Giro 2020: Vluchter Ben O’Connor zegeviert in Madonna di Campiglio
foto: Cor Vos
woensdag 21 oktober 2020 om 16:19

Giro 2020: Vluchter Ben O’Connor zegeviert in Madonna di Campiglio

Een dag na zijn tweede plaats in San Daniele del Friuli heeft Ben O’Connor de zeventiende etappe achter zijn naam gezet. De Australiër maakte in eerste instantie deel uit van de omvangrijke vlucht en reed op de slotklim bij al zijn vluchtkompanen weg. In de top van het klassement bleef alles zoals het was.

In de zeventiende etappe naar Madonna di Campiglio, de 2001e in de geschiedenis van de Corsa Rosa, kregen de renners een klassieke bergrit door de Dolomieten voor de wielen geschoven over de Forcella Valbona, de Monte Bondone en de Passo Durone. De aankomststreep lag na een klim van eerste categorie, waar voorheen de Italiaanse klimlegende Marco Pantani (in 1999) en Mikel Landa (in 2015) al eens als eerste bovenkwamen.

Negentien vluchters rijden weg
Even voor half elf werd in Bassano del Grappa, in Veneto, het startsein gegeven voor deze zware rit met meer dan vijfduizend hoogtemeters. Vanuit het vertrek werd meteen het tempo opgevoerd en probeerden tal van groepjes weg te rijden. Uiteindelijk ontstond op de eerste klim, de Forcella Valbona, een omvangrijke kopgroep met negentien man. Daarin was Hermann Pernsteiner de best geklasseerde renner, op net geen tien minuten van roze trui João Almeida.

Samenstelling kopgroep

flag-fr Geoffrey Bouchard (ALM), flag-es Óscar Rodríguez (AST), flag-at Hermann Pernsteiner (TBM), flag-ru Ilnur Zakarin, flag-es Víctor De la Parte (beiden CCC), flag-dk Jesper Hansen (COF), flag-pt Ruben Guerreiro (EF1), flag-ch Kilian Frankiny (GFC), flag-be Thomas De Gendt, flag-be Harm Vanhoucke (beiden LTS), flag-es Héctor Carretero, flag-it Dario Cataldo, flag-ar Eduardo Sepúlveda, flag-it Davide Villella (allen MOV), flag-za Louis Meintjes, flag-er Amanuel Gebreigzabhier, flag-au Ben O’Connor (allen NTT), flag-au Rohan Dennis (INS) en flag-it Diego Ulissi (UAD)

Een man in bonis in de vroege vlucht was Ruben Guerreiro. Zijn naaste belager in de strijd om het bergklassement Giovanni Visconti ontbrak namelijk in de ontsnapping, dus lag voor de renner van EF Pro Cycling de weg vrij om het blauw voor de tweede keer deze ronde te veroveren. Al op de top van de Forcella Valbona, na 61,2 kilometer, nam hij de leiding in het klassement over door als eerste boven te komen en daarmee veertig punten te verdienen.

Op de kruin van de eerste klim had de kopgroep al bijna vijfenhalve minuut voorsprong te pakken. Daarachter bepaalden de ploeggenoten van Almeida bij Deceuninck-Quick Step het tempo, met de trein van Team Sunweb in het kielzog. Vervolgens liet de koers de regio Veneto achter zich en werd Trentino-Zuid-Tirol binnengereden. Via een lange afdaling leidde de route naar Calliano en de ravitaillering.

Kopgroep rijdt verder weg
Daarna werd begonnen aan de Monte Bondone. Op deze klim liepen de negentien vluchters uit op het peloton tot zeven minuten, waardoor Pernsteiner virtueel de top tien van het klassement binnendrong. Het zorgde er echter niet meteen voor dat andere ploegen met Deceuninck-Quick Step mee gingen achtervolgen. Vlak onder de top, na 117,5 kilometer zette Guerreiro wederom aan en harkte, net als op de eerste klim, het maximumaantal punten binnen.

foto: Cor Vos

In de afdaling naar Sarche reed Dario Cataldo weg bij zijn medevluchters en met een voorsprong van veertig seconden kwam hij aan in het dal. De ervaren Italiaan van Movistar was vorig jaar al eens succesvol in de Giro, toen hij de etappe naar Como achter zijn naam zette. Indertijd rekende hij in de eindsprint af met zijn landgenoot Mattia Cattaneo, met wie hij de hele dag in de aanval had gereden.

Cataldo bleef vooruit tot aan de tussensprint in Ponte Arche, na 154 kilometer. Daar werd hij door Zakarin, Vanhoucke, Carretero, Gebreigzabhier, O’Connor en Dennis bijgehaald. Even later sloten ook De Gendt en Pernsteiner weer aan. Op de Passo Durone, de derde klim van de dag, liep de voorsprong van de vluchters nog wat verder op naar acht minuten. Het peloton leek vooral bezig te zijn met de etappe van donderdag, over de iconische Stelvio.

Geloste vluchters keren terug
Ook Villella wist zijn wagonnetje weer aan te haken vooraan, nog voor de top van de klim. Daar kwam De Gendt na 164,9 kilometer als eerste boven. Bouchard, Rodríguez, De la Parte, Hansen en Frankiny konden eveneens terugkeren. Enkel Guerreiro, die goede zaken had gedaan voor de bergtrui, Sepúlveda, Meintjes en Ulissi waaiden terug in het peloton. Met een voorsprong van zes minuten begonnen de vluchters aan de slotklim.

foto: Cor Vos

In het eerste deel losten Carretero en Cataldo al snel uit de kopgroep, dan ging het ook te hard voor Bouchard, De la Parte en Hansen. Movistar zat met vier renners van voren, maar bij het ingaan van de laatste negen kilometer was Villella de laatste pion van de Spaanse ploeg die het tempo niet meer kon bijbenen. De Gendt en Zakarin deelden de eerste speldenprikken uit in de kopgroep, maar een aanval van O’Connor met nog acht kilometer te gaan had meer succes.

Intussen had in het peloton, dat ook de slotklim bereikte, Team Sunweb het initiatief overgenomen van Deceuninck-Quick Step. Onder impuls van eerst Martijn Tusveld en later Sam Oomen dunde het grote pak steeds verder uit, terwijl Wilco Kelderman en Jai Hindley het werk van hun collega’s gadesloegen. Dan nam Hindley de kop, om even later de concurrentie te testen met een aanval. Kelderman probeerde naar zijn ploeggenoot te springen, maar het tweetal kreeg geen ruimte.

O’Connor sleept de zege binnen
Vooraan wist O’Connor zijn voorsprong steeds verder uit te diepen, ondanks een tegenaanval van Pernsteiner. De Australiër reed meer dan een halve minuut weg bij de Oostenrijker en stelde solo zijn mooiste overwinning veilig aan de streep in Madonna di Campiglio. Voor Pernsteiner restte de tweede plaats, De Gendt werd derde vóór Zakarin. Ruim vijf minuten later kwamen de top tien van het klassement in elkaars bijzijn over de streep.

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.