Wout van Aert: “Pieken naar Koppenberg en EK Rosmalen”
Gisteren heb ik – samen met Sarah – mijn intrek genomen in een hotel in Illetas, aan de zuidwestkust van Mallorca. Doel: trainen, rusten en ontspannen. Even weg uit de dagelijkse sleur. Deze week past perfect in de aanloop naar de Koppenbergcross en het EK in Rosmalen, twee wedstrijden die ik al een hele tijd heb aangestipt.

De wereldbekermanche in Bern was goed. In vergelijking met Gieten was het verschil met Mathieu van der Poel een stuk kleiner. Hem kloppen lukte nog niet. Met die ene snelle halve ronde slaagde hij er in een beslissende kloof te slaan. Die snelle ronde is ondertussen zijn handelsmerk. Hij koppelt dat perfect aan zijn uitmuntende technische vaardigheden om het verschil te maken. Elke bocht komt hij een fractie van een seconde sneller door. De optelsom is rap gemaakt.
Kan ik daar aan werken? Ja. En dat doe ik ook. Ik train meermaals op die korte sprints. Ik had in Bern ook het gevoel dat ik over voldoende explosiviteit beschikte. Het optrekken ging vlot. Maar Mathieu combineert dat dus met zijn stuurvaardigheid… Het is niet dat ik zelf een sukkelaar ben op technisch vlak. Ik zie achter mij weinig jongens die sneller door de bochten gaan. Alleen doet Mathieu dat dus nóg beter. En hoe meer bochten een parcours telt, hoe moeilijker het wordt om terug te keren. Nu, niet onbelangrijk voor mij: na dit weekend sta ik weer een stukje dichter bij hem.
Koppenberg en Rosmalen
Voor de liefhebbers: het was trouwens een razendsnelle cross, die we afwerkten aan een gemiddelde snelheid van 29 km/uur. Als je weet dat we bij de passage over die schuine kant een halve minuut lang niet boven de 10 km/u reden, dan weet je meteen ook dat we in de andere stukken af en toe tussen de 40 en de 50 km/u zijn gegaan. Ter vergelijking: ook in Ardooie lag de gemiddelde snelheid iets boven de 30 km/u, maar daar waren veel meer rechte stukken, gecombineerd met wat ik noem doordraaibochten, waarin je amper in de remmen moet. Dan werd er in Bern dus een stuk sneller gefietst.
Maar het vizier staat alweer op de volgende opdracht. Nee, niet zozeer Ruddervoorde van aanstaande zondag. Natuurlijk wil ik ook daar goed zijn, maar ik werk hier op Mallorca vooral in functie van de Koppenbergcross en het Europees kampioenschap in Rosmalen, twee wedstrijden die ik reeds voor het seizoen had aangestipt. Eigenlijk had ik al iets verder willen staan in de opbouw ervan. Ik zit nog niet op het schema dat ik voor het seizoen voor ogen had. Ik ben in orde, maar bijlange nog niet tevreden. Dat kan ik ook niet zijn met zeven tweede plaatsen. Wat Rosmalen betreft, op een kampioenschap kan ik altijd net iets meer. En de Koppenbergcross is sowieso elk jaar een doel.
Lactaat tolerantie
In functie van die Koppenbergcross las ik een aantal lactaat tolerantie trainingen in. Dat betekent dat je je lichaam en je spieren zoveel mogelijk probeert te laten wennen aan het leveren van inspanningen met melkzuur in de benen. Dat is namelijk wat je op de Koppenberg doet. Bij de start sprint je ongeveer een minuut voluit, waarbij er al heel wat melkzuur (lactaat) in de spieren wordt aangemaakt. Daarna draai je de weide in, waar na amper honderd meter al opnieuw een hellend stuk wacht waarop je à bloc moet gaan. Maar je spieren hebben in dat kort stukje recuperatie niet de tijd gehad om te herstellen, dus begin je aan die nieuwe inspanning met volgelopen benen. Door dat op training te simuleren, raken je spieren daar toch een beetje aan gewend.
Als je basis, je vermogen en je uithouding op punt staan, is dit eigenlijk het laatste onderdeel waar je nog aan kan werken om beter te worden. Ik deed het de voorbije twee weken al een paar keer en ook hier op Mallorca wordt dat een belangrijk onderdeel. Dat kan trouwens op verschillende manieren. Bijvoorbeeld door vijftien á twintig seconden vol te sprinten, dan tien seconden uit te bollen om dan opnieuw een sprintje te trekken. Of bijvoorbeeld door aan een hoog tempo een klim op te rijden om dan aansluitend nog een sprint uit de benen te schudden. Die oefening herhaal je dan een aantal keer. Best pittige trainingen, maar anderzijds ligt de nadruk deze week wel iets minder op duur: ik ga niet boven de vijf uur. Op stage kan dat anders al eens langer zijn.
Zandstrook bergop
Op die manier hoop ik binnen een tiental dagen top te zijn op de Koppenberg. Maar eerst Ruddervoorde aanstaande zondag. Dé pionier van het nieuwe veldrijden: een supersnel parcours dat lastig wordt door de snelle opeenvolging van hindernissen in combinatie met veel bochten en lussen. Niet mijn favoriete werk, maar het hoort ondertussen bij onze sport. Trouwens goed dat ze daar in West-Vlaanderen de omloop elk jaar weer wat aanpassen. Zo heb ik begrepen dat we dit jaar een zandstrook bergop voor de wielen krijgen. Goed om het aangenaam te houden, die afwisseling.
Vanaf paragraaf 2 wel een interessant stukje.
Ik ben beslist geen trainingsexpert, maar het klinkt mij niet onlogisch om lactaat-tolerantie te trainen in een vorm die representatief of relevant is voor de wedstrijd. Leuk, die 2 minuten rust die je noemt, maar als je die in de wedstrijd nu niet hebt?
De andere manier die hij noemt (20 sec sprint 10 rust), het Tabatha protocol, is een bekend en zeer effectief middel hiervoor. Ook zeer pijnlijk trouwens, ik zou het afraden als je jezelf niet een beetje haat of niet op profniveau rijdt.
Dit lijkt qua inspanning ook veel meer op veldrijden dan 60 seconden sprinten 120 seconden rust. In veldrijden kan je niet 120 seconden rusten/herstellen.
Daarnaast denk ik ook niet dat ie z'n hele trainingsschema gedetailleerd uit gaat tekenen hier.