Wout: “Ik doe dat veldrijden te graag om zo te redeneren. Deze winter wordt het natuurlijk anders, door die blessure. Maar ik vind resultaten belangrijk. Het is wel iets gemakkelijker te relativeren als het tegenslaat, maar dat veegt eventuele slechte uitslagen niet uit.”

Wout, we vergeten even deze winter en kijken al een jaar vooruit. Blijft het jouw doel om Mathieu van der Poel te bekampen in het veld?

Wout: “Ik het zeker het gevoel dat ik de laatste twee jaar in het veld niet op de top van mijn kunnen gefietst heb. Het niveau van toen wil ik zeker opnieuw bereiken, ja. Of dat zal volstaan om Mathieu te kloppen, is iets anders. Maar mij bij voorbaat neerleggen bij zijn suprematie, dat weiger ik.”

Een testje om te zien hoe goed jullie elkaar kennen. Tim, wat is de sterkste karaktertrek van Wout van Aert?

Tim: “Hier moet ik geen seconde over nadenken: zijn kop! Wat een doorzettingsvermogen. Wout van Aert geeft nooit op. Zie maar wat hij nu meemaakt. Hij heeft al zijn doel gesteld om toch nog te crossen, deze winter. Wel, zo zal het gebeuren. Zijn gedrevenheid kent geen grenzen. Ik kan voorbeelden zat geven. Als we zes uur moesten trainen, dan zou dat nooit vijf uur en vijfenvijftig minuten geweest zijn.”

© Gregory Van Gansen

Is er iets waarvoor jij Tim benijdt?

Wout: “Ik ben jaloers op de rust die hij uitstraalt. Volgens mij is het feit dat Tim soms iets te gelaten is, ook net zijn grote sterkte. Denk maar terug aan dit voorjaar. Ik zie hem daar nog rondrijden in die zwarte trui. Dat was eind mei, hé. Een maand voor het BK wist hij nog niet bij welke ploeg hij zou terechtkomen. Hij is daar heel rustig onder gebleven en is kampioen geworden. Ik heb vorig jaar iets dergelijks meegemaakt. Door die contractbreuk had ik best veel zorgen aan mijn hoofd. Geloof me, het is echt niet evident om dan op je best te presteren. Ferm hoe Tim daar in geslaagd is.”

Tot slot krijgen jullie nog een drietal dilemma’s. Wie van jullie sprint het snelst na een rustige, vlakke etappe van 200 kilometer?

Wout: “Tim”
Tim: “Ik denk het ook.”

Opnieuw sprint, maar na een wedstrijd van 260 kilometer waarin stevig gekoerst is…

Wout: “Voorlopig ik, omdat ik het al meer heb gedaan. Maar eenmaal Tim die afstand in de benen zal hebben, kan dat omslaan. Wat je na 200 kilometer kan, moet je ook na 260 kilometer kunnen.”
Tim: “Wel, daar is iets van. Als ik de finish ruik, dan ben ik ‘nen nieuwen‘. Maar ik moet wel eerst aan die finish geraken, natuurlijk.”

Nog een laatste. Wie wint de sprint na een lastige etappe met finish licht bergop? 

Tim: “Dat is voor mij iets moeilijker. Op training hebben we veel sprintjes bergop gedaan tegen elkaar. Ik heb er niet te veel gewonnen. Maar er zijn zoveel andere factoren die een rol spelen in een massasprint… Ik zeg nu Wout, maar ik ga proberen het tegendeel te bewijzen.”
Wout: “Wat is licht bergop?”
Tim: “Iets zoals de finish in de GP Pino Cerami? Oei, dat is toch iets te zwaar voor mij.”
Wout: “Allez dan. Ik word elfde, jij twaalfde.”

RIDE Magazine
1 Reacties
Sorteer op:
11 oktober 2019 08:24
Leuk interview met de beide heren en met veel plezier gelezen.

Om te reageren moet je ingelogd zijn.