Wout van Aert jaagt op ritwinst: “In een massasprint, overgangsetappe of de tijdrit”
foto: Cor Vos
Nico Dick
dinsdag 6 juli 2021 om 08:10

Wout van Aert jaagt op ritwinst: “In een massasprint, overgangsetappe of de tijdrit”

Interview “Een week vol gemengde gevoelens”, noemt Wout van Aert het eerste deel van de Tour. “Maar ik voel dat ik beter word. Nu ik niet meer vooraan in het klassement sta, hoop ik op meer vrijheid om ritwinst na te jagen. Al kan het uiteraard ook in een massasprint.”

Hoe kijk je persoonlijk terug op de eerste negen dagen?
“Ik heb op zich geen slechte week achter de rug, maar ik kwam duidelijk nog tekort om mee te doen voor ritwinst. Dus met gemengde gevoelens. Ik voel wel dat ik beter word. Ik ben op de goede weg.”

Wat is jouw moment van de week?
“Die lange ontsnapping in de zevende rit, die van 250 kilometer. Het was plezant om zo aanvallend te kunnen koersen.”

Met de ploeg zaten jullie in de hoek waar de klappen vielen. Hoe groot is het verschil met vorig jaar?
“Toen liep alles vanaf dag één op wieltjes en hadden we controle over de koers. Dit jaar zit het tegen vanaf het begin en als er al kansen kwamen, grepen we er naast. Dat is inderdaad compleet anders. Anderzijds hebben we, samen met de rest van de wereld, ontdekt hoe sterk Jonas Vingegaard is.”

“In dat opzicht hebben we wel nog een mooi doel in het klassement. Hij is nog super jong en dit is een fantastische ervaring voor hem. Kijk, niet alleen Primož Roglič had zich optimaal voorbereid op deze Tour, we hebben hier allemaal naartoe gewerkt. Dat gaan we niet zomaar opgeven zonder moeite te doen. Er komen nog mooie dingen op ons pad.”

Er zijn een aantal sprinters naar huis. Is dat positief of negatief in jouw jacht op ritwinst in een massasprint?
“Waarmee je bedoelt dat er minder controle zou zijn? Cavendish is er nog steeds. Philipsen, Bouhanni… Sprinters genoeg. En het zijn in die etappes dat ze het moeten doen, dus zullen ze wel controleren. En dat Ewan, Merlier en Démare eruit zijn, verhoogt statistisch gezien mijn kansen in de sprint.”

foto: Cor Vos

Krijg jij nu een lead-out in die sprints?
“Ik krijg sowieso Mike (Teunissen, red.) in steun. En er is ook nog Tony (Martin, red.) in de voorbereiding. De andere ploegmaats zijn klimmers die Jonas gaan bijstaan. Maar Mike en Tony zijn sterke kerels. Mét ervaring. Mike heeft die ervaring ook in de sprints, hij zal me wel in positie kunnen brengen.”

Heb je een indicatie of je in massasprints al top bent?
“Die ene sprint die ik heb meegedaan, is geen referentie. Ik zat te snel en te veel in de wind en moest ook nog in de remmen, waardoor ik amper aan sprinten toe kwam. Dat is dus moeilijk in te schatten. Maar meestal gaat het in de sprint zo snel dat diegene die nog overschot heeft om aan te zetten, ver komt. Aangezien mijn conditie beter wordt, zit dat volgens mij wel goed.”

Gisteren ben je vroeg gelost. Uit voorzorg? Of ging het ook echt te hard voor jou?
“Het was sowieso niet de bedoeling om aan te dringen. De gele droom was voorbij en ik zou niet weten hoe ik anderhalve minuut sneller had kunnen rijden dan Pogačar. Wat voor zin had het dan nog om aan te dringen? Dan verlies ik beter zoveel mogelijk tijd in de hoop meer ruimte te krijgen in de overgangsritten.”

“Anderzijds wilde ik gisteren wel langer Jonas bijstaan. Hij verdient die steun in de positie waarin hij nu staat, maar ik moet bekennen dat ik daar na twee zware dagen niet klaar voor was. Toen de snelheid in het peloton omhoog ging, zeiden ook de benen dat ik het rustiger aan moest doen.”

Ligt het niveau hoger dan verwacht?
“Vorig jaar lag het niveau ook hoog. Wat ik wel straf vind is dat het de laatste drie dagen telkens weer oorlog is geweest om in de vroege vlucht te geraken. In de voorbije twee edities waaraan ik deelnam, beperkte zich dat tot één keer. Nu drie keer op rij. In combinatie met het slechte weer maakt dat wel indruk. Gisteren dacht ik ook: allez kom, iederéén heeft toch al drie dagen afgezien en toch blijven ze er voor gaan. Ik snap dus wel van waar de vaststelling komt.”

foto: Cor Vos

“Die oorlog is ook te begrijpen. Wie Pogačar ziet rondfietsen, weet dat je die niet gaat kloppen door in zijn wiel te blijven zitten. Dus wil iedereen mee in de ontsnapping om op die manier een prijs te pakken. Daardoor gaat het lang hard. Er is nog de strijd voor groen, met die tussensprints net na een klim. Er is elke dag wel iets.”

“Maar ik sta niet aan de kant van diegenen die dat verdacht of raar vinden, voor alle duidelijkheid. We zijn in de Tour de France. 160 van de 180 renners hebben een hoogtestage achter de rug. Voor het meerendeel van het peloton is dit hét hoofddoel van het seizoen. Dat het niveau zeer hoog is, lijkt me de logica zelve.”

Vind jij Pogačar sterker dan een jaar geleden?
“Vorig jaar was hij na de eerste rustdag ook al de grootste concurrent van Primož. Maar het nummertje dat hij zaterdag opvoerde, is zelden gezien. Ik was net uit de favorietengroep gelost toen het ontplofte en ik heb nog 36 kilometer in mijn eentje gereden. Dat is wel heel ver van de finish. Dus ja, hij is beter.”

Naast de massasprints en de overgangsetappes heb je ook nog de tijdrit in Bordeaux als doel. Heb je het parcours verkend?
“Nee. Maar Grischa (ploegleider Niermann, red.) en Primož wel. Ik moet zeker de beelden nog een keer bekijken. Maar die tijdrit is meer rechttoe rechtaan en telt minder hoogtemeters dan de eerste, dus zou hij me op papier nog iets beter moeten liggen.”

Je hebt nog een pak kansen op ritwinst. Maar zou je nu tekenen voor eentje?
“Jawel. Als je een rit kan winnen in de Tour, mag je dat vooral niet als normaal beginnen beschouwen. Voor de Tour kreeg ik de vraag hoeveel ritten ik hier wilde winnen. Dat was duidelijk iemand die niets van koers kent…”

Aan hoeveel procent van je kunnen denk je momenteel rond te fietsen?
(kurkdroog): “96,3 procent. Nee, ik kan dat niet inschatten. Zeker geen 80 procent, zoals je sommigen wel eens hoort zeggen. Je koerst hier op het allerhoogste niveau en ik doe goed mee. Dan zit je niet te ver meer verwijderd van de 100 procent en dan hangt het af van kleine details om op je best te zijn.”

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.