Wout van Aert gaf zijn toch al indrukwekkende voorjaarscampagne nog eens extra glans met de tweede plek in de E3 BinckBank Classic. Eerder was hij al dertiende in Omloop Het Nieuwsblad, derde in Strade Bianche en zesde in Milaan-San Remo.

“Dat is heel mooi en zeker vandaag was het toch een van de moeilijkste koersen van het voorjaar”, vertelde Van Aert aan Sporza na afloop van de wedstrijd. “Ik heb ook al gevoeld dat het nog wat lastiger was dan de vorige koersen, maar ik ben blij dat ik weer finale kon rijden.”

Atypische sprint
In de finale bleef de Belg van Jumbo-Visma over met Zdeněk Štybar, Greg van Avermaet, Alberto Bettiol en Bob Jungels. In de allesbeslissende sprint moest hij dan zijn meerdere erkennen in Štybar. “Als je hier naar de finish komt met vijf jongens, denk je natuurlijk aan winnen.”

“In je achterhoofd weet je dat Štybar wel een voordeel heeft doordat hij twintig kilometer in het wiel kon zitten. Maar het is altijd een atypische sprint na zo’n koers. Je kunt moeilijk een sprint aangaan met de gedachte, dat tweede zijn ook goed is.”

Gefocust op Štybars aanval
Op drieënhalve kilometer van de meet probeerde Štybar al weg te rijden bij zijn concurrenten, maar Van Aert reageerde als door een wesp gestoken. “Ik was gefocust op die aanval, omdat ik wist dat die ging komen.”

“Dat was heel slim van hem; want ook al reed hij niet weg, hij matte ons daarmee nog extra af. We mochten hem geen tien meter geven, want dan hadden we hem niet meer teruggepakt. Makkelijk was het niet, maar het was de enige tactiek om meteen op het wiel te zitten”, aldus de Belg.