Aike Visbeek glundert over 2022: “Sneller progressie gemaakt dan van tevoren ingeschat”
foto: CyclingMedia Agency/Alessandro Volders
Youri IJnsen
maandag 26 december 2022 om 08:30

Aike Visbeek glundert over 2022: “Sneller progressie gemaakt dan van tevoren ingeschat”

Intermarché-Wanty-Gobert was afgelopen seizoen na Jumbo-Visma, UAE Emirates, INEOS Grenadiers en BORA-hansgrohe het beste WorldTeam van 2022. Architect van dat verhaal is Aike Visbeek. “Sportief was het een ongelooflijk successeizoen, alleen op persoonlijk vlak was het een bewogen jaar”, vertelt hij aan WielerFlits. Hij bespreekt de successen van het afgelopen wielerjaar in deel 1, maar tempert ook meteen de verwachtingen voor het seizoen 2023 in het tweede deel dat dinsdag verschijnt.

Vijfde van de wereld. Wie had dat gedacht?
“Ja, niemand. Wij ook niet. Hoe dat kan? Over de hele linie hebben we sneller progressie gemaakt dan we van tevoren ingeschat hebben. Eigenlijk kun je het nog verder terugdraaien. Ik denk niet dat iemand twee jaar geleden geloofd had dat wij niet zouden degraderen. Je moet namelijk wel weten dat het Zwaard van Damocles boven ons hing. Als de machine maar even ergens anderhalve maand hapert, sta je misschien meteen in de degradatiezone. Ik heb het als heel intensief beleefd, omdat we constant de goede stappen moesten zetten. We hebben een exceptioneel goed jaar gedraaid en daar ben ik ongelooflijk trots op! Als team hebben we echt een heel mooie prestatie geleverd, een jaar dat een speciaal plekje krijgt.”

Hebben jullie op de top van jullie kunnen gepresteerd, of misschien wel daarboven?
“We zaten wel een beetje aan ons plafond. Een belangrijke factor daarin is dat we onze renners heel goed benut hebben. In 2021 hadden we een goede sfeer binnen de ploeg en daar zijn vorige winter renners bijgekomen die we heel goed in ons team hebben kunnen inpassen. Qua programma en het samenwerken tussen de renners, hebben we heel goede keuzes gemaakt. Andrea Pasqualon, Adrien Petit en Alexander Kristoff bij elkaar zetten heeft bijvoorbeeld heel erg goed gewerkt, met Biniam Girmay daar in de klassiekers ook nog bij. Dat heeft super uitgepakt. In dat soort keuzes hebben we veel tijd en energie in gestoken.”

Biniam Girmay schreef wielergeschiedenis met winst in Gent-Wevelgem – foto: Cor Vos

Wat voor invloed heeft het dat jullie goudhaantje Biniam Girmay zo lang aan jullie hebben kunnen binden?
“Ik denk dat het 100% de verdienste is van hoe wij met hem zijn omgegaan het laatste jaar. We werken goed met elkaar samen. Voor Bini is het niet makkelijk om zo maar iedereen te vertrouwen. Hij heeft echt gemerkt dat wij ons aan onze afspraken houden en dat wij hem echt beter willen maken. Dat hij goede renners om zich heen heeft en dat hij one of the guys is. We hebben ook gewaakt om de juiste balans te vinden tussen de sport en zijn familie, de tijd die hij met hen samen heeft. De keuze om niet de Ronde van Vlaanderen te rijden, hadden we al vroeg gemaakt. Maar ik denk dat negen van de tien ploegen toch op die afspraak waren teruggekomen. Wij hebben dat vertrouwen niet geschaad. Dat is de basis.”

Het verhaal van Girmay kent iedereen. Maar wie zie jij nog meer als hoogtepunten van 2022?
Alexander Kristoff. Ten opzichte van zijn voorgaande jaren, heeft hij in 2022 heel erg goed gepresteerd. Gerben Thijssen is doorgebroken. Dat zijn de mannen die echt een enorme stap gezet hebben. En hoewel hij enkel maar als stagiair bij ons reed: kijk eens waar Madis Mihkels vandaan komt, onze piepjonge coureur uit Estland. Zesde in Gran Piemonte, vierde op het WK U23. Als eerstejaarsbelofte op 19-jarige leeftijd. Dat is nog niet een jongen die op de radar staat van het grote publiek, maar het geeft wel aan dat er voor hem toekomst is. Hij kan volgend jaar opstaan, net als Hugo Page en aanwinst Rune Herregodts. Zij hikken echt tegen dat laatste hupje aan. Ook verwacht ik dat Arne Marit nog een stap zet bij ons.”

