Wout van Aert: “Offday zoals ik er nog maar zelden een heb gehad”
©Photopress.be
dinsdag 20 november 2018 om 19:58

Wout van Aert: “Offday zoals ik er nog maar zelden een heb gehad”

Column Ik had uitgekeken naar de wereldbekermanche in Tabor. Omdat ik die buitenlandse opdrachten altijd best leuk vind. Het is ook een aangenaam weekend geworden. Op dat ene uurtje na dan. Een offday zoals ik er nog maar een paar heb gehad in mijn profcarrière. Mijn relaas van een weekendje Tsjechië…

In een eerdere column had ik het al uitvoerig over die weekends met twee klassementscrossen. Tabor-Hamme was er ook zo een. Omdat ik in functie van volgend voorjaar af en toe een wedstrijd laat schieten, beperkte ik me ook hier tot de wereldbekermanche. Zo’n trip probeer ik altijd goed te plannen. Ik steek daar best wat tijd in. Ideaal voor mij is om twee dagen voor de wedstrijd al de verplaatsing te maken. Donderdag vloog ik vanuit Eindhoven naar Praag om van daaruit met de wagen naar Tabor te rijden. Diezelfde dag maakte ook mijn entourage met de camper de verplaatsing naar het Zuid-Boheemse stadje. Zo waren we donderdagavond allemaal ter plekke en kon ik op vrijdag mijn wedstrijdsimulatie doen zoals ik dat normaal ook in eigen land doe. En dat is toch weer eens in een andere omgeving. Daar kan ik echt van genieten.

Met vertrouwen van start
Tot zover liep alles prima. Ook met het vertrouwen zat het goed in de aanloop naar de wedstrijd. Ik voelde me goed in mijn vel en het harde werk dat ik de voorbije weken geleverd had om de bewuste balkenpassage in Tabor al fietsend te nemen, leek ook te renderen. Belangrijk, want in het verleden was dat een strook op het parcours waar Van der Poel meer dan eens het verschil kon maken. Ik herinner me een wedstrijd van een jaar of vijf terug – ik was toen eerstejaarsbelofte – waar Mathieu vooruit reed met mij en Gianni Vermeersch. Elke ronde speelde hij daar met ons door er een kloof te slaan van een vijftal seconden. Die konden we een paar keer dichten, maar zoiets kost een pak energie. Uiteindelijk reed ik daardoor toch achter de feiten aan en profiteerde Mathieu optimaal van dat voordeel. Dat ik daar zaterdag wel redelijk vlot over sprong, gaf extra voldoening. Mentaal niet onbelangrijk om te focussen op iets positief.

Dus ging ik vol vertrouwen van start, zaterdagnamiddag. De openingsronde ging ook goed. Ik beantwoordde vlot een eerste versnelling van Mathieu. Maar een rondje later kreeg ik al een kleine terugval. Toen Van der Poel een paar lengtes nam, kon ik het wiel van Michael Vanthourenhout niet houden. Wat later probeerde ik de kloof met Michael te overbruggen, maar ook dat lukte niet. Het moment dat dat besef er kwam, besliste ik om me in het groepje met Van der Haar, Soete en Aerts even afzijdig te houden en op adem te komen. Tot ik plots in de bochten fouten begon te maken. Het duurde drie bochten vooraleer ik besefte dat ik lek reed. Net aan die kant van het parcours waar je met een fietswissel veel terrein prijs gaf omdat je er compleet je snelheid verloor. Toen ik de post uitreed, zat ik in een groepje met onder meer Joris Nieuwenhuis in strijd voor plaats zeven. We raapten nog Daan Soete op en ik bleef jagen om toch nog terug naar Toon Aerts en Quinten Hermans te rijden, maar – ook al merkte ik dat ook Toon zijn beste dag niet had – ik kwam geen meter dichter. Als ploegmaats hadden zij uiteraard wel wat steun aan elkaar terwijl ik het werk alleen moest opknappen, maar ik was zelf ook niet goed genoeg. Dat merk je in Tabor vooral op die lange stukken vals plat. Ik had zaterdag gewoon onvoldoende power in de benen. Elke ronde had ik het daar weer moeilijk.

Eindklassement blijft een doel
Uiteindelijk klopte Kevin Pauwels me nog in de laatste rechte lijn, waardoor ik pas als zevende eindigde. Zonder die leegloper had ik wellicht kunnen meedoen voor plaatsen drie, vier en vijf. Maar op dit parcours blijft het moeilijk om na pech terrein goed te maken als je niet over je beste benen beschikt. Zonde, natuurlijk. Na de WB-manches in de VS had ik gehoopt om de achterstand op Toon Aerts kleiner te maken, maar nu zet ik een stap terug. Ik ben wel het beste van mezelf blijven geven, omdat die Wereldbeker een doel op zich is. Niet evident als je niet gewoon bent om tussen plaatsen vijf en tien te rijden. Dan voel je al eens de verleiding om het te laten lopen. Maar ik wilde dat eindklassement zeker niet opgeven, dus ben ik blijven knokken.

Uiteraard was de ontgoocheling groot. Toch heb ik snel de knop proberen om te draaien. Na de wedstrijd zijn we met de wagen nog een tweetal uur doorgereden naar het pension van Zdenek Stybar. ’s Avonds zijn we in het centrum van Stribro nog iets lekker gaan eten met het hele gezelschap, zondagvoormiddag ben ik 115 kilometer gaan fietsen in de buurt. Ik schrok er overigens van de schoonheid van de natuur in de streek. Zondagnamiddag na de lunch vertrokken we met de wagen terug naar België.

Stage in Calpe
Nog één weekend – met de dubbel Wachtebeke-Koksijde – vooraleer ik op stage vertrek naar Calpe. Het zal met een dubbel gevoel zijn. Enerzijds omdat ik er absoluut nog niet alles heb kunnen uithalen en ik naar competitie verlang, anderzijds omdat ik op dit moment niet anders kan dan investeren in training om beter te worden. Ik laat dan wel af en toe een wedstrijd vallen, toch kan je op één week tijd die dingen niet rechtzetten. Een stage van achttien dagen zonder onderbreking leent zich daar beter toe.

Gisteren las ik ook het interview in de Belgische kranten met mijn coach Marc Lamberts. Dat de muizenissen in mijn hoofd er dieper inhakken dan ik zelf zou willen, lijkt me de essentie van het verhaal. Wellicht kan Marc – vanaf de zijlijn – daar beter over oordelen dan ik dat zelf kan. Ik heb allesbehalve het gevoel dat ik zonder energie aan de start sta. Ik begin aan elke wedstrijd met de juiste instelling. Anderzijds is zoiets ook niet echt meetbaar. Marc zal het wel bij het rechte eind hebben, denk ik. Dat ik conditioneel wat ter plaatse blijf trappelen en dat de progressie die ik de voorbije weken hoopte te maken er niet komt, daar moet ik niet flauw over doen. En dat ik minder weerbaar ben, dat voel ik zelf ook. Ik kan alleen maar hopen dat het tij snel keert. Is het niet volgend weekend, dan na mijn stage in Calpe.

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.