De Poggio di San Remo: een kleine heuvel met grootse naam
foto: Cor Vos

De Poggio di San Remo: een kleine heuvel met grootse naam

Fietstoerisme De klim is slechts 3.6 kilometer lang en overbrugt een schamele 134 hoogtemeters. Goed voor het vrij onindrukwekkende gemiddelde stijgingspercentage van 3,7%. Toch is het een beklimming waar iedere wielerliefhebber reikhalzend naar uitkijkt en voor op het puntje van zijn stoel gaat zitten; de Poggio di San Remo.

Als een Italiaan het woordje Poggio op een verkeersbord ziet staan, rijden ze door zonder er enige aandacht aan te besteden. Tienduizenden zullen het er zijn, de Poggio’s, verspreid over de ruim 300.000 vierkante kilometer van het Italiaanse land. Heuveltje, betekent het simpelweg. Een woord dat net zo gemiddeld is als de andere honderdduizenden die je in een woordenboek treft.

Poggio, Sanremo, Italy

• Distance: 3.6 km, Elevation: 134 m, Avg. Grade: 3.7 %

Behalve die ene bewuste Poggio, die op een zaterdag in het voorjaar miljoenen harten harder doet kloppen: de Poggio di San Remo. Een unieke beklimming, die op papier quasi-oninteressant is maar in realiteit altijd spektakel oplevert en voor velen symbool staat voor het spannendste kwartier van het kalenderjaar. Gedurende 364 dagen per jaar stelt de klim niks voor, maar 1 dag per jaar is het het middelpunt van de wielerwereld.

Historie
Het is 1960 als de Poggio voor het eerst zijn verschijning maakt in Milaan-San Remo. La Primavera bestaat dan al 53 jaar. Vincenzo Torriani, op dat moment verantwoordelijk voor de parcoursen van onder andere MSR, de Ronde van Lombardije en de Giro d’Italia, besluit tot de toevoeging van de heuvel aan het parcours van de voorjaarsklassieker.

Niet te missen, die Poggio, al zullen de coureurs er weinig oog voor hebben – foto: Cor Vos

Of de gravitas van die beslissing dan al gezien wordt, is nog maar de vraag, maar het is een beslissing die zelfs aan het hedendaagse wielrennen nog kleur geeft, want heden ten dage is de Poggio nog altijd het sleutelpunt van Milaan-San Remo. De koers winnen op de Poggio is lastig, maar verliezen allerminst.

Het is niet enkel de beklimming zelf die de coureurs zo veel pijn doet. Het is de vermoeidheid van al bijna 290 kilometer wedstrijd die de renners dan in de benen hebben, die het ondanks de minimale hoogtemeters een gruwelijk lastige beklimming maken. Minstens zes uur, een enkele keer zelfs zeven uur, zitten de coureurs dan al op de fiets, waarna die ultieme krachtsexplosie nog moet volgen.

De Poggio kronkelt langs de Ligurische kust omhoog – foto: Cor Vos

Dat heeft in de loop der jaren tot de nodige memorabele koersmomenten geleidt. De meest heroïsche tentoonstelling op de Poggio vond misschien zelfs plaats in 1960, toen de heuvel voor het eerst de finale kleurde. Het was die dag René Privat die aan de voet van de Poggio aanging. Indrukwekkend genoeg niet vanuit het peloton, maar vanuit de vroege vlucht.

Dat blijkt geen kansloze vlucht te zijn, want de Fransman komt na 6 uur, 45 minuten en 15 seconden als eerste over de finish op de Via Roma. Een waardige introductie van de tot dan toe onbekende beklimming.

In 1964 was de Poggio het decors van een episch duel tussen Raymond Poulidor en Tom Simpson. Samen beginnen de twee topcoureurs aan de beklimming, waar ze elkaar bestoken met aanvallen. Ze komen samen boven, maar Poulidor heeft zijn kruit dan al verschoten, waarna hij in de sprint naar de finish door de Brit wordt verschalkt, die er zijn eerste en enige overwinning in San Remo boekt.

In 1961, tijdens de tweede verschijning van de Poggio in Milaan-San Remo, was Poulidor wel de sterkste – foto: Cor Vos

Veelzijdig
Toch bleek de klim niet altijd genoeg om het peloton op te breken en reden er ook wel eens grotere groepen naar de finish. Om die reden werden meer beklimmingen toegevoegd aan het parcours, waaronder de welbekende Cipresssa. De Poggio is niet alleenstaand, maar wel alleenheersend, want het is zelden één van de voorgaande beklimmingen waar de koers werkelijk openbreekt.

Ook in recente jaren leverde de Poggio enkele succesvolle vluchtpogingen op. In 2012 opende Johnny Hoogerland de debatten met een aanval, waarna hij gecounterd werd door Vincenzo Nibali, Fabian Cancellara en Simon Gerrans. In de sprint bleek de Australiër over de rapste benen van het drietal te beschikken.

Mohoric, onderweg naar de overwinning in Milaan-San Remo 2022, met tussen zijn benen de dropper post – foto: Cor Vos

En natuurlijk was er in 2022 die unieke aanval van Matej Mohoric op de Poggio. Uniek, omdat hij ervoor koos in de afzink te gaan in plaats van tijdens de beklimming. Met een magisch wapen in de vorm van een dropper post en met adembenemend gogme zette de Sloveen alles op alles in de afdaling, waarna hij een tweetal seconden voor een favorietengroep over de streep kan. Een overwinning die zonder enige twijfel de geschiedenisboeken ingaat.

De Poggio di San Remo is een ogenschijnlijk simpele en onopmerkelijke beklimming als je naar het profiel kijkt, maar in realiteit behoort het heuveltje tot het cultureel erfgoed van de wielersport. Een lapje asfalt van slechts 3700 meter met een ongekend rijke geschiedenis die ons vermoedelijk nog van jaren koersplezier gaat voorzien.

Om te reageren moet je ingelogd zijn.