John Degenkolb keert jaar na val terug naar lievelingskoers: “Deze kasseien definiëren mijn carrière”
Foto: Cor Vos
Niels Bastiaens
zondag 7 april 2024 om 07:30

John Degenkolb keert jaar na val terug naar lievelingskoers: “Deze kasseien definiëren mijn carrière”

Interview Wie aan Parijs-Roubaix van 2023 denkt, ziet natuurlijk de stevige solo van Mathieu van der Poel, maar toch schiet ook de valpartij van John Degenkolb op Carrefour de l’ Arbre meteen door ons hoofd. Voor het eerst sinds lang kwam de 35-jarige Duitser nog eens in de positie om een klassieker te winnen, en achteraf leek hij wel ontroostbaar. Een jaar later staat de winnaar van 2015 weer vol motivatie aan de start van zijn favoriete wedstrijd. WielerFlits voelde de kopman van dsm-firmenich PostNL aan de tand.

Hoelang heeft die bewuste val je nog dwars gezeten?
“Het was een grote teleurstelling en een heel emotioneel moment, om zo dichtbij te komen in de finale van mijn favoriete wedstrijd. Je bent heel goed bezig, maar dan word je diep in de finale toch nog teruggeslagen. Aan de andere kant kon ik gelukkig nog uitrijden en genieten van de sfeer op de piste, maar het heeft wel enkele weken gevraagd om daar fysiek en mentaal van te herstellen.”

“Mijn schouder was voor lange tijd vrij pijnlijk, die was uit de kom. Maar het mentale aspect was nog erger. Uiteindelijk moet ik aanvaarden dat dit een deel van het wielrennen is en ik ben er goed van hersteld. Parijs-Roubaix blijft een heel speciale wedstrijd voor mij, die me blijft opwinden. Ik wil het heel graag opnieuw proberen.”

Heb je de beelden nog teruggekeken?
“Het heeft geen zin om daar te veel naar terug te kijken. Ik kijk niet met kwaadheid terug naar wat er is gebeurd. Je kan wel denken: oké, ik had dit moeten doen. Maar mezelf opzadelen met spijt van bepaalde keuzes, dat ga ik niet doen. Ik heb alles met een reden gedaan en er is niets waar ik echt spijt van heb.”

Hoe groot is het vertrouwen dat je jezelf opnieuw in zo’n positie zal kunnen werken?
“Elke editie van Parijs-Roubaix is anders, en zoals je wel gezien hebt, is het – wat de resultaten in grote wedstrijden betreft – niet mijn beste voorjaar geweest. Maar het is ook niet dat ik compleet niet meedeed. Ik denk dat ik zondag nog altijd een kans heb en ik ga mijn uiterste best doen om alles te geven wat ik in mij heb.”

Qua resultaten was het nog niet top voor Degenkolb – foto: Cor Vos

Je praat altijd vol passie over Parijs-Roubaix. Hoe is het mogelijk om zo hard van zo’n zware race te houden? Want heel leuk lijkt het niet.
(barst in lachen uit) “Dat denk jij. Maar voor mij is Parijs-Roubaix altijd heel opwindend geweest. Al van toen ik opgroeide, keek ik deze wedstrijd samen met mijn vader vanop de zetel. Ik herinner me nog hoe ik als 10-jarige gefascineerd was door renners als Johan Museeuw en anderen die dezelfde passie als ik hebben voor deze heroïsche wedstrijd. Ik wilde altijd een van hen worden. Dat ik nu voor de twaalfde keer de kans krijg om te starten in Parijs-Roubaix, is op zich al een mooie prestatie en iets waar ik trots op mag zijn.”

