Maxim Van Gils wil in de Ronde van Zwitserland zijn klimmersbenen nog eens bovenhalen. De man-in-vorm van Lotto Dstny profileert zich dit seizoen vooral als puncheur – met succes, gezien zijn top 3 in de Strade Bianche en de Waalse Pijl – maar kon in de jeugdcategorieën ook vaak met de besten mee als het bergop ging.

“Dinsdag is ritwinst nog het doel. Nadien trekken we het hooggebergte in en zou ik weleens voor het klassement willen gaan. Toch als mijn gevoel in de bergen een beetje oké is. Een plek rond de top tien, eventueel de top vijf zou mooi zijn”, laat Van Gils weten in gesprek met Het Nieuwsblad.

Van Gils zoekt ook zelf voor verklaringen waarom het bij de profrenners nooit meer is gelukt in de bergen. “Het rare is dat ik mezelf nadien nooit meer écht getest heb in het hooggebergte. Bij de profs ligt het niveau overal zo hoog. Wil je opvallen, moet je je wel specialiseren. Daarom ben ik mij nu meer als puncheur gaan ontwikkelen. Ik ben zelf benieuwd. Probleem zijn soms die hele lange cols. Ik moet de top van de berg zien liggen om mij ernaartoe te trekken. Zie ik hem niet, vind ik dat mentaal lastig.”

Hoogtestage
Van Gils had echter niet de beste voorbereiding op de Ronde van Zwitserland. Hij won afgelopen week wel de Grote Prijs van het Kanton Aargau, maar kon achteraf niet over een goed gevoel spreken. “Na Echborn-Frankfurt (de koers die Van Gils won op 1 mei, red.) had ik een break ingelast. Eerst een week vakantie aan het Gardameer. Liefst had ik daar mijn fiets zelfs thuisgelaten. Alleen omdat mijn vriendin, ze fietst graag, erop aandrong heb ik toch twee, drie uurtjes per dag op mijn fiets gezeten.”

“Vervolgens ben ik op hoogtestage geweest in de Sierra Nevada. Daar was ik echt niet in goeden doen. Ik moest er een paar blokken doen – “echt niet lastig”, volgens mijn trainer – en ik ging er helemaal kapot. Ik vind die beklimmingen in de Sierra zo lang. 10, 15 kilometer vind ik ideaal, maar daar gaan ze naar 25 kilometer en meer. Ik denk dat ik gewoon niet zo goed tegen de hoogte kan. Maar blijkbaar wil dat niet zeggen dat je geen goede respons kan hebben van een hoogtestage.”