Yves Lampaert: “Ik heb mijn zinnen ook op Kuurne gezet”
foto: Cor Vos
zondag 1 maart 2020 om 09:04

Yves Lampaert: “Ik heb mijn zinnen ook op Kuurne gezet”

Interview Jasper Stuyven pakte gisteren de mooiste zege uit zijn carrière. Voor Yves Lampaert was de tweede plaats een ontgoocheling. De West-Vlaming voelde zich vooral schuldig tegenover zijn ploegmaat Tim Declercq. “Alleen al voor al het werk dat hij heeft verzet, had ik het willen afmaken. Jammer.”


“Tim heeft een machtige, machtige beirekoers gereden.” Zo verwoordde Yves Lampaert het gisteren in Ninove. “Dan wil je het ook afmaken. Helaas. We (Stuyven en hijzelf, red.) waren elkaar nochtans waard. Op de Muur, op de Bosberg ook. We deden mekaar pijn. Man tegen man. Op de Bosberg hoopten we dat Kragh Andersen moest lossen, maar hij deed het niet. En dan…”

“Tja. Dan wordt het tactisch, hé. Hoe los je dat op? Uiteindelijk heb ik het geprobeerd op twee kilometer van de finish. Daar ben ik all in gegaan. In de hoop dat Jasper heel even naar Søren zou kijken. Dat deed hij dus niet. Blijkt achteraf dat hij ook klaar zat om hetzelfde te doen.”

“Liet me insluiten”
“In de sprint dan maar. Ik was daar niet bang van. We hebben in onze carrière nog niet veel man tegen man gesprint, omdat we meestal allebei een sprinter meehebben. Maar ik heb hem wel eens geklopt in de Ronde van Duitsland. Het zorgde ervoor dat ik niet echt zenuwachtig was. We kennen elkaar ook goed. Maar in het begin van de spurt, op 200 meter van de meet, maakte ik mijn grootste fout van de dag: ik heb me een beetje laten insluiten. Jammer. En na zo’n zware koers hangt het van details af. Voor de rest kan ik mezelf niet veel verwijten, denk ik. We waren elkaars evenknie, maar Jasper sprintte iets beter.”

Lampaert kwam ook nog even terug op het moment van de ontsnapping. “Dat was vroeg, ja. Het was zo’n tussenmoment. Er was wat vertwijfeling. Maar het waren goede coureurs die mee waren. Het duurde wel even – tot de Valkenberg – vooraleer we mekaar vonden. Ik besefte daar dat we de Wolvenberg moesten bovenkomen met een minuut voorsprong. Van dan af was het meewind, wist ik. De redenering klopte.”

95, 98, of… 110?
Vandaag mogen we de West-Vlaming opnieuw verwachten. “Ik heb ook mijn zinnen op Kuurne-Brussel-Kuurne gezet, ja. Ik ben goed in conditie, dus moet je niets laten liggen. Op hoeveel procent van mijn kunnen ik nu rijd? Goh. Hoe weet je dat? Daar bestaat geen metertje voor, hé. Ik hoop op 95. Of 98. Maar misschien moet ik binnen een paar weken vaststellen dat ik al op 110 zit…”

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.