Kristoff soleerde naar de zege in de Scheldeprijs – foto: Cor Vos

Er is veel goed gegaan. Toch ook een paar mindere variabelen, waaronder toptalent Julius Johansen. Waarom komt hij niet uit de verf?
“Dat ligt enerzijds aan de rol die hij nu heeft. Hij zit in de sprinttrein van Gerben, als lead out. Ook was hij in het voorjaar nog niet fysiek klaar voor de eendagsklassiekers, om zich in die ploeg te fietsen. Laten we ook niet vergeten dat dit bij ons niet zo simpel is, want we hebben een vrij sterke kern voor de klassiekers. In een rol als lead out heb je misschien geen resultaten op je conto staan, maar wij zien wel dat Julius groeit. Hij is wel onder de radar gebleven, dat klopt. Uiteindelijk was hij de laatste jaren baanwielrenner. Maar hij reed dit jaar wel de Ronde van Romandië uit, het Critérium du Dauphiné, de Ronde van Polen en de Ronde van Spanje. Dat is allemaal investering geweest in zijn ontwikkeling. Hij is nu in ieder geval wel van WorldTour-niveau. Dat was een jaar geleden nog niet het geval met hem.”

Ook waren er de saga’s rond Quinten Hermans en Jan Bakelants. Hoe kijk je daarop terug?
“In beide gevallen denk ik nog altijd dat we de juiste beslissing hebben genomen, maar wij – ik ben niet de enige die beslissingen neemt – hebben wel spijt van de timing van onze communicatie. Die is onmenselijk slecht geweest. Dat is gewoon niet goed. Er zijn wel redenen waarom dat aansleepte. In het geval van Quinten hebben we een goede beslissing genomen. We hebben daarna een goede Tour de France gereden en binnen de ploeg heerste rust. Daarmee hebben we ook respect laten zien naar de andere jongens, die zich maanden hebben voorbereid. Maar nogmaals: de timing was superslecht.

Dat is een situatie die we niet graag nog een keer willen hebben. Alles aan die situatie was extreem. De hele crossaffaire vorige winter, een hele saga met wisselende managers, dan een heel lange onderhandelingsperiode met als gevolg een heleboel onrust, emotie en onbegrip als er dan vervolgens een beslissing valt. Als ik er één ding uit moet halen – want ik heb natuurlijk wel wat commentaren gelezen – sloeg José De Cauwer de spijker op zijn kop: ‘Je moet altijd in contact blijven met elkaar’. Dat is de vinger op de zere plek. Die hele affaire in de winter, is niet goed uitgesproken. We zijn meteen weer overgeschakeld op presteren.

Quinten Hermans rijdt vanaf 2023 voor Alpecin-Deceuninck – foto: Cor Vos

Bij Jan was de situatie iets anders. Hij wilde een antwoord over zijn toekomst hebben, vlak voor de Tour. We zaten toen in een situatie waarin we hem geen contract konden aanbieden. We hadden nog vier plekken, ook qua budget, en daarvoor waren al vier aanbiedingen gedaan. Dat was op dat moment de situatie en dat hebben we Jan ook verteld. Daar zat niet snel een verandering of opening van zaken in. Uiteindelijk geeft hij in de Vuelta een interview waarin hij zijn teleurstelling uit. Dat mag hij, hij mag boos zijn dat hij geen contract krijgt. Net als dat Quinten boos mocht zijn dat de timing van zijn niet-selectie voor de Tour heel slecht was.”

Maar voor jou persoonlijk kwam dat niet heel erg prettig, begreep ik?
“Bij dat hele interview van Jan Bakelants, dan ontstaat de situatie dat ik daarop eigenlijk moet reageren. Op persoonlijk vlak had ik de situatie met mijn vader, die uiteindelijk overleed. Moet ik dan in die situatie mijn energie gaan verspillen aan een wellus-nietus-spelletje met Jan Bakelants in de media? We hebben een ongelooflijk succesjaar gehad, maar dat was voor mij wel een heel moeilijke fase. Niet door het interview van Jan, maar omdat er andere zaken speelde. Ik ben mijn vader verloren en eerder in het jaar verloren we ook een huisvriend. Vier weken voor de Tour pleegde de beste vriend van mijn oudste zoon zelfmoord, toevallig ook de periode waarin de bom met Quinten barstte. Dat heeft zijn invloed gehad, want er gebeurde ineens heel veel. Persoonlijk was het voor mij een jaar met gigantische hoogtepunten, maar ook met heel moeilijke fases.”

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.