“Vergeet ook niet dat deze wedstrijd verantwoordelijk is voor mijn reputatie als renner. De kasseien van Roubaix definiëren mijn carrière. Niet alleen door die koers in 2015 te winnen, maar ik stond ook op het podium, reed verschillende keren top 10 en ik won de Roubaix-etappe in de Tour. Ik heb hier mijn eigen kasseistrook, ik ondersteun de juniorenwedstrijd van Parijs-Roubaix en ben ambassadeur van Les Amis de Paris-Roubaix. Alles samen is dat een heel gelaagd pakket van John Degenkolb en Parijs-Roubaix samen.”

Wat maakt Parijs-Roubaix voor jou anders dan alle andere wedstrijden op de wielerkalender?
“Er is natuurlijk geen andere wedstrijd die op een vélodrome aankomt. Er is ook geen andere wedstrijd die vijftig kilometer kasseien in het parcours opneemt. En dat zijn dan ook nog eens de slechtst bollende kasseien die je je kan inbeelden. Het is gewoon een gekke wedstrijd, een gek event in de wielerwereld.”

Is het ook jouw grootste kans op winst in een klassieker?
“Dat durf ik wel te zeggen. Winnen is natuurlijk altijd lastig, maar het is mijn grootste droom om terug de finale te rijden. Ik heb mezelf zo goed mogelijk voorbereid. En we kunnen er niet omheen dat Parijs-Roubaix me beter ligt dan alle andere wedstrijden. Wat ook in mijn voordeel is: het is lastig om het verschil te maken op de klimmetjes. Er zijn er niet zo veel, maar vergeet niet dat Parijs-Roubaix wel 2000 hoogtemeters telt over 260 kilometer. Al blijft het wel veel vlakker dan de Ronde van Vlaanderen.”

Een ontroostbare Degenkolb, vorig jaar – foto: Cor Vos

“Ik heb de ervaring, ik heb de kennis en kan goed het overzicht houden in de wedstrijd. Dat zal belangrijk worden om uit te spelen. Wat is er aan het gebeuren? Wat komt er nu aan? Hoe ver ligt de volgende sector hier nog vandaan? Ik geloof dat ik daar een groot voordeel uit kan halen.”

Je klinkt heel enthousiast over Parijs-Roubaix, maar hoe zit het nog met je liefde voor de fiets in het algemeen op je 35e?
“Die is nog altijd groot. Ik geniet nog steeds van de sfeer op wielerwedstrijden, maar ook het aftellen en nerveus worden voor een wedstrijd vind ik leuk. Dat klinkt misschien vreemd, maar dat is een groot deel van mijn plezier in het koersen. Ik heb ook gewoon plezier tijdens een wedstrijd, en ik waardeer dat ik überhaupt de mogelijkheid heb om hier deel van uit te maken. Dat is een enorm privilege, dat ik op z’n minst nog een jaar langer wil blijven uitoefenen.”

Ook al rijd je misschien niet meer op je topniveau?
“Dat is natuurlijk heel moeilijk om te beoordelen op basis van resultaten en de dingen die je op televisie ziet. Je moet weten dat mijn rol grondig is veranderd, in de meeste koersen. Er zijn weinig gelegenheden om zelf voor resultaten te gaan. Vaak zit mijn rol er al eerder op, maar dat is ook een belangrijke taak in de ploeg. Toen ik nog vaker in de positie kwam om koersen te winnen, merkte ik hoe belangrijk een wegkapitein is in de ploeg. Jongens als Roy Curvers en Koen de Kort kregen misschien niet altijd de waardering van buitenaf die ze verdienden, maar ze waren wel cruciaal voor de successen die ik heb geboekt.”

Haal je daar dan ook plezier uit?
“Absoluut. Dat is iets waar ik enorm van geniet. Wielrennen is een ploegsport, of zo proberen wij dat bij de ploeg toch in te vullen. Ik maak graag deel uit van dat geheel, alleen is het jammer dat de renners in dienst vaak onderbelicht blijven. Maar uiteraard ben ik ook klaar om in een wedstrijd als Parijs-Roubaix nog eens alles voor mezelf te geven.”

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.